Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de digitale aftellichten

Indiener(s)
Anne-Charlotte d'Ursel
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1227)

 
Datum ontvangst: 28/03/2022 Datum publicatie: 08/06/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 23/05/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/04/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt verschillende drukke kruispunten waar verkeerslichten zijn geïnstalleerd met een digitale teller voor voetgangers. Deze verkeerslichten geven voetgangers in real time informatie over het aantal seconden dat nog rest voordat de volgende kleur rood of groen is.

Dit is eigenlijk een verkeersveiligheidsmaatregel. Deze lichten blijken voetgangers aan te sporen om bij het oversteken beter rekening te houden met de lichten.

Mijn vragen zijn de volgende:

  • Hoeveel kruispunten zijn uitgerust met digitale verkeerslichten voor voetgangers? Waar?

  • Bent u van plan om er in 2022 nog meer te installeren op andere kruispunten? Op welke plaatsen? Waarom werden deze plaatsen gekozen? Heeft u een Brussels installatieplan?

  • Is er een specifiek budget voor deze installaties gepland? Hoeveel wordt uitgetrokken?

  • Beschikt u over studies en/of analyses waaruit blijkt dat het gebruik ervan van invloed is op ongevallen waarbij voetgangers betrokken zijn?

  • Bent u van plan deze technologie in te zetten in uw strategie om ongevallengevoelige gebieden veiliger te maken? Zo ja, waar legt u de prioriteiten?

 

 
 
Antwoord    Op de gewestwegen zijn 14 voetgangersoversteekplaatsen uitgerust met aftellichten voor voetgangers, waarvan 13 numerieke en 1 “dynamisch”. Het gaat om de voetgangersoversteekplaatsen op de as “Wet”, de voetgangersoversteekplaats in de richting van de Vooruitgangstraat vanaf het Noordstation en de voetgangersoversteekplaatsen aan de Oudergemlaan op het kruispunt met de Generaal Lemanstraat.

Er zijn geen plannen om nieuwe aftellichten voor voetgangers te plaatsen. Het gebruik van aftellichten is immers enkel mogelijk op kruispunten met een vaste cyclus. De overgrote meerderheid van de gewestelijke kruispunten werkt echter dynamisch.

Het is niet mogelijk “numerieke” aftellichten te gebruiken op dynamische kruispunten omdat de werking ervan elke seconde kan variëren, afhankelijk van wat er bijvoorbeeld wordt gedetecteerd. Zo heeft het openbaar vervoer van de MIVB op meer dan de helft van de gewestelijke kruispunten voorrang, wat een invloed heeft op de rood- en groentijden zodra deze voertuigen worden gedetecteerd.


De meeste andere gewestelijke kruispunten (die niet zijn uitgerust met een bediening van de verkeerslichten van op afstand door het OV) werken ook dynamisch, met een kortere roodtijd voor voetgangers wanneer geen wegvoertuigen worden gedetecteerd. Dit is ook het geval voor kruispunten die “op verzoek” werken (drukknoppen voor voetgangers bijvoorbeeld), waarbij gebruikers snel groen kunnen krijgen.


Het is dus niet mogelijk numerieke aftellichten te plaatsen (foutieve info geven is erger dan geen info geven), tenzij deze dynamische cycli worden geschrapt. De verhouding tussen de aanwezigheid van numerieke tellers en een dynamische cyclus is duidelijk lager dan 1, ook voor voetgangers die bij een dynamische cyclus een gemiddeld kortere roodtijd dan bij een "vaste” cyclus krijgen (sneller groen als er weinig verkeer is).


“Dynamische” aftellichten (zonder tijdsduur maar met een lichtgevende cirkel die beetje bij beetje verdwijnt) zouden een interessant alternatief kunnen zijn. Brussel Mobiliteit heeft er geplaatst op het kruispunt van de Oudergemlaan met de Generaal Lemanstraat, maar het resultaat is niet echt positief.

Op deze as werken de lichten immers dynamisch, waarbij de coördinatie kan variëren naargelang het tijdstip of de verkeersdrukte en ook beïnvloed wordt door MIVB-bussen die dit kruispunt oversteken. Dit resulteert dus in mogelijk zeer variabele roodtijden. De “dynamische” informatie is bijgevolg niet erg representatief. Wanneer het rode licht niet wordt verlengd (d.w.z. wanneer geen bus de werking beïnvloedt), is de aftelling zeer langzaam bij het begin van het rode licht en is er bij de laatste 5 seconden van het rode licht een snel uitdovende lichtcirkel. De verstrekte informatie is dus zelden relevant, aangezien de minimum- en maximumduur van het rode licht zeer bepalend kan zijn (en dit is nodig om voorrang te geven aan het openbaar vervoer).

Bovendien vereist het plaatsen van “dynamische” aftellichten specifieke kabels, wat vrij omvangrijke werkzaamheden met zich meebrengt voor de installatie ervan.
De kosten-batenverhouding is dus zeer laag, waardoor het niet opportuun is meer van deze “dynamische” aftellichten te plaatsen.
Dit blijkt ook in andere landen.
In Toronto, waar de aftellichten die aangeven hoeveel tijd er nog is om over te steken wijdverbreid zijn (2.500 uitgeruste kruispunten), schat een team van onderzoekers dat het aantal ongevallen met voetgangers met 25% is toegenomen en dat ook de ernst van de ongevallen is toegenomen.
Frankrijk heeft in de jaren negentig een test gedaan met tellers die de resterende tijd aangaven om over te steken tijdens de ontruimingstijd, en uit de evaluaties kwam gevaarlijk gedrag naar voren. Voetgangers die tijdens de ontruimingstijd aankwamen, staken over wanneer de teller 0 aangaf. De experimenten werden stopgezet.
In Toulouse werd duidelijk vastgesteld dat voetgangers aanvaarden 5 à 6 seconden te moeten wachten tijdens de ontruimingstijd, maar als er geen voertuigen naderen of starten, nemen ze de gelegenheid te baat om over te steken … Sommige ergonomen noemen dit vergeten tijd. Dit doet duidelijk de vraag rijzen naar de doeltreffendheid van lange ontruimingstijden.
In Duitsland beveelt de gids voor lichtsignalisatie (RiLSA) een maximale roodtijd van 60 seconden voor voetgangers aan. In de Franse regelgeving is dit 60 seconden. Maar dit is meer een kwestie van consensus onder experten dan het resultaat van onderzoek. In plaats van dus te werken aan het aangeven van de wachttijden, ligt onze prioriteit bij het plaatsen van lichten met een dynamische cyclus en dus met roodtijden die afgestemd zijn op de actieve modi. Dit laat toe om deze wachttijden zoveel mogelijk in te korten. Dit is een onderdeel van de werkzaamheden die worden verricht om de ongevalgevoelige zones aan te pakken.

Bij de eerste studie rond ongevalgevoelige zones kwam het niet-naleven van verkeerslichten door voetgangers niet in het bijzonder naar voren als oorzaak van ongevallen.
Daar waar het niet-naleven van verkeerslichten door voetgangers werd vastgesteld, bleek dit echter te wijten te zijn aan te smalle wachtzones, waardoor risico's worden genomen om een veilige wachtzone te bereiken, met oversteekplaatsen die in hoge mate zijn blootgesteld aan afslaande voertuigen met gelijktijdige fasen, enz. Deze problemen worden echter systematisch aangepakt bij het beveiligen van deze plaatsen.