Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het Fit for 55-pakket en de Brusselse maatregelen om de verhoogde CO2-reductiedoelstelling te behalen

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1105)

 
Datum ontvangst: 25/04/2022 Datum publicatie: 16/06/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/05/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
08/06/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag     Met het Fit for 55-pakket heeft de Europese Commissie deze zomer een reeks voorstellen geformuleerd om de uitstoot van broeikasgassen in de EU tegen 2030 fors te verminderen (-55% t.o.v. 1990). Voor België zou dat een aanscherping van de nationale klimaatdoelstelling voor niet-ETS sectoren van -35% naar -47% (t.o.v. 2005) betekenen. De Vlaamse regering heeft alvast haar verantwoordelijkheid opgenomen en op 4 november 2021 een belangrijk pakket aan bijkomende klimaatmaatregelen goedgekeurd. In totaal werden 40 bijkomende maatregelen beslist, bovenop het Vlaams Energie- en Klimaatplan van twee jaar geleden dat al voorzag in 350 ambitieuze maatregelen. De Vlaamse ministers zijn overeengekomen dat Vlaanderen tegen het jaar 2030 40 procent minder CO2 zal uitstoten in vergelijking met het jaar 2005. Daartoe worden extra klimaatmaatregelen genomen in die sectoren waar Vlaanderen de grootste impact heeft: transport, gebouwen, landbouw en de sectoren die niet onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS) vallen.

Graag had ik u de volgende vragen gesteld.

  1. Zal de Brusselse regering ook een aanscherping doorvoeren van de klimaatmaatregelen of worden de huidige doelstellingen behouden? Indien een aanscherping wordt doorgevoerd, wat is de stand van zaken?

  2. In het energie- en klimaatplan verbindt de regering zich ertoe om vanaf 2021 een specifieke premie in te voeren voor de vervanging van een verwarmingsinstallatie en/of sanitaire warmwaterproductieapparaten op stookolie door een alternatief dat betere prestaties biedt voor de luchtkwaliteit en broeikasgasemissie, zoals een warmtepomp. Werd deze premie intussen ingevoerd? Zo neen, welke timing is voorzien?

  3. Hoeveel warmtepompen werden er in 2019, 2020 en 2021 geplaatst? Wat is uw doelstelling qua aantal te plaatsen warmtepompen (bv. tegen 2025 en 2030)?

  4. Conform het energie- en klimaatplan wilt de regering in 2050 een aandeel van 100% lichte zero-emissievoertuigen in de nieuwe inschrijvingen bereiken. Als tussentijdse doelstelling voor 2030 wordt 50% bepaald en als doelstelling voor 2025 20%. Hoeveel zero-emissievoertuigen werden ingeschreven in 2019, 2020 en 2021, zowel absoluut als procentueel?

  5. Om een gewestelijke doelstelling van jaarlijks gemiddeld 100 kW/u per m2 voor het volledige woningbestand te bereiken (zoals bepaald in het energie- en klimaatplan), moet naar schatting 75% van de bestaande gebouwen worden gerenoveerd. Die doelstelling kan volgens u worden bereikt als er vanaf 2025 ongeveer 14.000 wooneenheden per jaar worden gerenoveerd. Hoeveel wooneenheden werden er in 2019, 2020 en 2021 gerenoveerd? Overweegt de regering om eveneens een renovatieverplichting in te voeren?

  6. Wat is de stand van zaken van de Brusselse woningpas? Wat is de timing?


 

 

 
 
Antwoord    1)
Net als de andere EU-lidstaten wordt België, en dus het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, opgeroepen om zijn klimaatactie en zijn broeikasgasemissiereductiedoelstelling tegen 2030 aan te scherpen. Al in december 2020, bij de aanname van de klimaatordonnantie in tweede lezing, had de Brusselse regering te kennen gegeven te willen bijdragen tot het verhogen van de Europese ambitie en tot de bijkomende inspanning die van België zou worden gevraagd.

In die context heeft Leefmilieu Brussel een studie uitgevoerd, ‘Studie 2030’ genaamd, die moet helpen bepalen welke bijkomende maatregelen van de voltallige regering worden verwacht om de verhoging van de gewestelijke klimaatambitie te concretiseren.

De regering heeft kennisgenomen van die studie en is overeengekomen, bij beslissing van 5 mei 2022, om een traject te volgen om de broeikasgasemissies op haar grondgebied tegen 2030 met ten minste 47% te verminderen (in vergelijking met 2005).

Die nieuwe ambitie is een opmerkelijke evolutie vergeleken met de doelstelling die in de Brusselse bijdrage aan het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) is vermeld, namelijk een broeikasgasemissiereductiedoelstelling van 40,8% (in vergelijking met 2005).

Op mijn initiatief heeft de Brusselse regering op 25 mei 2022 haar nieuwe Lucht-, Klimaat- en Energieplan (LKEP) in eerste lezing aangenomen. Dat plan bevat de nieuwe versterkte doelstelling voor 2030, alsook aanvullende maatregelen op de bestaande maatregelen in de Brusselse bijdrage aan het NEKP, die het mogelijk zullen maken de nieuwe klimaatambitie van het Gewest te verwezenlijken. Overeenkomstig het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing (BWLKE) zal het nieuwe LKEP in drie lezingen worden behandeld en zou het in april 2023 definitief kunnen worden aangenomen, zodat het kan worden meegenomen in het ontwerp van actualisering van het Belgische NEKP, die voor eind juni 2023 is gepland (vóór de definitieve actualisering eind juni 2024). In het kader van de aanname van het LKEP zijn er ook plannen voor een milieueffectenrapport over het nieuwe pakket maatregelen (gepland voor de zomer/vroege herfst), de raadpleging van de adviesorganen en een openbaar onderzoek (gepland voor het einde van dit jaar).

2)
Ik bevestig dat er een premie ‘Beëindiging stookolie en kolen’ (Z9) beschikbaar is wanneer een oliegestookte ketel of een met olie of steenkool gestookte kachel door een efficiënter toestel wordt vervangen. Ik nodig u uit om de samenvatting van de Renolution-premies 2022 op internet te raadplegen voor een volledig overzicht van de beschikbare premies en bonussen.

3)
Wat het verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen in 2030 betreft, streeft het Gewest naar een totaal van 1250 GWh. Een deel van die doelststelling zal rechtstreeks worden bereikt dankzij gewestelijke inspanningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, namelijk in totaal 470 GWh voor elektriciteit en warmte uit hernieuwbare bronnen. In dit stadium is er echter geen streefcijfer uitgedrukt in aantal warmtepompen.

Anderzijds worden in de gewestelijke energiebalans respectievelijk 122 en 84 nieuwe geplaatste warmtepompen vermeld voor 2019 en 2020. De cijfers voor 2021 zullen op zijn vroegst in september 2022 beschikbaar zijn.

4)
De doelstelling om tegen 2050 een aandeel van 100% emissievrije lichte voertuigen te bereiken, alsook de daaraan verbonden tussentijdse doelstellingen voor 2025 en 2030, zijn vastgelegd in het Interfederaal Energiepact (2017) en worden ter indicatie herhaald in de Brusselse bijdrage aan het NEKP (2019).

Ondertussen heeft de Brusselse regering de uitfasering van voertuigen met een verbrandingsmotor bevestigd, met het einde van dieselvoertuigen in 2030 en van benzinevoertuigen in 2035.

In het Brussels Gewest bedroeg het aantal volledig elektrische voertuigen dat in 2019 en 2020 werd ingeschreven, voor alle categorieën van elektrische voertuigen samen (auto's, bestelwagens, tweewielers, bussen, enz.): z
ie bijlage 1.
De gegevens voor 2021 zijn nog niet beschikbaar.

5)

Uiterlijk in 2050 zal het gemiddelde EPB-niveau van Brusselse residentiële gebouwen moeten overeenkomen met een verbruik van gemiddeld 100 kWh/m²/jaar, dat wil zeggen met energieklasse C+, wat neerkomt op een gemiddeld verbruik dat drie keer lager ligt dan in de huidige situatie.

Eigenaars zullen vanaf 2025 eerst verplicht worden om een EPB-certificaat te laten opstellen om het energieniveau van de woning te bepalen. Op basis daarvan zal een systeem van verplichte energierenovatie worden toegepast op alle woningen met een EPB-niveau F en G, die als echte energiezeven worden beschouwd, naar de hogere niveaus binnen tien jaar na de aanpassing van het wettelijke kader in het BWLKE, die in 2023 van kracht zou moeten worden.
Gebouwen van klasse E en D zullen tegen 2045 moeten evolueren naar de einddoelstelling inzake energieprestaties (klasse C).
Tot slot zijn op basis van de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen de volgende renovaties geteld:
2021: 2956 eenheden;
2020: 2653 eenheden;
2019: 3349 eenheden.
Die cijfers geven dus niet alle renovaties weer, maar alleen die waarvoor een vergunning nodig is.

6)
Het CIBG en Leefmilieu Brussel hebben een visie voor het opmaken van een gebouwenpaspoort opgesteld, waarvan de reikwijdte dus breder zou zijn dan alleen huisvesting. De uitvoering van dat project wordt momenteel door de regering besproken. Aanvankelijk was het de bedoeling dat een eerste versie van het platform tegen 2025 operationeel zou zijn.