Logo Parlement Buxellois

Commission des Finances: réunion du 17 octobre 2022

15:52 § 103 → Vidéo
Partager

Présidence : Mme Marie Lecocq, première vice-présidente.

Voorzitterschap: mevrouw Marie Lecocq, eerste ondervoorzitter.

Partager
15:52 § 105 → Vidéo
Partager

Demande d'explications de Mme Alexia Bertrand

à M. Sven Gatz, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique, de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles,

et à M. Bernard Clerfayt, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Emploi et de la Formation professionnelle, de la Transition numérique, des Pouvoirs locaux et du Bien-être animal,

concernant le recours aux titres à impact social (social impact bonds).

Mme la présidente.- En l'absence de Mme Alexia Bertrand, sa demande d'explications est lue par Mme Latifa Aït Baala.

Vraag om uitleg van mevrouw Alexia Bertrand

aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,

en aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

betreffende het gebruik van social impact bonds.

Mevrouw de voorzitter.- Bij afwezigheid van mevrouw Alexia Bertrand wordt de vraag om uitleg door mevrouw Latifa Aït Baala voorgelezen.

Partager
15:52 § 107 → Vidéo
Partager

Mme Latifa Aït Baala (MR).- Il y a plus de douze ans, les premiers titres à impact social ont fait leur apparition dans les pays anglo-saxons. Pour mémoire, ce mécanisme de capital-risque consiste à faire appel à des investisseurs privés pour financer des projets innovants visant à contribuer de manière mesurable à la résolution de problématiques dont le coût social est connu : chômage, criminalité, sans-abrisme, etc.

En 2014, Actiris a été pionnière au niveau européen en recourant aux titres à impact social pour le programme Duo for a job. Depuis lors, deux autres projets recourant aux titres à impact social ont été développés par Actiris : celui basé sur la méthode « intervention sur l'offre et la demande », lancé à Forest en 2018 et représentant un montant de 2,3 millions d’euros pour cinq ans ; ou encore le projet associant Actiris et BeCode en juin 2020, permettant d’injecter 2,1 millions d’euros jusqu'en 2025 afin d’inciter davantage de femmes et de personnes issues de l’immigration à participer aux programmes de formation en codage.

Par ailleurs, le directeur général de finance&invest.brussels plaidait en janvier 2021 pour un recours plus important à ce mécanisme de financement, qu’il considère comme une opération gagnant-gagnant pour l’ensemble des acteurs. Quels sont les projets régionaux actuellement financés via des titres à impact social ? Pouvez-vous citer les montants investis et les indicateurs d’évaluation retenus ?

Quelles sont les conclusions des évaluations des projets qui ont été menés ? Les résultats de certains projets ont-ils été inférieurs au groupe de contrôle ?

Quels ont été les évaluateurs indépendants retenus pour chaque projet ? Quel impact social a-t-il été mesuré par ce mécanisme et avec quel impact budgétaire pour la Région ? Avez-vous prévu de financer d’autres initiatives par ce mécanisme ? Si non, pourquoi ? Quelle est la position de votre gouvernement quant à un recours accru à ce mécanisme de financement ? Avez-vous étudié les gains générés pour la Région dans le cadre d’un recours audit mécanisme de financement ?

Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Het systeem van sociale-impactobligaties ontstond twaalf jaar geleden in de Angelsaksische landen. Het gaat om een mechanisme waarbij privé-investeerders met risicokapitaal innoverende projecten financieren die oplossingen bieden voor problemen met een hoge sociale kost, zoals werkloosheid of criminaliteit.

In 2014 voerde Actiris als eerste in Europa sociale-impactobligaties in voor het programma Duo for a job. Sindsdien heeft het ze voor nog twee andere projecten gebruikt.

In januari 2021 pleitte de algemeen directeur van finance&invest.brussels voor een ruimer gebruik van het financieringmechanisme, dat volgens hem voor alle betrokken partijen voordelen biedt. Welke gewestprojecten worden momenteel via sociale-impactobligaties gefinancierd? Welke bedragen werden geïnvesteerd en wat zijn de evaluatie-indicatoren?

Welke conclusies leverden de evaluaties van afgelopen projecten op? Presteerden bepaalde projecten slechter dan die uit de controlegroep?

Welke zelfstandige evaluatoren werden er per project gekozen? Welke sociale impact had het mechanisme en wat was de financiële impact voor het gewest? Wilt u andere initiatieven financieren via het mechanisme? Indien niet, waarom niet? Hoe staat u tegenover een ruimer gebruik van sociale-impactobligaties? Onderzocht u de winst die ze voor het gewest opleveren?

Partager
15:55 § 109 → Vidéo
Partager

M. Sven Gatz, ministre.- Deux projets basés sur les titres à impact social sont en effet en cours chez Actiris.

Le premier est intitulé « Retour à l’emploi des chômeurs de longue durée » et court de l'automne 2018 à l'automne 2022. Son objectif est d'étendre l’offre de service « intervention sur l'offre et la demande » sur l’ensemble du territoire de la Région bruxelloise. Cette méthodologie développe un ensemble de stratégies de médiation et de soutien visant à améliorer l’intégration professionnelle durable de publics en situation précaire et stigmatisés - chercheurs d'emploi peu qualifiés et/ou en situation de chômage de longue durée -, et à éviter toute discrimination à l’embauche.

Les indicateurs sont les suivants :

- l'accompagnement de 710 chercheurs d’emploi de longue durée et la mise à l’emploi pour au moins 90 jours consécutifs durant l’année qui suit l’entrée dans le processus d’accompagnement ;

- la comparaison avec un groupe de contrôle. Autrement dit, le nombre de remises à l’emploi n’est pas préalablement déterminé. Le résultat est évalué sur la base d’un ratio entre la cohorte expérimentale et le groupe de contrôle. C'est ce taux de réinsertion (sortie vers un emploi) qui détermine le remboursement.

Le second projet est intitulé « Insertion professionnelle par la formation au numérique des chercheurs d’emploi bruxellois » et porté par l’asbl BeCode. Il a débuté en décembre 2019 et prendra fin en juin 2025. Son objectif est d'augmenter la probabilité d’insertion sur le marché de l’emploi des populations identifiées comme prioritaires, vu la difficulté de les remettre à l'emploi, en leur proposant une formation de sept mois à la programmation.

L'indicateur est l'accompagnement de 450 chercheurs d'emploi, dont au moins 30 % de femmes et 25 % de ressortissants hors Union européenne, avec un taux de mise à l’emploi d'au moins 63 % (seuil minimal de rentabilité du projet) pour l’ensemble des bénéficiaires qui auront terminé leur formation.

Chacun de ces deux projets basés sur les titres à impact social bénéficie d’une enveloppe totale de 2,5 millions d'euros pour sa mise en œuvre durant cinq ans.

De heer Sven Gatz, minister.- Actiris heeft inderdaad twee projecten op basis van social impact bonds. Het eerste loopt van het najaar 2018 tot het najaar 2022 en is erop gericht om langdurig werklozen weer aan het werk te krijgen via een uitbreiding van de bemiddelings- en ondersteuningsdiensten voor een betere arbeidsintegratie en ter voorkoming van discriminatie bij de aanwerving.

De indicatoren zijn de volgende:

- begeleiding van 710 werkzoekenden en tewerkstelling van minstens 90 opeenvolgende dagen in het jaar volgend op de begeleiding;

- vergelijking met een controlegroep.

Het tweede project draait om digitale vaardigheden. Het startte in december 2019 en loopt tot juni 2025. Het doel is de kansen op een job bij als prioritair beschouwde groepen te vergroten.

De indicator bij dat project is de begeleiding van 450 werkzoekenden, van wie minstens 30% vrouwen en 25% personen die van buiten de EU afkomstig zijn, met een tewerkstellingsgraad van minstens 63% voor alle deelnemers die hun opleiding hebben afgerond.

Voor elk van de twee projecten is er een totaalbedrag van 2,5 miljoen euro.

Partager
15:58 § 111 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

De eerste social impact bond (SIB), die samen met de non-profitorganisatie DUO for a JOB werd uitgewerkt, werd in de evaluatie van het onderzoekscentrum Spiral van de universiteit van Luik succesvol genoemd, aangezien er 322 werkzoekenden begeleiding kregen, terwijl er op minimaal 310 begeleide personen werd gemikt. Het gemiddelde uitstroompercentage naar werk bedroeg 41,7%, terwijl dat bij de controlegroep slechts 32,5% was. Actiris trok 356.800 euro uit voor het project. De uiteindelijke kosten voor het gewest bedroegen 402.801 euro.

Voorts kon dankzij het mechanisme van de sociale obligaties de mentormethode worden getest zonder risico's voor de belastingbetaler. Aangezien het project de voordelen van dat soort steun heeft aangetoond, heeft Actiris er een structurele en permanente maatregel van gemaakt.

De tweede SIB wordt uitgevoerd met de mission locale van Vorst. Ook daarvoor werd hetzelfde onderzoekscentrum van de universiteit van Luik via een overheidsopdracht geselecteerd als externe beoordelaar. De evaluatiemethode berust op tussentijdse evaluaties per jaarcohort. Er werden al vier evaluatieverslagen ingediend en de eindevaluatie is gepland voor november 2023.

De derde SIB wordt uitgevoerd met de vzw BeCode. De externe beoordelaar is Idea Consult en die zal in mei 2023 een evaluatieverslag indienen.

(poursuivant en néerlandais)

Le premier titre à impact social a été qualifié de réussite dans l'évaluation effectuée par l'université de Liège : le taux moyen de sortie vers le travail était de 41,7 %, contre seulement 32,5 % dans le groupe témoin. Actiris a d'ailleurs fait du projet une mesure structurelle et permanente.

Le deuxième titre à impact social est mis en œuvre avec la mission locale de Forest. Quatre rapports d'évaluation ont déjà été déposés, et l'évaluation finale est prévue pour novembre 2023.

Le troisième titre à impact social est mis en œuvre avec l'ASBL BeCode. L'évaluateur externe remettra son rapport d'évaluation en mai 2023.

Partager
15:59 § 113 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Le recours aux obligations à impact social permet d'élaborer et de tester des concepts innovants sans en prendre le risque ; si une méthode s'avère fructueuse, elle peut être développée et intégrée aux opérations régulières. Il permet aussi d'exploiter des fonds privés à un moment où les finances publiques sont - comme nous le savons tous - sous pression.

Bien entendu, en cas de succès, l'investissement privé doit être remboursé. Ce faisant, un rendement raisonnablement élevé pour les investisseurs doit également être assuré. Toutefois, ce rendement peut être absorbé si l'intervention innovante a un prix de revient inférieur à celui d'une intervention traditionnelle. Si les objectifs sociaux prédéfinis ne sont pas atteints, le gouvernement ne doit rien payer.

Quant aux gains générés pour la Région, ils sont différents selon chaque projet puisque l’échelle de rendement et le seuil de rentabilité sont calculés spécifiquement pour chaque projet et en fonction de la problématique sociale. Il revient à chaque ministre d'examiner, dans le cadre de son domaine d'action, si certains défis sociétaux pourraient être relevés grâce au financement par le biais des obligations à impact social.

(verder in het Frans)

Met sociale-impactobligaties is het mogelijk om vernieuwende concepten te testen zonder het risico ervan te moeten dragen. Ze zorgen ook voor private kapitaalinbreng op een ogenblik waarop de overheidsfinanciën onder druk staan.

Bij succes moet de privé-investering worden terugbetaald en moeten de investeerders op een redelijk rendement kunnen rekenen. Als de sociale doelstellingen niet worden gehaald, betaalt de regering niets.

De winst voor het gewest verschilt naargelang van het project. Elke minister moet binnen zijn actiegebied bekijken voor welke maatschappelijke uitdagingen een financiering via sociale-impactobligaties nuttig kan zijn.

Partager
16:01 § 115 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Het project kan zeker worden voortgezet, maar we kunnen het niet zomaar in alle sectoren invoeren.

(poursuivant en néerlandais)

Le projet peut certainement être poursuivi dans certains secteurs.

Partager
16:01 § 117 → Vidéo
Partager

Mme Latifa Aït Baala (MR).- Les titres à impact social s'inscrivent dans le cadre de la finance durable. Si ce mécanisme n'est pas sans risques, il est toutefois vertueux et devrait aboutir, lorsqu'il est bien ficelé, à une situation gagnant-gagnant pour l'ensemble des acteurs, publics comme privés.

Comme vous le savez, ces partenariats importent beaucoup pour mon groupe, et plus particulièrement pour ma collègue Mme Alexia Bertrand. Ils répondent en effet à des problématiques sociales préoccupantes pour notre Région, minée par une série de fractures sociales. À travers les exemples que vous venez de nous donner, je constate que les objectifs en matière d'emploi sont notamment atteints.

Pouvez-vous me confirmer que, lorsqu'il est question d'évaluation, il s'agit bien, dans tous les cas de figure, d'une évaluation externe ? Cela me semble en effet très important, dans le cadre de ces titres à impact social.

- L'incident est clos.

Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Hoewel het systeem niet vrij van risico's is, biedt het alle betrokken partijen voordelen. De MR hecht veel belang aan partnerschappen tussen de overheid en private spelers. Ze bieden immers oplossingen voor zorgwekkende maatschappelijke problemen. Uit de voorbeelden die u gaf, leid ik af dat de doelstellingen inzake tewerkstelling alvast worden gehaald.

Voert een externe speler de evaluaties uit?

- Het incident is gesloten.

Partager
16:03 § 121 → Vidéo
Partager

Demande d'explications de Mme Alexia Bertrand

à M. Sven Gatz, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique, de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles,

concernant l'état d'avancement du projet d'optimisation de la performance et de la transition institutionnelle (Optiris).

Demande d'explications jointe de M. Emmanuel De Bock

concernant le plan Optiris.

Mme la présidente.- En l'absence de Mme Alexia Bertrand, sa demande d'explications est lue par Mme Latifa Aït Baala.

Vraag om uitleg van mevrouw Alexia Bertrand

aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,

betreffende de stand van de vorderingen van het project "optimalisering van de processen en een institutionele transitie (Optiris)".

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Emmanuel De Bock,

betreffende het plan Optiris.

Mevrouw de voorzitter.- Bij afwezigheid van mevrouw Alexia Bertrand wordt haar vraag om uitleg door mevrouw Latifa Aït Baala voorgelezen.

Partager
16:03 § 125 → Vidéo
Partager

Mme Latifa Aït Baala (MR).- Le 10 août dernier, la presse faisait état d'une forme d’avancée dans le plan d’optimisation de la performance et de la transition institutionnelle (Optiris). À cet égard, nous apprenions qu’un groupe de travail composé de fonctionnaires dirigeants avait été mis en place à l'initiative du gouvernement afin de se pencher sur les différentes pistes et atteindre annuellement 60 millions d’euros d’économies, et ce, dès 2023. Une centaine de mesures auraient été listées dans cinq domaines : la gouvernance, la gestion des bâtiments, les ressources humaines, la gestion des achats et la politique budgétaire, comptable et de contrôle.

Cependant, il semblerait que toutes ces mesures ne font pas l’objet d’un consensus parmi les fonctionnaires dirigeants. Au vu des informations parues dans la presse, il apparaît que peu de mesures relevant de la rationalisation ont été retenues.

Soyons de bon compte : la Région bruxelloise compte trop de structures, ce qui engendre des doublons, un manque de clarté et de transparence aux yeux du citoyen et, inévitablement, une forme de gaspillage de l’argent public. Jamais, hormis sous la dernière législature, autant de structures n’ont été créées en Région bruxelloise. Une étude indépendante de la VUB fait même état d’un paradoxe entre la volonté de simplification des procédures administratives annoncées par l’ancien gouvernement et la multiplication ainsi que la complexification des institutions : organismes d'intérêt public, cellules, agences, observatoires, services, référents, plateformes, etc.

Le plan Optiris, qui est un bon projet, doit mettre en œuvre des mesures à court, moyen et long termes. Il s'agit notamment d'aborder - sans langue de bois - la norme de remplacement du personnel à côté d’autres mesures de mutualisation et permettant des économies d’échelle ainsi que la mise en œuvre des recommandations relatives aux examens des dépenses.

Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Een door de regering geïnstalleerde werkgroep van leidende ambtenarenregering heeft in het licht van Optiris, het optimalisatieproject van de Brusselse instellingen, een honderdtal maatregelen voorgesteld om vanaf 2023 jaarlijks 60 miljoen euro te besparen op bestuurstaken, het beheer van gebouwen, de HR en allerlei budgetposten. Over veel optimalisatiemaatregelen blijkt echter onenigheid te bestaan, waardoor ze niet zijn aangenomen.

Ons gewest heeft te veel instellingen. Dat veroorzaakt dubbel werk, is voor de burger erg onduidelijk en is geldverspilling. Tijdens deze en de vorige legislatuur zijn recordaantallen instellingen opgericht. De vorige regering wilde procedures vereenvoudigen, maar richtte net meer instellingen op, zo blijkt uit onderzoek van de VUB.

Optiris is een goed initiatief. Het moet maatregelen op de korte, middellange en lange termijn bevatten. De norm voor personeelsvervanging moet op de schop. Waar mogelijk, moeten kosten worden gedeeld door schaalvergroting en de aanbevelingen over de uitgavencontrole moeten worden uitgevoerd.

Partager
16:05 § 127 → Vidéo
Partager

Il ressort de l’article de presse que peu de mesures ont été chiffrées et qu’un travail approfondi doit encore être mené. Or, on le sait, l’état des finances régionales n’est pas au beau fixe et le vote du budget 2023 arrive à grands pas.

Quelles mesures ont été retenues par le gouvernement dans le cadre du plan Optiris ? Pouvez-vous ventiler le montant estimé pour les mesures retenues ? Confirmez-vous qu’aucune rationalisation n’aura lieu ? Qu’en est-il de la norme de remplacement, est-ce que celle-ci sera unilatérale dans tous les départements ? Quels facteurs sont pris en considération ?

Pourquoi le gouvernement a-t-il uniquement demandé aux fonctionnaires dirigeants de lister les mesures et n’a pas fait le choix d’être assisté par un organisme externe, afin d’évaluer les économies possibles en y associant, évidemment, les fonctionnaires dirigeants ? Confirmez-vous que si aucun consensus n’est trouvé, une coupe linéaire sera effectuée dès l’année prochaine ?

Er zijn nog grondigere analyses nodig. Zo zijn weinig maatregelen becijferd volgens de pers. Ondertussen staan de gewestelijke financiën er niet goed voor en nadert de begrotingsbespreking voor 2023 met rasse schreden.

Welke maatregelen hebt u aangenomen? Hoeveel geld wordt er bespaard? Klopt het dat er van optimalisering niets in huis komt? Zal de vervangingsnorm overal gelijk worden toegepast? Welke factoren werden in rekening gebracht?

Waarom heeft de regering de lijst met maatregelen enkel door leidende ambtenaren laten opstellen, zonder hulp van buitenaf? Als er geen consensus wordt bereikt, komen er vanaf volgend jaar dan lineaire besparingen?

Partager
16:06 § 129 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Ainsi que vous nous l’avez expliqué lors des débats parlementaires consacrés à l’ajustement budgétaire du printemps dernier, la crise sanitaire et l’inflation galopante induite par la flambée des prix de l’énergie ont toutes deux entraîné une détérioration de l’état des finances publiques de la Région.

Ayant pris conscience de l’impérieuse nécessité de limiter l’ampleur des déficits budgétaires et de maîtriser l’endettement, le gouvernement bruxellois a décidé d’entreprendre une réforme visant à réduire structurellement le coût global de l’appareil administratif régional.

Plutôt que d’adopter de simples mesures d’économie linéaires, l’exécutif régional s’est attaché à concevoir un plan baptisé Optiris (optimisation de la performance et de la transition institutionnelle). Ce plan a pour objet de rationaliser la gestion de l’administration publique régionale entendue au sens large. En principe, il devrait permettre à la Région de réaliser des économies structurelles de 60 millions d’euros dès 2023 et de 120 millions d’euros dès 2024.

Dans le cadre de l’élaboration de la stratégie Optiris, le gouvernement a constitué un groupe de travail composé de fonctionnaires dirigeants et l’a chargé de proposer des mesures susceptibles de faire baisser les dépenses publiques afférentes à l’administration régionale bruxelloise.

Un article publié dans L’Écho le 11 août 2022 nous apprenait qu’en juillet dernier, le groupe de travail avait soumis au gouvernement plus d’une centaine de propositions dans les cinq domaines suivants : gouvernance, politique des ressources humaines, gestion des achats, occupation des bâtiments, politique budgétaire, politique comptable et de contrôle.

L’exécutif régional a sélectionné certaines de ces pistes de rationalisation avant les vacances parlementaires estivales, il devait ensuite les examiner de façon plus approfondie afin de pouvoir en estimer l’impact budgétaire potentiel. D’après le quotidien L’Écho, le gouvernement travaillerait notamment à un projet de mutualisation des services de support transversaux : informatique, traduction, comptabilité, audit interne, etc.

S’agissant de la gestion des ressources humaines, l’une des mesures retenues consisterait à réaliser une cartographie complète des flux de personnel aux fins d’élaborer un plan de personnel global pour l’ensemble des entités administratives consolidées. Les résultats de cette analyse aideraient également le gouvernement bruxellois à fixer une norme de remplacement du personnel.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- De gewestelijke financiën hebben zwaar te lijden onder de gezondheidscrisis en de losgeslagen inflatie. Om het gat in de begroting te dichten en de schuldenlast te beperken, heeft de regering een hervorming goedgekeurd dat de kosten van de gewestelijke administratie structureel moet verminderen.

Het plan Optiris moet een structurele besparing van 60 miljoen euro opleveren vanaf 2023 en 120 miljoen euro vanaf 2024.

De regering richtte een werkgroep van leidend ambtenaren op die maatregelen moet voorstellen om de uitgaven in de gewestelijke administratie te verminderen.

Volgens een artikel in L'Echo van 11 augustus 2022 deed de werkgroep in juli meer dan honderd voorstellen op het vlak van bestuur, personeelsbeleid, aankoopbeheer, bezetting van gebouwen, begrotingsbeheer en boekhouding.

De regering zou voor het zomerreces enkele rationaliseringsopties hebben geselecteerd en de begrotingsimpact ervan onderzoeken, waaronder de samenvoeging van de ondersteunende diensten als IT, vertaling, boekhouding en interne audit. Daarnaast zouden alle personeelsstromen in kaart worden gebracht om een globaal personeelsplan voor alle administratieve diensten op te stellen en een norm voor de vervanging van personeel te kunnen vaststellen.

Partager
16:09 § 131 → Vidéo
Partager

Toujours selon L’Écho, le plan Optiris comporterait d’autres mesures comme la rationalisation de la politique des subsides à travers la création d’une plateforme de gestion informatique commune, la réduction de la surface totale des espaces de bureaux, la centralisation des archives des différents services régionaux, l’optimisation de la flotte automobile, le développement d’une politique régionale d’achat imposant le recours à des centrales d’achat ou encore un renforcement de la coordination des actions de communication à l’échelle régionale. En revanche, le gouvernement bruxellois et les fonctionnaires dirigeants n’auraient pas étudié la possibilité de fusionner certains départements de l’administration régionale ou certains organismes d’intérêt public pararégionaux.

Pourriez-vous nous présenter de façon détaillée les propositions que le groupe de travail composé des fonctionnaires dirigeants a soumises au gouvernement en vue de lui permettre de rationaliser la gestion ou le fonctionnement de l’administration régionale bruxelloise ?

Pourriez-vous passer en revue les différentes mesures de rationalisation qui ont finalement été retenues par le gouvernement et qui figureront donc dans le plan Optiris ?

Pourriez-vous nous fournir, pour chacune des mesures reprises dans le plan, une estimation du montant annuel des économies structurelles qui seraient réalisées par la Région ?

Le gouvernement a-t-il déjà pu arrêter une norme de remplacement du personnel ?

Pourriez-vous également nous citer les pistes de rationalisation qui ont été suggérées par les fonctionnaires dirigeants, mais qui n’ont finalement pas été retenues par le gouvernement dans le cadre de la stratégie Optiris ? Pourquoi ces pistes ont-elles été écartées ?

Par ailleurs, pourriez-vous nous exposer les raisons qui ont conduit le gouvernement et les fonctionnaires dirigeants à ne pas explorer la piste d’une fusion de certaines entités administratives ou de certains organismes d’intérêt public pararégionaux ?

Daarnaast zou er in Optiris sprake zijn van een rationalisering van het subsidiebeleid dankzij een gemeenschappelijk beheersplatform, een vermindering van de kantoorruimte, een centralisering van de archieven, een optimalisering van het wagenpark en de ontwikkeling van een gewestelijk aankoopbeleid. Maar of bepaalde administraties of instellingen van openbaar nut kunnen worden samengevoegd, werd niet onderzocht.

Kunt u ons een gedetailleerd overzicht geven van de voorstellen van de werkgroep?

Welke maatregelen heeft de regering uiteindelijk in Optiris opgenomen? Kunt u ons voor elke maatregel een raming van de jaarlijkse structurele besparing geven? Welke voorstellen hebben het niet gehaald? Waarom niet?

Heeft de regering al een norm voor de vervanging van personeel vastgesteld?

Waarom werd de mogelijkheid niet bestudeerd om bepaalde administraties of instellingen van openbaar nut samen te voegen?

Partager
16:10 § 133 → Vidéo
Partager

De heer Juan Benjumea Moreno (Groen).- De regering is eindelijk van plan om de Brusselse administratie te vereenvoudigen. Dat was hoognodig, want de voorbije jaren zijn er gigantisch veel gewestelijke overheidsdiensten en -gebouwen bij gekomen.

De hele Gewestelijke Overheidsdienst Brussel heeft intussen onderdak gevonden in de Iris Tower, maar urban.brussels huist op de Kunstberg en talent.brussels houdt kantoor aan de Emile Jacqmainlaan. Die laatste twee zijn recent opgerichte organisaties die over aparte kantoorruimte wensten te beschikken.

Verder zijn er zesentwintig instellingen van openbaar nut en parastatale instellingen op tweeëntwintig locaties gevestigd. Op dat niveau is er dus geen sprake van rationalisatie. Actiris zit in de Sterrenkundelaan, hub.brussels in de Charleroisesteenweg, het Brussels Waarborgfonds in de de Stassartstraat en Brupartners in de Bischoffsheimlaan. Er zijn nochtans heel wat organisaties die taken en stakeholders delen, waardoor het zinvol zou zijn om ze in hetzelfde kantoorgebouw onder te brengen.

Hetzelfde geldt voor de kabinetten, die op vier verschillende locaties kantoor houden. Dat heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de huurprijs, maar ook voor de beheerskosten, omdat er meerdere contracten voor huur, logistiek, IT enzovoort aan te pas komen.

Wanneer zult u de zesentwintig locaties van kabinetten en instellingen reduceren? Hoeveel zullen er uiteindelijk overblijven? Er zou een plan zijn om de administraties niet samen te voegen, maar om ze thematisch te groeperen. Hoe zal dat in z'n werk gaan? Destijds werden Brussel Financiën en Begroting en Brussel Fiscaliteit gesplitst, waarna Brussel Fiscaliteit een aparte administratie is geworden.

Op federaal niveau houdt de FOD Financiën zich zowel met begroting en financiën als met belastingen bezig. Aparte gewestelijke administraties hebben een aparte humanresourcesafdeling en een apart facilitymanagement. Zijn er plannen om verder te gaan dan een thematische groepering en ook schaalvergroting te bewerkstelligen?

Hetzelfde probleem geldt voor perspective.brussels, urban.brussels en de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting , allemaal administraties binnen hetzelfde bevoegdheidsdomein, die niet alleen elk een eigen locatie hebben, maar ook een erg verschillende structuur. Een dergelijke geldverspilling kunnen we ons niet permitteren.

M. Juan Benjumea Moreno (Groen).- Je me réjouis que le gouvernement ait enfin prévu de simplifier l'administration bruxelloise.

En revanche, Bruxelles compte 26 organismes d'intérêt public et institutions parastatales répartis sur 22 sites. De nombreuses organisations ou cabinets partageant des tâches et des parties prenantes, il serait pourtant logique de les loger dans un même immeuble. Cela permettrait de réduire non seulement le loyer, mais aussi les coûts de gestion.

Quand réduirez-vous le nombre d'emplacements des cabinets et institutions ? Il s'agirait ne s'agirait pas de fusionner les administrations, mais de les regrouper par thème. Comment procéderez-vous ?

Les administrations régionales disposent de départements de ressources humaines et de gestion des installations séparés. Est-il prévu d'aller au-delà du regroupement thématique ?

Le même problème se pose pour les trois administrations compétentes dans le domaine de l'urbanisme et de l'aménagement du territoire, chacune ayant non seulement son propre emplacement, mais aussi une structure très différente. C'est une dépense inutile que nous ne pouvons pas nous permettre.

Partager
16:14 § 135 → Vidéo
Partager

M. John Pitseys (Ecolo).- Plusieurs études montrent que la fonction d'exécution de la décision publique n'est qu'une de celles que l'administration remplit et que les autres fonctions, entre autres le consensus social, l'appropriation de la décision, la distribution partisane des influences, diminuent parfois sa capacité à remplir la première.

C'est compte tenu de ces contraintes parfois très touffues que le plan Optiris vise à simplifier et à rationaliser notre administration publique régionale. Ce plan trouve notamment ses racines dans une série de décisions récentes. Lors de la précédente législature, le gouvernement régional a notamment souhaité décentraliser et dédoubler une série de structures, créant les services d'urban.brussels, de perspective.brussels, de talent.brussels et d'autres encore. Nous l'avions souligné en son temps, leur création ajoutait des couches de lasagne à la fonction publique bruxelloise.

Les organismes d'intérêt public nouvellement créés ne bénéficient pas forcément des mêmes conditions de contrôle politique que si la matière concernée avait été maintenue dans le périmètre du ministère. Le groupe Ecolo se réjouit que le gouvernement prenne à bras-le-corps cet enjeu de simplification et d'efficacité qui permettra des économies substantielles, dont mes collègues ont rappelé les chiffres : 60 millions à l'horizon 2023 et 120 millions à l'horizon 2024. Toutefois, ce chantier ne sera ni simple, ni rapide et doit comporter, selon nous, deux balises importantes.

D'une part, il est impératif de maintenir une fonction publique forte. Nous devons nous assurer, tout au long du travail qui sera mené, que le service rendu au citoyen et la situation des travailleurs du service public ne soient pas mis en péril. D'autre part, si nous voulons aller vers des structures plus fonctionnelles et transparentes, il sera souhaitable de réévaluer et revoir certaines décisions prises lors des législatures précédentes.

Je m'associe bien sûr aux questions qui vous ont été posées par mes collègues, et voudrais particulièrement revenir sur la réforme visant à plus de transversalité. La presse affirmait il y a quelques jours que des clusters thématiques seraient organisés pour améliorer la coordination entre les entités ayant des projets et des objectifs communs. Ces clusters veilleront à ce que les décisions du gouvernement soient exécutées de manière plus cohérente et plus efficace par les différents organismes concernés.

De heer John Pitseys (Ecolo).- Tijdens de vorige regeerperiode werden tal van nieuwe structuren opgericht, waaronder urban.brussels, perspective.brussels en talent.brussels. Dat heeft niet alleen de situatie nog ondoorzichtiger gemaakt voor de burgers, maar bovendien kan op die nieuwe instellingen van openbaar nut niet dezelfde politieke controle worden uitgeoefend als op een administratie.

Ecolo is er dan ook over verheugd dat de regering de gewestelijke overheidsdiensten efficiënter en eenvoudiger wil maken, waardoor 60 miljoen euro kan worden bespaard tegen 2023 en 120 miljoen euro tegen 2024.

De uitvoering van het complexe project zal tijd vragen. Voor Ecolo is het belangrijk dat de dienstverlening aan de burger en de situatie van de ambtenaren niet in het gedrang komen. Daarnaast moeten we bepaalde beslissingen uit het verleden durven te herzien.

De hervorming is gericht op meer transversaliteit. Enkele dagen geleden stond in de pers dat er zou worden gewerkt met thematische clusters om de acties van instellingen met gemeenschappelijke projecten en doelstellingen beter op elkaar af te stemmen. Op langere termijn zouden zelfs fusies niet uitgesloten zijn.

Partager
16:16 § 137 → Vidéo
Partager

À plus long terme, des fusions ne semblent pas exclues, apprenons-nous dans la presse. Dans ce cas-là, quels sont les fusions et rapprochements d'entités qui ont été envisagés ? Quels seront les dispositifs mis en place pour que les pôles thématiques favorisent ces rapprochements plus qu'ils ne les bloquent ? En effet, la transversalité peut être un moyen de ne pas mener à leur terme d'éventuelles fusions.

À cet égard, la solution qui semble avoir été retenue par le gouvernement est de faire précéder d'éventuelles décisions d'ensemble d'une phase d'évaluation. Par qui cette évaluation serait-elle menée ? Quelles seraient les options retenues dans les évaluations menées au cours des prochains mois ? Quels sont les calendriers envisagés ?

Welke fusies worden overwogen? Hoe zult u ervoor zorgen dat de thematische clusters die fusies bevorderen in plaats van ze te blokkeren? Transversaliteit kan namelijk een manier zijn om fusies te voorkomen.

De regering lijkt elke globale beslissing uit te stellen tot na de evaluatiefase. Wanneer zullen die evaluaties plaatsvinden? Wie zal ze uitvoeren? Welke criteria zullen er worden gehanteerd?

Partager
16:17 § 139 → Vidéo
Partager

M. Luc Vancauwenberge (PTB).- Vous évoquez un montant de 60 millions d'euros en 2023 et de 120 millions d'euros en 2024. Faut-il cumuler les deux ou s'agit-il de deux fois 60 millions ?

Sur quels postes souhaitez-vous réaliser des économies ? Prévoyez-vous un gel des recrutements ou une diminution du taux de remplacement ? Une révision des échelles de traitement est évoquée. S'agit-il d'une intention réelle ? Vise-t-elle le personnel existant ou les nouveaux engagés ?

Des structures comme talent.brussels et urban.brussels avaient des bureaux séparés. Tous ces organismes étant regroupés dans le même bâtiment, des économies vont-elles être réalisées aussi sur le nombre de mandats ?

Les pensions, décrites par d'aucuns comme impayables, seront-elles touchées par ces économies ?

Enfin, des bâtiments seront-ils abandonnés ?

De heer Luc Vancauwenberge (PTB).- Moet de 60 miljoen euro in 2023 en 120 miljoen euro in 2024 bij elkaar worden opgeteld of gaat het over tweemaal 60 miljoen euro?

Op welke functies wilt u besparen? Komt er een rekruteringsstop of een verlaging van het vervangingspercentage? Zullen de weddeschalen echt worden herzien? Geldt die maatregel enkel voor nieuwe personeelsleden?

Wordt er bespaard op het aantal mandaten nu structuren als talent.brussels en urban.brussels in hetzelfde gebouw zijn ondergebracht?

Zullen de pensioenen door de besparingen worden beïnvloed?

Zullen bepaalde gebouwen vrijkomen?

Partager
16:19 § 141 → Vidéo
Partager

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Ook ik ben benieuwd naar Optiris, waarmee u de Brusselse administratie efficiënter wilt maken. U mikt daarmee op een besparing van 60 miljoen euro in 2023 en 120 miljoen euro in 2024. Het is me alleen niet duidelijk of die bedragen al dan niet cumulatief zijn.

Wat houden de plannen precies in? Volgens de pers zullen er administraties bijeengebracht worden in de Iris Tower, de Astrotoren en in het gebouw van Leefmilieu Brussel op de site van Thurn & Taxis. Betekent dat dan dat er daar nog heel veel ruimte is of is het de bedoeling dat het personeel meer telewerkt? Kan dat op korte termijn gerealiseerd worden? Zult u volgend jaar al eigendommen verkopen of huurovereenkomsten sluiten of opzeggen?

Ik meen te hebben begrepen dat er geen personeel wordt afgedankt en dat er veeleer gestreefd wordt naar meer transversaal werken en samenwerken. U wilt bijvoorbeeld verschillende boekhouddiensten samenvoegen. Kunt u die aspecten meer toelichten? Klopt al die informatie uit de pers?

Plant u fusies tussen administraties? De Vlaamse overheid heeft dat gedaan en dat ging gepaard met ontslagen. Dat leverde een grote besparing op. Ligt dat ook in Brussel op tafel?

Kunt u dieper ingaan op de precieze maatregelen die u wilt doorvoeren om 60 miljoen euro te besparen in 2023?

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Optiris a pour objectif d'accroître l'efficacité de l'administration bruxelloise. En quoi consiste exactement ce projet ?

L'intention est-elle d'encourager le télétravail ? Allez-vous vendre des propriétés ou résilier des baux dès l'année prochaine ?

Apparemment, aucun membre du personnel ne serait licencié et l'objectif serait plutôt de travailler de manière plus transversale et collaborative. Pouvez-vous nous en dire plus à cet égard ?

Prévoyez-vous des fusions entre administrations, incluant des licenciements, comme l'a fait le gouvernement flamand ?

Pouvez-vous détailler les mesures exactes que vous souhaitez mettre en œuvre pour économiser 60 millions d'euros d'ici 2023 ?

Partager
16:22 § 143 → Vidéo
Partager

M. Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Je suis heureux de constater que chacun marque un vif intérêt pour ce sujet et a envie d'avancer. J'ai déposé une proposition de résolution qui présente une série de mesures très concrètes, comme la création d'une commission spéciale, la demande au gouvernement de rédiger un cadastre public avec tous les organismes et leurs mandataires, de mentionner les rétributions de chacun, les subsides, etc. Le texte prévoit aussi de confier à Easybrussels une mission de simplification constante, ainsi que de contrôle de ces différentes structures. Les communes ont aussi un rôle à jouer dans la simplification administrative des institutions. Je pense que nous parlerons bientôt de toutes ces propositions.

Pour parler plus spécifiquement d'Optiris, vous avez annoncé une économie de 60 millions d'euros pour 2023. Mon groupe s'étonne qu'une économie de cette ampleur soit réalisée en une seule année. En effet, nous avons le sentiment que peu de choses ont été réalisées ces dernières années, mais peut-être nous contredirez-vous. Par ailleurs, vous réservez 90 millions d'euros au Parlement et c'est fort appréciable. Nous sommes très curieux de connaître l'affectation de ces montants.

Je vous avoue que nous sommes un peu sceptiques par rapport à cette annonce subite d'économies sans beaucoup d'explications. Vous avez parlé de 20 millions d'euros d'économies en infrastructure, puisque l'administration va être rassemblée dans certains bâtiments.

Comment ferons-nous autant d'économies dans ce domaine en un an seulement ? Des bâtiments seront-ils vendus à cet effet ? Certains baux seront-ils résiliés ? S'agit-il d'une mesure d'économie ponctuelle ou structurelle ?

Vous indiquez que les 40 millions d'euros restants seront économisés sur les frais de personnel, mais sans qu'il y ait de licenciements. Cela signifie-t-il que du personnel ne sera pas remplacé ? Dans quels organismes ces économies seront-elles réalisées ? Pouvez-vous nous donner le détail de ces 60 millions d'euros ainsi que des mesures spécifiques concernant Optiris ?

De heer Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Ik ben blij dat iedereen vooruitgang wil boeken. Ik stel alvast voor in mijn voorstel van resolutie om een openbaar register van alle instellingen op te stellen, easy.brussels te belasten met het controleren en vereenvoudigen van die instellingen en de gemeenten bij de vereenvoudigingsoefening te betrekken. We zullen wellicht binnenkort over al die voorstellen kunnen praten.

Optiris zou een besparing van 60 miljoen euro voor 2023 moeten opleveren. Mijn fractie is verbaasd dat er op een jaar tijd zo'n groot bedrag kan worden bespaard. Kunt u daarover wat meer uitleg geven?

U hoopt 20 miljoen euro te besparen op infrastructuur door administraties in dezelfde gebouwen samen te brengen. Zullen sommige gebouwen worden verkocht of huurovereenkomsten worden beëindigd? Gaat het om een eenmalige of om een structurele besparingsmaatregel?

Daarnaast zou 40 miljoen worden bespaard op personeelskosten, maar er zouden geen ontslagen vallen. Betekent dat dat het personeel niet wordt vervangen? In welke instellingen worden die besparingen doorgevoerd?

Partager
16:24 § 145 → Vidéo
Partager

Entamer ainsi une grande campagne de simplification sans toucher aux institutions est en effet pour le moins étonnant. Les fonctionnaires dirigeants vous ont-ils conseillé en ce sens ? Votre gouvernement trouve-t-il efficace d'avoir encore Vivaqua et Hydria dans le domaine de l'eau, le Centre d'informatique pour la Région bruxelloise, i-City et Bruxelles ConnectIT dans le domaine du numérique, la Société du logement de la Région de Bruxelles-Capitale et Bruxelles Logement dans le domaine du logement, et finance.brussels et hub.brussels dans les domaines de l'économie et de la finance ? Permettez-moi d'en douter.

J'aurais aimé en apprendre davantage sur les mesures décidées dans le cadre du plan Optiris et, surtout, sur ce que cela va rapporter à la Région à court, moyen et long termes.

Het zou verrassend zijn als er bij een dergelijke grote vereenvoudigingsoperatie niet aan de instellingen zou worden geraakt. Hoe luidt het advies van de leidend ambtenaren? Het lijkt mij niet echt nuttig om onder andere Vivaqua en Hydria naast elkaar te laten bestaan.

Kunt u de maatregelen in het plan Optiris nader toelichten? Welke voordelen zullen ze op korte, middellange en lange termijn opleveren?

Partager
16:25 § 147 → Vidéo
Partager

M. Sven Gatz, ministre.- Nous avons lancé le plan Optiris à l'été 2021 et la première mouture proposée par les secrétaires généraux du service public régional de Bruxelles nous est parvenue il y a presque un an. Ce rapport très intéressant propose de nombreuses pistes et analyses, qui ont suscité de nombreuses discussions au sein du gouvernement et de l’administration, avant que nous puissions accéder à l'étape suivante.

Le gouvernement bruxellois a atteint cette étape le 5 mai 2022, date à laquelle il a validé la méthodologie du plan Optiris, dont l'objectif est d'améliorer l'efficacité, l'efficience et la gouvernance. Il convient désormais de mettre en œuvre ces objectifs théoriques, ce qui est toujours plus compliqué.

M. Pitseys, vous avez raison de le souligner, les services destinés aux citoyens bruxellois devront toujours être assurés et être de qualité, et ce, pendant et après la réforme.

Comme pour tout exercice de cette envergure, ce qui le rend un peu compliqué est qu'il poursuit deux objectifs : un objectif à court terme, budgétaire ; et un objectif à moyen terme - les réformes - qui correspond à la fin de cette législature, fin 2023, début 2024, même si certaines adaptations pourront se faire après les élections. Nous sommes aujourd’hui occupés à concilier ces deux objectifs, ce qui n'est pas impossible mais demande beaucoup de temps et d'énergie.

Je vous communiquerai ici quelques éléments de ce plan, mais laisserai au ministre-président la primeur de vous le présenter jeudi prochain lors de la déclaration de politique générale.

De heer Sven Gatz, minister.- Een jaar geleden bezorgden de secretarissen-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel de regering een voorstel voor de vereenvoudiging en optimalisering van de gewestelijke overheidsinstellingen.

De regering keurde in mei 2022 de methodologie van het plan Optiris goed. Nu moeten die theoretische doelstellingen in de praktijk worden omgezet. Dat brengt een aantal uitdagingen met zich mee, onder andere de vrijwaring van de dienstverlening aan de burger.

Daarnaast moeten we de budgettaire kortetermijndoelstelling verzoenen met de doelstelling op middellange termijn, namelijk het doorvoeren van de hervorming voor het einde van de regeerperiode.

De minister-president zal het plan volgende week in primeur aan u voorstellen tijdens de algemene beleidsverklaring.

Partager
16:28 § 149 → Vidéo
Partager

Entre-temps, il est bien clair que les secrétaires généraux travaillent toujours sur le dossier, soutenus par le Collège des fonctionnaires dirigeants, moteur de cette réforme. Ce travail s'effectue bien entendu parallèlement à celui des représentants des membres du gouvernement, qui dialoguent de façon permanente dans le cadre d'un comité de pilotage.

L’administration nous a communiqué une série de 105 mesures, plus ou moins importantes, portant sur cinq axes : la politique des ressources humaines et du personnel ; la gestion des bâtiments administratifs ; la politique régionale des achats ; la gouvernance ; et enfin la politique financière budgétaire et comptable.

Afin de garantir la réalisation des économies et la crédibilité du programme, nous allons entamer la phase suivante. Je vous ferai parvenir un tableau reprenant les mesures et l'état des lieux des économies finalement retenues.

L'objectif à court terme est bien de réaliser 60 millions d'euros d'économies. Nous détaillerons ces mesures d'économies lorsque nous examinerons le budget 2023 : elles résulteront des réformes structurelles réalisées dans ces cinq domaines et aussi d'économies linéaires sur les frais de fonctionnement et les frais de personnel.

De administratie heeft ons 105 maatregelen voorgelegd met betrekking tot het personeelsbeleid, het beheer van administratieve gebouwen, het gewestelijke aankoopbeleid, het bestuur en het financieel, budgettair en boekhoudkundig beleid. Ik zal u een tabel met de maatregelen en de verwachte besparingen bezorgen.

De doelstelling op korte termijn is om 60 miljoen euro te besparen. Wij zullen die maatregelen toelichten tijdens de bespreking van de begroting 2023. Het gaat zowel om structurele hervormingen in die domeinen als om lineaire besparingen op exploitatie- en personeelskosten.

Partager
16:30 § 151 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

We zullen ons in de komende maanden ook buigen over andere aspecten, zoals de beperking van de groei van de personeelskosten, de vervanging van ambtenaren die met pensioen gaan en de pensioenregeling op zich. Dat is een heel omvangrijke taak. Op korte termijn zullen we een aantal hervormingen en lineaire besparingen doorvoeren.

Tegelijk blijft de inzet van goed en gekwalificeerd personeel een heel belangrijke doelstelling van de regering.

(poursuivant en néerlandais)

Nous nous pencherons prochainement sur la limitation de la hausse des coûts du personnel, le régime des pensions ainsi que certaines réformes et coupes linéaires. Cela dit, le déploiement d'un personnel motivé et qualifié demeure un objectif essentiel du gouvernement.

Partager
16:31 § 153 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Des éléments importants seront inclus dans la concertation syndicale.

Nous n'allons pas uniquement lister les mesures, mais également les mettre en œuvre.

S'agissant de l'exercice, il a effectivement été réalisé par l’administration elle-même, puisqu'elle dispose de l'expertise nécessaire, mais nous avons aussi reçu l'appui de consultants externes pour peaufiner le travail.

J'ai déjà évoqué les économies structurelles qui seront réalisées. Prenons par exemple le regroupement de certains services dans les trois bâtiments que sont l'Iris Tower, la tour Astro et Tour & Taxis , siège de Bruxelles Environnement. Une importante évaluation de l'effet du télétravail post-Covid-19 a déjà été réalisée. S'y ajoute maintenant une réorganisation en profondeur. Nous devons y intégrer les examens des dépenses, l'étude Gartner sur les services informatiques, etc.

Les administrations seront bien entendu consultées au sujet de leurs investissements et des possibilités d'externalisation. De façon générale, nous avons externalisé plusieurs missions, mais l'examen des dépenses pour Bruxelles Mobilité nous a démontré qu'il valait mieux revenir à l'internalisation pour certaines tâches. Nous mènerons le même exercice pour les autres administrations.

Nous ferons également appel à l'expertise de l'Institut bruxellois de statistique et d'analyse pour juger de la réorientation des politiques et des éléments importants à prendre en considération dans notre organisation interne. La réforme du processus financier et budgétaire y est bien incluse.

(verder in het Frans)

Belangrijke elementen zullen aan de vakbonden worden voorgelegd.

De oefening werd door de administratie zelf uitgevoerd, maar externe consultants hebben ons geholpen om het werk te verfijnen.

De structurele besparingen hebben onder meer betrekking op de samenvoeging van bepaalde diensten in de Iris Tower, de Astrotoren en Thurn & Taxis. Er is al rekening gehouden met de effecten van telewerk sinds de coronacrisis. Nu komt daar nog een reorganisatie bovenop. Daarbij zullen we rekening houden met onder andere de uitgavenbeoordelingen en de studie van Gartner over de IT-diensten. Bovendien zullen we bekijken of de administraties bepaalde taken opnieuw intern kunnen uitvoeren. Voorts doen we een beroep op het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse om de interne organisatie bij te sturen en worden het financieel beleid en het begrotingsproces hervormd.

Partager
16:33 § 155 → Vidéo
Partager

À court terme, nous travaillerons en deux étapes. Le gouvernement a convenu d'un rapportage semestriel. Le prochain aura donc lieu pour Pâques. Entre-temps, nous rédigerons un rapport pour le mois de décembre, en collaboration avec le ministre-président, sur le regroupement des administrations sur les trois sites.

Ne nous leurrons pas, une telle opération est plus compliquée qu'on ne le pense, car certaines administrations ont conclu un bail locatif dont la résiliation à court terme ne serait pas intéressante sur le plan budgétaire. Nous rassemblerons tous les éléments à notre disposition pour fixer en décembre le calendrier de regroupement des administrations. Ce qui est sûr, c'est que nous réaliserons ce projet.

Parallèlement, le gouvernement poursuivra son analyse des fusions entre administrations. Nous n'en excluons aucune, mais nous voulons travailler par étapes.

Je vous aurai ainsi apporté une première réponse sur les objectifs, le phasage et les éléments budgétaires de ce dossier.

S'agissant des montants, ils sont de 60 millions d'euros pour 2023 et d'autant pour 2024.

De rapportering gebeurt zesmaandelijks. Het volgend rapport is voor Pasen. Ondertussen zullen wij samen met de minister-president tegen december een verslag opstellen over de hergroepering van de administraties op de drie locaties. Dat is ingewikkelder dan het lijkt, want sommige administraties hebben een huurovereenkomst waarvan de opzegging op korte termijn budgettair niet interessant zou zijn.

Tegelijkertijd zal de regering de fusiemogelijkheden verder analyseren. We sluiten niets uit, maar we willen gefaseerd te werk gaan.

We mikken op een besparing van 60 miljoen euro in 2023 en nog eens 60 miljoen euro in 2024.

Partager
16:36 § 157 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Daarmee heb ik een eerste ronde vragen beantwoord. De minister-president zegt er komende donderdag zeker ook nog iets over en ik ga er verder op in tijdens de begrotingsbesprekingen volgende maand. We zijn namelijk de budgettaire doelstellingen aan het vertalen in de begrotingsdocumenten, die we met plezier zullen toelichten.

(poursuivant en néerlandais)

Nous reviendrons sur cette question lors des discussions budgétaires à venir. Pour l'heure, nous transposons les objectifs fiscaux dans les documents budgétaires.

Partager
16:37 § 159 → Vidéo
Partager

Mme Latifa Aït Baala (MR).- L'existence du projet Optiris est évidemment une bonne chose face à la nécessité de simplifier et de rationaliser notre système, unanimement reconnu comme extrêmement complexe. C'est donc aussi une question de bonne gouvernance. Ce plan devrait en outre permettre de réaliser des économies. Vous avez parlé de 60 millions d'euros la première année et 120 millions d'euros en 2024. La conjoncture vous invite à accélérer la cadence pour atteindre les objectifs visés.

À ce stade, nous disposons d'un rapport avec une série de propositions. Vous nous avez présenté à la fois le calendrier et le cadre dans lesquels vous envisagez de parvenir à ces objectifs. J'espère que jeudi, nous recevrons tous les éléments de réponse. Nous aurons l'occasion de revenir sur le sujet.

Mevrouw Latifa Aït Baala (MR).- Optiris is een goed project. Het is absoluut noodzakelijk om ons uiterst complex systeem te vereenvoudigen. Dat is een kwestie van goed bestuur.

U hebt ons zowel het tijdschema als het kader voorgelegd waarbinnen u de doelstellingen wilt bereiken. Ik hoop dat we donderdag de rest van de antwoorden krijgen.

Partager
16:41 § 161 → Vidéo
Partager

De heer Juan Benjumea Moreno (Groen).- Ik hoop vooral dat de stroomlijning van de talloze instellingen van openbaar nut tegen het licht wordt gehouden, want de verleiding bestaat om enkel met de gewestelijke administraties te schuiven. De grootste versnippering is echter te wijten aan het overaanbod van pararegionale instellingen en instellingen van openbaar nut van allerlei pluimage. Hopelijk kunnen we tegen Pasen een verrijzenis van de Brusselse administratie tegemoetzien.

M. Juan Benjumea Moreno (Groen).- La plus forte fragmentation est due à la surabondance d'institutions pararégionales et d'organismes d'intérêt public de toutes sortes.

Partager
16:41 § 163 → Vidéo
Partager

M. John Pitseys (Ecolo).- Je retiens deux choses de votre intervention, à savoir une clause de rendez-vous en décembre et, surtout, votre engagement à réaliser les regroupements. Ces propos-là, je les encadrerai dans ma chambre, et je me réjouis de la fermeté dont vous venez de faire preuve.

De heer John Pitseys (Ecolo).- Ik ben enorm tevreden over uw plan om de administraties te hergroeperen.

Partager
16:42 § 165 → Vidéo
Partager

M. Luc Vancauwenberge (PTB).- Pouvez-vous me préciser quand nous recevrons le tableau avec toutes les mesures dont vous avez parlé ?

M. Sven Gatz, ministre.- Vous le recevrez dans les prochains jours.

M. Luc Vancauwenberge (PTB).- Ce qui m'inquiète, c'est le volume de l'emploi. On dit qu'il faut créer des emplois, mais il en existe de vrais dans la fonction publique. J'espère qu'il n'y aura pas trop de suppressions de poste.

De heer Luc Vancauwenberge (PTB).- Wanneer zullen we de tabel met alle maatregelen ontvangen?

De heer Sven Gatz, minister.- Over enkele dagen.

De heer Luc Vancauwenberge (PTB).- We horen vaak dat er meer banen moeten worden gecreëerd. Die zijn er in het openbaar ambt. Ik hoop dus dat er niet te veel zullen worden geschrapt.

Partager
16:43 § 171 → Vidéo
Partager

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Ik onthoud dat u slechts een aanzet van antwoord verstrekt en dat de minister-president er verder op zal ingaan naar aanleiding van de algemene beleidsverklaring. Dat is verrassend nieuws, want tot nu toe heb ik de minister-president nog in geen enkele verklaring het woord besparing in de mond horen nemen. Het zou dus wel echt een primeur zijn als hij donderdag in de beleidsverklaring een besparing aankondigt. Ik zal dus heel aandachtig naar die verklaring luisteren.

Het blijft onduidelijk of de besparing van 60 miljoen euro echt op tafel ligt dan wel of het nog maar om een idee gaat. We zullen er alleszins binnenkort uitgebreid tijdens de begrotingsbesprekingen op terugkomen.

- De incidenten zijn gesloten.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Jusqu'à présent, je n'ai pas encore entendu le ministre-président parler d'économies. Je suis donc impatiente d'entendre sa déclaration de politique générale jeudi.

Par ailleurs, l'économie de 60 millions d'euros est-elle réellement sur la table ?

- Les incidents sont clos.

Partager
16:44 § 175 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter

aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,

betreffende de impact van de S&P-rating en van de beslissing van Belfius op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Demande d'explications de Mme Cieltje Van Achter

à M. Sven Gatz, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique, de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles,

concernant l'incidence de la notation S&P et de la décision de Belfius sur la Région de Bruxelles-Capitale.

Partager
16:44 § 177 → Vidéo
Partager

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Eind september maakte kredietbeoordelaar Standard & Poor's bekend dat het gewest zijn AA-rating behoudt, maar dat de vooruitzichten voor het gewest wijzigen van stabiel naar negatief. Dat ongunstige oordeel van Standard & Poor's komt boven op het nieuws dat Belfius zijn kassierscontract met het gewest heeft gehalveerd tot 500 miljoen euro. Voor de overige 500 miljoen euro hebt u noodgedwongen en op korte termijn onderhandeld over een nieuw kassierscontract met ING.

In De Tijd stelt Standard & Poor's dat het gewest zijn begrotingstekort niet heeft kunnen verminderen door de inflatie, de stijging van de energieprijzen, de kosten verbonden aan het conflict in Oekraïne, en de aanslepende kosten door de pandemie. Om die reden zijn de ratingsvooruitzichten in negatieve zin bijgesteld.

Het worden moeilijke tijden, niet alleen voor burgers en bedrijven, maar ook voor overheden. Het gewijzigde kredietoordeel en het afhaken van Belfius als exclusieve kassier van het gewest tonen aan dat Brussel alsmaar minder beschouwd wordt als een betrouwbare partner. Het lakse begrotingsbeleid laat hoe langer hoe meer zijn sporen na. Op uw eerste twee jaar als begrotingsminister maakte het gewest meer dan 3 miljard euro extra schulden en steeg de totale schuld tot 9,5 miljard euro. Ook dit jaar zijn de vooruitzichten negatief en kijken we aan tegen een nieuw tekort van 1,2 miljard euro, volgens de cijfers die u bij de Europese Commissie hebt ingediend.

In L’Echo verdedigde u midden september de beslissing om miljarden aan uitgaven buiten de begrotingsdoelstellingen te houden. Daarnaast liet u uitschijnen dat de budgettaire malaise in het gewest vooral te wijten is aan de ontoereikende financiering van Brussel veeleer dan de spilzucht van de voorbije jaren. In plaats van te besparen onderzoekt u in de media vooral de mogelijkheid van extra inkomsten. Via Smart Move of de verschuiving van de personenbelasting naar werkplaats in plaats van woonplaats hoopt u de Vlaamse en Waalse pendelaars te laten opdraaien voor het gebrek aan begrotingsdiscipline van de regering-Vervoort.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- L'avis défavorable attribué récemment par Standard & Poor's à la Région bruxelloise vient s'ajouter à la nouvelle selon laquelle Belfius a réduit de moitié son contrat caissier avec la Région.

Les perspectives de notation ont été revues à la baisse parce que la Région n'a pas été en mesure de réduire son déficit budgétaire dû à l'inflation, à la hausse des prix de l'énergie, aux coûts liés au conflit en Ukraine et aux coûts persistants résultant de la pandémie.

Ces deux nouvelles montrent que Bruxelles est de moins en moins considérée comme un partenaire fiable. En effet, pendant les deux premières années de votre mandat, la dette totale de la Région a atteint 9,5 milliards d'euros.

Vous avez récemment laissé entendre que le malaise budgétaire de la Région est principalement dû au financement inadéquat de Bruxelles. Plutôt que de faire des économies, vous préférez envisager la possibilité de générer des revenus supplémentaires en imposant les travailleurs venus des Régions limitrophes.

Partager
16:47 § 179 → Vidéo
Partager

Houdt u er rekening mee dat de Brusselse kredietbeoordeling mogelijk nog zakt tot een A-rating?

Wat zijn de gevolgen van het negatieve vooruitzicht van Standard & Poor's op de Brusselse begroting? Wat zijn de gevolgen voor de houdbaarheid van de Brusselse schuld en voor de gewestelijke investeringsplannen?

Naast Belfius treedt voortaan ook ING op als huisbankier voor het Brussels Gewest. Onder welke voorwaarden werd het contract met ING gesloten? Wat is het verschil met het contract met Belfius? Bent u tevreden over die overeenkomst? Wat is de financiële impact voor het gewest?

U gaf aan dat u aardig op weg bent om in 2024 een begroting in evenwicht te kunnen presenteren. Kunt u me uitleggen hoe u dat evenwicht denkt te kunnen bereiken? Dat lijkt me amper geloofwaardig. Welk bedrag zult u buiten de begroting houden in 2024? Als ik me niet vergis, gaat het voor 2023 om een bedrag van 800 of 900 miljoen euro.

Quelles sont les implications de la notation négative de Standard & Poor's sur le budget bruxellois et sur la viabilité de la dette bruxelloise ?

Outre Belfius, ING est désormais également caissier de la Région bruxelloise. En quoi le contrat avec ING diffère-t-il du contrat avec Belfius ? Quelles en sont les conséquences financières pour la Région ?

Comment comptez-vous atteindre l'équilibre budgétaire en 2024 ?

Partager
16:48 § 181 → Vidéo
Partager

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Il faut souligner que les agences de notation portent un intérêt tout relatif à la Région de Bruxelles-Capitale. La décision d'un organisme bancaire tel que Belfius, tellement pointu en matière de finances publiques - locales, régionales ou nationales - est un signal extrêmement important. Dès lors, je ne crois pas qu'il faille dédramatiser ou ignorer ce qu'a été la négociation sur le contrat caissier. Faire la lumière sur les tenants et aboutissants des discussions avec Belfius serait éminemment intéressant pour notre commission.

Pourriez-vous rappeler l'objet du contrat caissier, dans un souci de publicité et de transparence ? Pour le précédent exercice et l'exercice en cours, jusqu'à quel degré la Région de Bruxelles-Capitale y a-t-elle recours ? Nous savons qu'il porte sur un milliard d'euros et qu'il va passer à un demi-milliard d'euros.

Vous avez établi une comparaison - même si comparaison n'est pas raison - avec la Région wallonne, où est né le débat. Je tiens d'ailleurs à préciser que Belfius n'était pas du tout encline à faire la publicité de son opinion, laquelle a été savamment relayée dans la presse. J'aimerais quand même tirer la sonnette d'alarme avant les travaux budgétaires. La Région bruxelloise n'est comparable ni à la Région wallonne, ni à la Flandre, compte tenu de sa construction institutionnelle et de sa situation.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- De interesse van kredietbeoordelaars voor het Brussels Gewest is relatief. De beslissing van Belfius moet echter ernstig worden genomen. Het zou voor onze commissie heel boeiend zijn indien we meer inzicht kregen over de discussies met Belfius. Kunt u op een transparante manier uw licht laten schijnen op dat kassierscontract?

Ik kan niet anders dan aan de alarmbel trekken nu de begrotingsdiscussies eraan zitten te komen. Goedkope vergelijkingen met de andere gewesten gaan in deze niet op, want de situatie is in Brussel heel apart.

Partager
16:50 § 183 → Vidéo
Partager

De heer Sven Gatz, minister.- Het ratingbureau S&P bevestigde op 23 september 2022 de rating AA- van maart 2021 van het gewest. Dat heeft geen invloed op de financieringsvoorwaarden en de kredietmarges en dus evenmin op de in de begroting ingeschreven kredieten voor de intrestlasten. De regering is van plan zich aan het traject voor de terugkeer naar een begrotingsevenwicht te houden, dat de garantie vormt voor het behoud van de AA-rating.

De Belfiuslijn werd gesloten via de overheidsopdracht voor het kascontract, dat een dienstencontract met verschillende onderdelen is, waaronder de kredietlijn. De einddatum is 31 december 2024. De voorwaarden met betrekking tot de vergoedingen en de tarieven liggen binnen de grenzen van het in 2021 opgestelde bestek.

De ING-lijn werd in een tweede fase gesloten als een standaard financieel product. Om de twee lijnen perfect op elkaar af te stemmen, werd de looptijd ervan eveneens vastgesteld op 31 december 2024.

Gelet op de verschillende procedures die voor de lijnen worden gebruikt, is de vergelijking niet adequaat. De voorwaarden bij ING zijn minstens even gunstig als bij Belfius.

De diversificatie van de liquiditeitsbronnen versterkt het financiële profiel van het gewest en heeft een positief effect op de beoordeling door de financiële partners en het ratingbureau.

M. Sven Gatz, ministre.- L'avis de S&P n'a aucune incidence sur les conditions de financement et les marges de crédit. Le gouvernement entend s'en tenir à la voie du retour à l'équilibre budgétaire, qui constitue la garantie du maintien de la note AA.

La ligne de crédit Belfius a été souscrite par le biais du contrat caissier du gouvernement. La ligne de crédit ING, quant à elle, a été souscrite en tant que produit financier standard.

La diversification des sources de liquidités renforce le profil financier de la Région et a un effet positif sur son évaluation par l'agence de notation.

Partager
16:52 § 185 → Vidéo
Partager

Ces lignes de crédit constituent des réserves dont nous disposons, mais que nous n'utilisons pas. Elles sont un coussin essentiel pour obtenir et conserver la notation de Standard & Poor's.

Comme vous l'avez sans doute entendu, les discussions budgétaires ont pris fin la semaine passée. Le gouvernement a trouvé un bon compromis entre, d'une part, le retour progressif à l'équilibre structurel tel que prévu dans le budget pluriannuel et, d'autre part, son devoir de soutenir les Bruxellois vulnérables, les entreprises, le secteur non marchand et les pouvoirs locaux dans leurs dépenses énergétiques.

Les recettes enregistrent une croissance de plus de 200 millions d'euros due à une dotation fédérale en hausse, mais aussi à de meilleures recettes provenant de l'impôt des personnes physiques et de diverses taxes régionales.

Cette année, le gouvernement consent un effort d'économie supplémentaire d'environ 150 millions d'euros.

L'augmentation des coûts énergétiques pour les institutions régionales, principalement la STIB, sera absorbée dans la marge de sous-utilisation à hauteur de 100 millions d'euros.

Pour l'augmentation des coûts énergétiques des citoyens, des entreprises, des institutions, des communes et des CPAS, le gouvernement inscrit une provision de 200 millions d'euros.

Une provision de 50 millions d'euros est également prévue pour la poursuite de l'accueil des réfugiés ukrainiens.

Le budget sera, comme d’habitude, longuement débattu et soumis à l'approbation du Parlement bruxellois à la fin du mois de novembre.

(verder in het Frans)

Die kredietlijnen zijn beschikbare reserves die we niet gebruiken. Ze zijn een noodzakelijke buffer om een gunstige kredietbeoordeling te krijgen.

In het begrotingsdebat heeft de regering een goed compromis gevonden tussen enerzijds een geleidelijke terugkeer naar een structureel begrotingsevenwicht en anderzijds haar taak om iets te doen voor kwetsbare Brusselaars, bedrijven, de non-profitsector en de lokale overheden, zeker nu de energiekosten zo zwaar wegen.

Aan de inkomstenzijde zien we een stijging met 200 miljoen euro en tegelijk realiseren we 150 miljoen euro aan bijkomende besparingen.

Om de MIVB te helpen met de stijgende energiekosten, wenden we voor 100 miljoen euro aan niet-gebruikte middelen aan. Voor burgers, bedrijven, organisaties, gemeenten en OCMW's schrijven we een provisie van 200 miljoen euro in.

Een andere provisie, ten bedrage van 50 miljoen euro, is bestemd voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen.

Eind november zal het parlement uitgebreid over deze begroting kunnen discussiëren.

Partager
16:54 § 187 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Ten slotte worden de strategische investeringen buiten de begroting 2023 gehouden. We zullen de discussie bij de begrotingsbesprekingen voortzetten.

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Uw antwoorden op mijn eerste twee vragen waren heel concreet. Over de weg naar een begrotingsevenwicht zullen we het de komende weken nog uitgebreid hebben.

- Het incident is gesloten.

(poursuivant en néerlandais)

Enfin, les investissements stratégiques seront maintenus en dehors du budget 2023.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Nous aurons l'occasion de revenir sur la question de l'équilibre budgétaire prochainement.

- L'incident est clos.

Partager
16:55 § 193 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Emmanuel De Bock

à M. Sven Gatz, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique, de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles,

concernant le risque de perte de l'exonération au précompte immobilier pour 2022 à la suite du retrait de la reconnaissance de l'Exécutif des musulmans.

Mondelinge vraag van de heer Emmanuel De Bock

aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,

betreffende het risico op verlies van de vrijstelling van onroerende voorheffing voor 2022 na de intrekking van de erkenning van de Moslimexecutieve.

Partager
16:55 § 195 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Cette question fait écho à la question qui vous avait été posée il y a trois semaines par mon collègue Christophe Magdalijns sur les conséquences du fameux arrêt de la Cour européenne des droits de l'homme.

Dans le Code des impôts sur les revenus 1992, l’article 253, § 2, dispose que, à la demande du contribuable, « est exonéré du précompte immobilier, le revenu cadastral des biens immobiliers ou des parties de biens immobiliers qui remplissent les conditions cumulatives suivantes :

a) être utilisés exclusivement comme lieu où se pratique l’exercice public d’un culte d’une religion reconnue ou de l’assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle ;

b) être accessibles au public ;

c) être utilisés fréquemment pour des évènements de culte ou d’assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle ;

d) être gérés par un établissement local, reconnu par l’autorité compétente, chargée de la gestion du temporel du culte, ou par un établissement d’assistance morale du Conseil central laïque ».

Vu la décision du 14 septembre 2022 du gouvernement fédéral de revenir sur la reconnaissance de l'Exécutif des musulmans de Belgique, vu les 26 mosquées actuellement reconnues et les autres dont la reconnaissance est attendue par l'Exécutif des musulmans, celles-ci risquent d'être l'otage de cette décision et de perdre l'exonération du précompte immobilier.

Avez-vous pris connaissance de cette décision et de ses conséquences ? Dès lors, afin de garantir la sécurité juridique et la pérennité de l'esprit de notre législation, ne faudrait-il pas revenir à la situation qui prévalait avant 2017 et modifier l'article 253, §2, du Code des impôts sur les revenus 1992 en supprimant le point d) que nous avons introduit dans la législation bruxelloise, qui est par ailleurs beaucoup plus restrictive que les législations flamande et wallonne ?

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Conform artikel 253, §2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 kan een vrijstelling van onroerende voorheffing op vastgoed verkregen worden, als het gaat om publieke plaatsen waar geregeld de eredienst van een erkende godsdienst plaatsvindt of niet-confessionele morele begeleiding aangeboden wordt en de plaats beheerd wordt door de bevoegde autoriteit voor een welbepaalde eredienst of door de Centrale Vrijzinnige Raad.

Gezien de beslissing van de federale overheid om de erkenning van de Moslimexecutieve in te trekken, dreigen de 26 erkende moskeeën die vrijstelling te verliezen.

Bent u op de hoogte van de gevolgen van de beslissing? Moeten we daarom niet teruggaan naar de situatie van voor 2017 en de voorwaarde van het beheer door de bevoegde autoriteit van artikel 253, §2 die in de Brusselse wetgeving is opgenomen, waardoor ze strenger is dan die in Vlaanderen en Wallonië, schrappen?

Partager
16:57 § 197 → Vidéo
Partager

M. Sven Gatz, ministre.- Je peux confirmer que Bruxelles Fiscalité a pris connaissance de la décision de retirer définitivement la reconnaissance de l'Exécutif des musulmans de Belgique, prise le 15 septembre par le ministre fédéral de la Justice.

Avant d'aborder les conséquences éventuelles de cette décision sur l’exonération du précompte immobilier dont il est ici question, je tiens à rappeler que l'octroi de l'exonération pour l’exercice public d’un culte, tel que prévu actuellement à l'article 253, §2, du Code des impôts sur les revenus, est en principe soumis à la réalisation cumulative des quatre conditions que vous avez énumérées.

À la suggestion du SPF Finances, les conditions ont été modifiées à partir de l'exercice d’imposition 2018, au moment de la reprise du service par Bruxelles Fiscalité, afin de permettre une évaluation objective des conditions d'exonération et de prévenir d’éventuels abus. En effet, dans la pratique, certaines conditions étaient difficiles à vérifier et des abus commis par des propriétaires d’immeubles destinés à des cultes fictifs ont été constatés. Or, cette exonération ne vise à l’origine que les lieux de cultes et d’assistance morale authentiques.

À cet égard, je dois toutefois me référer à la récente jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme concernant les critères de reconnaissance des cultes en Belgique. Très brièvement, la Cour a estimé que la procédure fédérale de reconnaissance des cultes était discriminatoire car les critères de reconnaissance et les règles de procédure manquaient de transparence.

À la suite de cet arrêt, Bruxelles Fiscalité ne peut plus, pour l'instant, tenir compte des exigences de reconnaissance, c'est-à-dire des première et quatrième conditions. Il est donc important que la problématique relative à la procédure de reconnaissance soit au plus vite rectifiée au niveau fédéral.

En l’espèce, la reconnaissance fédérale de l'Exécutif des musulmans de Belgique en tant qu'organe représentatif a été retirée. Cette première reconnaissance au niveau fédéral permet de demander ensuite la reconnaissance d’un établissement local, en l’occurrence régional, ce qui touche à la quatrième condition d’exonération. Cette compétence régionale est actuellement exercée par Bruxelles Pouvoirs locaux, qui délivre les attestations requises pour l’exonération.

En tout état de cause, dans l’attente que le niveau fédéral se mette en conformité en prévoyant des critères objectifs en matière de reconnaissance, les autres conditions d'exonération restent applicables et l'exonération continue à s'appliquer aux biens immobiliers qui sont accessibles au public et fréquemment utilisés pour l’exercice d’un culte.

De heer Sven Gatz, minister.- Op suggestie van de FOD Financiën heeft Brussel Fiscaliteit in 2018 de voorwaarden om vrijstelling te verkrijgen, aangepast, wat moet toelaten een objectieve inschatting te maken en misbruik te vermijden. Immers, in de praktijk bleken sommige voorwaarden moeilijk te controleren.

Ten gevolge van het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat de federale procedure voor de erkenning van godsdiensten discriminatoir noemt door het gebrek aan transparantie, kan Brussel Fiscaliteit vooralsnog geen rekening houden met de erkenningsvoorwaarden. Dat probleem moet zo snel mogelijk op federaal niveau worden opgelost.

Door de intrekking van de federale erkenning van de Moslimexecutieve op 15 september, vervalt ook de erkenning van de regionale en lokale organisaties, met alle gevolgen van dien voor de vrijstelling van de onroerende voorheffing, waarvoor Brussel Plaatselijke Besturen attesten aflevert.

In afwachting van een aanpassing van de federale erkenningsvoorwaarden blijft de vrijstelling gelden voor vastgoed dat toegankelijk is voor het publiek en waar geregeld een eredienst plaatsvindt.

Partager
16:59 § 199 → Vidéo
Partager

Les parties du bien utilisées ou équipées comme habitation continueront d’être exclues de l’exonération, de même que les salles de fête ou de réunion, sauf si le redevable prouve qu’il s’agit du lieu principal d’exercice du culte et que des événements s’y tiennent au moins trois fois par semaine.

Telle est notre solution. Elle est pragmatique, mais valable sur les plans technique et juridique.

De ruimtes die bestemd zijn voor bewoning en feest- en vergaderzalen worden niet vrijgesteld, behalve wanneer kan aangetoond worden dat de ruimte hoofdzakelijk voor de eredienst gebruikt wordt, en dat minstens driemaal per week.

Dat is een pragmatische en juridisch aanvaardbare technische oplossing.

Partager
17:00 § 201 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Monsieur le Ministre, je vous remercie de votre réponse, qui clarifie les conséquences de cet arrêt dont je n'avais pas connaissance lors du dépôt de ma question.

J'ai eu vent de deux ou trois jugements relatifs à cette exonération, qui mettaient en lumière des abus : garage du représentant, grenier non aménagé en espace de culte... Il m'apparaît donc assez sain de faire en sorte que seuls les locaux destinés à l'exercice du culte ou de l'assistance morale donnent lieu à une exonération.

Je vous remercie également d'avoir pris les devants pour éviter une possible insécurité juridique. Ma question avait pour but de faire en sorte qu'une décision du niveau fédéral n'ait pas pour effet de prendre en otages les pratiquants du culte musulman. La reconnaissance future de certaines mosquées pourrait en effet être entravée. Je ne remets pas en cause la décision fédérale, mais la complexité de nos institutions aboutit parfois à des situations paradoxales.

- L'incident est clos.

(M. Christophe Magdalijns, doyen d'âge, prend place au fauteuil présidentiel)

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Toen ik mijn vraag indiende, was ik niet op de hoogte van het arrest van het Europees Hof.

Er waren mij twee of drie gevallen van misbruik ter ore gekomen. Het lijkt me dus zeer verstandig om alleen ruimtes die voor een eredienst of voor morele begeleiding gebruikt worden, van onroerende voorheffing vrijgesteld worden.

Ik verheug me erover dat u de nodige stappen doet om rechtsonzekerheid te vermijden. De islamitische eredienst mag niet het slachtoffer worden van een federale beslissing. Ik betwist die niet, maar de complexe structuur van onze instellingen leidt soms tot paradoxale situaties.

- Het incident is gesloten.

(De heer Christophe Magdalijns, ouderdomsdeken, treedt als voorzitter op)

Partager
17:02 § 207 → Vidéo
Partager

Question orale de Mme Marie Lecocq

à M. Sven Gatz, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé des Finances, du Budget, de la Fonction publique, de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles,

concernant la réduction du précompte immobilier pour les familles avec enfants à charge.

Mondelinge vraag van mevrouw Marie Lecocq

aan de heer Sven Gatz, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,

betreffende de vermindering van de onroerende voorheffing voor gezinnen met kinderen ten laste.

Partager
17:02 § 209 → Vidéo
Partager

Mme Marie Lecocq (Ecolo).- Un ménage avec au moins deux enfants à charge, propriétaire ou locataire d’un logement en Région bruxelloise, a la possibilité de bénéficier d’une réduction de 10 % par enfant sur le précompte immobilier. Cet avantage fiscal, s’il permet de baisser considérablement le montant initial de l’impôt, se révèle, pourtant, souvent injuste et assez inégal, puisqu’il établit de facto un traitement différencié entre les familles.

Prenons pour exemple un ménage avec deux enfants à charge. L’un de ces enfants, une fois ses études secondaires terminées, décide de se lancer dans des études supérieures. Il effectue alors une domiciliation dans son nouveau logement d'étudiant. Bien que son adresse officielle ne soit plus celle de ses parents, il est avant tout étudiant et reste donc à leur charge.

Néanmoins, la règle, aussi absurde soit-elle, reste la même : la réduction octroyée sur le précompte immobilier n’est possible que lorsque les deux enfants sont encore à charge au même moment et, donc, toujours domiciliés chez leurs parents. Ainsi, au lieu de perdre la réduction du précompte immobilier pour un enfant, les parents la perdent pour les deux, ce qui représente une perte nette de plus de 500 euros. La situation est d’autant plus délicate que les contributions financières de la famille n’ont pas baissé, mais plutôt augmenté en raison des études de leur enfant.

Cet exemple n’est pas anodin, puisque selon vos chiffres, sur 8.695 demandes de réduction rejetées entre 2019 et mai 2022, la plupart l'ont été pour des raisons de domiciliation.

En mai dernier, vous avez déjà été interrogé à ce sujet. Selon vos dires, le rapport final du groupe de travail sur la réforme fiscale envisageait une solution qui consistait à supprimer purement et simplement cet avantage fiscal et à allouer un budget supplémentaire au régime des allocations familiales. Une mesure à laquelle vous étiez favorable, mais qui aurait entraîné une hausse de la facture pour de nombreuses familles, ce qui, dans le contexte actuel, n’est ni possible ni envisageable pour de nombreuses Bruxelloises et de nombreux Bruxellois.

Enfin, avec le transfert des compétences du niveau fédéral au niveau régional, le principe de l’incontestablement dû ne s’applique plus.

Mevrouw Marie Lecocq (Ecolo).- Gezinnen met twee of meer kinderen ten laste hebben recht op een vermindering van hun onroerende voorheffing met 10% per kind, maar in de praktijk is die regeling niet altijd rechtvaardig. Zo verliest een gezin met twee kinderen, waarvan een kind zich op zijn of haar studieadres domicilieert, meteen het fiscaal voordeel voor beide kinderen, wat kan neerkomen op een verlies van meer dan 500 euro, terwijl de studies van het kind net meerkosten meebrengen. Dergelijke afwijzingen van vermindering van onroerende voorheffing zijn niet zeldzaam, ten bewijze uw statistieken.

Een ander probleem is dat heel wat gezinnen niet eens weten dat ze recht hebben op een vermindering en dat de vermindering niet automatisch wordt toegekend, maar moet worden aangevraagd, nadat men een algemeen aanslagbiljet heeft ontvangen.

In mei verklaarde u dat de werkgroep fiscale hervorming de mogelijkheid opperde om dat fiscale voordeel te vervangen door extra middelen voor de kinderbijslag. U was daar voorstander van, maar die regeling zou voor veel gezinnen een kostenverhoging betekenen, wat onwenselijk is.

Hoeveel gezinnen hebben sinds 2019 zo'n vermindering van onroerende voorheffing wegens twee kinderen ten laste gekregen? Bij hoeveel gezinnen is de aanvraag wegens andere domicilie van een studerend kind geweigerd?

Partager
17:04 § 211 → Vidéo
Partager

En d’autres termes, il est maintenant demandé à des milliers de ménages de payer un montant global et de réclamer ensuite la ou les réductions auxquelles ils ont droit. L’avance de ce montant pose de sérieux problèmes à de nombreuses personnes - pensionnés, sans emploi, familles monoparentales, indépendants - dans un contexte où les prix des biens de première nécessité ne cessent de flamber.

Un autre problème est celui du non-recours au droit. En effet, de nombreuses personnes ne savent pas qu’elles ont droit à une réduction de leur précompte immobilier et se voient ainsi privées d’un montant qui leur est pourtant dû.

Pourriez-vous nous donner les chiffres actualisés de 2019 à ce jour, concernant :

- la part des personnes ayant bénéficié d’une réduction de leur précompte immobilier parce qu'ils ont au moins deux enfants à charge ;

- la part des personnes qui ont vu leur demande de réduction rejetée pour cause de non-domiciliation de leur enfant pourtant toujours à charge.

Est-il prévu que le gouvernement se penche sur la question du précompte immobilier dans les prochaines semaines ou les prochains mois ? Dans l'affirmative, quelles solutions sont envisagées pour résoudre les problèmes exprimés précédemment ? Est-il envisagé d'accorder une réduction du précompte immobilier dès le premier enfant, et non à partir du deuxième ?

Où en est l’automatisation des remboursements ? Combien de ménages ont-ils bénéficié du remboursement automatique en 2021 et 2022 ? Quel est désormais le délai moyen du processus de remboursement ? L'automatisation se fait-elle ex ante ou ex post ?

Zal de regering zich de komende weken of maanden over het probleem buigen en een oplossing zoeken? Wordt eraan gedacht om de vermindering toe te kennen vanaf het eerste kind?

Hoeveel gezinnen kregen in 2021 en 2022 automatisch terugbetaling? Wat is de gemiddelde termijn van de terugbetaling? Gebeurt die ex ante of ex post?

Partager
17:06 § 213 → Vidéo
Partager

M. Sven Gatz, ministre.- Tout d'abord, comme communiqué récemment, en réponse à la question écrite n° 493 de votre collègue M. De Bock, je tiens à vous informer que 53.279 familles ont bénéficié, en 2019, d'une réduction pour cause d'enfants à charge ouvrant le droit aux allocations familiales. Les chiffres pour 2020 et 2021 sont comparables, soit un peu plus de 52.000. Comme la réduction pour les personnes handicapées peuvent également inclure des enfants, je vous communique ces chiffres : en 2019, 23.394 familles en ont bénéficié, contre un peu plus de 22.000 en 2020, et de 24.000 en 2021.

Votre question porte par ailleurs sur le nombre de demandes de réduction rejetées, tel que repris dans ma réponse à la question écrite n° 453 de votre collègue Mme Dufourny. J’avais alors indiqué qu'il s'agissait de demandes relatives à tous les types de réductions au précompte immobilier et qu’une demande pouvait être rejetée pour diverses raisons, le non-respect de la condition de domicile n'étant qu'un exemple. En d'autres termes, la majorité des cas de rejet ne concernent pas forcément le non-respect de la condition du domicile.

Sur la réduction pour cause d'enfants à charge, celle-ci est accordée si les enfants remplissent les conditions d'obtention des allocations familiales. Ce critère permet de rendre automatique l’octroi de la réduction de manière objective.

Quant à la suggestion d'accorder la réduction à partir d'un enfant, elle entraînerait un coût budgétaire important, en particulier pour les communes auxquelles une part importante des recettes du précompte immobilier revient. Une estimation rudimentaire, basée sur les informations disponibles, montre qu'une telle modification entraînerait rapidement un coût supplémentaire de 10 millions d’euros. Compte tenu du contexte budgétaire et économique actuel, il me semble que la marge de manœuvre est faible.

De heer Sven Gatz, minister.- In 2019 hebben 53.279 gezinnen een vermindering gekregen. De cijfers voor 2020 en 2021 zijn vergelijkbaar.

Eerder heb ik gezegd dat de aanvraag tot vermindering om verschillende redenen kan afgewezen worden, dus niet alleen omdat de domicilie niet in orde is.

De vermindering voor kinderen ten laste wordt toegekend indien de kinderen voldoen aan de voorwaarden voor de kinderbijslag. Zo kan de vermindering automatisch en objectief toegekend worden.

Een toekenning vanaf het eerste kind zou vrij kostelijk zijn: volgens een ruwe schatting zou het om 10 miljoen extra gaan. De huidige budgettaire en economische situatie biedt maar een beperkte manoeuvreerruimte.

Partager
17:08 § 215 → Vidéo
Partager

Par ailleurs, je tiens à préciser que la condition de deux enfants minimum ou un enfant handicapé est toujours en vigueur dans les Régions flamande et wallonne.

Enfin, rappelons que Bruxelles Fiscalité a pour objectif d'accorder les réductions et exonérations de manière aussi automatique que possible. Cette automatisation se fait sur la base des informations disponibles, fournies par des sources authentiques telles que le registre national, la Banque-carrefour de la sécurité sociale et le cadastre. La réduction du précompte immobilier pour les familles avec enfants à charge est donc en principe accordée automatiquement à toute personne éligible d'après ces données et lorsque le recoupement des données conduit à un résultat fiable. Bruxelles Fiscalité est donc tributaire de l'exactitude et de la qualité des données issues de ces sources.

Au cas où une réduction n'est pas accordée automatiquement, le redevable doit contacter Bruxelles Fiscalité par les canaux habituels. Les réductions accordées manuellement sont en principe automatiquement reconduites pour les exercices d’imposition ultérieurs, tant que la situation familiale reste inchangée.

Il ressort des chiffres relatifs à l’exercice d’imposition 2021 que le nombre d’enrôlements corrigés ne représente que 1,36 % de l’ensemble des enrôlements. Lorsqu'une exonération, une réduction ou toute autre correction a été effectuée après l’envoi de l’avertissement-extrait de rôle initial, un avertissement corrigé est émis. Ce chiffre ne concerne donc pas que la réduction pour les familles avec enfants à charge mais toutes les corrections effectuées.

Bruxelles Fiscalité a développé depuis quelques mois une solution permettant d'automatiser le plus possible les remboursements. Les retards ont ainsi été résorbés. Environ 70 % des remboursements sont désormais automatisés, contre 50 % auparavant, le reste étant pris en charge par des gestionnaires de dossiers qui vérifient notamment si des compensations avec d’autres dettes ouvertes sont possibles.

L’objectif est de rembourser tout citoyen dans un délai de deux mois après l’avoir informé qu’un montant en sa faveur est disponible, c’est-à-dire après l’envoi d’une décision de réduction ou d’annulation d’une taxe ou d’une amende.

Overigens geldt dezelfde regel in het Vlaamse en Waalse Gewest.

Brussel Fiscaliteit streeft ernaar om kortingen en vrijstellingen automatisch toe te kennen op basis van data uit het rijksregister, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het kadaster. Zo gebeurt het ook bij de vermindering van de onroerende voorheffing. Brussel Fiscaliteit is dus afhankelijk van die databanken voor correcte gegevens.

Wanneer de vermindering niet automatisch toegekend wordt, moet de betrokkene Brussel Fiscaliteit contacteren. Zolang de gezinssituatie niet verandert, wordt de vermindering de volgende aanslagjaren automatisch verleend.

In slechts 1,36% van het totale aantal aanslagen in 2021 heeft men later een correctie moeten aanbrengen.

Sinds enkele maanden heeft Brussel Fiscaliteit een oplossing om de terugbetaling te automatiseren. Daardoor is de achterstand weggewerkt. Ongeveer 70% van de terugbetalingen gebeurt nu automatisch. De rest wordt opgevolgd en gecontroleerd door dossierbeheerders.

De bedoeling is om de betaling te doen binnen de twee maanden na de kennisgeving.

Partager
17:11 § 217 → Vidéo
Partager

Si un redevable rencontre des difficultés à payer son précompte immobilier dans l’attente de l’octroi de la réduction et du remboursement, il peut toujours demander un plan de paiement ou un délai supplémentaire. Un plan de paiement sur quatre mois est automatiquement accordé à la plupart des redevables qui en font la demande sur la plateforme numérique MyTax, pour autant que le redevable n'ait pas d'autres dettes en souffrance.

Un plan de paiement plus long que quatre mois ou un délai supplémentaire de paiement peuvent également être demandés par les canaux de communication habituels.

Wanneer iemand problemen heeft om de onroerende voorheffing te betalen in afwachting van de toekenning van een vermindering of van terugbetaling, kan hij altijd een betalingsplan of uitstel aanvragen. Als de betrokkene geen andere schulden heeft, krijgt hij automatisch een betalingsplan over vier maanden. Daarvoor moet hij een aanvraag doen via het digitale platform MyTax.

Partager
17:11 § 219 → Vidéo
Partager

Mme Marie Lecocq (Ecolo).- Je note en effet qu'il n'y a aucune nouvelle possibilité par rapport à la question des deux enfants et donc des réductions. Le problème est probablement à objectiver en fonction des différents exemples, mais dans celui que nous donnons, les familles perdent tout d'un coup, à un moment qui ne correspond pas à une réelle diminution de leurs charges financières familiales.

Je note l'évolution de l'automatisation de 50 % à 70 %, qui est une très bonne nouvelle. On sait à quel point l'accès aux données sur le terrain est compliqué et pose des difficultés. Il est exact que le personnel de Bruxelles Fiscalité est tout à fait dépendant du travail réalisé en amont (recoupement des informations, etc.).

Vous expliquez que le pourcentage de correction est très faible. Il serait peut-être intéressant d'en identifier la raison dans une prochaine question. Est-ce parce que ce pourcentage ne doit pas être plus élevé ou parce que des demandes ne sont tout simplement pas encodées ? Mon intuition me dit qu'il s'agit plutôt de la deuxième hypothèse, mais cela demande à être objectivé, notamment en lien avec la question de non-recours aux droits.

- L'incident est clos.

Mevrouw Marie Lecocq (Ecolo).- Aangezien er niets verandert aan de regel van de twee kinderen, blijven de gezinnen dus de verliezende partij: er is immers geen echte vermindering van hun financiële lasten wanneer ze het nodig hebben.

Dat er vaker automatisch terugbetaald wordt, is goed nieuws. We weten hoe moeilijk de toegang tot bepaalde gegevens is en Brussel Fiscaliteit is inderdaad afhankelijk van derden.

Het percentage gecorrigeerde aanslagen is heel klein. Waarom dat zo is, is voer voor later. Mijn intuïtie zegt dat sommige aanvragen wellicht niet geregistreerd worden.

- Het incident is gesloten.

Partager