Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende openbare woningen en handicaps

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 887)

 
Datum ontvangst: 28/03/2022 Datum publicatie: 08/06/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 01/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/04/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Naar verluidt heeft 30% van de Brusselse bevolking mobiliteitsproblemen ten gevolge van een handicap, ziekte of leeftijd.

Tegelijkertijd bepaalt artikel 41 van de Huisvestingscode dat de BGHM er ook op toeziet dat een deel van de woningen wordt ingericht ten behoeve van personen met een handicap, met name via zijn beheersovereenkomst, waarin met name de doelstellingen van toegankelijkheid en aanpasbaarheid van gebouwen en woningen aan personen met een handicap moeten worden vastgelegd (artikel 44, achtste lid).

Dit is duidelijk een belangrijke kwestie waarover ik enkele vragen heb:

  •  Kunt u een overzicht geven van de manier waarop het BHG dit probleem aanpakt en welke maatregelen er bestaan met betrekking tot huisvesting van personen met een handicap bij de openbare vastgoedoperatoren?
  • Welke doelstellingen inzake toegankelijkheid en aanpasbaarheid van woningen hanteren de verschillende openbare vastgoedmaatschappijen?

  • Wat is het aantal aangepaste woningen bij elke openbare vastgoedoperator? Wat zijn de vooruitzichten voor de evolutie van dit aantal in de komende jaren?

  • Wat is het aantal sociale huurders die verklaren gehandicapt te zijn (of die een familielid met een handicap hebben)? Hoeveel van hen beschikken over aangepaste huisvesting?

  • Wat is het aantal  gezinnen op de wachtlijst voor sociale huisvesting die verklaren dat zij een gezinslid met een handicap hebben?

  • Kunt u een overzicht geven van de jaarlijkse aanvragen voor woningaanpassingen binnen de OVM’s (aantal, aard van de gevraagde werken, percentage gunstige reacties, budgetten, ...)?

 

 

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Wat de BGHM betreft:

Wat betreft de reeds bestaande maatregelen op het vlak van huisvesting voor mensen met een handicap:

De aan de personen met beperkte mobiliteit (PBM) aangepaste woningen moeten overeenstemmen met de GSV en met het bestek met technische voorschriften inzake de toegankelijkheid en de aanpassing van sociale woningen voor personen met een handicap of met beperkte mobiliteit (uitgave NVHPH - zie bijlage bij het bijzonder bestek).


De opdrachtnemer ziet er ook op toe dat die woningen makkelijk toegankelijk zijn voor PBM’s (nabijheid van voor PBM’s voorbehouden parkeerplaatsen, enz...).

De woningoppervlakten voor PBM’s worden in bijlage 1 gepreciseerd.

Naast de woningen die aangepast zijn voor PBM’s, moet 100% van de woningen toegankelijk zijn voor PBM’s overeenkomstig de GSV.


De Code bepaalt ook dat voor nieuwbouw 5% van de gebouwde woningen moet zijn aangepast voor PBM's.

Wat de toegankelijkheid van gemeenschappelijke ruimten betreft, moeten de inkomhal, de benedenverdieping (en de toegang tot de lift, als die er is) en de parking volledig toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.

Personen met beperkte mobiliteit moeten ook toegang hebben tot de meters van de woning, tot de vuilnisbakkenruimte en tot de kelder als die zich niet in zijn woning bevindt.

Wat de inrichting van de appartementen betreft, moeten de aangepaste woningen beantwoorden aan de technische vereisten die bepaald worden in de voorschriften van de NVHPH, ook wat geschikte uitrustingen betreft (aangepaste badkamer, douche, aangepast toilet, keukenmeubilair, enz.).


Alle terrassen en tuinen van aangepaste woningen voor PBM's zijn toegankelijk voor PBM’s (drempel, raamprofiel, enz.).

Alle aan PBM’s aangepaste essentiële uitrustingen, meubilair en accessoires zijn in de opdrachtprijs inbegrepen.

De breedte van alle deurbladen van de appartementen is ten minste 93 cm, behalve voor het aparte toilet.

De voorschriften van de NVHPH moeten worden opgevolgd en nageleefd wat betreft het plaatsen van de verschillende elektrische installaties (met name wat betreft hoogte).

Wat de sanitaire voorzieningen betreft, moeten de aanbevelingen van de NVHPH met betrekking tot aangepaste sanitaire toestellen, uitrustingen en noodzakelijke en specifieke accessoires worden opgevolgd en in de opdracht worden opgenomen.

In bijlage 2 vindt u de verdeling van de sanitaire voorzieningen voor PBM-woningen.

Meer bepaald is op het niveau van de parkings ook een permanente markering van de voor PBM’s voorbehouden plaatsen gepland. Er moet ook gezorgd worden voor pictogrammen.

Het toilet voor PBM’s moet een hangtoilet zijn dat aan alle bepalingen van de NVHPH voldoet.

Wat de tuinen betreft: als een PBM-woning over een tuin beschikt, moet deze voor PBM’s toegankelijk zijn.
De gemeenschappelijke tuin moet ook toegankelijk zijn voor PBM’s.

Wat tot slot de toegang tot een site betreft: De doorgangen en paden op de site en naar de woningen moeten worden stevige materialen die geschikt zijn voor PBM’s (dolomiet moet worden vermeden).
In bijlage 3 vindt u de informatie betreffende het aantal aangepaste woningen binnen de OVM’s.
In bijlage 4 vindt het de informatie van de BGHM
betreffende het aantal sociale huurders die verklaren een handicap te hebben.
Wat betreft het aantal gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning die verklaren dat ze een gezinslid met een handicap hebben,
vindt u hieronder de cijfers van het aantal kandidaten met een handicap op 31/12/2021 die een toegankelijke, bezoekbare of aangepaste woning nodig hebben:



Type huisvesting :

- Toegankelijk: 277
- Bezoekbaar: 137
- Volledig rolstoeltoegankelijk: 127

- Rolstoeltoegankelijk + ADL (hulpverlening bij activiteiten in het dagelijkse leven): 63
Tot slot beschikt de BGHM niet over informatie over de
jaarlijkse aanvragen voor aanpassingen aan woningen bij de OVM’s.

Wat betreft het Woningfonds:
Overeenkomstig de in 2021 aangegane verbintenissen om een percentage te benaderen van 5% voor PBM’s aanpasbare of aangepaste woningen, en rekening houdend met de voor verhuur bestemde woningen (uiteindelijk in totaal 1.645 woningen) en de voor aankoop bestemde woningen (652 woningen in aanbouw), zal het percentage voor PBM’s aanpasbare of aangepaste woningen 5,6% bedragen.


Wat betreft het aantal aangepaste woningen binnen het Woningfonds:
- Voor de huursector:

Op basis van het huuwoningenbestand dat op 31/12/2021 bestond uit 1.498 woningen, zijn 15 woningen aangepast voor personen met beperkte mobiliteit en zijn 39 woningen aanpasbaar voor personen met beperkte mobiliteit, wat neerkomt op 3,6% van de voor verhuur bestemde woningen.

Er moet opgemerkt worden dat het in oudere gebouwen, gezien de indeling ervan, bijzonder moeilijk is om woningen aan te passen voor PBM’s.


Van de 147 woningen die op 31.12.2021 in aanbouw waren en bestemd zijn voor verhuur, zijn 3 voor PBM’s aangepaste en 18 voor PBM’s aanpasbare woningen gepland, wat een totaal geeft van 14,3%.


Uiteindelijk zal het huurpatrimonium voor 4,6% uit voor PBM’s aangepaste/aanpasbare woningen bestaan.

-
Voor de aankoopsector:

Op 31.12.2021 waren 652 woningen in aanbouw, waarvan er 54 gepland waren als voor PBM’s aangepaste/aanpasbare woningen, wat neerkomt op 8,3% van de op te leveren woningen.
Tot slot wil ik u verzoeken uw vragen voor de andere openbare vastgoedbeheerders (citydev, Grondregie) te stellen aan de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.