Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de toekomst van het benzinestation aan de Waterloolaan op het grondgebied van Brussel-Stad

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 974)

 
Datum ontvangst: 01/12/2021 Datum publicatie: 27/12/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 16/12/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/12/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Brussel Mobiliteit laat een aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning voor de heraanleg van de openbare ruimte tussen de Naamsepoort en de Louizapoort op het grondgebied van Brussel-Stad en Elsene onderzoeken.

Mijn vraag gaat vooral over de toekomst van het huidige benzinestation, dat ter hoogte van de passage de Milan ligt, die toegang geeft tot het Egmontpark. Het benzinestation komt niet meer voor in de plannen voor de toekomstige aanleg van de laan door Brussel Mobiliteit en dat is prima.

Wat het benzinestation betreft, had het Gewest het voortouw genomen met het oog op de toekomstige heraanleg van de laan. In deze context had het Gewest aanvaard de milieuvergunning van de exploitant te verlengen tot 2022. Die termijn moest het ook mogelijk maken om de installaties te sluiten onder voor de exploitant haalbare materiële voorwaarden.

Normaal was alles volgens plan verlopen, ware het niet dat een passage in het effectenrapport bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning problemen lijkt te veroorzaken op het vlak van mobiliteit. Veel lokale commerciële en culturele actoren die een klacht hebben ingediend, hebben dat in ieder geval zo opgevat. In het rapport laat de studiegelastigde verstaan dat, indien de lopende onderhandelingen van het Gewest met de exploitant van het benzinestation over diens vertrek zouden mislukken, een aanvraag tot een stedenbouwkundige wijzigingsvergunning zou worden ingediend om het station of iets dergelijks in de plannen te integreren.

Ik onderschrijf het legitieme standpunt van de handelaars en het ISELP, die actief aanwezig zijn op de locatie, dat het behoud van het benzinestation op de huidige locatie niet langer gerechtvaardigd is.

Naar verluidt zou met Brussel Mobiliteit worden gesproken over een renovatie van het huidige benzinestation die de bouw van een winkel en een elektrisch laadstation omvat. Hoe aantrekkelijk de keuze voor elektriciteit voor de toekomstige voertuigen ook moge zijn, het is de voetafdruk van de voorgestelde installatie, die vergelijkbaar blijft met die van de geëxploiteerde traditionele benzinestations en als handelsuitrusting moet worden beschouwd, die nog steeds een probleem zou vormen voor de integratie en het gebruik van de stedelijke ruimte (elektrisch opladen kost tijd).

Natuurlijk hebben elektrische laadpalen hun plaats op de laan. Maar ze moeten, zoals thans het geval is, geïntegreerd worden in de parkeerruimte waarvan ze een onderdeel zouden uitmaken.

Ten slotte zou de staatssecretaris, volgens de commentaren in de pers, niet bevoegd zijn om zich over het dossier uit te spreken, aangezien het in dit stadium om een milieukwestie gaat. Men vergeet dan dat de heer Pascal Smet als minister van Openbare Werken de plannen voor de heraanleg van de laan zonder benzinestation heeft ontworpen. Men vergeet dan ook dat, indien het benzinestation blijft bestaan, de staatssecretaris bevoegd voor stedenbouw zich zal moeten uitspreken over een nieuwe aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.

Op basis van de voorgaande elementen wens ik u de volgende vragen te stellen:

  • Bent u ervan op de hoogte dat Brussel Mobiliteit een alternatief overweegt voor de huidige locatie van het benzinestation? Dat zou leiden tot dezelfde externaliteiten als het bestaande benzinestation. Met andere woorden, wordt een nieuwe verlenging van de lopende milieuvergunning, die onder uw bevoegdheid valt, nu al als een mogelijkheid beschouwd, ondanks het definitieve statuut van de in 2015 aanvaarde verlenging en de plannen voor de heraanleg van de laan waarbij men vooruitloopt op de inhoud van de ABV inzake stedelijkheid en mobiliteit voor ons stadsgewest?

  • Bevestigt u dat de Stad Brussel zich als adviserende instantie zou hebben verzet tegen de vernieuwing van de verlenging van de in 2015 toegekende milieuvergunning?

  • Kunt u bevestigen dat er onlangs binnen de regering een akkoord zou zijn bereikt over de toekomst van jhet benzinestation, wellicht met het oog op de volgende overlegcommissie? Zo ja, wat zou de inhoud van dat akkoord zijn? Waarom?

 
 
Antwoord    Wat het herinrichtingsproject van de Waterloolaan betreft, bevat het project dat aan een openbaar onderzoek werd onderworpen geen tankstation. Het standpunt van de Regering ter zake is bekend sinds de indiening van de stedenbouwkundige vergunning. Ter herinnering: het doel is een herinrichting van gevel tot gevel om het bovenste gedeelte van de stad volledig te kunnen herwaarderen. Het gaat erom open ruimten te creëren, die ruimten zo groen mogelijk te maken, de Gulden Vlieslaan en de Waterloolaan met elkaar te verbinden en meer in het algemeen de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren. Met het oog op die doelstellingen werd vanaf de eerste schetsen duidelijk dat het niet mogelijk was om een benzinestation binnen de perimeter van het project te behouden, aangezien de in- en uitritten te veel ruimte in beslag zouden nemen. Door de externe effecten van een benzinestation kan een dergelijke installatie bovendien niet in het project behouden blijven. Tot slot bleek ook de verplaatsing van het benzinestation binnen de perimeter om dezelfde redenen onmogelijk.

Het tankstation aan de Waterloolaan is op dit moment gedekt door een milieuvergunning die werd afgeleverd door de regering op 19 maart 2015 voor een periode van zeven jaar. Tegen de door het Milieucollege afgeleverde milieuvergunning werden destijds verschillende beroepen ingesteld, met name door de Stad Brussel en verschillende handelaars van de Waterloolaan. Dit lijkt te bevestigen dat zowel de overheid als de particuliere economische actoren tegen de verlenging van de milieuvergunning zijn.


Op 21 juni 2021 heeft Q8 een aanvraag ingediend voor een milieuvergunning en een stedenbouwkundige vergunning. Wat de milieuvergunningsaanvraag betreft, is het doel ervan om de bestaande installaties van het tankstation (een dieseltank van 20.000 liter en een benzinetank van 40.000 liter) uit te baten, alsook een statische transformator van 1000 kVa om het opladen van elektrische voertuigen (snelladers) in de toekomst mogelijk te maken. Het project beoogt voorts de plaatsing van zonnepanelen op het dak en de uitbreiding van de winkel.


De bevoegde instantie in eerste aanleg om te beslissen over deze milieuvergunning is Leefmilieu Brussel. Voor deze aanvraag moet immers de gebruikelijke procedure worden gevolgd voor een milieuvergunningsaanvraag van klasse 1B in het kader van een gemengd project. Zo zal het dossier, zodra het zowel vanuit stedenbouwkundig als milieuoogpunt volledig is verklaard, worden onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking (openbaar onderzoek en overlegcommissie). In het kader van haar opdrachten en op basis van de verschillende wetgevingen die aan haar opgelegd zijn, is het aan Leefmilieu Brussel om de elementen te analyseren die in aanmerking moeten worden genomen om te beoordelen of de milieuvergunning kan worden afgeleverd en, zo ja, onder welke voorwaarden.

Momenteel behoort het dus niet aan de regering toe om zich over deze aanvraag uit te spreken. De Regering zal zich buigen over het dossier in het kader van een eventuele aantekening van beroep bij haar, na een eventueel beroep bij het Milieucollege.