Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de exploitatiekosten van de sociale woningen

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 865)

 
Datum ontvangst: 06/03/2022 Datum publicatie: 16/05/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 05/05/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
04/05/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Tijdens de vergadering van de huisvestingscommissie van 5 december 2019 deelde u ons mee dat, volgens berekeningen van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de gemiddelde exploitatiekosten van de sociale woningen tussen 2015 en 2018 licht waren gedaald in ons gewest. De gemiddelde sectorale exploitatiekosten per woning waren aldus gestegen van 5.507 euro in 2015 tot 5.308 euro in 2018.

Ik zou u de volgende vragen willen stellen:

1- Kunt u ons, op basis van de door de BGHM  verstrekte gegevens, de gemiddelde sectorale exploitatiekosten van een sociale woning voor elk van de laatste drie jaren (2019, 2020 en 2021) meedelen?

2- Kunt u de evolutie van de gemiddelde sectorale exploitatiekosten per sociale huisvestingseenheid gedurende de laatste tien jaar beschrijven? Zijn de gemiddelde exploitatiekosten per sociale woning in het Brusselse Gewest in de loop van dit decennium gedaald? Zo ja, heeft de BGHM de factoren kunnen identificeren die de neerwaartse trend in de gemiddelde exploitatiekosten van sociale woningen zouden kunnen verklaren?

3- Kunt u beschrijven hoe de BGHM de gemiddelde sectorale exploitatiekosten per woning berekent? Wat dekken deze kosten precies?

 

 
 
Antwoord    De grafieken in bijlage 1 tonen de uitbatingskosten per woning, het aantal woningen per OVM en de gemiddelde sectorale kostprijs per woning.
In 2019 schommelden de uitbatingskosten van een woning tussen 4.477 euro en 8.329 euro, met een sectorgemiddelde van 5.772 euro.
In 2020 schommelden de uitbatingskosten van een woning tussen 4.268 euro en 6.466 euro, met een sectorgemiddelde van 5.404 euro.

Voor 2021 zal de BGHM in de tweede helft van 2022 de gemiddelde sectorale kosten per woning kunnen bepalen. Dit gemiddelde wordt berekend op basis van de goedgekeurde jaarrekeningen van elk OVM. De rekeningen worden in de tweede helft van 2022 door de Algemene Vergadering goedgekeurd.
De evolutie van de gemiddelde sectorale uitbatingskosten per sociale woning gedurende de afgelopen 10 jaar vindt u in bijlage 2.
Ter informatie: de uitbatingskosten per woning geven de verhouding weer tussen de werkingskosten per woning, die worden geraamd op basis van de rekeningen 60 tot en met 62 (loonmassa en diverse diensten en goederen), met uitzondering van de rekeningen 6111 en 612 (door de huurders te betalen werkzaamheden en verbruik), en de grootte van de OVM.
Een goed beheer van de loonmassa doet de uitbatingskosten dalen.
Tot slot moet worden opgemerkt dat de gemiddelde sectorale uitbatingskosten per woning worden berekend op basis van de laatste rekeningen en resultaten van de OVM's (rubriek ‘bedrijfskosten’) en worden gedeeld door het aantal sociale woningen in alle OVM's.
Deze kosten omvatten uitgaven in verband met de loonmassa en andere diensten en goederen, zoals kosten in verband met de algemene administratie, werken voor rekening van de OVM, materiaal en machines, verzekeringen, enz.