Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de sociale woningen die niet aangepast zijn aan de gezinssamenstelling van de sociale huurders en de verhuizingen binnen de openbare vastgoedmaatschappijen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 852)

 
Datum ontvangst: 22/02/2022 Datum publicatie: 16/05/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 05/05/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
04/05/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

1- Kunt u ons, op basis van de door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) meegedeelde sectorale statistieken voor het jaar 2021, de stand van zaken beschrijven met betrekking tot de bezetting van het socialewoningenbestand dat wordt beheerd door de Openbare Vastgoedmaatschappijen (OVM’s)? Met andere woorden, kunt u ons het volgende meedelen:

  • Het percentage sociale woningen dat is aangepast aan de samenstelling van de gezinnen die ze bewonen;

  • Het percentage ondermatige sociale woningen (woningen met een onvoldoende aantal slaapkamers ten opzichte van wat artikel 3 van het besluit van 26 september 1996 voorschrijft, rekening houdend met de gezinssamenstelling van de huurders);

  • Het percentage onderbezette sociale woningen (woningen met een kamer meer dan wat artikel 3 van het besluit van 26 september 1996 voorschrijft, rekening houdend met de gezinssamenstelling van de huurders);

  • Het percentage bovenmatige sociale woningen (woningen met ten minste twee kamers meer dan wat artikel 3 van het besluit van 26 september 1996 voorschrijft, rekening houdend met de gezinssamenstelling van de huurders);

  • Het percentage onbewoonde sociale woningen?

2- Hoeveel ongebruikte kamers telde het sociale huurwoningenbestand van ons Gewest op 31 december 2021?

3- Kunt u ons, op basis van de door de BGHM verstrekte gegevens, het totale aantal verhuizingen meedelen dat door alle Brusselse OVM’s werd uitgevoerd in 2021? Hoeveel gezinnen zijn verhuisd naar een grotere woning? Hoeveel gezinnen zijn verhuisd naar een kleinere woning? Kunt u ons vertellen hoeveel vrijwillige verhuizingen in 2021 op initiatief van de sociale huurders hebben plaatsgevonden? Hoeveel gedwongen verhuizingen werden in 2021 door de OVM's opgelegd?

4- Kunt u ons een tabel bezorgen met het aantal verhuizingen dat in 2021 in elk van de zestien OVM's heeft plaatsgevonden? Kunt u ons ook een tabel bezorgen waarin voor elk van de zestien maatschappijen het jaarlijkse percentage verhuizingen wordt vermeld dat in 2021 werd geregistreerd (d.w.z. het aandeel van de verhuizingen in alle toewijzingen van sociale woningen door de OVM in de loop van het jaar)? Verschilt het aantal verhuizingen sterk van maatschappij tot maatschappij? Zo ja, hoe verklaart u deze verschillen?

5- Hebben alle zestien OVM’s hun jaarlijks plan van de verhuizingen voor het jaar 2022 bezorgd aan de BGHM? Hebben de OVM’s hun voorstellen betreffende het percentage verhuizingen voor het jaar 2022 al aan de gewestregering meegedeeld? Zo ja, heeft de Brusselse regering deze voorstellen gevalideerd? Kunt u ons een tabel bezorgen met de jaarlijkse verhuizingspercentages die de verschillende OVM's hebben voorgesteld in 2022? Kunt u ons ook het totale aantal verhuizingen meedelen waartoe de OVM’s zich in de loop van dit jaar verbinden?

 

 
 
Antwoord    Op 31/12/2021, op basis van de gegevens die de OVM's meedeelden over de bewoonde woningen:
- Bedroeg het percentage sociale woningen dat is aangepast aan de samenstelling van de gezinnen 57,35%.
- Bedroeg het percentage ondermatige sociale woningen 18,25%.
- Bedroeg het percentage onderbezette sociale woningen 18,68%.
- Was het percentage bovenmatige sociale woningen 5,13%, als volgt verdeeld: 3,03% gezinnen beschermd door de regelgeving en 2,1% niet-beschermde gezinnen.
Op 31/12/2021, op basis van de gegevens die de OVM's meedeelden, bedroeg het percentage leegstaande sociale woningen door herstel in de oorspronkelijke staat / renovatie / of in de toewijzingsfase 12% ten opzichte van het volledige patrimonium.
Wat betreft het aantal leegstaande kamers voor alle sociale huurwoningen, is het zo dat 8.473 kamers vandaag worden hersteld in de oorspronkelijke staat / gerenoveerd / of in de toewijzingsfase zitten.
Wat betreft de mutaties die de OVM's in de loop van het jaar 2021 hebben doorgevoerd:
Het totale aantal mutaties bedraagt 701. Dit aantal omvat de ‘klassieke’ mutaties (595) en de mutaties naar aanleiding van herhuisvestingsplannen (106).
Van de 595 klassieke’ mutaties:
- waren er 343 naar grotere woningen;

- waren er 252 naar kleinere woningen;


- werden 39 mutaties opgelegd door de OVM’s.
Als bijlage vindt u de tabel met het aantal doorgevoerde mutaties en het jaarlijkse percentage mutaties voor het jaar 2021.
Het totaal aantal mutaties in die tabel omvatten ook de mutaties in het kader van herhuisvestingsplannen.
De grote meerderheid van de OVM's bereikt of overstijgt de voor 2021 vastgestelde doelstelling.
De meest opvallende variatie is het percentage mutaties van Le Logement Molenbeekois, die voortvloeit uit een sterke politieke bereidheid om de problemen van de overbevolkte woningen op te lossen.
Twee maatschappijen lijken achter te hinken in termen van percentage: Zuiderhaard en GW van Sint-Joost. Ze overschrijden allebei nochtans de vastgestelde doelstellingen.
Alle OVM's hebben hun jaarlijks mutatieplan voor het jaar 2022 ingediend. Een groot deel van hen heeft hun voorstellen aan mijn kabinet meegedeeld. De Brusselse Regering heeft die voorstellen nog niet bekrachtigd.

Ter informatie, de OVM's stellen 518 mutaties voorop als doelstelling voor het jaar 2022.