Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de thermische renovatie van gebouwen

Indiener(s)
Hasan Koyuncu
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1187)

 
Datum ontvangst: 24/07/2022 Datum publicatie: 10/10/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 06/10/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
17/08/2022 Ontvankelijk
 
Vraag   

De Europese Commissie heeft de EU-lidstaten uitgedaagd om tegen 2030 30 miljoen gebouwen aan te passen. Deze gebouwen vormen de onderste 15% van hun nationale gebouwenbestand wat energieprestaties betreft.

De Commissie is van mening dat deze thermische renovatie een sleutelelement is in het bereiken van de doelstellingen om de koolstofemissies tegen 2030 met 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Momenteel wordt slechts 1% van het gebouwenbestand in de EU-landen energetisch gerenoveerd, wat veel te weinig is om de Green Deal-doelstellingen te halen.

De Commissie is daarom voornemens financiële stimulansen voor de installatie van verwarmingsketels op fossiele brandstoffen vanaf 2027 te verbieden.

Ten slotte stelt de Commissie voor dat vanaf 2027 voor de overheidssector en 2030 voor de particuliere sector alle nieuwe gebouwen "emissievrij" moeten zijn.

Om deze doelstellingen te bereiken, belooft de Commissie financiële steun ten belope van ongeveer 150 miljard euro uit de EU-fondsen:

- Wij zouden graag willen weten hoe het staat met de thermische renovatie in ons Gewest en welk percentage jaarlijks wordt bereikt?

- Wat zijn de gevolgen van de voorstellen van de Commissie voor ons Gewest?

- In welke financiële stimulansen is voorzien en welke stimulansen zullen waarschijnlijk wegvallen?

- Wat is het potentieel voor vermindering van de CO2-uitstoot door dit uitgebreide thermische renovatieprogramma?

- In welke mate zal het Brussels Gewest Europese subsidies ontvangen en hoe zullen deze middelen worden herverdeeld onder de gezinnen?

 

 
 
Antwoord    1.
Meer dan de helft van de Brusselse broeikasgasuitstoot is afkomstig van het energieverbruik van gebouwen. De gebouwen in Brussel, die voornamelijk vóór de jaren zestig zijn opgetrokken, behoren tot de meest energieverslindende in Europa. Een derde van de gebouwen is helemaal niet geïsoleerd.
Het huidige renovatietempo is niet voldoende. Gemiddeld werd de afgelopen drie jaar voor 1,2 % van de woningen in het Gewest één of meer premies verstrekt, wat een beeld geeft van het huidige renovatiepercentage.
2.
Allereerst moet worden opgemerkt dat er al veel gedebatteerd is over het ontwerp van herziening van de EPB-richtlijn 2010/31/EU van de Commissie. Ondanks de verschillende evoluties van het voorstel zijn de wil om de renovatie van de meest energieverslindende gebouwen te verplichten en de wil om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, met name uit Rusland, te verminderen duidelijk aanwezig. Die wijzigingen, die door Europa zouden moeten worden opgelegd, zijn volledig in overeenstemming met de beginselen van Renolution, de strategie voor de renovatie van de Brusselse gebouwen, en met die van het voorontwerp van het Lucht-, Klimaat- en Energieplan (LKEP).

Wat Renolution betreft, is het de bedoeling het renovatiepercentage te verdrievoudigen. Dat willen we doen door eerst de energiezeven aan te pakken, door de renovatie van gebouwen met een energieklasse G of F op te leggen. Vervolgens pakken we de klassen E en D aan, om zo de gemiddelde doelstelling te bereiken die het Gewest zich heeft gesteld, namelijk klasse C. Dat mechanisme komt dus volledig overeen met wat Europa beoogt.
Het grootste verschil heeft betrekking op de uitvoeringstermijn. Leefmilieu Brussel acht het immers nodig om voor elke fase een periode van tien jaar toe te kennen, om uitgebreide renovaties aan te moedigen en om de uitvoering van die werkzaamheden tijdens belangrijke momenten van de gebruikscyclus van het gebouw te vergemakkelijken.

De gevolgen zullen dus afhangen van de uitvoeringstermijnen, waarover nog steeds gedebatteerd wordt.

3.
De energiepremies en de premies voor woningrenovatie zijn samengevoegd in één stelsel, namelijk de Renolution-premies. Het bedrag dat aan die nieuwe premies wordt toegekend zal geleidelijk worden opgetrokken om de geplande verhoging van het renovatiepercentage te kunnen ondersteunen.
Daarnaast loopt er een studie om vanaf 2024 een reeks nieuwe maatregelen voor te stellen (bijvoorbeeld een premie voor groepsrenovaties, meer steun voor aanvragers die verder gaan dan wat de regelgeving oplegt, herziening van de premiebedragen, enz.).
Sommige premies zullen ook achterhaald worden verklaard en worden afgeschaft. Zo wordt de financiële steun voor de installatie van gasketels stopgezet.
Ook andere vormen van financiële aansporing bestaan of worden bestudeerd:

- Het ECORENO-krediet, dat begin augustus 2022 gelanceerd werd, vervangt de oude Brusselse groene lening en stelt Brusselaars in staat hun energierenovatiewerken te financieren. Dat kan de vorm aannemen van een consumentenlening of van een hypothecair krediet via het Woningfonds. De rente ervan ligt tussen 0 en 1%, afhankelijk van de inkomsten van de particulieren. Een versie van dat krediet voor mede-eigendommen wordt momenteel bestudeerd en zou in 2023 beschikbaar moeten zijn.
- De verlenging van de verlaging van de registratierechten, die afhankelijk is van een minimale sprong van 2 EPB-klassen en met een verlaging van 25 000 euro per hogere klasse die binnen vijf jaar na de aankoop ervan wordt bereikt. Die fiscale maatregel zou in het tweede kwartaal van 2023 moeten worden ingevoerd;
- Een lening voor energierenovatie die terugbetaalbaar is bij overdracht wordt bestudeerd voor de mensen met de laagste inkomens.
4.
De renovatiestrategie zal waarschijnlijk pas vanaf 2030 een aanzienlijke vermindering van de CO
2-uitstoot teweegbrengen, aangezien er nog een aantal instrumenten en mechanismen moeten worden ingevoerd voordat de renovatiewerken kunnen worden uitgevoerd (gebouwenpaspoort, geïntegreerde software om energieprestaties te beoordelen, financieringsmechanisme...).

Het bereiken van de verminderingsdoelstelling is echter niet alleen gebaseerd op het renovatiepercentage van de gebouwen, maar ook op een reeks specifieke maatregelen, zoals energiepremies, periodieke controle van de verwarmingsketels, certificering van nieuwe verwarmingsinstallaties, uitfasering van steenkool en stookolie, PLAGE en energie-audits, die allemaal bijdragen aan de thermische renovatie en het verbeteren van de energieprestatie van het gebouw.
Al die maatregelen zouden het mogelijk maken de broeikasgasemissies van de bouwsector (residentiële en tertiaire sector) met 42,5% te verminderen ten opzichte van 2005.
5.
Het Brussels gewest ontvangt inderdaad middelen van het Europees Plan voor Herstel en Veerkracht. Het betreft een bedrag van 16 miljoen euro dat wordt toegekend over twee jaar (2022 en 2023) voor de gewestelijke premies die beheerd worden door Leefmilieu Brussel en urban.brussels. Van die 16 miljoen is ongeveer 13 miljoen bestemd voor de huishoudens.

Naast het programma van de Renolution-premies komen ook andere ondersteuningsprogramma's in aanmerking voor de subsidies die worden toegekend in het kader van het Europees Plan voor Herstel en Veerkracht, namelijk:
- 13,43 miljoen voor het programma RENOLAB;
- 32 miljoen voor het programma RenoClick.
Het programma RENOLAB bestaat uit twee delen. De projectoproep
RENOLAB.B heeft als doel om duurzame renovatie aantrekkelijker te maken. Dat gebeurt door financiële ondersteuning en technische begeleiding te bieden aan bouwheren en teams van professionals die een toonbeeld van duurzame renovatie ontwerpen en verwezenlijken. RENOLAB.ID beoogt ondersteuning te bieden aan projectdragers die projecten voorstellen waarin initiatieven, processen of hulpmiddelen worden ontwikkeld om obstakels voor de renovatie van Brusselse gebouwen uit de weg te ruimen en zo het leven van de burger te vergemakkelijken.
Het project
RenoClick heeft als doel om diensten aan te bieden (uniek loket, toekenning van subsidies) die het tempo van de energierenovatie van openbare gebouwen vergemakkelijken.
De staatssecretaris voor Huisvesting voorziet ook een omvangrijk renovatieproject voor sociale woningen, dat eveneens door het herstelplan wordt ondersteund.