Présidence : M. Rachid Madrane, président.
Voorzitterschap: de heer Rachid Madrane, voorzitter.
aanwerving personen met gerechtelijk verleden
Commission des finances et des affaires générales : réunion du 14 février 2022
Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter
aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
betreffende "de bescherming van klokkenluiders en de omzetting van de Europese richtlijn".
Demande d'explications de Mme Cieltje Van Achter
à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "la protection des lanceurs d'alerte et la transposition de la directive européenne".
...
Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Op 10 december laatstleden benoemde het Brussels Parlement officieel de ombudsvrouw, die vervolgens op 15 december de eed aflegde. Op 1 januari 2022 trad mevrouw De Bruecker in functie. Haar opdracht bestaat erin het behoorlijk bestuur te versterken en toe te zien op de vrijwaring van de grondrechten. Daarbij moet ze klachten onderzoeken over de werking van de Brusselse gewestelijke en gemeentelijke instellingen. Daarnaast heeft ze als opdracht een meldingskanaal op te richten voor de bescherming van klokkenluiders, conform de Europese verplichting ter zake.
Er werd een gezamenlijk decreet en ordonnantie goedgekeurd waarin de regels betreffende de ombudsman worden vastgesteld. Die wettekst bepaalt onder meer dat een personeelslid van een Brusselse instelling die een integriteitsschending vermoedt en dat wenst te melden, een beschermings- en onderzoeksregeling geniet die uit een interne en externe component bestaat. De regering, de GGC en de Cocof bepalen de nadere regels voor de interne component van het meldingssysteem, terwijl de ombudsdienst zich ontfermt over de externe component door een meldpunt voor klokkenluiders op te richten.
Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Le 10 décembre dernier, le Parlement bruxellois a officiellement nommé le Médiateur bruxellois. Mme De Bruecker a prêté serment le 15 décembre et est entrée en fonction le 1er janvier 2020. Sa tâche consiste à renforcer la bonne administration, veiller à la sauvegarde des droits fondamentaux et établir un canal de signalement pour la protection des lanceurs d'alerte, conformément à la législation européenne.
Er moet een huishoudelijk reglement worden opgesteld. In het gezamenlijk decreet en de ordonnantie staan allerlei regels met betrekking tot de invoering van het klokkenluidersstatuut. Toen het decreet en de ordonnantie werden goedgekeurd, vond de N-VA die regels nog niet afdoende. Daarom zijn we heel benieuwd naar wanneer en hoe de regeling voor klokkenluiders eindelijk in Brussel zal worden ingevoerd. Het gaat om een Europese verplichting: EU-richtlijn 2019/1937 had uiterlijk op 17 december 2021 omgezet moeten zijn.
Het is maar goed dat die verplichting er komt. Als Brusselse ambtenaren met een probleem te kampen hebben, zijn ze momenteel onvoldoende beschermd als ze ermee naar buiten treden. Ik heb al veel ambtenaren ontmoet die graag iets zouden aankaarten, maar dat niet doen wegens het gebrek aan bescherming. Dat is een slechte zaak voor het Brusselse bestuur.
Volgens mij zijn we te laat met de omzetting van de Europese richtlijn, of ziet u dat anders? Komt de ordonnantie nog op tijd of hadden er al uitvoeringsprotocollen en reglementen klaar moeten liggen? Dreigt er intussen mogelijk een Europese inbreukprocedure?
Wat is het tijdschema waarbinnen de regering samen met de ombudsdienst een protocol wil opstellen met betrekking tot de beschermingsduur en -maatregelen, de schorsing van de tuchtprocedures enzovoort?
Le décret et l'ordonnance conjoints instituant le Médiateur bruxellois prévoient un système de protection et d'enquête pour les lanceurs d'alerte. La N-VA aimerait savoir quand et comment ces règles entreront en vigueur, sachant que la directive européenne correspondante aurait dû être transposée pour le 17 décembre 2021.
L'ordonnance ad hoc sera-t-elle adoptée à temps ou aurait-il fallu mettre en place des protocoles d'application et des règlements ? Y a-t-il un risque de procédure en infraction au niveau européen ?
Quel est le calendrier d'élaboration d'un protocole en la matière, en collaboration avec le Médiateur bruxellois ?
Welke maatregelen zijn er gepland om klokkenluiders te beschermen? We hebben dringend nood aan een degelijk systeem voor de bescherming van klokkenluiders. Ik heb de ombudsvrouw aangemoedigd om daar werk van te maken. In haar toespraak in het parlement zei ze dat ze dat punt prioritair zou aanpakken. Ik hoop dus dat we van u concrete antwoorden zullen ontvangen.
Quelles mesures de protection des lanceurs d'alerte sont-elles prévues ? Lors de son allocution devant le parlement, la médiatrice semblait en faire une priorité.
De heer Sven Gatz, minister.- De Europese Commissie werd op verzoek van Europees Commissaris Reynders op de hoogte gebracht van de stand van zaken van de omzetting van de richtlijn in kwestie.
Het ontwerp van gezamenlijk decreet en ordonnantie dat, zoals u zelf al aangaf, betrekking heeft op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de GGC en de Cocof, werd op 30 september 2021 in eerste lezing goedgekeurd door de Brusselse regering. Op 24 november 2021 bracht de afdeling Wetgeving van de Raad van State advies uit over de teksten. Het officiële advies werd meegedeeld op 12 december 2021.
Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad van State leek het noodzakelijk om de tekst voor te leggen aan de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) en tevens aan de Inspectie van Financiën, om advies te vragen. Het advies van de GBA kwam er op 24 januari 2022.
Het ontwerp van ordonnantie, dat tot doel heeft een extern kanaal in te stellen waar onwettige handelingen kunnen worden gemeld, moet nu worden gewijzigd om te voldoen aan de opmerkingen van de Raad van State en de aanbevelingen van de GBA. Vervolgens zullen we het geheel voorleggen aan de Inspectie van Financiën, waarna het zijn weg kan vervolgen en aan het parlement kan worden voorgelegd. Het is de bedoeling dat het ontwerp van wijzigingsordonnantie betreffende het externe meldkanaal in de eerste helft van 2022 aan het Brussels Parlement wordt voorgelegd.
M. Sven Gatz, ministre.- À la demande du commissaire Reynders, la Commission européenne a été informée de l’état d’avancement des travaux de transposition de la directive en question.
Le projet d’ordonnance et de décret conjoints, qui concerne la Région de Bruxelles-Capitale, la Cocom et la Cocof, a été approuvé en première lecture par le gouvernement bruxellois le 30 septembre 2021. La section de législation du Conseil d’État a rendu un avis sur les textes le 24 novembre 2021 ; il a été notifié le 12 décembre 2021.
À la suite des remarques du Conseil d’État, le texte a été soumis à l’ Autorité de protection des données ainsi qu'à l’Inspection des finances.
Le projet d’ordonnance modificative relative au canal externe des signalements d’actes illicites sera transmis au parlement bruxellois dans le courant du premier semestre 2022.
Bij brief van 27 januari 2022 is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ervan op de hoogte gebracht dat de Europese Commissie een ingebrekestelling (precontentieuze procedure) aan België heeft gericht wegens vermeende schending van het Europees recht. De Europese Commissie heeft de Belgische regering verzocht om binnen twee maanden een gedetailleerd antwoord te geven met daarin alle maatregelen die nog nodig zijn om de richtlijn om te zetten. Dat hebben we inmiddels gedaan. Aangezien het om een transversale kwestie gaat, zal de federale regering een gecoördineerd antwoord voor België opstellen.
Het ontwerp van gezamenlijk decreet en ordonnantie tot wijziging voorziet in de vervanging van het huidige artikel 15 van het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16 mei 2019 met betrekking tot de Brusselse ombudsman door een nieuw artikel 15, evenals de toevoeging van een nieuw artikel 15/1 met betrekking tot de beschermingsmaatregelen.
Bijgevolg kan de kwestie van het met de ombudsdienst uit te werken protocol betreffende de beschermingsduur en de beschermingsmaatregelen pas op de agenda van de Brusselse ministerraad worden gezet nadat het Brussels Parlement de wijzigingsordonnantie heeft goedgekeurd.
Gelijklopend met de opmaak van de ordonnantie werd een ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de Brusselse ombudsman opgesteld dat voorziet in een interne meldprocedure voor klokkenluiders, het zogenaamde interne meldkanaal.
Het uitvoeringsbesluit met betrekking tot het interne meldkanaal kan ook pas op de agenda van de Brusselse ministerraad worden geplaatst nadat het Brussels Parlement de wijzigingsordonnantie heeft goedgekeurd.
Wij hebben helaas vertraging. Ik weet niet of dat te maken heeft met de scherpere opstelling van de GBA, wat trouwens haar volste recht is. We beginnen in elk geval nu aan de laatste rechte lijn om deze ingewikkelde, maar noodzakelijke maatregelen te kunnen nemen.
La Région de Bruxelles-Capitale a été informée par courrier du 27 janvier 2022 que la Commission européenne avait adressé une mise en demeure à la Belgique pour présomption de non-respect du droit européen et invité le gouvernement belge à lui communiquer, dans un délai de deux mois, une réponse détaillée reprenant les mesures de transposition de la directive encore nécessaires. Ce dossier étant transversal, le gouvernement fédéral rédigera une réponse coordonnée.
Le projet d’ordonnance et de décret conjoints prévoit une modification des décret et ordonnance conjoints du 16 mai 2019. La question de l’élaboration, avec le Médiateur bruxellois, d’un protocole relatif à la durée et aux mesures de protection ne pourra être mise à l’ordre du jour du gouvernement bruxellois que lorsque l'ordonnance et le décret modificatifs auront été adoptés.
Parallèlement à la rédaction de l’ordonnance, un projet d’arrêté relatif au Médiateur bruxellois a été élaboré, qui prévoit un canal interne des signalements.
Nous avons malheureusement du retard mais entamons la dernière ligne droite pour l'adoption de ces mesures compliquées mais nécessaires.
Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Uw antwoord stelt me teleur. Ik verwachtte namelijk dat er al meer vooruitgang geboekt was. De N-VA-fractie was destijds al niet tevreden met het eerste gezamenlijk decreet en ordonnantie, omdat we oordeelden dat de bescherming waarin die voorzag, niet ver genoeg ging.
Nu zegt u dat veel zaken niet in orde waren en dat de GBA scherpe kritiek had op de goedgekeurde wettekst. Drie jaar na die eerste versie staan we dus geen stap verder en dat is bijzonder betreurenswaardig.
Ik kan u alleen maar oproepen om er echt werk van te maken. Ik begrijp niet waarom het zo lang duurt. Adviezen vragen vergt inderdaad wat tijd, maar het gezamenlijke decreet en ordonnantie werd al in 2019 goedgekeurd. De regering talmt klaarblijkelijk om deze maatregelen te nemen.
Ondertussen werd er al een inbreukprocedure ingesteld, die mogelijk tot een boete zal leiden. Ik hoop dat het bij een eerste waarschuwing blijft en dat het gewest snel zal reageren. Het gewest komt hiermee in elk geval slecht voor de dag. Dat is jammer, want het gewest heeft baat bij een degelijke klokkenluidersbescherming. Overal waar er problemen zijn, moeten die ook aan het licht kunnen worden gebracht, zodat ze kunnen worden opgelost. De Europese Unie heeft wel degelijk goede redenen om een dergelijke bescherming te verplichten.
Daarom hoop ik dat u daar snel mee aan de slag gaat en dat u het parlement het advies van de GBA bezorgt, zodat wij met kennis van zaken over de tekst kunnen stemmen.
- Het incident is gesloten.
Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- La N-VA estimait déjà que les premiers décret et ordonnance conjoints n'offraient pas suffisamment de protection. Trois ans plus tard, nous ne sommes pas plus avancés.
Entre-temps, une procédure en infraction a été engagée, qui pourrait déboucher sur une amende.
J'espère que vous vous mettrez rapidement au travail dans ce dossier et que vous fournirez l'avis de l'Autorité de protection des données au parlement, pour que nous puissions voter ce texte en connaissance de cause.
- L'incident est clos.
Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter
aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
betreffende "de meerjarenplanning inzake grote investeringsprojecten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".
Demande d'explications de Mme Cieltje Van Achter
à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "la planification pluriannuelle des grands projets d'investissement de la Région de Bruxelles-Capitale".
Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Eind januari verklaarde u in verschillende interviews dat het gewest moet nadenken hoe het zijn investeringsprojecten in de toekomst zal financieren. Na een halve regeerperiode als begrotingsminister komt u tot het inzicht dat u niet eeuwig elk jaar een half miljard euro buiten de begrotingsdoelstellingen kunt houden.
Helaas is dat wel het beleid waarmee u als begrotingsminister hebt ingestemd. Jaarlijks maakt u 500 miljoen euro schulden om de investeringsplannen van de regeringen-Vervoort II en Vervoort III waar te maken. Al sinds het begin van deze regeerperiode wijs ik erop dat dat onhoudbaar is. Het doet mij plezier te horen dat u inmiddels tot hetzelfde inzicht bent gekomen. De vraag is nu hoe u de zaak zult rechttrekken en wanneer.
In gesprekken met De Standaard en L’Écho zegt u dat het Belirisfonds opnieuw voor grote mobiliteits- en infrastructuurprojecten van hoofdstedelijk belang moet worden aangewend. Idealiter hoopt u voor de metro jaarlijks 125 miljoen euro via Beliris te ontvangen. Daarnaast verwijst u ook naar Smart Move als nieuwe bron van inkomsten. Tot slot pleit u voor een ruimere herfinanciering van Brussel, in het bijzonder door mensen deels te belasten op basis van hun werkplek en minder op hun domicilie. Dat liet u vorig weekend nog in Het Nieuwsblad optekenen.
U zegt echter niets over hoe u extra middelen zult vrijmaken via hervormings- en besparingsprojecten. Investeringsprojecten zoals de aanleg van metrolijn 3 zijn zinvol en betalen zich op termijn terug. Wat de besparingen op de reguliere werkingskosten en uitgaven betreft, trekt u duidelijk veel minder aan de kar. We weten nog altijd niet goed hoe het zit voor dit jaar. We moeten dat aan elke minister vragen en krijgen maar weinig concrete antwoorden.
Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Après avoir compris que vous ne pourrez pas garder tous les ans en dehors des objectifs budgétaires les 500 millions d'euros nécessaires à la réalisation des plans d'investissement des gouvernements Vervoort II et Vervoort III, vous avez déclaré que la Région devait réfléchir à leur financement.
Dans la presse, vous dites que les fonds de Beliris doivent être affectés à des projets de mobilité et d'infrastructure d'envergure, fondamentaux pour la Région. Vous espérez obtenir ainsi 125 millions d'euros par an pour le métro. Vous mentionnez également Smart Move comme nouvelle source de recettes. Enfin, vous plaidez pour un refinancement plus large de Bruxelles, notamment en basant davantage l'impôt des personnes sur leur lieu de travail.
Si des projets d'infrastructure comme la ligne 3 de métro sont judicieux et s'amortissent à terme, vous ne dites rien de la manière dont vous allez dégager des moyens par le biais d'économies et de réformes.
Ook qua beleidsvisie kunnen we ons afvragen of de prioriteiten goed zitten. Wanneer de uitgaven en de schulden de pan uit swingen, is het niet aangewezen om nagenoeg gratis openbaar vervoer en zo meer aan te bieden. Helaas stelt u de efficiënte werking van de Brusselse overheden, noch de beleidsmatige prioriteiten van uw coalitiepartners in vraag.
Uw betoog blijft beperkt tot de vraag naar meer geld zonder tegelijkertijd te onderzoeken hoe we het efficiënter kunnen inzetten. Het Public Expenditure and Financial Accountability Assessment en de spending reviews zijn al een aantal keer ter sprake gekomen. Uw belofte om daar meer details over te geven, bent u nog niet nagekomen.
Vanaf 2025 hoopt u 125 miljoen euro aan Belirismiddelen integraal in de metro te investeren. Die middelen moeten dan wel eerst vrijkomen. Op zich vind ik het een interessant denkspoor, omdat ik vind dat de Belirismiddelen voor grootschalige mobiliteitsprojecten bedoeld zijn. Er lopen echter al projecten met Belirisfinanciering die tegen 2025 niet zullen zijn afgerond. Is er vanaf 2025 dan echt 125 miljoen euro beschikbaar voor de metro of zal dat minder zijn?
Jaarlijks houdt u ongeveer 500 miljoen euro aan investeringsprojecten uit de begrotingsdoelstelling. Die investeringsprojecten lopen natuurlijk ook na 2024 gewoon door. Kunt u de meerjarenplanning van die projecten toelichten? Ik denk dan aan de bus-, tram- en loodsprojecten. Welke bedragen zijn daarmee gemoeid?
Vous ne remettez malheureusement en question ni le fonctionnement des autorités bruxelloises ni les priorités politiques de vos partenaires dans la coalition. Il n'est par exemple pas judicieux de rendre les transports publics gratuits lorsque les dépenses et la dette explosent.
Vous vous bornez à demander plus d'argent sans examiner comment l'utiliser plus efficacement. Vous n'avez toujours pas donné les précisions promises sur l'évaluation des dépenses publiques et de la responsabilité financière et l'examen des dépenses.
Vous espérez investir l'intégralité des 125 millions d'euros de Beliris dans le métro à partir de 2025, mais cette somme sera-t-elle disponible dès lors que d'autres projets financés à ce titre ne seront pas terminés ?
Les projets d'investissement pour lesquels vous maintenez annuellement 500 millions d'euros en dehors des objectifs budgétaires seront poursuivis après 2024. Quelle est leur planification à long terme ? Quels sont les montants en jeu ?
Vanaf wanneer rekent u op de extra middelen die Smart Move moet opbrengen? Om welk bedrag zou het gaan?
Zijn uw plannen inzake de herfinanciering van Brussel en het belasten van werknemers op grond van hun werkplaats in plaats van hun woonplaats concreter geworden? Hebt u de resultaten van de studie over dat onderwerp ontvangen? Hoe zult u de kwestie aanpakken?
De kostprijs van het Brusselse bestuur is hoger dan die van het Vlaamse bestuur. Zult u daar iets aan doen?
Waarom zet u niet duidelijker in op hervormings- en besparingsprojecten, en communiceert u daar niet over?
U lijkt zich ervan bewust te zijn dat het moeilijk wordt om de enorme schuldenberg die u en uw voorgangers hebben gecreëerd op termijn terug te betalen. Waarom pleit u er nu niet voor om het beleid te wijzigen in plaats van het probleem naar een volgende regering door te schuiven?
À partir de quand comptez-vous sur les recettes de Smart Move et sur quel montant tablez-vous ?
Avez-vous reçu les résultats de l'étude relative au refinancement de Bruxelles par l'imposition des personnes sur leur lieu de travail ?
Envisagez-vous de faire diminuer le coût de l'administration bruxelloise, plus élevé qu'en Flandre ? Pourquoi ne misez-vous pas plus clairement sur des projets de réforme et d'économies ?
Vous semblez conscient qu'il sera difficile de rembourser la montagne de dettes. Pourquoi ne pas changer de politique au lieu de reporter le problème à la prochaine législature ?
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Cette demande d'explications me surprend quelque peu car, sauf erreur de ma part, nous avons abordé ces sujets lors des débats budgétaires et de l'examen du compte. La Cour des comptes et l'Agence fédérale de la dette y ont été présentes. Certaines réponses aux questions de Mme Van Achter ont donc déjà été apportées.
De toute évidence, nous ne partageons pas la même lecture des faits. Certes, les dépenses en personnel et les frais de fonctionnement de l'administration régionale bruxelloise sont importants. Ils sont plus élevés qu'en Flandre, que Mme Van Achter cite souvent en exemple. Je regrette toutefois que ma collègue, qui est tout de même censée défendre l'intérêt des Bruxellois, n'attire pas l'attention de son parti sur le sous-financement de Bruxelles. Notre Région doit assumer des charges liées à son statut de capitale. Elle traite en outre une minorité linguistique de manière exemplaire, puisqu'une obligation de bilinguisme est imposée à tous les agents et services : le coût de l'administration est donc plus important qu'en Wallonie ou en Flandre.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- De vraag om uitleg verbaast me enigszins, want ze is al deels beantwoord tijdens de begrotingsbesprekingen.
Ik ben het natuurlijk niet eens met de interpretatie. Het Brussels Gewest geeft inderdaad meer uit aan personeel en werking dan Vlaanderen, maar het valt te betreuren dat ze haar partij niet wijst op de onderfinanciering van Brussel, dat een rol als hoofdstad te spelen heeft en zich bovendien voorbeeldig van zijn taalkundige plichten kwijt.
En tant que capitale, nous offrons à nos compatriotes venant du nord ou du sud du pays une série de services publics, qui sont à la charge des Bruxellois. Je n'entends jamais la N-VA relever tous ces éléments !
En ce qui concerne les choix politiques, l'accord de majorité prévoyait de rendre les transports en commun gratuits pour les jeunes de moins de 25 ans. Nous en sommes à 1 euro par mois. C'est presque la gratuité, mais pas tout à fait. Cette décision répond à une nécessité climatique mais aussi sociale. D'autres grandes villes et pays l'ont mis en œuvre. Par exemple, la ville de Luxembourg l'a fait, à l'entière satisfaction de l'ensemble de la population. Je crois donc que nous nous inscrivons parfaitement dans le sens de l'histoire et regrette que la N-VA ne soutienne pas le gouvernement par rapport à cette bonne décision, notamment.
Nous revenons aussi régulièrement sur la problématique des emprunts. Le représentant de l'Agence de la dette nous a expliqué combien, compte tenu des taux d'intérêt extrêmement bas, il était intéressant de s'endetter aujourd'hui, surtout pour les infrastructures. Mme Van Achter, il ne s'agit pas seulement de réaliser d'importants investissements dans le métro, mais aussi dans les tunnels, dont vous avez été une des premières à dénoncer le manque d'entretien. Alors que le gouvernement investit dans ces infrastructures, vous le critiquez à nouveau.
Ce n'est pas très cohérent et je me demande souvent si les collègues de la N-VA interviennent en tant que Bruxellois ou simplement en tant que représentants de leur parti. Dans cette enceinte, il ne faut pas être un agent infiltré : il faut vraiment être le représentant et le défenseur de Bruxelles ! Il est extrêmement dommage que vous dénigriez toujours Bruxelles avec des propos de bas niveau.
In het regeerakkoord staat dat het openbaar vervoer gratis wordt voor jongeren onder de 25. Het kost nu 1 euro per maand, wat zo goed als gratis is. Dat is een sociale maatregel die ook het klimaat ten goede komt. Het is jammer dat de N-VA zo'n goede beslissing niet wil steunen.
De vertegenwoordiger van het Agentschap van de Schuld heeft uiteengezet hoe laag de interestvoeten zijn en dat het momenteel interessant is om schulden aan te gaan om in de metro en in tunnels te investeren. U was de eerste om het gebrek aan onderhoud aan de kaak te stellen en nu de regering investeert, hebt u weer kritiek.
Ik vraag me vaak af of de N-VA-collega's als Brusselaars of als vertegenwoordigers van hun partij spreken. Het is erg jammer dat u altijd in laaghartige bewoordingen over Brussel spreekt.
Mme Latifa Aït Baala (MR).- Je me joins à plusieurs questions qu'a posées ma collègue, Mme Van Achter, mais j'aimerais approfondir quelques points.
Effectivement, nous avons déjà eu l'occasion d'aborder ces questions dans le cadre des discussions budgétaires. Cela dit, il ressort des conclusions de l'évaluation menée en concertation avec la direction générale chargée des réformes que la Région de Bruxelles-Capitale n'a, jusqu'à présent, pas établi de mécanisme de planification et de priorisation de l'investissement public dans son ensemble, en tenant compte des ressources futures ou disponibles, avec des critères prédéterminés pour la sélection des projets, qui incluraient leurs incidences sur le niveau de l'activité économique et sur les recettes futures. Par ailleurs, le programme d'investissement stratégique dans les secteurs du transport et du logement ne peut être financé sans une augmentation substantielle de la dette publique totale.
Il semblerait en effet que les conclusions de l'examen des dépenses relatif à la politique du logement ont été récemment publiées dans la presse. Confirmez-vous ces conclusions ? Dans l'affirmative, votre gouvernement a-t-il déjà pris une décision en la matière ? Si tel n'est pas le cas, pourquoi ?
Où en est l'examen des dépenses pour ce qui concerne la mobilité ? En quoi ces examens des dépenses ont-ils permis de clarifier la priorisation des investissements ? Comment ceux-ci influent-ils sur la programmation pluriannuelle ?
Enfin, en ce qui concerne le poids relatif des dépenses liées au personnel, pourriez-vous fournir une analyse comparative entre les trois Régions et les facteurs qui expliqueraient cette différence ? De même, pourriez-vous fournir une comparaison de l'évolution du poids des dépenses de personnel depuis 2014 ?
Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Het klopt dat de vragen van mevrouw Van Achter tijdens de begrotingsbesprekingen aan bod zijn gekomen, maar het Brussels Gewest heeft nog altijd geen planningsmechanisme voor openbare investeringen dat rekening houdt met toekomstige of beschikbare middelen. De financiering van strategische investeringen in transport en huisvesting is trouwens maar mogelijk door een aanzienlijke verhoging van de openbare schuld.
Bevestigt u de conclusies van het onderzoek van de uitgaven voor het huisvestingsbeleid? Heeft de regering al een beslissing genomen?
Hoe zit het met het onderzoek naar de mobiliteitsuitgaven? Hoe heeft dat geholpen bij het vastleggen van de investeringsprioriteiten?
Hoe verklaart u het relatieve verschil in personeelsuitgaven tussen de drie gewesten? Hoe zijn de personeelskosten sinds 2014 geëvolueerd?
De heer Luc Vancauwenberge (PTB).- Mijnheer de minister, u stelt voor om het Belirisgeld te investeren in openbaar vervoer. Wat gebeurt er dan met de andere Belirisprojecten, die niet langer gefinancierd zullen worden? Worden die afgebouwd, wat in feite neerkomt op een bezuiniging? Of denkt u aan andere manieren om die projecten toch te realiseren?
We moeten niet alleen investeren in openbaar vervoer, er zijn bijvoorbeeld ook veel te weinig sociale woningen.
M. Luc Vancauwenberge (PTB).- M. le ministre, vous proposez de consacrer le budget de Beliris aux transports en commun. Qu'adviendra-t-il alors des autres projets ?
D'autres postes méritent des investissements, comme les logements sociaux, qui sont trop peu nombreux.
De heer Sven Gatz, minister.- Het is algemeen bekend dat 125 miljoen euro federaal Belirisgeld bestemd is voor Brussel in de vorm van vereffeningskredieten. Een federale wet legt daarvoor een maximumbedrag vast.
In deze fase van de regeerperiode beschouw ik het als mijn taak om als minister van Begroting vooruit te kijken naar 2025, het jaar waarin het regeerakkoord afloopt. Op dat moment zullen we immers ook de tijdelijke strategische investeringen bovenop de begroting moeten herbekijken. Ik ben van oordeel dat we die moeten afbouwen om de schuld onder controle te houden.
Het is mijn taak om het politieke debat daarover nu op gang te brengen zodat iedereen tijdig kan nadenken hoe we met Beliris terug naar de bron kunnen gaan, namelijk grootschalige hoofdstedelijke investeringen. Van de drie basiscriteria zijn we de jongste jaren immers wat afgeweken. Iedereen zal allicht andere accenten willen leggen, maar het lijkt me belangrijk dat het debat gevoerd wordt. Van de jaarlijkse 125 miljoen euro is tot nu toe 50 miljoen euro bestemd voor investeringen in mobiliteit.
Voorts wil ik mij nog steeds houden aan de geplande meerjarenbegroting en de doelstelling om in 2024 een begrotingsevenwicht buiten de strategische investeringen te bereiken. Uiteraard zal ik elk jaar de investerings- en uitgavenbegroting samen met het parlement analyseren. Wat de strategische investeringen betreft, zullen we steeds oog hebben voor de economische impact en de klimaattransitie.
Op dit ogenblik worden de strategische investeringen aangewend voor de uitbreiding en modernisering van het metro- en tramnetwerk, zware elektrische uitrusting voor de metro, rollend materieel en loodsen. Na 2025 zal de uitbreiding van de metro op kruissnelheid komen. De financiering daarvan zal voer zijn voor debat.
M. Sven Gatz, ministre.- Mon horizon, en tant que ministre du budget, est l'année 2025. Selon moi, il faudra alors mettre fin, progressivement, aux investissements stratégiques temporaires de manière à maintenir la dette sous contrôle.
Il est également de mon devoir de lancer le débat politique sur les investissements de Beliris. Actuellement, 50 des 125 millions d'euros sont destinés à la mobilité.
En outre, j'aimerais m'en tenir au budget pluriannuel prévu et à l'objectif de l'équilibre budgétaire en 2024. Concernant les investissements stratégiques, nous continuerons à tenir compte des retombées économiques et de la transition climatique.
Les investissements stratégiques sont actuellement affectés à l'extension et à la modernisation des réseaux du métro et du tram. Le financement de l'extension du métro fera l'objet d'un débat après 2025.
Wat Smart Move betreft, weet u dat er extra middelen zijn gepland. Wanneer die er komen, hangt natuurlijk af van het interfederale overleg dat het Overlegcomité recent heeft hervat. Er zijn echter een aantal ramingen die we in de context van de meerjarenbegroting kunnen bekijken. We mogen uiteraard de sociale begeleiding van mensen die het moeilijk hebben, niet vergeten.
Smart Move komt er niet zozeer met het oog op extra inkomsten. Het is de bedoeling een gedragsverandering te bewerkstelligen. Als dat gebeurt, zullen er minder inkomsten zijn, al zal dat pas een paar jaren na de invoering van de slimme kilometerheffing het geval zijn. U weet trouwens dat de Britse stad London hetzelfde overweegt.
Momenteel betalen we personenbelasting in onze woonplaats, maar dat hoeft niet zo te zijn, want er zijn landen waar men de plaats waar men werkt als criterium neemt. De resultaten van de ULB-studie komen er binnenkort aan. Die zullen een bepaald perspectief bieden. Daarna kunnen er, al dan niet na 2024, lange onderhandelingen volgen, wanneer een mogelijke staatshervorming zich aandient. Ook die zou soelaas kunnen bieden.
Les recettes supplémentaires que Smart Move devraient engendrer sont conditionnées à une concertation interfédérale, mais nous pouvons déjà faire quelques estimations - sans oublier, toutefois, que des mesures d'accompagnement social devront être prises. Le but de Smart Move étant de changer les comportements, il faudra s'attendre à une diminution des recettes après quelques années.
L'impôt des personnes physiques est actuellement calculé en fonction du lieu de résidence. D'autres pays se basent sur le lieu de travail. La prochaine réforme de l'État pourrait nous apporter une solution.
Natuurlijk moeten we niet alleen debatteren over een mogelijke wijziging van de Belirisinkomsten of over nieuwe inkomsten door Smart Move of de staatshervorming. We moeten ook onze eigen verantwoordelijkheid nemen.
Het is in dat kader dat we met het Optirisplan van start zijn gegaan, dat binnenkort door de regering wordt besproken. We zullen bekijken hoe we voor de kosten voor de administratieve gebouwen, de personeelskosten en de werkingskosten andere invalshoeken kunnen vinden. We zijn al met de directie Facilities van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel een aantal zaken aan het onderzoeken.
Het gaat weliswaar om zaken die jaren duren, en dus niet weken of maanden, zelfs al zouden we dat willen. Het is een tanker die we langzaam van koers doen veranderen, maar als we die koerswijziging op het juiste moment inzetten, kan die op termijn wel tot belangrijke hervormingen leiden.
Ik ben dus niet van oordeel dat ik nalaat om zaken te doen of erover te communiceren. We bevinden ons wel degelijk in de voorbereidingsfase.
Ceci étant dit, nous devons aussi prendre nos responsabilités.
Ainsi avons-nous lancé le plan Optiris, qui sera bientôt analysé par le gouvernement. Nous considérerons les coûts des bâtiments administratifs ainsi que les coûts de personnel et de fonctionnement sous des angles nouveaux.
Ce changement de trajectoire nécessitera plusieurs années mais pourra aboutir à d'importantes réformes. Nous en sommes encore à la phase de préparation.
(poursuivant en français)
Mme Aït Baala m'interroge sur l'étude relative aux dépenses publiques et à la responsabilité financière (public expenditure and financial accountability, PEFA) et les examens des dépenses. J'avais déjà inclus quelques éléments à ce sujet dans ma présentation lors des discussions budgétaires.
Il importe que nous ayons un débat approfondi en commission sur cette technique et son apport. Par exemple, l'examen des dépenses pour la mobilité a abouti à d'autres conclusions que celle pour le logement social.
Cette technique fera l'objet d'un débat en commission le 21 mars, en présence des experts de la Commission européenne, pour éviter que la discussion ne se limite au cadre bruxellois ou belge et bien comprendre la méthode adoptée par la Commission européenne, afin d'examiner comment l'ancrer dans notre technique budgétaire.
Je me chargerai de la présentation globale des études PEFA et des examens des dépenses. Vos questions éventuelles sur le contenu du rapport dans les domaines de la mobilité et du logement social devront être adressées aux ministres compétentes.
(verder in het Frans)
Op 21 maart debatteren we in aanwezigheid van experts van de Europese Commissie over public expenditure and financial accountability (PEFA).
Uw eventuele vragen over de inhoud van de rapporten over mobiliteit en sociale huisvesting moet u aan de bevoegde ministers stellen.
(verder in het Nederlands)
Naar aanleiding van de aangepaste begroting in het voorjaar zullen wij de verankering van onze nieuwe technieken opnieuw bekijken. Voorts zal er een planning van de evaluatie van de organieke ordonnantie inzake de boekhoudkundige controle en de begroting plaatsvinden. We zijn de doorlichting en de evaluatie aan het voorbereiden. In het voorjaar willen we samen met de aangescherpte boekhoudkundige regels die u eind december hebt goedgekeurd, de boeg wenden om krachtdadiger te besturen.
Overigens heb ik tijdens verschillende commissievergaderingen wel degelijk de besparingen in de begroting van 2022 meegedeeld. Wel heb ik doorverwezen naar mijn collega als u er nog meer details over wilde. De informatie waarover ik zelf beschik, heb ik u alleszins gegeven.
De schuldenberg bedraagt op dit ogenblik ruim 7 miljard en 86 miljoen euro. Dat is veel geld, maar zoals u weet is een derde van de schuldopbouw te wijten aan de coronacrisis en twee derde aan de keuze van de regering om gedurende een bepaalde periode strategische investeringen tijdelijk buiten de begroting te houden, zoals ook andere gewesten doen. Dat gebeurt onder twee voorwaarden: het moet om investeringen gaan die de groei bevorderen en goed zijn voor het klimaat. Dat is wel degelijk het geval.
Het goede nieuws is dat we in vergelijking met de initiële begroting van 2022 een half miljard minder schulden registreren. Dat zal mij niet toelaten om de teugels te vieren, maar het is toch goed nieuws. Het betekent ook dat we na 2025 tot het afbouwen van de schuld zullen kunnen overgaan en tegelijkertijd de nodige investeringen zullen blijven doen.
(poursuivant en néerlandais)
Dans le cadre du budget ajusté, nous réviserons l'ancrage de nos nouvelles techniques. En outre, nous préparons l'évaluation de l'ordonnance organique portant les dispositions applicables au budget, à la comptabilité et au contrôle. Grâce au renforcement des règles comptables que vous avez approuvé fin décembre, nous voulons accroître l'efficacité de l'administration.
Par ailleurs, j'ai déjà fait part, lors de réunions de commission, des informations dont je dispose et des économies prévues dans le budget de 2022.
Un tiers de la dette, qui s'élève aujourd'hui à 7,086 milliards d'euros, est imputable à la crise sanitaire. Deux tiers le sont au choix du gouvernement de réaliser, durant une période définie, des investissements stratégiques en dehors du budget qui favorisent la croissance et sont bénéfiques pour le climat.
Soulignons que nous enregistrons un demi-milliard d'euros de dette de moins que dans le budget initial de 2022. Après 2025, nous pourrons commencer à éponger la dette tout en maintenant les investissements nécessaires.
Deze tekst wordt nog aangevuld.
Ce texte sera complété sous peu.
Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Ik besef dat mijn vraag erg uitgebreid was, aangezien ik een overzicht vroeg van allerlei mogelijke ideeën waarover u het in de media hebt gehad. Het lijkt mij heel terecht dat we ons niet beperken tot de begrotingsbesprekingen om u daarover vragen te stellen.
U zult vast toegeven dat ik niet veel nieuws heb geleerd. Op al mijn vragen antwoordde u iets, maar meestal zaken die ik al wist. Ik kreeg niet de antwoorden waar ik op hoopte.
De federale Belirisfondsen zijn inderdaad bedoeld voor grote investeringsprojecten in het kader van de hoofdstedelijke functie en de mobiliteit van het gewest. Ik ben het helemaal met u eens dat de Belirismiddelen daarvoor moeten worden ingezet. Ook federaal minister Jambon probeerde daar in de vorige regeerperiode de klemtoon op te leggen: toen ging er 50 miljoen euro naar de metro. In mij vindt u een partner om die investeringen verder uit te breiden. We moeten de ballast overboord gooien en focussen op wat het Brussels Gewest echt nodig heeft.
We hebben het Public Expenditure and Financial Accountability Assessment (de PEFA-studie) nog niet ontvangen, maar ik kijk uit naar het debat dat u beloofd hebt op 21 maart in het parlement. Hopelijk kunnen we de audit vooraf krijgen en grondig doornemen.
Ik kijk ook uit naar de studie over de herfinanciering met betrekking tot de werkplaats en de woonplaats.
Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Ma question était très vaste. Il me semble logique de ne pas circonscrire nos questions sur ce sujet aux discussions budgétaires. Je n'ai toutefois pas appris grand-chose.
J'estime comme vous que les fonds de Beliris doivent être investis dans les grands projets, notamment de mobilité, inhérents à sa fonction de capitale. Lors de la législature précédente, le ministre Jambon l'avait souligné et 50 millions d'euros avaient été consacrés au métro.
Nous n'avons pas encore reçu l'étude relative aux dépenses publiques et à la responsabilité financière, mais j'attends avec impatience le débat que vous avez promis au parlement le 21 mars. J'attends également avec impatience l'étude sur le refinancement en lien avec l'imposition des personnes physiques sur leur lieu de travail.
Persoonlijk feit
Ik wil nog even op de woorden van de heer Ghyssels reageren. Het is niet omdat ik kritiek op het Brusselse beleid uit, dat dat Brusselbashing is. Ik heb kritiek op de regering omdat de begroting in het donkerrood staat en alle ratio's in het gewest, waaronder de armoederatio, in het rood staan. Zo zei minister Maron onlangs in de plenaire vergadering nog dat 28% van de Brusselaars een sociaal tarief voor zijn energiefactuur krijgt. Dat is één Brusselaar op drie.
Mijnheer Ghyssels, het is wat gemakkelijk om mij te beschuldigen van Brusselbashing. Het zou veel interessanter zijn om inhoudelijke oplossingen voor te stellen, zodat we een echt debat kunnen voeren dat voor vooruitgang zorgt. Ik doe aan politiek en probeer kritisch te zijn, maar die kritiek is constructief bedoeld. Ik zeg wat ik goed en niet goed vind en naar welke zaken naar mijn mening meer aandacht zouden moeten gaan. Dat is veel interessanter dan altijd alles als Brusselbashing af te doen. Dat is een grijsgedraaide plaat en is bovendien niet correct. Het is niet omdat ik kritiek op het beleid heb, dat ik kritiek op Brussel of de Brusselaar heb. In dat geval zou ik niet in Brussel aan politiek doen.
De minister verklaarde in de media dat hij zich zorgen maakt voor de periode vanaf 2025. Wel, ik maak me zorgen over hoe het Brussels Gewest vandaag alles kan financieren en welke prioriteiten het moet stellen. Daarover debatteren lijkt me interessanter dan de discussie uit de weg te gaan door die af te doen als Brusselbashing.
Fait personnel
M. Ghyssels, ce n'est pas parce que je critique la politique bruxelloise que je dénigre Bruxelles. Je critique le fait que le budget soit dans le rouge, comme presque tous les taux de la Région, dont le taux de pauvreté.
Il serait plus intéressant, au lieu de m'accuser, que vous proposiez des solutions de fond dont nous puissions débattre. Ma critique se veut constructive et si je n'appréciais pas Bruxelles et les Bruxellois, je ne ferais pas de politique à Bruxelles !
La capacité financière actuelle de la Région et les priorités qu'elle devra fixer me préoccupent. Il me semble plus intéressant d'en débattre que d'éviter la discussion en criant au dénigrement.
M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- En ce jour de Saint-Valentin, je note la déclaration d'amour de la N-VA pour Bruxelles et m'en réjouis !
Je rassure aussi tout de suite M. le ministre : il a parfaitement répondu à la demande d'explications. Si Mme Van Achter et l'ensemble des commissaires n'ont sans doute rien appris, c'est tout simplement parce qu'à deux mois d'intervalle, quand on vous pose les mêmes questions, vous ne pouvez apporter que les mêmes réponses. Cela s'apparente à des tours de piste pour amuser la galerie, mais ce n'est pas très utile pour faire avancer les choses à Bruxelles, que Mme Van Achter aime tant.
De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- De liefdesverklaring van de N-VA aan Brussel verheugt me!
Als mevrouw Van Achter u na twee maanden dezelfde vragen stelt, kunt u alleen maar dezelfde antwoorden geven. Het komt erop neer dat er een show wordt opgevoerd, maar het zal het teergeliefde Brussel van mevrouw Van Achter niet vooruithelpen.
Mme Latifa Aït Baala (MR).- Sur les aspects techniques, je pense que plusieurs réponses nous seront fournies dans le cadre de la rencontre du 21 mars. Pour le reste, nous adresserons à M. le ministre des questions orales.
Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Op 21 maart krijgen we volgens mij een antwoord op de vragen over de technische aspecten.
M. Luc Vancauwenberge (PTB).- Je n'ai pas entendu de réponse à ma question. Si tout l'argent de Beliris est consacré à la mobilité, qu'advient-il des autres projets ? Sont-ils abandonnés ou financés autrement ?
De heer Luc Vancauwenberge (PTB).- Als al het geld van Beliris naar mobiliteit gaat, wat gebeurt er dan met de andere plannen? Worden die afgevoerd of op een andere manier gefinancierd?
M. Sven Gatz, ministre.- Si le budget de Beliris était intégralement consacré aux grands chantiers de mobilité, votre question serait justifiée.
Smart Move, un projet qui ne trouve pas grâce à vos yeux, devrait générer de nouveaux revenus. Il en va de même pour le débat concernant la réforme de l'État et l'impôt des personnes physiques.
Je souhaite uniquement remettre en cause les grands paramètres à moyen terme, pour les deux à trois années à venir. Comme vous l'avez compris, je ne dispose pas de solution aujourd'hui.
- L'incident est clos.
De heer Sven Gatz, minister.- Als het hele Belirisbudget naar grote mobiliteitswerken ging, zou uw vraag terecht zijn.
Smart Move, een plan dat u niet bevalt, zou nieuwe inkomsten moeten opleveren. Hetzelfde geldt voor het debat over de staatshervorming en de personenbelasting.
- Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Latifa Aït Baala
à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "les discriminations à l'embauche envers les personnes de plus de 45 ans dans la fonction publique bruxelloise".
Mondelinge vraag van mevrouw Latifa Aït Baala
aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
betreffende "de discriminatie bij de aanwerving van 45- plussers in het Brussels openbaar ambt".
Mme Latifa Aït Baala (MR).- La discrimination à l’embauche fondée sur l’âge est un phénomène courant sur le marché du travail. D’ailleurs, Unia indique que l’âge demeure le principal motif de discrimination à l’embauche. Des études universitaires ont démontré, sur la base de tests sur des offres d’emploi réelles, que le plus grand risque de non-réponse à une candidature était lié à l’âge. De plus, dans le baromètre de la diversité d’Unia consacré à l’emploi, il est établi que l’âge de basculement qui ouvre la porte à la discrimination arrive très tôt, à savoir 47 ans, et peut effectivement conduire à être victime de préjugés relatifs au coût, à la productivité, à la capacité d’apprendre ou d’évoluer, etc. L'âge, l'origine, le genre ou encore le handicap sont autant de critères qui contribuent encore et toujours à exclure certaines personnes de l’emploi.
Il me revient par ailleurs que plusieurs personnes de plus de 45 ans ayant posé leur candidature pour un emploi contractuel au sein de la fonction publique n’ont pas été retenues en raison de leur âge. Alors que ces personnes réunissaient de nombreuses compétences et qualifications et qu’elles avaient réussi toutes les étapes de sélection, leur âge leur aurait porté préjudice. L’âge de la retraite étant fixé à 67 ans, on ne peut pas demander aux gens de chercher du travail et les discriminer par ailleurs en raison de leur âge.
La Région bruxelloise se doit d’avoir une fonction publique exemplaire, au sein de laquelle tous les employés sont traités de manière égale. Il doit en aller de même pour les personnes qui y cherchent un emploi. J’avais d’ailleurs interpellé en 2020 le ministre Clerfayt sur la formation et l’accompagnement à l’emploi des personnes de plus de 50 ans.
Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Leeftijd is de belangrijkste oorzaak van discriminatie bij aanwerving. Uit de barometer van de diversiteit op het vlak van werk van Unia leren we dat die vorm van discriminatie al werkzoekenden vanaf 47 jaar treft, omdat werkgevers er onder andere van uitgaan dat zij meer kosten, minder productief zijn en minder goed omgaan met nieuwigheden.
Kennelijk kwamen ook al heel wat werkzoekenden van 45 jaar niet in aanmerking voor een contractuele job bij de overheid, ook al konden ze voldoende competenties aantonen. Dat is onaanvaardbaar, des te meer omdat de pensioenleeftijd opgetrokken werd tot 67 jaar en het Brussels Gewest een voorbeeldfunctie heeft inzake de gelijke behandeling van personeelsleden en kandidaat-personeelsleden.
Pour les années 2020 et 2021, quel était le nombre de postes à pourvoir soumis à des candidatures externes ? Combien de candidates et candidats répondant aux critères de sélection ont-ils été retenus ?
Quel est l’âge moyen des candidates et candidats retenus ? Combien de candidates et candidats répondant à tous les critères de sélection n’ont pas été retenus en raison de leur âge ?
Comment le gouvernement permet-il à ces personnes de rester actives ? Ce point a-t-il déjà été soulevé dans le cadre de vos réflexions ? Concrètement, quelles sont les politiques mises en place ?
Qu'en est-il du recours à l'exploration de données pour identifier de manière proactive les services et organismes les plus touchés par la discrimination à l’égard des personnes de plus de 45 ans ?
Comment déconstruire les mécanismes et les stéréotypes, dont les responsables du recrutement n’ont parfois même pas conscience ? Avez-vous pensé à faire évoluer le management de la fonction publique ?
Hoeveel vacatures werden er in 2020 en 2021 opengesteld? Hoeveel kandidaten die aan de criteria voldeden, werden uiteindelijk aangeworven? Wat is hun gemiddelde leeftijd?
Hoeveel personen die beantwoordden aan de jobvereisten, werden niet aangeworven wegens hun leeftijd?
Hoe zult u ervoor zorgen dat oudere personen toch actief blijven op de arbeidsmarkt?
Hoe kunt u proactief instellingen en organen identificeren die werkzoekenden van meer dan 45 jaar discrimineren?
Welke tools kunt u aanwervingsverantwoordelijken aanreiken om komaf te maken met, misschien zelfs onbewuste, vooroordelen?
M. Sven Gatz, ministre.- En 2020 et 2021, talent.brussels a déclaré vacants un total de 527 postes. Aucun candidat n’a été écarté en raison de son âge. Ce dernier n’étant pas un critère d’évaluation dans les procédures de sélection, les candidats ne sont pas obligés de le mentionner dans leur candidature. Pour cette raison, nous n'avons pas collecté de données sur l’âge moyen. Notons par ailleurs que talent.brussels n’est responsable que de l’organisation des sélections statutaires de ses treize partenaires.
Quant au maintien de ces personnes en activité, conformément à l'arrêté du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 mars 2018 portant le statut administratif et pécuniaire des agents des services publics régionaux de Bruxelles, les agents de plus de 50 ans peuvent, s’ils le souhaitent, continuer à travailler tout en réduisant leur taux de prestations. Plusieurs possibilités s'offrent à eux :
- les interruptions de carrière à temps partiel, et plus spécifiquement l’interruption ou la fin de carrière avec une intervention de l’ONEM ;
- la semaine de quatre jours, à partir de 50 ou 55 ans, accompagnée d’une prime ;
- le travail à mi-temps, à partir de 50 ou 55 ans, accompagné d’une prime ;
- les prestations réduites pour convenances personnelles, sans prime, cette fois.
Nous ne faisons pas d'exploration proactive de données.
Concernant la sensibilisation, le personnel de talent.brussels chargé du recrutement suit un trajet de certification lors duquel une formation sur la diversité et la lutte contre les discriminations est obligatoire. Les consultants sont fortement sensibilisés au sujet. Les différents outils utilisés dans nos procédures de sélection ont été conçus de manière à garantir une objectivité maximale, par exemple lors des entretiens qui évaluent les compétences d’une personne. Dans ce cadre, il peut même être constaté que les candidats ayant une certaine expérience ont un avantage par rapport aux personnes plus jeunes.
De heer Sven Gatz, minister.- In 2020 en 2021 werden 527 posten vacant verklaard en talent.brussels, dat weliswaar enkel verantwoordelijk is voor de selectie van statutaire ambtenaren bij zijn dertien partners, heeft niemand geweigerd op basis van leeftijd. De kandidaten waren trouwens niet verplicht om hun leeftijd te vermelden. Daarom kunnen we ook niet de gemiddelde leeftijd van de kandidaten berekenen.
Om ambtenaren zo lang mogelijk aan de slag te houden, kunnen zij vanaf 50 jaar, conform het ministerieel besluit van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, hun prestaties verminderen met tussenkomst van de RVA, afhankelijk van het stelsel.
Er is geen proactieve analyse van de data.
Enkel wie bij talent.brussels een certificaat van de vorming inzake diversiteit en de strijd tegen alle vormen van discriminatie heeft behaald, wordt ingezet voor de aanwervingen. Bovendien worden de competenties van kandidaten steeds geëvalueerd in een gesprek; de selectieprocedures garanderen dus maximale objectiviteit.
Talent.brussels fait évoluer le management de la fonction publique à travers ses projets. Par exemple, les projets de nouveau mode de travail (NWOW) et de travail hybride fournissent aux organisations et à leurs dirigeants des lignes directrices sur la gestion du travail hybride. D’autres projets sont également en cours en la matière.
Nous prenons très au sérieux la non-discrimination en général, et en particulier dans le contexte de votre question. J'ai précisé le cadre pour les recrutements statutaires mais, de mon point de vue, les mêmes principes doivent prévaloir pour les contractuels.
Vu la guerre des talents qui touche tout le monde, voire la situation de pénurie que connaissent certaines fonctions, la fonction publique bruxelloise ne peut s'offrir le luxe d'écarter certaines personnes en raison de leur âge. Je rejoins totalement votre analyse. S'il y a des problèmes sur le terrain, n'hésitez pas à nous en informer.
Daarnaast bewerkstelligt talent.brussels een nieuwe mindset bij de directies via projecten NWoW (New Way of working).
Wij dragen non-discriminatie hoog in het vaandel. Voor mij moeten dezelfde principes gelden voor de contractuele personeelsleden. Wij hebben trouwens niet de luxe om werkzoekenden op basis van hun leeftijd uit te sluiten, gelet op de krapte op de arbeidsmarkt. Mocht u dus weet hebben van problemen op het terrein, signaleer mij die dan.
Mme Latifa Aït Baala (MR).- Ma question concernait bien les contractuels. Vous m'indiquez que ceux-ci sont soumis au même régime que les statutaires.
J'ai eu l'occasion de revenir avec vous sur toute une série de questions relatives au personnel de la fonction publique. Vous avez expliqué que l'âge n'était pas un critère. Pourtant, plusieurs personnes m'ont contactée pour m'informer que, dans le cadre de questions posées à des candidats, la dernière portait sur leur âge. Ainsi, des personnes qui ont répondu à toutes les autres conditions, ont été sélectionnées et sont parvenues au bout de la procédure n'ont, en fin de compte, pas été retenues. Tel était l'objet de ma question.
J'ai tout de même le sentiment que notre société est quelque peu schizophrène : d'un côté, on demande aux gens d'accéder au marché du travail, l'objectif étant de 80 %, tandis que de l'autre, on ne permet pas aux personnes de plus de 45 ans d'accéder à un emploi. Or le marché du travail public se doit d'être exemplaire. Je souhaiterais donc que vous soyez très attentif à cette contradiction.
- L'incident est clos.
Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Ik noteer dat dezelfde regels gelden voor de contractuelen. Nochtans kaartten heel wat personen al bij mij aan dat een vraag voor de kandidaten wel degelijk betrekking had op de leeftijd en dat ze, hoewel ze beantwoordden aan alle andere criteria, niet in aanmerking werden genomen.
Ik dring erop aan waakzaam te zijn voor die schizofrene situatie waarbij enerzijds een werkzaamheidsgraad van 80 % wordt nagestreefd en anderzijds personen ouder dan 45 jaar geweigerd worden.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. David Weytsman
à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "la réforme future des droits de succession bruxellois".
Mondelinge vraag van de heer David Weytsman
aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
betreffende "de toekomstige hervorming van de Brusselse successierechten".
M. David Weytsman (MR).- Comme chacun le sait, les droits de succession constituent une taxe sur l'héritage, taxe parmi les plus élevées au monde, en Belgique. Les héritiers sont souvent consternés de devoir payer un tel impôt, d’une part car le défunt a cotisé tout au long de sa vie afin de constituer un patrimoine, déjà largement imposé et, d’autre part, parce que les taux des droits de succession sont extrêmement élevés en Région bruxelloise. Ces derniers remontent à 1977, sans que les tranches fiscales sur lesquelles cette taxe est perçue n’aient été adaptées à l’évolution des prix depuis 1977.
À ce jour, en fonction du montant de la succession, le taux applicable peut atteindre 80 % s'il n'y a pas de lien direct de parenté. Il varie entre 65 % et 70 % pour la ligne collatérale et s'élève à 30 % pour la ligne directe. C'est dire si les taux restent élevés.
Les propositions du MR sont connues. La première consiste à intégrer les nouvelles organisations familiales, notamment en matière de régimes de droits de succession. Votre accord de majorité y fait d'ailleurs en partie référence, puisqu'il rappelle que : "Le gouvernement entend également moderniser et simplifier le régime des droits de succession afin de mieux le faire correspondre aux évolutions des structures familiales. Dans ce cadre, les situations des personnes non parentes, des cohabitants de fait et du saut de génération seront analysées." Pourriez-vous nous expliquer quelles mesures ont été prises à cet égard ? Y a-t-il déjà eu des concertations avec des cabinets notariaux, fiscalistes ou experts-comptables actifs dans le secteur ?
De heer David Weytsman (MR).- Erfenissen worden bijna nergens ter wereld zo zwaar belast als in België, terwijl de erflater al zijn hele leven belast werd bij het opbouwen van dat vermogen. Bovendien werden de belastingschijven voor successierechten in Brussel niet meer aangepast sinds 1977. De tarieven in Brussel schommelen tussen 30% tot wel 80%, afhankelijk van de verwantschapsgraad.
De MR stelt voor om in de belastingstelsels rekening te houden met nieuw samengestelde gezinnen. In het regeerakkoord heeft de regering zich er overigens toe verbonden het stelsel voor de successierechten te moderniseren, te vereenvoudigen en af te stemmen op nieuwe gezinsvormen.
Welke maatregelen heeft de regering daartoe genomen? Hebt u al overlegd met de notarissen en fiscalisten?
Votre administration compte-t-elle travailler sur cette réforme, que j'appelle de mes vœux ?
La deuxième demande formulée depuis longtemps par le groupe MR est la simplification du nombre de tranches des droits de succession et l'abaissement des tarifs en fonction de l’évolution de l’indice des prix à la consommation.
Selon moi, il faut aller beaucoup plus loin et revoir certaines tranches, fusionner les catégories - notamment entre frères et sœurs et oncles et tantes - et renforcer les faibles taux sur les petites successions. En France, les partis de gauche demandent une augmentation de la partie exonérée des droits de succession, alors que l'exonération va déjà jusqu'à 100.000 euros. Nous en sommes très loin ici ! Il faudrait renforcer les faibles taux sur les petites successions et revoir les taux de 65 %, 70 % et 80 %, qui sont vraiment confiscatoires.
Où en est votre réflexion sur chacune de ces propositions ?
Les droits de succession génèrent d’importantes recettes pour la Région. Cette réforme d'envergure doit évidemment se concevoir progressivement. Quelles conséquences budgétaires avez-vous estimées pour les deux grandes propositions que je vous ai exposées ?
En outre, votre accord de majorité prévoit qu'"en matière de politique fiscale, et afin de faciliter l’accès à la propriété, la rénovation durable du bâti et le maintien de la classe moyenne à Bruxelles, le gouvernement évaluera les régimes de droits d’enregistrement et de droits de succession pour mieux cibler leurs effets".
Quelles mesures ont-elles été prises à ce sujet ?
Voorts vraagt de MR-fractie ook al lang om een beperking van het aantal belastingschijven voor successierechten en willen we dat de tarieven verlaagd worden, rekening houdend met de consumptieprijsindex.
Ik ben van mening dat bepaalde categorieën samengevoegd moeten worden, dat de lage tarieven op kleine erfenissen uitgebreid moeten worden en dat de extreem hoge tarieven van 65% tot 80% herzien moeten worden.
Hebt u al over die voorstellen nagedacht?
Successierechten vormen een belangrijke bron van inkomsten voor het gewest. Daarom moet een grote hervorming stapsgewijs tot stand komen.
Welke invloed zouden het opnemen van samengestelde gezinnen in het stelsel en het verminderen van het aantal belastingschijven hebben op de begroting?
Ten slotte staat er in het regeerakkoord dat de regering er met de hervorming van de successierechten ook naar streeft om burgers te helpen om een woning te kopen of duurzaam te renoveren en de middenklasse in Brussel te houden.
Welke maatregelen werden er op dat vlak genomen?
Vous l'aurez compris, il s'agit d'une question un peu générale qui doit vous permettre de faire l'état des lieux de ce qui se trouve déjà dans votre accord de majorité - pour nous, c'est vraiment le minimum - et de ce que nous pourrions faire en plus pour diminuer sensiblement la pression fiscale sur ces successions, car elle nous semble souvent injuste et confiscatoire, ainsi que mauvaise pour l'activité économique à Bruxelles.
Wat kunnen we nog meer doen om de belastingdruk op erfenissen te verlagen? Die is soms immers oneerlijk verdeeld en vooral schadelijk voor de economische activiteit in Brussel.
M. Sven Gatz, ministre.- L'accord de majorité traduit en effet la volonté du gouvernement de "moderniser et simplifier le régime des droits de succession afin de mieux le faire correspondre aux évolutions des structures familiales. Dans ce cadre, les situations des personnes non parentes, des cohabitants de fait et du saut de génération seront analysées”.
Les droits de succession contribuent, comme vous le savez, de manière importante au financement de notre Région. En 2021, les recettes dépassaient 440 millions d’euros, ce qui représente près de 10 % de nos recettes.
Ces deux dernières années, la crise sanitaire et surtout sa gestion ont eu un impact considérable sur le budget régional. Pour l’instant, les marges budgétaires sont trop minces pour réduire de manière importante les droits de succession.
Je rappelle aussi que nous préparons une réduction des droits d’enregistrement pour 2023, réduction également prévue dans l’accord de majorité. Nous en parlerons cette année.
Quoi qu’il en soit, l'absence de décisions formelles pour rendre les droits de succession plus modernes et en accord avec les modes de vies actuelles ne signifie pas que cette réforme n’est pas en préparation. Comme je l’ai dit à M. De Bock en réponse à une question similaire, l'instauration d'un régime de droits de succession plus moderne est possible sans trop réduire les recettes fiscales. Je réduirai les recettes fiscales si je le peux, mais j'agis avec prudence.
Aujourd’hui, une personne peut déjà planifier sa succession avant de mourir et choisir en toute légalité la voie la moins taxée. L’objectif principal est de lui permettre d’élargir son choix dans un contexte plus contemporain.
De heer Sven Gatz, minister.- Het klopt dat de regering het successierechtenstelsel beter wil afstemmen op nieuwe gezinsvormen.
In 2021 maakten successierechten nagenoeg 10% van alle gewestelijke inkomsten uit. De gezondheidscrisis heeft de Brusselse begroting geen goed gedaan. Er is nu dan ook geen marge om de successierechten drastisch te verlagen. We bereiden overigens ook al een vermindering van de registratierechten voor tegen 2023.
Dat neemt niet weg dat we ons wel degelijk buigen over een hervorming van de successierechten. Het stelsel kan immers gemoderniseerd worden zonder dat we al te veel belastinginkomsten verliezen.
Burgers kunnen nu al bij leven hun erfenis plannen en daarbij de optie kiezen waarvoor de minste belastingen betaald moeten worden. Dat biedt hun meer eigentijdse keuzemogelijkheden.
Ainsi, le saut de génération permet aux petits-enfants d'hériter directement des grands-parents. Les droits de succession sont cependant calculés comme si les parents avaient accepté la succession ; par le jeu de la progressivité, les tranches supérieures sont atteintes plus rapidement. Le but est de faire en sorte que chacun des petits-enfants paie des droits de succession sur la partie dont il a réellement hérité.
En tout cas, soyez assuré que nous soumettrons les textes en temps utile au parlement - en principe, dans le courant de l'année 2023 - en vue d'un débat qui promet d'être très intéressant.
En attendant, j’espère pouvoir vous présenter un projet d’ordonnance qui modifie certaines dispositions du Code des droits de succession. L’objectif consiste ici à renforcer la sécurité juridique concernant le traitement fiscal des contrats d’assurance-vie et à permettre aux héritiers de déduire l’impôt de succession payé à étranger sur les biens mobiliers détenus à l’étranger, conformément à un arrêt récent de la Cour constitutionnelle.
En bref, nous progressons et nous aurons des débats sur la question au cours des mois à venir. Je tiens par ailleurs à souligner que mon prédécesseur a pris une très bonne décision en réduisant sensiblement les droits de donation.
Zo kunnen kleinkinderen nu al rechtstreeks erven van hun grootouders, terwijl de successierechten berekend worden alsof de ouders de erfenis aanvaard hebben. Daardoor worden er sneller voordeligere belastingtarieven toegepast. Het doel is om ervoor te zorgen dat elk kleinkind successierechten betaald op het deel dat hij werkelijk geërfd heeft.
Ik hoop in de loop van 2023 een voorstel te kunnen voorleggen voor een hervorming van de successierechten.
Op kortere termijn wil ik een aantal wijzigingen aan het Wetboek der Successierechten voorleggen, onder meer betreffende levensverzekeringscontracten en vastgoed in het buitenland.
Ten slotte had mijn voorganger ook al de schenkingsrechten aanzienlijk verlaagd.
M. David Weytsman (MR).- Le début de votre réponse était contradictoire avec la suite et me laissait penser que le projet n'aboutirait pas, faute de recettes fiscales suffisantes. Toutefois, je comprends que ce chantier est toujours à l'étude.
Il faut faire preuve de volontarisme car le sujet est très important, d'autant que ce qui est à l'étude ne consiste qu'en un modeste alignement sur ce qui est déjà pratiqué en Flandre. La réforme concernant les cohabitants de fait, alignés sur les cohabitants légaux, et l'instauration d'un saut de génération partiel nous permettent d'avancer mais pas encore d'atteindre le niveau de la Flandre.
Quel effort financier en découlera-t-il ? J'estime que nous devons continuer à baisser les impôts mais je comprends que vous souhaitiez que cela se passe progressivement.
Pouvez-vous nous donner des informations sur les conséquences budgétaires ? Ont-elles déjà été examinées par vos services ?
Je souhaiterais également obtenir des informations sur d'autres réformes qui, elles, pourraient permettre à la fois une baisse de la pression fiscale et une augmentation des recettes à moyen ou long terme.
Vous avez cité la réforme précédente des droits de donation. De nombreux éléments peuvent encore encourager les Bruxellois à mobiliser leur épargne, notamment des donations ou des investissements dans des actifs porteurs de rentabilité.
Je note que ces réformes verront le jour, peut-être en 2023, et continuerai à vous interroger pour m'en assurer. J'aurais aimé obtenir plus d'informations sur les conséquences budgétaires de ces réformes.
De heer David Weytsman (MR).- Ik stel vast dat de kwestie nog onderzocht wordt. Toch lopen we achter op Vlaanderen.
Hebt u enige informatie over de begrotingsimpact van uw plannen? Hebben uw diensten die al onderzocht?
Overweegt u andere hervormingen om de belastingdruk te verminderen die de inkomsten op langere termijn zouden doen toenemen? Er zijn nog talrijke andere middelen om burgers aan te moedigen om iets met hun spaargeld te doen.
M. Sven Gatz, ministre.- Les effets budgétaires de la réforme dépendront des choix que nous ferons. Il est trop tôt pour en parler. Il faudra patienter. Il est aussi utile pour moi de connaître la marge de manœuvre financière dont nous disposons, qui ne correspond pas nécessairement à la marge de manœuvre politique. Il faut essayer de concilier les deux.
La réforme des droits d'enregistrement sera également importante. Nous ferons un effort budgétaire pour garder les classes moyennes à Bruxelles et les recettes fiscales qu'ils représentent. Nous pourrons parler dans quelques mois de cette opération et estimer son effet macroéconomique. Ce débat n'est certainement pas clos.
M. David Weytsman (MR).- Ma question était très générale. Je me permettrai juste de pointer l'importance de certains cas particuliers, notamment le saut de génération et la cohabitation de fait.
- L'incident est clos.
De heer Sven Gatz, minister.- Aangezien de hervorming nog niet vastligt, kan ik nog niets zeggen over de gevolgen voor de begroting. Onze financiële armslag beantwoordt niet per se aan onze politieke ambities. We moeten daar een evenwicht tussen vinden.
Met de hervorming van de registratierechten doen we bovendien al een grote financiële inspanning om de middenklasse in Brussel te houden. Het debat is in elk geval nog niet afgerond.
De heer David Weytsman (MR).- De hervorming is in de eerste plaats belangrijk voor grootouders en hun kleinkinderen en voor feitelijk samenwonenden
- Het incident is gesloten.
Mondelinge vraag van de heer Fouad Ahidar
aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
betreffende "de uitvoering van de verzoeken die zijn geformuleerd in de resolutie met betrekking tot de totstandbrenging van een uniform beleid inzake de aanwerving van personen met een gerechtelijk verleden binnen de Brusselse administraties en instellingen".
Question orale de M. Fouad Ahidar
à M. Sven Gatz, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des finances, du budget, de la fonction publique, de la promotion du multilinguisme et de l'image de Bruxelles,
concernant "la mise en œuvre des demandes formulées dans la résolution concernant l'établissement d'une politique uniforme de recrutement de personnes ayant un passé judiciaire au sein des administrations et institutions bruxelloises".
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Enkele maanden geleden nam het parlement een resolutie aan betreffende een uniform beleid inzake de aanwerving van personen met een gerechtelijk verleden bij de Brusselse administraties en instellingen.
De reden is duidelijk en urgent: volgens de FOD Justitie waren er in 2019 in heel België meer dan 2,77 miljoen Belgen met een strafblad, waaronder duizenden Brusselaars. Zij raken maar moeilijk aan het werk, terwijl ze niet alleen een tweede kans, maar ook een duidelijk en rechtvaardig beleid van de Brusselse publieke instellingen verdienen. Er zijn banen waarbij kandidaten met een strafblad terecht worden geweigerd, maar er zijn er genoeg waar het niet relevant is. Wie zijn straf heeft uitgezeten, moet niet een tweede keer gestraft worden.
Aangezien deze materie binnen uw bevoegdheden valt, zou ik willen weten wat de Brusselse administraties gedaan hebben om een beleid op te stellen rond de aanwerving van kandidaten met een gerechtelijk verleden. Ik heb daarover al aan verschillende ministers vragen gesteld en in alle antwoorden kwam terug dat ze op gecoördineerde en uniforme maatregelen van uw kant wachten.
In de resolutie formuleerde het parlement een zestal verzoeken voor de Brusselse regering. Ik zal ze niet allemaal herhalen, maar het eerste verzoek was bijvoorbeeld dat het opvragen van een strafblad conform artikel 595 de uitzondering moet worden in plaats van de regel.
Welke vooruitgang is er sinds het aannemen van de resolutie geboekt om tegemoet te komen aan de verzoeken van de resolutie? Is er al overlegd met de administraties? Welke moeilijkheden hebt u ondervonden bij de uitvoering van de maatregelen?
Tegen wanneer denkt u dat de administraties voldoen aan de wens van het parlement, zoals geformuleerd in de resolutie over kandidaten met een gerechtelijk verleden?
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Selon le SPF Justice, plus de 2,77 millions de Belges ont un casier judiciaire, dont des milliers de Bruxellois. Ces personnes peinent à trouver un emploi et méritent une seconde chance, mais aussi une politique claire et équitable de la part des institutions publiques bruxelloises, afin que ne leur soient pas refusés des postes sans raison pertinente.
Quelles mesures les administrations bruxelloises ont-elles déjà prises à cet égard ? Quelles difficultés avez-vous rencontrées dans leur mise en œuvre ?
Quels progrès ont-ils été réalisés pour répondre aux demandes formulées dans la résolution depuis son adoption ?
Quand pensez-vous que les administrations se conformeront à la demande du parlement, telle que formulée dans la résolution sur les candidats ayant un passé judiciaire ?
De heer Sven Gatz, minister.- We hebben toch al enige vooruitgang geboekt na de goedkeuring van de resolutie door het parlement.
Ten eerste zijn er onze eigen statuten van 21 maart 2018, waarin is bepaald dat het te benoemen personeelslid "gedrag moet vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking". Dat houdt niet noodzakelijk in dat de kandidaat een blanco strafblad moet hebben. Het is dus zeker geen algemene regel. Als voor de te vervullen functie een blanco strafblad is vereist, wordt in de jobadvertentie duidelijk vermeld wat de gevolgen zijn wanneer dat niet kan worden voorgelegd.
Voor elke vacant verklaarde statutaire functie wordt overleg georganiseerd tussen talent.brussels en de aanwervende organisatie.
Sinds de goedkeuring van de resolutie heeft talent.brussels het werkingsmodel overgenomen van de federale overheid, die zich al bezighield met de kwestie van de strafregisters. Er hebben zich nog geen bijzondere moeilijkheden voorgedaan. Misschien gaat de vooruitgang niet snel genoeg voor u en het parlement. Die vooruitgang geldt voor statutaire aanwervingen. Het is een gelijkaardig debat als dat van daarnet met mevrouw Aït Baala.
Ik stel voor dat ik u nog twee elementen schriftelijk bezorg: de cijfers over de vooruitgang en het model dat federaal gehanteerd wordt en dat wij ook hanteren. Zo kunt u zien waar de grens ligt tussen functies waarvoor een blanco strafblad vereist is en functies waarvoor dat niet het geval is. We kunnen daarna nog het debat voeren over waar de grens juist ligt. Daar heb ik vandaag geen bijkomende informatie over, maar we hebben toch de stap gezet om pragmatischer om te gaan met de aanwervingen dan voorheen, op basis van het federale model.
Ik stel voor dat we later nog op de zaak terugkomen om na te gaan of de inspanningen van de regering voldoende zijn.
M. Sven Gatz, ministre.- Nous avons réalisé des progrès depuis l'adoption de la résolution par le parlement.
Tout d'abord, selon nos statuts, l'agent à nommer doit faire preuve d'un comportement conforme aux exigences du poste envisagé. Cela ne signifie pas nécessairement que le candidat doit avoir un casier judiciaire vierge.
Depuis l'adoption de la résolution, talent.brussels a adopté le modèle de fonctionnement du gouvernement fédéral, plus pragmatique, et aucune difficulté particulière ne s'est posée.
Je propose d'y revenir ultérieurement pour vérifier les progrès en la matière.
De heer Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Ik kan zeker leven met uw antwoord. Het zou goed zijn mocht u de bijkomende informatie zo vlug mogelijk kunnen bezorgen. Ik ben in elk geval blij dat er vooruitgang wordt geboekt en ben benieuwd naar de cijfers. De resolutie werd weliswaar nog niet zo lang geleden goedgekeurd.
- Het incident is gesloten.
M. Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit).- Je me réjouis des progrès réalisés et j'attends avec impatience les informations complémentaires.
- L'incident est clos.
Question orale de Mme Clémentine Barzin
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'urbanisme et du patrimoine, des relations européennes et internationales, du commerce extérieur et de la lutte contre l'incendie et l'aide médicale urgente,
concernant "l'absence de stand collectif bruxellois au Consumer Electronics Show (CES) de Las Vegas".
Mondelinge vraag van mevrouw Clémentine Barzin
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende "het ontbreken van een collectieve Brusselse stand op de Consumers Electronic Show (CES) in Las Vegas".
...
Mme Clémentine Barzin (MR).- Le Consumer Electronics Show de Las Vegas s’est déroulé du 5 au 7 janvier 2022. Quelque 2.000 entreprises de 119 pays y ont présenté les dernières nouveautés en matière de technologie numérique, tout particulièrement axées cette année sur les véhicules autonomes, la 5G, la santé numérique, la maison intelligente, la chaîne de blocs et l'environnement.
Ce salon très médiatisé est une vitrine pour les exposants, mais également un lieu d’échange avec des professionnels. Il constitue en outre une ouverture sur les marchés américain et international. Telles sont les raisons qui ont poussé sept jeunes entreprises et huit PME wallonnes à y exposer. Celles-ci ont bénéficié pour ce faire d'un soutien de 175.000 euros accordé par l’Agence wallonne à l'exportation et aux investissements étrangers, qui organisait une délégation.
Il y a deux ans, vous m’aviez indiqué que l’absence de soutien régional bruxellois était liée au fait que les entreprises numériques de notre Région étaient axées sur l'élaboration de logiciels destinés au commerce interentreprises et non de nouveau matériel pour le grand public. Vu les thèmes à l’honneur cette année, qui correspondent entre autres au plan NextTech.brussels, nous pouvons imaginer que la Région bruxelloise avait tout intérêt à encourager ses jeunes entreprises et PME à participer à ce salon en vue de développer leurs réseaux et activités. Cette correspondance se situe notamment au niveau de l’internet des objets ou du plan innovation d’Innoviris, qui vise la mise en œuvre de services numériques urbains comme la mobilité, l’énergie, la santé et l’habitation, dans une logique de ville intelligente et de transition économique, misant à cet effet sur l’intelligence artificielle.
Avez-vous une vue complète des domaines d'activité précis de chaque entreprise active dans le secteur numérique à Bruxelles, ce qui vous permettrait d’établir que toutes ces entreprises créent des logiciels interentreprises...
(Inaudible)
...de les désintéresser du Consumer Electronic Show ou une évolution est-elle observée depuis deux ans ? Quelles conclusions en tirez-vous ?
Combien de demandes de soutien la Région bruxelloise a-t-elle reçues d’entreprises afin de participer à l'édition 2022 de ce salon ? Quelles aides ont-elles été accordées, le cas échéant ?
Des collaborations ont-elles été organisées avec les services de la Région wallonne dans ce cadre ?
Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- De Consumer Electronics Show in Las Vegas, die de deur opent naar Amerikaanse en internationale markten, was dit jaar gewijd aan zelfrijdende voertuigen, 5G, digitale gezondheid, het slimme huis, blockchain en het milieu. Brusselse bedrijven waren er alweer afwezig, in tegenstelling tot een vijftiental Waalse bedrijven, die konden rekenen op 175.000 euro steun van het Agence wallonne à l'exportation et aux investissements étrangers. Nochtans sluiten de thema's perfect aan bij het plan NextTech.brussels en de activiteiten van Brusselse technologiebedrijven, die zich vooral bezighouden met digitale communicatie tussen bedrijven.
Hebt u een overzicht van de activiteiten van elk Brussels bedrijf in de digitale sector?
Is er meer of minder interesse in deelname aan de Consumer Electronics Show? Welke conclusies verbindt u daaraan?
Hoeveel steunaanvragen kreeg het gewest voor de deelname aan de editie van 2022? Welke ondersteuning werd er desgevallend geboden?
Hebt u samenwerking met het Waals Gewest op het getouw gezet?
Le plan 2020 de hub.brussels fait état d'un recentrage des missions à l’exportation vers l’Europe. Est-ce bien la raison de cette absence officielle au Consumer Electronics Show de Las Vegas ?
Quel est le budget 2022 des aides à l’exportation pour les codes NACE relatifs au numérique, en particulier les codes 58.2 (édition de logiciels) et 61 (télécommunications) ? Combien d’entreprises du secteur numérique sont-elles ainsi aidées ?
Pour les salons et foires de 2022, combien de stands collectifs de notre Région sont-ils prévus dans ce domaine ? Pour combien de participants, vu les limites de nombre indiquées par hub.brussels, et pour quel budget public ?
Quels sont les résultats de l’édition 2022 de l'appel à projets "Numérique et transition économique" ?
Que conservera la stratégie de transition économique de la secrétaire d’État Barbara Trachte du plan NextTech.brussels de 2017 ? Quand cette stratégie est-elle attendue ?
Dans l'édition du 5 janvier du quotidien La Libre Belgique, le responsable de l’Agence wallonne à l'exportation et aux investissements étrangers disait ne pas comprendre pourquoi la Région wallonne était la seule Région belge à être présente au Consumer Electronics Show. Au vu des ambitions de Bruxelles en matière numérique et du nombre de start-up qui éclosent dans notre capitale, je vous avoue que moi non plus. Quelle est votre ambition ?
Is de versterkte aandacht voor export in Europa in het plan 2020 van hub.brussels de reden van de Brusselse afwezigheid op de Consumer Electronics Show?
Hoeveel bedraagt het budget in 2022 ter ondersteuning van de export door bedrijven die actief zijn op het vlak van computersystemen en telecommunicatie? Hoeveel ondernemingen bereikt u daarmee?
Op hoeveel technologiebeurzen zal het Brussels Gewest vertegenwoordigd zijn, en met hoeveel bedrijven? Wat is de kostprijs?
Wat waren de resultaten van de projectoproep van 2022, met als thema digitalisering en economische transitie?
Wat neemt staatssecretaris Trachte mee van het plan NextTech.brussels van 2017 in haar strategie voor economische transitie? Wanneer mogen we die verwachten?
Waarom heeft het Brussels Gewest niet deelgenomen aan de Consumer Electronics Show, gelet op de Brusselse ambities op het vlak van digitalisering en het aantal start-ups in Brussel?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Des statistiques existent au niveau régional qui mettent en évidence les activités du secteur des technologies de l'information et de la communication (TIC) de manière globale. Ce sont les codes :
- 46.5 : commerce de gros d’équipements de l’information et de la communication ;
- 58.2 : éditeurs de logiciels ;
- 62.0 : programmation, conseils et autres activités informatiques ;
- 63.1 : traitement de données, hébergement et activités connexes ;
- 95.1 : réparation d’ordinateurs et d’équipements.
Je ferai parvenir au secrétaire de commission un graphique indicatif du type d'activités liées aux codes NACE et le nombre d'entreprises par catégorie.
On sait aussi que les codes NACE ne sont souvent pas représentatifs de l’activité réelle de l’entreprise, car c’est elle qui les choisit lors de sa création, sans connaître la philosophie ayant présidé à la constitution de la classification.
Par ailleurs, les codes NACE ne permettent plus d’évaluer les activités du secteur des TIC avec précision, notamment parce que le numérique s’intègre dans tous les secteurs, avec des applications dédiées qui se retrouvent dans le code du secteur concerné. Les données ci-dessus ne font donc que livrer un aperçu, sans permettre d’apprécier finement les types d’activités concernées. Nous ne connaissons pas chacune des activités du secteur numérique dans la Région. La fédération professionnelle et son centre de recherche étudient l’évolution des entreprises, sans toutefois pouvoir cerner le secteur de manière exhaustive.
Aucune entreprise n’a exprimé à hub.brussels le souhait de participer à l'édition 2022 du Consumer Electronics Show (CES), et Bruxelles Économie et emploi n’a reçu aucune demande de subvention pour la participation à cet événement en tant qu’exposant.
Chaque année, en septembre environ, les trois Régions se concertent pour aligner leurs plans d’action internationaux pour l’année qui suit. Le CES figure bien dans le plan d’action de la Région wallonne, mais pas dans ceux des Régions bruxelloise et flamande.
Dans le cadre de l’accord de coopération interrégionale, des entreprises bruxelloises pourraient exposer à prix coutant sur le stand wallon, s’il y reste de la place. Jusqu’à présent, aucune entreprise bruxelloise n'en a cependant fait la demande.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Als we afgaan op de NACE-codes, telt het Brussels Gewest groothandels in informatie- en communicatieapparatuur, uitgeverijen van software, bedrijven die computerprogramma's ontwerpen, consultancy en aanverwante activiteiten ontplooien, bedrijven die actief zijn op het vlak van gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten, en reparateurs van computers en apparatuur. De NACE-code is echter niet altijd een adequate omschrijving. We kunnen dus niet precies zeggen op welk deelgebied Brusselse IT-bedrijven precies actief zijn.
Geen enkele onderneming heeft hub.brussels verzocht om deel te kunnen nemen aan de Consumer Electronics Show van 2022, noch heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid een aanvraag tot financiële ondersteuning ontvangen.
Jaarlijks stemmen de drie gewesten in september hun internationale actieplannen voor het daaropvolgende jaar op elkaar af. De Consumer Electronics Show stond niet op de agenda van het Brussels Gewest en evenmin op die van het Vlaams Gewest, maar wel op die van het Waals Gewest.
Bovendien mogen Brusselse bedrijven in het kader van interregionale samenwerking tegen betaling op een Waalse stand tentoonstellen, als er tenminste nog plaats is. Tot nu toe heeft geen enkel Brussels bedrijf echter daartoe een aanvraag gedaan.
Le plan d’action international de hub.brussels prévoit bien des actions en Amérique du Nord, qui correspondent à la demande des entreprises bruxelloises. C’est le manque d’intérêt du secteur bruxellois pour le CES qui explique pourquoi il n'y figure pas.
Vu le coût de l’organisation d’un stand collectif à de tels salons, hub.brussels veut en effet être sûre d'avoir une masse critique suffisante, c'est-à-dire au moins cinq entreprises participantes. Ce manque d’intérêt peut s’expliquer par le fait que le CES est un salon grand public qui, comparé à des salons interentreprises, a un retour sur investissement beaucoup moins important.
Le budget des aides à l’exportation n’est pas spécifiquement alloué par secteur d’activité mais vaut pour l’ensemble des secteurs admis. En 2019, trois entreprises disposant du code NACE 58.2 ou 61 comme activité principale se sont vu octroyer 8 dossiers, sur 893 dossiers octroyés, pour un montant total de près de 26.000 euros.
Compte tenu de l’impact de la crise sanitaire sur les demandes de subsides de promotion du commerce extérieur - diminution du nombre de dossiers introduits de l’ordre de 60 % par rapport à une année normale - et à des fins de validité interne des données, ces chiffres sont basés sur l’année 2019.
Pour 2022, le plan d’action international de hub.brussels prévoit l’organisation d’un stand collectif sur douze foires dans le domaine numérique. Je transmettrai les dates exactes au secrétariat de la commission, mais il s'agit des foires de Barcelone, Londres, Hanovre, Paris, Amsterdam, San Francisco, Dubaï, Lisbonne, Singapour et Helsinki.
Pour les résultats de l’appel à projets "Numérique et transition économique", je me permets de vous renvoyer à la réponse de Mme Trachte à la question écrite n° 496 de M. Chahid. Vous pourrez y trouver l’ensemble des informations relatives aux lauréats dans les quatre axes que recouvrait l’appel à projets.
La nouvelle stratégie numérique pour les entreprises sera en effet reprise dans la stratégie régionale de transition économique et s’appuie sur le plan Next Tech et son évaluation. Cette stratégie est en phase de consultation, avant son adoption au début du deuxième trimestre 2022.
In het internationale actieplan van hub.brussels komt de Noord-Amerikaanse markt wel degelijk ter sprake, conform de verwachting van Brusselse bedrijven. Dat we niet deelnemen aan de Consumer Electric Show van 2022, is vooral te wijten aan het gebrek aan belangstelling vanwege de bedrijven. Dat komt wellicht omdat die beurs veeleer gericht is op het grote publiek dan op ondernemingen. Hub.brussels gaat pas over tot actie als minstens vijf bedrijven interesse tonen.
In 2019 ontvingen drie IT-ondernemingen voor hun acht aanvragen financiële steun ten belope van 26.000 euro. U moet er wel rekening mee houden dat er 60% minder aanvragen voor exportsubsidies werden ingediend als gevolg van de gezondheidscrisis.
Conform het internationale actieplan van hub.brussels zullen we in 2022 deelnemen aan twaalf IT-beurzen. Ik bezorg het secretariaat de gedetailleerde informatie. Voor de resultaten van de projectoproep over digitalisering en economische transitie verwijs ik naar het antwoord van staatssecretaris Trachte op de schriftelijke vraag van de heer Chahid.
De nieuwe digitale strategie van het gewest, die wordt opgenomen in de gewestelijke strategie betreffende economische transitie, is gebaseerd op het plan NextTech.brussels en zou na de consultatierondes tegen het begin van het tweede kwartaal van dit jaar klaar moeten zijn voor goedkeuring.
Mme Clémentine Barzin (MR).- Je rejoins votre analyse, M. le secrétaire d'État, et vous remercie pour votre réponse détaillée.
J'entends que, au vu de la multiplicité des métiers des technologies de l'information et de la communication, une analyse extrêmement fine du commerce interentreprises et commerce grand public n'a pas encore pu être réalisée. J'aimerais dès lors encourager le gouvernement à s'outiller davantage pour mieux connaître le tissu. Cela lui permettrait d'être plus proactif, de ne pas attendre que les demandes des secteurs lui parviennent, mais de leur montrer spontanément les possibilités qui s'offrent à eux, au travers notamment des soutiens publics qui existent. Vous nous parlez ainsi d'une présence possible sur le stand de la Région wallonne, mais comment cette possibilité a-t-elle été communiquée aux entreprises bruxelloises ?
Vous nous dites également qu'il faut une masse critique pour lancer l'action au départ de Bruxelles. Quelle communication est-elle faite pour encadrer ce genre de demande, voire l'anticiper ? Je m'attendais à un peu plus de proactivité quand je parlais d'ambition. Il est étonnant que la Région wallonne nous devance à ce point, alors que le secteur numérique en général est pointu et très présent à Bruxelles.
J'ai bien pris note des délais proposés par Mme Trachte concernant sa stratégie de transition.
Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- Ik dring erop aan dat u een meer gedetailleerde analyse maakt van de activiteiten van de IT-bedrijven. Met die gegevens kunt u de exportmogelijkheden en steunmaatregelen proactief onder de aandacht brengen van de betrokken bedrijven. Zijn Brusselse bedrijven er bijvoorbeeld van op de hoogte dat zij tijdens sommige beurzen op een stand van het Waals Gewest hun aanbod kunnen promoten?
Ik verwacht een proactiever beleid, des te meer omdat u pas tot actie overgaat wanneer voldoende bedrijven belangstelling tonen.
Ten slotte heb ik kennisgenomen van de door staatssecretaris Trachte voorgestelde planning voor haar strategie.
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- La collaboration entre les trois Régions est très bonne en la matière, et les entreprises le savent. Quand elles veulent y participer et que Bruxelles n'est pas présente, elles se tournent vers le stand wallon et inversement, les Wallons s'adressent parfois à nos stands. Il n'y a donc pas vraiment d'inquiétude à avoir. Nous constatons simplement que personne ne souhaite aller au congrès de Las Vegas.
M. le président.- M. le ministre, nous aurions pu envisager que quelques parlementaires, dont Mme Barzin, vous et moi, s'y rendent. Nous avons en effet beaucoup d'idées. Il est certes arrivé que le parlement refuse, mais cela pourrait être intéressant.
- L'incident est clos.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- De Brusselse bedrijven zijn zeer goed op de hoogte van de samenwerking tussen de drie gewesten en staan wel vaker op stands van andere gewesten en vice versa. Er was gewoon geen enkel Brussels bedrijf geïnteresseerd in deelname aan de Consumer Electronics Show.
De voorzitter.- Mijnheer de minister, we hadden er met enkele parlementsleden aanwezig kunnen zijn.
- Het incident is gesloten.
aanwerving personen met gerechtelijk verleden
+
Traduction
Sync
Agenda
Orateurs