Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de oprichting van een aanvullend fonds van 15 miljoen euro voor kleine ondernemingen in Brussel

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 489)

 
Datum ontvangst: 10/12/2021 Datum publicatie: 17/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 17/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Op vrijdag 3 december 2021 vernamen we via Belga dat er een aanvullend fonds van 15 miljoen euro is opgericht voor kleine ondernemingen in Brussel door een nieuwe envelop toe te kennen aan Brusoc, een dochteronderneming van finance&invest.brussels.

Dit fonds zal het Gewest in staat stellen steun te verlenen aan kleine ondernemingen met minder dan 10 voltijdse equivalenten, zelfs indien zij voor een procedure van gerechtlijke reorganisatie hebben gekozen maar geloofwaardige vooruitzichten op een herstart hebben.

U geeft ook aan dat er duidelijke investeringscriteria zullen worden vastgesteld. Deze zullen schadelijke sectoren uitsluiten en ervoor zorgen dat rekening wordt gehouden met de sociale en milieueffecten van ondernemingen.

Aan de hand van deze elementen zou ik u de volgende vragen willen stellen:

  • Wanneer kunnen bedrijven een aanvraag voor het fonds indienen?

  • Zijn er reeds prioritaire sectoren vastgesteld?

  • U spreekt over duidelijke investeringscriteria om de schadelijke sectoren uit te sluiten. Kunt u ons zeggen welke overwegingen bepalend zullen zijn voor de keuze van de criteria, maar ook welke instantie zal worden belast met de evaluatie van en het toezicht op de gekozen criteria?

 
 
Antwoord    Om de actie van de Recover- en Oxygen-leningen voort te zetten, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijkomende financiële middelen toegekend aan Brusoc om de zko’s in de huidige context te ondersteunen. De doelstelling van de operatie is bij voorrang steun te verlenen aan kleine ondernemingen die al vóór de COVID-19-crisis bestonden en waarvan de activiteit, direct of indirect, structureel is getroffen door die crisis, met het oog op het herstel en de herontwikkeling van de Brusselse economie.

De interventies van Brusoc kunnen plaatsvinden bij ondernemingen die:
a) niet in grote financiële moeilijkheden verkeerden vóór de crisis die werd veroorzaakt door de verspreiding van het COVID-19-virus of tijdens de crisis werden opgericht;
b) een nieuw geloofwaardig bedrijfsplan kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de onderneming levensvatbaar zal zijn, met inbegrip van een vooruitzicht op het behoud of de creatie van kwaliteitsbanen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
c) maximaal 10 voltijdse werknemers (VTE’s) tewerkstellen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De interventies van Brusoc kunnen ook worden uitgevoerd bij ondernemingen met maximaal 10 VTE’s die naar aanleiding van de gezondheidscrisis voor een gerechtelijke reorganisatie hebben gekozen en die vooruitzichten hebben op een geloofwaardige doorstart.

De interventies van Brusoc hebben de volgende kenmerken:
- Achtergestelde leningen voor bedragen tussen € 10.000 en € 250.000;
- Leningen toegekend aan ondernemingen die een duurzaam bedrijfsmodel voorleggen met ten minste één vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een effectieve activiteit ontwikkelen in het Gewest;
- Leningen die kunnen voorzien in een uitstel van betaling van de hoofdsom van maximaal 6 maanden, en een aflossingsperiode van maximaal 60 maanden, d.w.z. in totaal maximaal 66 maanden.

De kapitaalverhoging van Brusoc vond plaats in december 2021, waardoor de bestaande financiële producten (
Rise Up, Open Up, BRUFIN+) konden worden versterkt. Om in te spelen op de uitdagingen en de economische realiteit van de Brusselse ondernemingen worden twee financiële producten ontwikkeld. Een daarvan zal specifiek gewijd zijn aan ondernemingen in een procedure van gerechtelijke reorganisatie, waarvoor opleiding van het team vereist is.

Om een dossier in te dienen of gewoon om informatie te vragen, kan contact worden opgenomen met Brusoc via het e-mailadres
brusoc@finance.brussels of per telefoon op 02/548.22.11, zodat de onderneming haar financiële behoeften kan toelichten.

Het is altijd mogelijk om van hub.brussels een begeleiding te krijgen voor het indienen van een dossier. 

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan ondernemingen in de horeca-, toerisme- en evenementensector. Ondernemingen die zich in zwaar getroffen gebieden zoals het stadscentrum of zakenwijken bevinden, krijgen een lagere rente.

De financiële interventies van Brusoc zullen zorgen voor een versterking van de maatschappelijke en milieudoelstellingen die Brusoc sinds zijn oprichting heeft nagestreefd. Die effecten zullen worden beoordeeld aan de hand van, bijvoorbeeld, het ‘sustainable impact framework’. Bij die evaluatie zullen onder meer het scheppen of in stand houden van arbeidsplaatsen, met name voor laaggeschoolden, als doelstelling worden opgenomen.

Zijn uitgesloten van het investeringsuniversum:
- ondernemingen met meer dan 10 VTE’s in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- start-ups van minder dan 3 jaar oud waarvan de levensvatbaarheid van het bedrijfsmodel nog niet is aangetoond;
- ondernemingen die uitgesloten zijn van het universum van de investeringsstrategie van finance&invest.brussels, namelijk:
o ondernemingen die (en ondernemingen waarvan de leveranciers) opzettelijk de wetgeving (op sociaal, fiscaal en milieuvlak, ...) en de fundamentele ethische normen schenden;
o ondernemingen die (en ondernemingen waarvan de leveranciers) de fundamentele rechten van de mens niet eerbiedigen (met inbegrip van foltering, vrijheidsberoving, dwangarbeid en uitbuiting van kinderen);
o ondernemingen die door hun activiteiten negatieve gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid of het milieu, ongeacht of ze de lokale wetten en reglementeringen naleven. In dit verband zal de evaluatie van ondernemingen worden gebaseerd op de DNSH-criteria (“do no significant harm”) die zijn ontwikkeld in het kader van de verordening betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen;
o ondernemingen die aanwezig zijn in ‘belastingparadijzen’ die zijn opgenomen in de pan-Europese lijst van landen die hebben geweigerd een dialoog met de Europese Unie aan te gaan of tekortkomingen op het gebied van goed fiscaal bestuur te verhelpen (de door de Raad op 6 oktober 2020 vastgestelde lijst is beschikbaar op
https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/eu-list-of-non-cooperative-jurisdictions/). Geen enkele onderneming van de groep of UBO (met een deelneming van meer dan 25%) mag in die landen aanwezig zijn;
o ondernemingen die hoofdzakelijk actief zijn in sectoren, zoals de tabaksindustrie, kansspelen, de seks- en pornografische industrie, en de winning, de verwerking of het vervoer van steenkool of aardolie;
o ondernemingen die hun activiteiten baseren op corruptie en smeergeld;
ondernemingen die betrokken zijn bij de productie of verkoop van wapens.