Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de hervorming van het parkeren, het ontwerp van besluit tot vaststelling van de tarieven en de adviezen van elk van de 19 Brusselse gemeenten

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1199)

 
Datum ontvangst: 09/03/2022 Datum publicatie: 29/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 26/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

In het kader van de hervorming van het parkeren had elk van de 19 Brusselse gemeenten tot 4 maart 2022 de tijd om zich uit te spreken en haar advies te geven over het ontwerp van besluit tot vaststelling van de tarieven.

Ter aanvulling van mijn informatie zou ik u de volgende vragen willen stellen voor ELK van de 19 Brusselse gemeenten:

  1. Op welke datum werd het ontwerp van besluit tot vaststelling van de tarieven bij de gemeente ingediend?

  2. Hoe zit het met het advies van de gemeente? Werd het binnen de termijn bij het Gewest ingediend? Is dit advies positief of negatief of anders?

  3. Is de gemeente gekant tegen de door het Gewest voorgestelde en gewenste tariefwijzigingen? Zo ja, (kort) waarom?

  4. Met betrekking tot de bewonerskaarten en het parkeren op straat,

    1. steunt de gemeente de door het Gewest voorgestelde en gewenste tariefwijzigingen?

    2. heeft de gemeente andere tariefwijzigingen en modaliteiten aan het Gewest voorgesteld? Zo ja, (kort) wat zijn deze tarieven en modaliteiten?

 

 
 
Antwoord    Vraag 1
Op 24 december 2021 heeft de ministerraad in eerste lezing zijn goedkeuring gehecht aan een besluit tot wijziging van het besluit van 18 juli 2013 betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten.
Dezelfde dag heb ik de gemeenteraden per brief gevraagd hun advies uit te brengen over dit ontwerpbesluit.
Op 13 januari 2022 heeft mijn kabinet voor de gemeenten een vragensessie georganiseerd, waarna de termijn, die oorspronkelijk was vastgelegd op 11 februari 2022, verlengd werd tot 4 maart 2022.
Vóór de goedkeuring van dit besluit waren de gemeenten uitgenodigd om deel te nemen aan een workshop, die georganiseerd werd in samenwerking met Brulocalis en plaatsvond op 17 november 2021. Deze workshop moest input opleveren voor de denkoefeningen rond vrijstellingskaarten, tarieven en parkeerzones. Zestien gemeenten hebben aan de workshop deelgenomen.

Vraag 2
De gemeenteraden van de volgende gemeenten hebben binnen de vooropgestelde termijn hun advies uitgebracht: Oudergem, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Elsene, Jette, Koekelberg, Sint-Gillis, Schaarbeek, Sint-Joost, Ukkel, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe.
Ook de gemeenteraad van Sint-Agatha-Berchem had op 24 februari 2022 een advies opgesteld, maar dat werd laattijdig (namelijk op 24 maart 2022) naar het Gewest verstuurd.
De adviezen werden samengebracht, maar moeten nog grondig geanalyseerd worden om na te gaan of er rekening mee gehouden kan worden in het kader van dit besluit, dan wel of ze eerder in aanmerking moeten worden genomen bij de ontwikkeling van andere instrumenten (GPBP, ontwerp van ordonnantie aan het parlement, ander besluit).

Vraag 3
Wij stellen eerst en vooral vast dat er amper zeven gemeenten zijn die een negatief advies hebben ingediend. Van die zeven gemeenten, slechts vier gemeenten (Etterbeek, Ukkel, SLW, SPW) formele bezwaren hebben geuit tegen de wijziging van de tarieven in de gereglementeerde zones. In de andere gevallen ging het om een kanttekening, een lichte wijziging of het niet hebben van een specifieke mening over een welbepaald onderwerp.
De belangrijkste bezwaren die werden aangehaald met betrekking tot de voorgestelde tariefwijziging in de zones, zijn onder andere:
- Meerdere gemeenten betreuren dat de verhoging van de parkeertarieven wordt doorgevoerd in tijden van inflatie en stijgende energie- en brandstofprijzen, waardoor de bevolking nog dieper in de armoede dreigt te vallen (KOE, MOL, STJ, UKK, OUD). Wij herhalen hierbij dat de verhoging waarover de adviezen zich hebben uitgesproken, amper 5,00€ per jaar per bewonerskaart betreft, waardoor het minimumbedrag van 10€ naar 15€ stijgt.
- Hoewel er in dit wijzigingsbesluit geen sprake van is, hebben meerdere gemeenten te kennen gegeven geen voorstander te zijn van de invoering van een systeem van jaarlijkse indexering, maar wel open te staan voor een stapsgewijze indexering (SAB, Jette, Etterbeek, Oudergem, Ukkel). Andere gemeenten zijn tegen elke vorm van indexering (SLW).

Specifiek met betrekking tot de uurprijzen:
- Het ontwerpbesluit streeft naar harmonisering en stelt vaste tarieven voor, maar geen minimum-/maximumvork. Sommige gemeenten beweren dat dit hen geen ruimte laat voor volledige autonomie op het gebied van tarieven, noch voor degressiviteit naar de Brusselse rand toe (Etterbeek, SPW, Evere, Molenbeek, Ganshoren). Wij herinneren u eraan dat de gemeenten kunnen echter wel zelf de zones op hun grondgebied kiezen, en bijgevolg onrechtstreeks de tarieven die er van toepassing zijn.
- Etterbeek vreest dat de tariefverhoging een rem zal zetten op de economische groei en het sociale leven, en dat ze ook zal leiden tot een tariefverhoging voor parkeren buiten de openbare weg.

Specifiek met betrekking tot de forfaitaire vergoedingen:
- Twee gemeenten willen ruimte voor enige tolerantie als de toegelaten periode licht overschreden wordt (Etterbeek, Oudergem)
- Twee gemeenten verklaren specifiek dat de verhoging van de forfaitaire vergoeding buitensporig is (Etterbeek, Ukkel)
- Drie gemeenten willen een vork of een minimumtarief in plaats van vaste tarieven (Evere, SLW, SPW).
- Twee gemeenten willen geen onderscheid tussen de tarieven in de verschillende zones (Elsene en SPW).

Vraag 4

Slechts twee gemeenten (SAB, SPW) zijn uitdrukkelijk gekant tegen de afschaffing van de derde bewonerskaart. De andere gemeenten hebben geen specifieke mening geuit hieromtrent.
De aangehaalde redenen zijn:
- dat de derde bewonerskaart nodig kan zijn als er andere manieren van samenwonen ontwikkeld worden (SPW)
- dat de keuze aan de gezinnen moet worden gelaten, aangezien SAB momenteel niet te maken heeft met een aanzienlijke parkeerdruk op haar grondgebied

Wat de wijziging van de tarieven van de bewonerskaarten betreft, zijn slechts twee gemeenten (SLW, SPW) uitdrukkelijk gekant tegen deze verhoging.
Aan de andere kant hebben meerdere gemeenten benadrukt dat ze al meer daadkrachtige tarieven hebben voor de eerste vrijstellingskaart. Momenteel leven elf gemeenten al het minimum van 15 euro na dat in dit besluit wordt voorgesteld, en zes gemeenten rekenen zelfs meer aan (tot 30 euro).
Bovendien willen sommige gemeenten de mogelijkheid tot sociale correctie behouden (Koekelberg, Ukkel) of de mogelijkheid tot aanpassing op basis van de afmetingen van het voertuig (Elsene).SLW en SAB hebben andere tarieven voorgesteld voor de tweede bewonerskaart. SPW wil geen verhoging van de prijs voor de bewonerskaart.
SLW wil dat de gemeenten niet verplicht zouden worden het door het Gewest voorgestelde tarief toe te passen.
SPW en SLW willen geen aparte tarieven voor tweede verblijven.