Présidence : Mme Véronique Jamoulle, première vice-présidente
Voorzitterschap: mevrouw Véronique Jamoulle, eerste ondervoorzitter.
Commission du Développement territorial : réunion du 6 février 2023
Vraag om uitleg van de heer Mathias Vanden Borre
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende het syntheserapport van de taskforce Kantoren van perspective.brussels.
Demande d'explications de M. Mathias Vanden Borre
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant le rapport de synthèse de la task force bureaux de perspective.brussels.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Recent publiceerde perspective.brussels het syntheserapport van de taskforce Kantoren, waaruit blijkt dat de vastgoedontwikkeling en de bouw sterk worden getroffen als de kantooroppervlakte afneemt. Het zou kunnen dat heel wat kantoorplannen van voor de crisis worden herzien, terwijl een groot aantal nieuwe projecten mogelijk niet meer zal worden ontwikkeld.
Dat scharniermoment voor het Brussels Gewest zou tot uiting kunnen komen in de evolutie van de omzet in de bouwsector. Tijdens de laatste twee kwartalen van 2021 lag de omzet van de Brusselse vastgoed- en bouwbedrijven ver onder het niveau van voor de coronacrisis. Die vaststelling is volgens de onderzoekers des te verontrustender omdat het activiteitsvolume in de andere twee gewesten opnieuw op het niveau van voor de coronacrisis ligt.
De onderzoekers wijzen erop dat bedrijven waarvan de hoofdvestiging zich niet in Brussel bevindt, wegtrekken uit de hoofdstad. Ze strijken dichter bij hun hoofdvestiging neer, zoals Delhaize, dat besloten heeft zijn hoofdkantoor in Kobbegem, bij zijn nationale distributiecentrum, te vestigen.
Die tendens van centralisering van productiesites, die al voor de coronacrisis begonnen was, zou na de crisis kunnen worden gevolgd door industriële bedrijven of ondernemingen met grootschalige logistieke operaties die in België actief zijn. Dat is ook het geval voor consultancybedrijven of buitenlandse multinationals, die er de voorkeur aan lijken te geven zich in de onmiddellijke omgeving van Brussel, dicht bij de luchthaven, te vestigen.
In de studie wordt aangehaald dat de mogelijke krimp van de kantooroppervlakte in Brussel kan leiden tot een daling van de gemeentelijke en gewestelijke inkomsten uit de onroerende voorheffing en de belasting op niet-residentiële oppervlakten.
Wat doet de regering om de impact van de krimp in de kantoorruimte op de vastgoedontwikkelings- en bouwsector te beperken? Werkt de regering aan een masterplan, zoals ik in mijn resolutie vroeg? Is er intussen meer duidelijkheid over de centralisatieplannen van de Europese Commissie bij Schuman en Madou? En hoe zit het met de Noordwijk?
Uit de studie blijkt dat veel bedrijven waarvan de hoofdvestiging zich niet in Brussel bevindt, wegtrekken uit de hoofdstad. Welke maatregelen neemt de regering om de trend te keren en de bedrijven te overtuigen om ten minste voor een deel in Brussel te blijven?
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Le rapport de synthèse de la task force bureaux de perspective.brussels indique que le secteur de la promotion immobilière et de la construction sera fortement affecté en cas de réduction des espaces de bureaux.
Le suivi du chiffre d’affaires de ce secteur pourrait rendre compte de ce moment charnière pour la Région bruxelloise, puisqu'il se situe largement en-deçà du niveau d'avant la crise sanitaire, alors que le volume d'activité a retrouvé son niveau d'avant la crise dans les deux autres Régions.
Les chercheurs soulignent que les entreprises dont le site principal n'est pas à Bruxelles quittent la capitale pour se rapprocher de leur site principal.
Initiée avant la crise sanitaire, cette tendance pourrait se voir prolongée par des entreprises industrielles ou à forte composante logistique actives en Belgique. La réduction potentielle des surfaces de bureau utilisées à Bruxelles pourrait faire diminuer les recettes communales et régionales relatives au précompte immobilier.
Que fait le gouvernement pour réduire l'impact de la réduction des espaces de bureaux sur le secteur de la promotion immobilière et de la construction ? Travaille-t-il sur un plan directeur ? Les projets de centralisation de la Commission européenne à Schuman et Madou sont-ils plus clairs ? Quid du quartier nord ?
Quelles mesures le gouvernement prend-il pour convaincre les entreprises de rester à Bruxelles ?
In de studie wordt een toename van de leegstand voorspeld. Uit onderzoek blijkt ook dat jaarlijks minstens 100.000 m² kantoorruimte van de Brusselse markt zal verdwijnen. Hoe anticipeert de regering daarop? Hoe zal ze die aanpassing begeleiden of faciliteren? Zal de complexe stedenbouwkundige regelgeving bijvoorbeeld aangepast worden?
De leegstand is het hoogst in de Europese wijk, de Noordwijk en de wijk rond het Zuidstation. Welke gebouwen in die wijken, naast het CCN-gebouw, worden gekenmerkt door een grootschalige leegstand, namelijk meer dan 10.000 m²?
Gelet op de relatief lage bevolkingsdichtheid zijn er zowel in de Europese wijk, de Noordwijk als de wijk rond het Zuidstation goede mogelijkheden om kantoren om te vormen tot woningen. Welke maatregelen neemt de regering om de herbestemming van de leegstaande kantoorruimte in die buurten te faciliteren?
Ten slotte zal de reductie van de kantooroppervlakte leiden tot een aanzienlijke vermindering van de gemeentelijke en gewestelijke inkomsten uit de onroerende voorheffing, en tot minder inkomsten uit de belasting op niet-residentiële oppervlakten voor de gemeenten. Welke aanpassingen plant u om die vermindering van belastinginkomsten op te vangen? Behoort een harmoniseringen van de verschillende gemeentelijke kantoorbelastingen tot de mogelijkheden? Welke stappen zijn er in dat dossier al gezet?
L'étude prédit une hausse annuelle de la vacance de bureaux de l'ordre de 100.000 m². Comment le gouvernement anticipe-t-il cette tendance ?
Outre le bâtiment du CCN, quels sont les bâtiments du quartier européen, du quartier nord et du quartier du midi dont la vacance excède 10.000 m² ?
Quelles mesures le gouvernement prend-il pour faciliter la réaffectation des bureaux vides dans ces quartiers ?
Quels ajustements envisagez-vous pour faire face à la réduction des recettes fiscales ?
Mme Céline Fremault (Les Engagés).- Tout le monde considère que cette étude est complète et qu'elle doit être exploitée. Perspective.brussels a réalisé là un beau travail en recensant clairement près d'un million de mètres carrés convertibles. Un pourcentage très élevé de bâtiments sont qualifiés de non convertibles pour diverses raisons, notamment parce qu'ils sont récents ou posent un problème de localisation. L'étude estime à environ 200.000 le nombre de mètres carrés convertibles, ce qui est considérable.
Au nom du groupe Les Engagés, je rappelle l'une de nos préoccupations majeures, déjà exprimée à travers une proposition de résolution, à savoir l'accès au logement et à la propriété. Il faut proposer des logements abordables. Nous ne cessons de répéter qu'il faut endiguer l'exode de la classe moyenne et permettre aux jeunes ménages de rester à Bruxelles ou de s'y établir, notamment dans les quartiers qui les ont vus grandir et qui ne sont plus accessibles.
Quelle sera votre stratégie globale pour concrétiser l'étude de perspective.brussels en matière de conversions ?
Qu'en est-il des ressources humaines ? Celles et ceux qui ont participé à l'étude au sein de perspective.brussels se verront-ils confier la mission complémentaire d'opérationnaliser votre stratégie ?
Comment allez-vous associer les acteurs du logement ? Depuis 2014, des partenariats public-privé ont été conclus par le Fonds du logement de la Région de Bruxelles-Capitale , d'abord, et la Société du logement de la Région de Bruxelles-Capitale , ensuite. Comptez-vous utiliser cette base de données pour nouer d'autres partenariats ?
Comment les résultats de cette étude pourraient-ils s'articuler avec des outils indispensables comme le Code bruxellois de l'aménagement du territoire et le plan Good Living, anciennement règlement régional d'urbanisme ?
Pouvons-nous envisager un soutien spécifique du gouvernement pour les bâtiments recensés, tel que des dérogations et des procédures simplifiées pour la délivrance des permis ?
Mevrouw Céline Fremault (Les Engagés).- Van de kantoorruimte die aan bod kwam in de studie van perspective.brussels, kan naar schatting 200.000 m² worden omgevormd tot woningen. Dat is behoorlijk veel.
We moeten de stadsvlucht van de middenklasse stoppen en ervoor zorgen dat jonge gezinnen in Brussel kunnen wonen. Betaalbare woningen zijn dan ook een prioriteit voor Les Engagés.
Wat is uw strategie om de kantoren waarvan sprake in de studie daadwerkelijk om te vormen tot woningen? Zullen de opstellers van de studie daar ook een strategie voor uitwerken?
Hoe zult u de sector daarbij betrekken? Zult u de nieuwe gegevens gebruiken om nieuwe partnerschappen af te sluiten?
Wat betekenen de resultaten van de studie voor beleidsinstrumenten als het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening of het plan Good Living?
Komen er bijzondere maatregelen voor de kantoorgebouwen in kwestie, zoals uitzonderingen op de regels voor vergunningen of vereenvoudigde procedures?
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Quand le rapport de la task force bureaux nous a été présenté, il s'est avéré que seuls 41 immeubles de bureaux ont été proposés à la reconversion en logements sur un stock de 345 immeubles, pour un potentiel de presque 200.000 mètres carrés sur un total de plus d'un million de mètres carrés vides. À ce moment-là, soit le 17 octobre, nous avons dit dans cette commission qu'il serait opportun que les critères soient moins restrictifs. D'où ma question : quelques mois plus tard, où en êtes-vous s'agissant des critères pour sélectionner les dix immeubles susceptibles d'être reconvertis en logements ?
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Toen het verslag van de taskforce voor kantoren werd voorgesteld, bleek dat slechts 41 kantoorgebouwen op een totaal van 345 geschikt zouden zijn om ze om te vormen tot woningen. Werkt u aan een versoepeling van de criteria opdat meer kantoorgebouwen daarvoor in aanmerking kunnen komen?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De omzet van bouwbedrijven is inderdaad een goede indicator voor de evolutie van de vastgoedsector, maar we mogen ons niet tot de kantorenmarkt beperken. Zoals blijkt uit het rapport van de taskforce voor kantoren dat perspective.brussels in september publiceerde, is de vraag naar schoonmaak van kantoren niet significant gedaald. Dat wijst erop dat de gebruikte kantooroppervlakte afneemt, maar niet keldert.
Niet alleen de kantoorsector heeft het economisch zwaar te verduren, andere sectoren lijden nog erger onder de huidige toestand en vooral onder de structurele toename van thuiswerk. Ik denk in het bijzonder aan de horeca en winkels in de centrumwijken, die ook veel kantoren tellen.
Er is geen recht evenredig verband tussen het aantal mensen die thuiswerken en de hoeveelheid kantoorruimte die wordt benut. De toename van thuiswerk heeft wel een rechtstreekse invloed op het aantal klanten van horecazaken en winkels in kantoorwijken. Daarom maken we samen met perspective.brussels en urban.brussels die wijken gemengder. Het gaat in de eerste plaats om de Europese wijk, de Noordwijk en de wijk rond het Zuidstation.
De regering is niet van plan om een masterplan voor kantoorgebouwen uit te werken, omdat de situatie van plaats tot plaats verschilt. We moeten ervoor zorgen dat het gewest aantrekkelijk blijft voor economische activiteiten, in het bijzonder voor de tertiaire sector. Het rapport van de taskforce werpt een duidelijk licht op de uitdagingen die gepaard gaan met de herbestemming van kantoren. Zo zijn kantoren in gemeenten bij de gewestgrens de voorbije jaren minder aantrekkelijk geworden.
Voorts zullen we bij de herziening van het Gewestelijk Bestemmingsplan bijzondere aandacht besteden aan de ruimtelijke spreiding van kantoren door de bestaande bepalingen onder de loep te nemen.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le chiffre d'affaires du secteur de la construction est en effet un indicateur de l'évolution du secteur immobilier, mais n'est certainement pas représentatif du seul secteur des bureaux.
D'autres secteurs sont davantage touchés par la situation actuelle et en particulier par l'augmentation du télétravail, comme celui de l'horeca ou du commerce dans les quartiers de bureaux, où nous travaillons avec perspective.brussels et urban.brussels à renforcer la mixité.
Le gouvernement ne s'inscrit pas dans une optique de plan directeur pour l'ensemble des espaces de bureaux, car les situations diffèrent en fonction des zones. Nous devons faire en sorte que la Région reste attractive pour les activités économiques et pour le secteur tertiaire en particulier. Le rapport de la task force permet de mettre en évidence les enjeux liés à la réaffectation des bureaux.
La répartition spatiale des bureaux sera également analysée dans le cadre de la révision du PRAS.
Het is onder meer de bedoeling om na te gaan of het nodig is om de kaart waarop de maximaal toegestane kantooroppervlakte worden weergegeven, aan te passen en op welke manier dat moet gebeuren.
Voorts is het nodig om het projectonderzoek van urban.brussels beter af te stemmen op de analyses van perspective.brussels, zodat er kan worden gewerkt op basis van duidelijke richtlijnen voor kantoren en de evolutie van de kantoorruimte, met bijzondere aandacht voor de nagestreefde functiemix en de evolutie van de leegstand.
Tot slot wordt ook gezocht naar een manier om de kantoorleegstand beter te analyseren.
Met betrekking tot de plannen van de Europese Commissie heb ik niets nieuws toe te voegen aan het antwoord dat ik daarover in juni 2022 gaf. De krachtlijnen van het vastgoedbeleid van de Europese Commissie zijn bekend. We hebben van het Bureau voor Infrastructuur en Logistiek in Brussel (OIB) - dat is de dienst die het gebouwenbestand van de Europese Commissie beheert - een gedetailleerd overzicht gekregen van de gebouwen die de Europese Commissie wil verlaten. Die informatie moet evenwel vertrouwelijk blijven.
Het OIB en de taskforce voor de Europese wijk, die de regering op 12 mei 2022 besliste op te richten, bereiden momenteel een protocolakkoord voor. Dat akkoord moet dienen om de ambities van de Europese Commissie en die van het gewest zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
Uw vraag over de bedrijven valt niet onder mijn bevoegdheid, maar onder die van mevrouw Trachte. We stellen uiteraard alles in het werk om ervoor te zorgen dat het gewest aantrekkelijk blijft voor economische activiteiten, zowel voor tertiaire activiteiten, die het meest voorkomen in het Brussels Gewest, als voor productieactiviteiten.
Perspective.brussels en hub.brussels werken sinds kort nauw samen om de territoriale analyses en economische strategieën beter op elkaar af te stemmen. Het is ook belangrijk dat in de territoriale strategieën rekening wordt gehouden met de evolutie van de mobiliteitsinfrastructuur en de mobiliteitsstrategieën. Het is mogelijk dat bepaalde gebieden de komende jaren steeds aantrekkelijker worden. Daar moeten we op inspelen.
Il y a notamment lieu d’évaluer si la carte des soldes de superficie de bureaux admissibles doit évoluer et, si oui, de quelle manière.
Il faut aussi mieux accorder les analyses de perspective.brussels et l’analyse des projets instruits par urban.brussels.
Enfin, il s'agit d'affiner l'analyse de la vacance de bureaux.
Nous avons obtenu de l’ Office infrastructures et logistique - Bruxelles (OIB) une carte détaillée des bâtiments que la Commission européenne entend quitter, mais cette information est confidentielle. Un protocole d’accord entre l’OIB et la task force quartier européen est en cours de préparation pour garantir l’alignement optimal des ambitions de la Commission et de la Région bruxelloise.
Concernant votre question sur les entreprises, il va de soi que la secrétaire d'État Trachte et moi-même nous efforçons de maintenir l'attractivité de la Région pour les activités économiques.
Des collaborations ont été renforcées entre perspective.brussels et hub.brussels afin d'harmoniser davantage analyses territoriales et stratégies économiques. Il s’agit également de veiller à ce que les stratégies territoriales s’articulent avec les évolutions des infrastructures de mobilité et les stratégies de mobilité.
In de studie van de taskforce voor kantoren wordt erop gewezen dat de ingrepen moeten worden toegespitst op oude gebouwen die door de huidige ontwikkelingen nog sneller dreigen te verouderen. Er is overigens nog steeds vraag naar nieuwe kantoorruimte, aangepast aan de huidige milieu- en energienormen. Zo zit er nog 1.254.000 m² nieuwe kantoorruimte in de pijplijn volgens het Overzicht van het kantorenpark nr. 39 van september 2021. We mogen er dus van uitgaan dat de voorraad kantoorruimte in het Brussels Gewest de komende jaren niet drastisch zal krimpen.
Op regelgevend vlak wil de regering aan de hand van de nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening bestaande gebouwen behouden en renoveren in plaats van ze af te breken. Daar zullen we ook aandacht aan besteden bij de herziening van het Gewestelijk Bestemmingsplan .
Uit onderzoek van perspective.brussels blijkt dat veel kantoren een nieuwe bestemming krijgen. Doorgaans worden ze omgebouwd tot woningen. Het is bijgevolg niet zeker of het noodzakelijk is om die praktijk te begeleiden. Er moet wel worden nagegaan of de aanpassing vanuit stedenbouwkundig oogpunt zinvol is. Daarbij moet er ook voor gezorgd worden dat openbare vastgoedmaatschappijen gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die zich aandienen.
In de Noordwijk is het aantal leegstaande handelszaken inderdaad toegenomen van 5% in 2018 tot 9% in 2020, doordat verschillende huurovereenkomsten afliepen. Momenteel ligt het leegstandspercentage in de Noordwijk dus redelijk hoog. Daar staat tegenover dat er een aantal grote herontwikkelingsprojecten lopen, zoals CCN, Proximus en Ferraris. Dat gebeurt in overleg met het gewest en de betrokken gemeenten. Er worden gemengde programma's uitgewerkt om de kantoorleegstand tegen te gaan en er een multifunctionele wijk van te maken. Perspective.brussels denkt op grotere schaal na over een totaalvisie op het Territorium Noord. Dat omvat de Noordwijk en de omliggende wijken.
In de Europese wijk is de commerciële leegstand overigens gedaald van 6,4% in 2018 tot 5,1% in 2020. Dat geldt ook voor de wijk rond het Zuidstation. Daar zakte de commerciële leegstand van 6,9% in 2018 naar 4% in 2020. Enkele grote leegstaande gebouwen zijn het gebouw North Light (Engie), dat de Europese Commissie zou willen huren, en de gebouwen van de federale Regie der Gebouwen in de Aarlenstraat en de Jacques de Lalaingstraat in Brussel-Stad.
L’étude de la task force bureaux a mis en avant le besoin d’agir sur les bâtiments anciens. La demande de bureaux se maintient par ailleurs pour de nouveaux espaces adaptés aux normes actuelles, notamment environnementales et énergétiques. En conséquence, on estime que le stock de bureaux à Bruxelles ne diminuera pas beaucoup dans les années à venir.
En ce qui concerne les réglementations urbanistiques, le nouveau projet de RRU entend favoriser la préservation et la rénovation des constructions existantes plutôt que leur démolition. Cette question sera aussi évaluée dans le cadre de la révision du PRAS.
Concernant les conversions, l’étude de perspective.brussels montre que les conversions de bureaux en d’autres fonctions, et en particulier du logement, sont fréquentes. Il n’est pas prouvé dès lors qu’un accompagnement spécifique doive être prévu. La question est plutôt de déterminer si les conversions sont pertinentes au regard des caractéristiques urbaines du projet, et également de permettre aux acteurs du logement public de saisir les occasions qui se présentent.
Le taux d’inoccupation est effectivement élevé dans le quartier Nord. En revanche, celui-ci fait aussi l'objet de plusieurs grands projets de redéveloppement, menés en concertation avec la Région et les communes. Perspective.brussels mène une réflexion d'ensemble sur le territoire Nord, qui englobe le quartier Nord et les quartiers voisins.
La vacance commerciale a, quant à elle, baissé dans le quartier européen et dans le quartier du Midi, qui comptent quelques grands bâtiments vides comme ceux de North Light et de la Régie des bâtiments.
Voor de Noordwijk en de Europese wijk stelde de regering werkgroepen samen met vertegenwoordigers van de gewestelijke overheidsdiensten belast met ruimtelijke ordening, stedenbouw en betaalbaar wonen.
De werkgroepen begeleiden enkele projecten waarbij kantoorgebouwen gedeeltelijk of volledig tot woningen worden omgebouwd. In de Noordwijk gaat het om een van de Proximustorens, die een woontoren wordt, het Ferrarisgebouw, dat de Vlaamse overheid binnenkort verkoopt en het CCN-gebouw, dat voor 30% uit woningen zal bestaan.
In de Europese wijk gaat het om het voormalige gemeentehuis van Etterbeek, waar naast een polikliniek ook geconventioneerde en sociale woningen komen, en het LOOM-project van Befimmo, dat, dankzij de toepassing van de gedeelde visie door urban.brussels, ook wooneenheden krijgt.
In november 2022 kwam voor het eerst een werkgroep samen die zich over de aankoop van vastgoed in de Europese wijk buigt om er betaalbare woningen van te maken. Daarvoor wordt gekeken naar gebouwen van de federale Regie der Gebouwen en naar gebouwen die de Europese Commissie zal verlaten.
Als de benutte kantooroppervlakte afneemt, leidt dat slechts in bepaalde gevallen tot minder belastinginkomsten. Het maakt immers niet uit of in een bestaand gebouw minder ruimte wordt gebruikt. Ook voor gebouwen die een woonbestemming hebben gekregen, wordt nog altijd onroerende voorheffing geïnd. De taskforce stelt voor om Brussel Fiscaliteit een studie te laten uitvoeren om het mogelijke verlies aan belastinginkomsten in te schatten en op basis daarvan te bepalen wat dat zou betekenen voor de inkomsten voor de gemeenten.
Le gouvernement a mis en place des groupes de travail réunissant les différentes administrations régionales en charge de l’aménagement du territoire, de l’urbanisme et du logement abordable, qui accompagnent des projets de conversion totale ou partielle de bureaux en logements dans les quartiers Nord et européen.
Par ailleurs, un groupe de travail spécifique pour l’acquisition du foncier et la réalisation de logements abordables dans le quartier européen s’est réuni pour la première fois en novembre, avec en ligne de mire les bâtiments de la Régie des bâtiments et ceux qui seront quittés par la Commission européenne.
La task force a suggéré que Bruxelles Fiscalité mène une étude pour évaluer le risque de pertes de recettes fiscales, ce qui permettrait en effet d’objectiver les données en la matière pour les recettes communales.
(poursuivant en français)
En ce qui concerne l'opérationnalisation, le but est que je soumette au gouvernement une série de recommandations afin que l'étude ne reste pas lettre morte. Les services chargés du plan Good Living ont traité cette question en prévoyant la convertibilité de tout projet de plus de 1.000 m². Il s'agit là d'une première étape.
Enfin, pour ce qui est des dix critères en vue de la sélection des bureaux effectivement convertibles, perspective.brussels poursuit son travail. La deuxième phase de son analyse sur les aspects plus opérationnels est en cours, mais je ne dispose pas d'informations à cet égard.
(verder in het Frans)
Ik zal een reeks aanbevelingen voorleggen aan de regering om de studieresultaten in de praktijk te brengen. De diensten die het plan Good Living uitwerken, houden rekening met de omvorming van alle kantoorprojecten van meer dan 1.000 m². Dat is een eerste stap.
Perspective.brussels werkt ondertussen voort aan een operationeel plan. De tweede fase loopt, maar ik kan er nog niet meer informatie over geven.
De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Het is een complex gegeven en er is geen wonderoplossing die de economische leefbaarheid van kantoorruimte op de lange termijn garandeert. Die leefbaarheid vergt de continue inzet van diensten onder uw bevoegdheid of onder de bevoegdheid van collega-ministers, die moeten samenwerken.
U zegt dat Brussel geen masterplan voor kantoren behoeft omdat de situatie van plaats tot plaats verschilt. Ik ben het daar niet mee eens. Ik denk dat er een masterplan moet komen om alle aspecten die u aanhaalt, in een gemeenschappelijke visie te vertalen en alle betrokken instanties in dezelfde richting te laten werken.
De huidige, versnipperde slagorde ondergraaft de aantrekkelijkheid van het Brussels Gewest. Grote spelers maken de rekening en nemen soms op relatief korte termijn beslissingen met grote gevolgen. Veel van hen hebben al beslist om Brussel te verlaten of dreigen dat in de nabije toekomst te doen.
Er is werk aan de winkel om die trend te keren, want hij veroorzaakt op meerdere vlakken economische verliezen. U verwees naar de horeca, die de impact rechtstreeks voelt, maar daarnaast dreigen er tienduizenden banen bij toeleveranciers verloren te gaan.
Daarom spoor ik u aan om alle aspecten, waarmee ik het vaak niet fundamenteel oneens ben, te vertalen in een gemeenschappelijk masterplan en in een toekomstplan tot 2030 of misschien zelfs 2050.
M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Il s'agit d'une matière complexe et il n'existe pas de solution miracle qui garantisse la viabilité économique à long terme des espaces de bureaux.
Contrairement à vous, j'estime qu'un plan directeur serait utile, car il permettrait de traduire tous les aspects que vous mentionnez en une vision commune pour toutes les instances concernées, afin d'inverser la tendance actuelle, responsable de pertes économiques et de pertes d'emplois dans de nombreux secteurs.
Je vous invite dès lors à traduire tous ces aspects dans un plan directeur commun et un plan d'avenir jusqu'en 2030, voire 2050.
Mme Céline Fremault (Les Engagés).- Le calendrier m'inquiète un peu. Vous allez évidemment présenter des recommandations au gouvernement mais, vu le temps nécessaire à leur adoption, il faudra bien compter deux ou trois ans pour les déployer.
Les recommandations dont vous parlez seront-elles réparties entre vos collègues ou existe-t-il un plan opérationnel ? J'entends que perspective.brussels continue à travailler sur un deuxième volet et sur la mise en œuvre concrète de l'étude, mais le temps me paraît long par rapport aux urgences en matière de logement à Bruxelles.
Mevrouw Céline Fremault (Les Engagés).- U wilt aanbevelingen voorleggen aan de regering. Het kan dus nog enkele jaren duren voor die uitgevoerd worden. Dat lijkt me wel erg lang. Plant u ondertussen al maatregelen?
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Je ne partage pas le pessimisme de la N-VA quant à l'avenir économique de Bruxelles. Je pense que tout va bien se passer.
Comme vous l'avez rappelé, il est prévu dans le règlement régional d'urbanisme de modérer les élans de démolition-reconstruction et d'imposer, à l'avenir, la convertibilité des immeubles dès la conception. Nous savons qu'une partie des problèmes actuels relève d'aspects techniques tels que la profondeur et la hauteur sous plafond. Néanmoins, il ne faudrait pas non plus considérer ces problèmes comme des alibis. Je persiste à penser que cet échantillon de 35 immeubles sur 341 est trop restrictif.
En réalité, on gère le passé, l'héritage, mais on continue à appliquer la même méthode, à savoir la fuite en avant ; on construit des bureaux neufs qui répondent aux normes les plus récentes, tout en continuant à créer une obsolescence. Selon moi, il y a donc urgence à gérer cette obsolescence en faisant preuve de volontarisme. Je ne doute pas que perspective.brussels en est conscient.
- L'incident est clos.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Ik ben optimistischer dan de N-VA over de economische toekomst van Brussel.
Veel oudere kantoorgebouwen zijn technisch ongeschikt om om te vormen tot woningen, maar in de nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening zal de mogelijkheid van zo'n omvorming verplicht worden voor nieuwe gebouwen.
Als er steeds nieuwe kantoorgebouwen worden opgetrokken die aan de recentste normen voldoen, komen oudere kantoorgebouwen leeg te staan. Die leegstand moet dus ook aangepakt worden, bijvoorbeeld met minder strenge criteria voor de omvorming tot woningen.
- Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Céline Fremault
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
et à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant les avancées du projet de Musée du Chat.
Mondelinge vraag van mevrouw Céline Fremault
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
en aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de voortgang van het project voor het museum van De Kat.
Mme Céline Fremault (Les Engagés).- J'ai fait quelques recherches. Dès 2014, la Région était plus qu'enthousiaste à l'idée du Musée du Chat. À partir de novembre 2018, la convention de partenariat devant permettre de concrétiser le musée pour 2023 a été précisée. Un bâtiment devait être construit au 6 de la rue Royale, à l'arrière de Brussels Info Place (BIP), non loin du Musée des instruments de musique, en remplacement d'un bâtiment non classé des années 1930.
Du côté des gouvernements successifs, les interventions étaient plutôt positives, le Chat Cartoon Museum devant renforcer la vitrine que constitue le BIP, maison de la Région. On parlait d'un musée qui « ronronnerait » dès 2023 avec un projet relativement clair : une livraison brute de l'immeuble, Philippe Geluck et ses sponsors mettant 4,5 millions d'euros sur la table pour l'aménagement des lieux, un investissement de 9,33 millions d'euros de la Région, par l'intermédiaire de la Société d'aménagement urbain, et des engagements de votre part à concrétiser le Musée du Chat, la bande dessinée étant un marqueur fort pour vous. C'était en mai 2019.
Le permis d'urbanisme a été délivré en avril 2021, Philippe Geluck s'est dit soulagé et impatient. Le chantier devait débuter à la mi-2021 pour s'achever à la mi-2023, mais le dossier a connu quelques soubresauts : trouvailles liées aux fouilles archéologiques menées sur le site, reports alors que le projet aurait pu commencer il y a un an, nouvelle étude, appel d'offres pour soutenir les murs du palais des Beaux-Arts et nouveau report au 1er janvier 2023. Entre-temps, le projet n'a toujours pas débuté.
La convention était conclue pour un aboutissement à la fin de l'année 2023. Une prolongation d'un an est possible, mais il serait difficile de tenir ces délais.
Mevrouw Céline Fremault (Les Engagés).- Sinds 2014 is er sprake van de oprichting van het Musée du Chat. In een partnerschapsovereenkomst werd daarvoor de bouw van een pand in de Koningsstraat vastgelegd.
Het gewest zou 9,33 miljoen euro in het museum investeren en Philippe Geluck samen met zijn sponsors 4,5 miljoen euro.
In april 2021 werd de stedenbouwkundige vergunning verleend. Midden 2021 moest de bouw van het museum starten, maar door onvoorziene omstandigheden is dat meermaals uitgesteld.
Volgens de overeenkomst moet het museum eind 2023 klaar zijn. Een verlenging van de termijn met een jaar is mogelijk, maar zelfs eind 2024 wordt moeilijk haalbaar.
Lors de ma précédente interpellation sur le sujet, vous faisiez état de collaborations entre ce musée et les institutions voisines (BIP, Bozar ou encore le site archéologique du Coudenberg). Je souhaiterais comprendre comment tout s'imbrique aujourd'hui. La convention initiale se clôture fin 2023, avec la possibilité de la prolonger d'un an. Cependant, les interrogations sont nombreuses, à commencer par le coût des matériaux qui a explosé. Une convention conclue en 2017 n'aura plus le même impact à cet égard lorsqu'elle se réalisera en 2023, voire en 2024.
On sait que Philippe Geluck s'est montré très déterminé pour apporter les 4,5 millions d'euros nécessaires aux travaux intérieurs, en guise d'avances sur loyers. En cas d'augmentation du coût des matériaux, la Région prendra-t-elle la différence à sa charge ? Je ne peux imaginer que Philippe Geluck soit disposé à augmenter sa participation de 2 à 3 millions d'euros, même avec la meilleure volonté du monde.
Il importe aujourd'hui de savoir ce qu'il en est du calendrier, compte tenu de tout ce qui est intervenu depuis lors : les fouilles archéologiques, la nécessité de soutenir les murs du palais des Beaux-Arts, l'étude, l'appel d'offres. Quid du début du chantier, qui enverrait un signal très important aux nombreux Bruxellois et à Philippe Geluck lui-même ?
Le montage financier est-il susceptible d'évoluer, eu égard à l’augmentation du coût des matériaux ? Qui va compenser ? J'ose espérer que la Région fera un geste.
J'ai toujours été de ceux qui défendaient le projet avec conviction et enthousiasme. Sa concrétisation est essentielle, mais des signaux doivent être envoyés très rapidement pour répondre aux inquiétudes qui se multiplient.
Daarnaast zijn de prijzen voor bouwmateriaal sterk gestegen. Een overeenkomst uit 2017 is in 2023 of 2024 niet meer uitvoerbaar aan dezelfde prijs.
Philippe Geluck is vastberaden om de 4,5 miljoen euro voor de binnenafwerking van het gebouw op tafel te leggen. Neemt het gewest het prijsverschil voor zijn rekening? Ik kan mij niet voorstellen dat de heer Geluck bereid is om 2 tot 3 miljoen euro meer bij te dragen.
Wanneer kunnen de werken starten?
Kan het budget worden opgetrokken nu bouwmaterialen zo veel duurder zijn? Wie compenseert dat? Ik hoop dat het gewest bereid is om bij te springen.
De ongerustheid over de uitvoering van het project neemt toe. U moet daar dringend een antwoord op bieden.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le calendrier actuel, à la suite de la délivrance du permis d'urbanisme en date du 21 avril 2021, prévoit la livraison de l’immeuble reconstruit pour le 31 décembre 2024 au plus tard. La livraison des travaux d’aménagement intérieur du preneur - l’ASBL Fidalian, de M. Geluck - est programmée pour le 30 juin 2026.
Comme prévu dans le permis, des fouilles archéologiques ont été menées par urban.brussels. Sur ce plan, aucune découverte majeure n’est à mentionner. En revanche, les fouilles ont permis de mettre en exergue la vétusté des murs anciens - le palais des Beaux-Arts - et plus anciens - l'enceinte du jardin du palais de Charles-Quint. Par conséquent, des études complémentaires ont dû être réalisées pour la conservation de ces structures et des variantes de mise en œuvre ont dû être imaginées pour le chantier du futur musée. La question de la valorisation des éléments résultant des fouilles est traitée par urban.brussels et l’ASBL Fidalian, qui sont déjà en contact.
Concernant les collaborations entre les différents acteurs - Brussels Info Place, Bozar, Coudenberg -, les collaborations suivantes ont été établies au travers de diverses conventions. Bozar disposera d’espaces de stockage complémentaires aux niveaux -5 et -4 du musée, en lien direct avec la salle Henri Lebœuf. Le centre d'information Brussels Info Place bénéficiera d’une entrée temporaire pour les personnes à mobilité réduite (PMR), dans l'attente des aménagements du côté de l'entrée du Coudenberg. Enfin, le musée du Coudenberg verra son parcours muséal aménagé en vue de répondre aux besoins d’accès des PMR.
L’ensemble des instances et des voisins sont consultés et régulièrement informés de l’avancement du chantier. Une coordination étroite est assurée pour répondre aux différentes questions qui sont adressées à la Région et à la Société d'aménagement urbain.
Enfin, s'agissant du montage financier et du soutien régional par l'intermédiaire de la Société d'aménagement urbain, il n’y a pas eu d’adaptation du montage financier à ce jour. L’étude de l'impact de la conservation de certains vestiges présents sur la parcelle, imposée par urban.brussels, est en cours de finalisation. Il en va de même pour ce qui concerne les mesures de conservation des murs mitoyens avec le palais des Beaux-Arts ainsi que l’incidence des hausses des prix de construction.
Il n'y a donc pas encore eu de valorisation, mais celle-ci fera l'objet de discussions le moment venu. Ainsi, il n'y a aucune inquiétude à avoir à ce sujet.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Volgens de planning moet het gebouw tegen 31 december 2024 klaar zijn. De binneninrichting door de vzw Fidalian moet tegen 30 juni 2026 zijn afgrond.
Zoals in de vergunning was opgenomen, voerde urban.brussels archeologisch onderzoek uit op de site. Daarbij is vastgesteld dat de muren van het Paleis voor Schone Kunsten en van de omwalling rond de tuin van het paleis van Karel V in slechte staat zijn. Daarop werden bijkomende studies uitgevoerd met het oog op het behoud van die muren. Bovendien werden de bouwplannen voor het museum aangepast.
Het Musée du Chat zal samenwerken met Bozar, dat in de kelders opslagruimte krijgt. Daarnaast krijgt Brussels Info Place er een tijdelijke ingang voor personen met een beperkte mobiliteit en krijgen ze toegang tot het Coudenbergpaleis door een aanpassing van het museumtraject.
Er vindt regelmatig overleg over de vorderingen plaats met alle betrokken instellingen en met de omwonenden.
Het bedrag dat het gewest voor het museum uittrekt, blijft voorlopig ongewijzigd. De impactstudie rond het behoud van bepaalde muren op het perceel loopt nog, net als die naar de gevolgen van de prijsstijgingen.
Mme Céline Fremault (Les Engagés).- J'entends bien que la livraison de l'immeuble est prévue au 31 décembre 2024 et que les travaux intérieurs seront achevés en juin 2026. Les collaborations semblent conformes à ce qui a été déclaré dès le début du projet.
Par contre, je suis plus inquiète au sujet du montage financier, car votre réponse est extrêmement prudente. Je ne vais pas vous demander d'être imprudent, ce n'est pas votre genre ! Toutefois, en entendant que, si nous nous retrouvons à un certain moment confrontés à des difficultés à cause du coût des matériaux, la Région prendra en considération une intervention supplémentaire, il me paraît important de pouvoir être clair, car cela commence à inquiéter les uns et les autres.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je peux le comprendre, mais je ne vais pas vous dire ici et maintenant comment les choses vont se faire. Quand nous aurons les chiffres, nous pourrons effectivement poursuivre le processus. C'est pourquoi je vous dis qu'il n'y a pas d'inquiétude à avoir pour le moment. Rien n'est encore définitivement valorisé. Ce n'est pas propre aux chantiers publics, car tous les chantiers se retrouvent dans cette situation à cause de la crise dans laquelle nous nous trouvons depuis une année.
Mme Céline Fremault (Les Engagés).- D'accord, mais il y aura une facture à la fin. Je ne vais pas vous demander de sortir la calculette aujourd'hui, mais tout le monde sait que les coûts des chantiers explosent, pour les pouvoirs publics comme pour les autres. Et certains ont les reins plus solides que d'autres.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- L'objectif est que le musée ouvre. Je n'ai pas changé d'avis à ce propos.
Mme Céline Fremault (Les Engagés).- D'accord. L'ouverture était prévue pour 2023, et nous sommes embarqués au moins jusqu'en 2026.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Il faut reconnaître que la crise du Covid-19 a tout arrêté pendant un an, voire un an et demi. Quand on entreprend ce type de chantier dans ce type de quartier, on s'expose en outre à des surprises.
Mme Céline Fremault (Les Engagés).- Pour conclure, je dirai que c'est vraiment un élément très important pour Bruxelles et qu'il faut que Philippe Geluck se sente soutenu jusqu'au bout dans ce projet. Je compte sur vous.
- L'incident est clos.
Mevrouw Céline Fremault (Les Engagés).- Het gebouw moet dus op 31 december 2024 opgeleverd zijn en de binneninrichtingswerken in juni 2026.
Ik maak me echter zorgen over de financiële kant, waar u in uw antwoord voorzichtig over blijft. Als het gewest van plan is om een bijkomend budget uit te trekken, kunt u daar beter duidelijk over zijn als u de ongerustheid wilt wegnemen.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik moet over cijfers beschikken voor ik u meer kan zeggen. U hoeft zich echter geen zorgen te maken, want er is nog niets goedgekeurd.
Mevrouw Céline Fremault (Les Engagés).- Dat neemt niet weg dat er uiteindelijk wel een factuur komt en dat bouwwerken een stuk duurder zijn geworden.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het blijft de bedoeling dat het museum er komt.
Mevrouw Céline Fremault (Les Engagés).- Het moest in 2023 de deuren openen, maar dat is ondertussen al 2026 geworden.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De coronacrisis gooide roet in het eten. Voorts zijn verrassingen bij werkzaamheden in een historische wijk nooit ver weg.
Mevrouw Céline Fremault (Les Engagés).- Ik reken erop dat u Philippe Geluck blijft steunen.
- Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Marie Nagy
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
et à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant la promotion de 2023 comme Année de l'Art nouveau.
Mondelinge vraag van mevrouw Marie Nagy
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
en aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de promotie van het Jaar van de Art Nouveau in 2023.
Mme Marie Nagy (DéFI).- Réouverture de la maison Hannon, nouveau parcours Art nouveau aux Musées royaux d'art et d'histoire, création d’un centre d’interprétation de l’Art nouveau, événements festifs dès février 2023, ouverture d’une série de bâtiments emblématiques et collections accessibles pendant toute l’année prochaine… L’année 2023 est annoncée comme celle de l’Art nouveau sur le site d’ urban.brussels .
L’Art nouveau exerce une fascination chez tous ceux qui s’intéressent à l’art. Il captive aussi, par ses formes, ses couleurs, ses bâtiments, ceux qui sont, parfois dès la première fois, mis en présence de cet art.
À l’heure actuelle, le site de visit.brussels ne met pourtant pas en avant cette année passionnante qui s’annonce pour notre Région. Le rôle de Bruxelles International , dont une des missions consiste à « contribuer à la promotion et au rayonnement de la Région de Bruxelles-Capitale en soutenant des initiatives prometteuses pour son image », doit aussi être interrogé.
Notre Région et une série de ses acteurs économiques, notamment le secteur hôtelier, connaissent des moments difficiles depuis plusieurs années. Il me paraît important de mettre en avant cette année 2023 de l’Art nouveau et d’en faire la promotion à l’étranger, que ce soit dans des pays proches de la Belgique comme dans des pays plus lointains, dont des habitants cultivent un amour pour une certaine esthétique. Notre Région doit tenir son rang durant l’année 2023, sauf nouvelle catastrophe sanitaire. Je rappelle à cet égard le succès répété de la Biennale de l'Art nouveau et de l'Art déco, qui suscite un intérêt majeur.
Une communication spécifique et intégrée autour de l’Année de l’Art nouveau à Bruxelles est-elle prévue ? Une campagne de communication internationale est-elle en cours pour faire la promotion de cette Année de l’Art nouveau ? Quel est le rôle de Bruxelles International dans la promotion de l’Année de l’Art nouveau ?
Quelles sont les retombées économiques prévues pour notre Région ? Une évaluation continue des retombées est-elle prévue ?
Le nombre de réservations hôtelières ayant pour objet un tourisme autour de l’Art nouveau en 2023 est-il recensé ? Le secteur hôtelier ressent-il déjà un effet positif sur ses réservations ?
Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- Op de website van urban.brussels wordt het jaar 2023 aangekondigd als het Jaar van de Art Nouveau, een kunststijl die nog steeds veel mensen fascineert. Op de site van visit.brussels is daarover echter niets te vinden en ook Brussels International zwijgt in alle talen. Nochtans is zo'n themajaar welgekomen nu de toeristische sector het moeilijk heeft.
Wordt het Jaar van de Art Nouveau gepromoot? Komt er een internationale communicatiecampagne? Welke rol speelt Brussels International daarbij?
Welke economische impact zal het themajaar hebben? Wordt die voortdurend geëvalueerd? Voelt de hotelsector al een positief effect?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La communication spécifique et intégrée relative à l’Année de l'Art nouveau a été confiée à visit.brussels qui a mis en ligne, au mois de décembre 2022, la page www.artnouveau2023.brussels, sur laquelle figure toute la programmation. Le site d’urban.brussels www.artnouveau.brussels renvoie d’ailleurs à la page de visit.brussels.
Urban.brussels coordonne donc l’Année de l'Art nouveau 2023, mais c’est bien visit.brussels qui est chargée de la communication autour de l’événement aux échelons local, national et international. Un logo a été créé à cet effet. Un plan de communication global couvrant toute l’année 2023 a été élaboré. Au-delà du marché belge, les marchés français et allemand ont été estimés comme offrant le meilleur potentiel. Ce plan de communication inclut notamment :
- un voyage de presse international réalisé du 14 au 16 décembre. Un second est prévu dans le courant du mois de septembre ;
- un communiqué de presse en plusieurs langues envoyé aux médias ;
- une campagne de candélabres en ville lancée le 23 janvier ;
- plusieurs vagues de campagnes « Out of Home » et « Digital out of Home » ;
- plusieurs vagues de campagnes numériques et sur les réseaux sociaux ;
- de la publicité dans les magazines spécialisés en version papier ou en ligne ;
- la mise en avant de l’événement lors des grands salons internationaux.
Bruxelles International n'étant pas partenaire, elle n'y est pas associée. Toutefois, elle est tenue au courant de toutes les actions.
Il est très difficile d’évaluer les retombées économiques de manière précise ainsi que de lier directement les nuitées hôtelières à des événements se déroulant tout au long de l’année. Cependant, une série d'indicateurs clés de performance ont été recensés et seront suivis, à savoir :
- les retombées en matière de couverture dans les médias. De nombreuses demandes ont d’ores et déjà été reçues et traitées (The Independent, Corriere della Sera, émission télé « Des racines et des ailes », etc.) ;
- le volume de pass Art nouveau vendus ;
- la provenance des acheteurs du pass et le nombre de visites faites avec celui-ci ;
- une étude dans certains lieux Art nouveau pour analyser l’impact de la campagne Art nouveau 2023 ;
- le nombre de vues sur la page artnouveau2023 ;
- le nombre d’ouvertures des lettres d'information quand on y inclut des événements Art nouveau.
Il est prévu, dans le plan média, une pause en été afin d’évaluer les premières campagnes et d'y apporter des modifications si nécessaire.
J'ajoute que le taux de réservations hôtelières et de vols à destination de Bruxelles démontre l’excellente reprise du tourisme en Région bruxelloise.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Urban.brussels coördineert de activiteiten, maar de communicatie over het Jaar van de Art Nouveau werd toevertrouwd aan visit.brussels, dat in december 2022 de webpagina www.artnouveau2023.brussels online zette. De website www.artnouveau.brussels van urban.brussels verwijst naar die pagina.
Er werd een logo ontworpen en een algemeen communicatieplan uitgewerkt, dat zich naast de Belgische vooral op de Franse en de Duitse markt richt. Het omvat een reis voor de internationale pers, een meertalige persmededeling, reclame via verschillende media en stands op internationale beurzen.
Brussels International is geen partner, maar wordt wel op de hoogte gehouden.
Het is erg moeilijk om de economische impact te evalueren, maar desondanks werd een aantal indicatoren bepaald:
- de aandacht van internationale media;
- het aantal verkochte art nouveau-passen en het aantal bezoeken waarvoor die gebruikt worden;
- de herkomst van de kopers;
- een impactstudie voor bepaalde locaties;
- het aantal keer dat artnouveau2023.brussels bekeken wordt;
- het aantal keer dat informatiebrieven, waarin verwezen wordt naar art nouveau-evenementen, bekeken wordt.
In de zomer is een eerste evaluatie gepland en wordt het communicatieplan eventueel bijgestuurd.
In het algemeen kan ik alvast zeggen dat het toerisme in het gewest heropleeft.
Mme Marie Nagy (DéFI).- Je me doute qu'entre le moment où j'ai déposé ma question et aujourd'hui, il y a certainement une évolution. Je m'en réjouis. Je me permettrai de revenir régulièrement sur cette question. C'est, en effet, l'exemple même du tourisme culturel mettant en valeur les aspects qui me sont chers : la qualité de la création et l'identité bruxelloise très forte liée à l'Art nouveau.
J'espère que cette initiative aura un impact sur la notoriété de Bruxelles, mais aussi sur la façon dont on oriente la promotion de notre ville d'un point de vue qualitatif, culturel et original pour valoriser ses splendeurs.
- L'incident est clos.
Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- Hopelijk zal dit initiatief gevolgen hebben voor de bekendheid van Brussel, maar vooral voor de manier waarop onze stad in de toekomst gepromoot wordt.
- Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Marie Nagy
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant la stratégie de « city marketing » de la Région bruxelloise.
Mondelinge vraag van mevrouw Marie Nagy
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de citymarketingstrategie van het Brussels Gewest.
Mme Marie Nagy (DéFI).- L’accord de majorité régional passé en début de législature prévoit de renforcer notre politique de rayonnement : « Dans le cadre d’un plan stratégique renouvelé, le gouvernement renforcera visit.brussels comme acteur prioritaire pour la promotion et l’organisation d’événements au profit de la Région et des dix-neuf communes. Il développera une politique intégrée du rayonnement de la Région bruxelloise, via le déploiement du city marketing, à partir de visit.brussels ».
Dans une réponse à une question écrite, vous mentionniez que visit.brussels a été invitée à développer une stratégie à cet égard qui, en fonction des moyens disponibles, sera déployée au cours de cette législature. On parle beaucoup de « city marketing », de « city branding » et de marketing urbain, autant de disciplines qui utilisent des techniques de marketing pour promouvoir et valoriser des villes et des régions dans un contexte de compétition dense. Une politique de marque urbaine menée par des experts peut attirer des touristes, des capitaux, des étudiants, des entreprises, des habitants et des talents.
Le marketing territorial se développe via des partenariats public-privé, des événements qui attirent du monde ou une présentation de ses différentes facettes. La Région bruxelloise fait tout cela, mais on peine à percevoir l’état d’avancement de la stratégie de marketing urbain de visit.brussels.
Pouvez-vous nous informer de l’état d’avancement de cette stratégie de marketing urbain par visit.brussels ? Cette stratégie a-t-elle été validée par notre gouvernement régional ? Pouvez-vous nous en présenter les grandes lignes ?
Cette stratégie est-elle déjà en place et appliquée ? Quel est le budget prévu pour la mise en application de cette stratégie ? Avec quels résultats ?
Les différentes actions menées en application de cette stratégie seront-elles évaluées ? Selon quels critères ?
Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- Conform het regeerakkoord wordt de rol van visit.brussels versterkt. In uw antwoord op een schriftelijke vraag meldde u dat visit.brussels is gevraagd om een citymarketingstrategie te ontwikkelen, die moet helpen om toeristen, bedrijven en investeerders naar het gewest te lokken. Een dergelijke marketingstrategie verloopt via publiek-private samenwerkingen, de organisatie van evenementen en promotiecampagnes en heeft als doel de uitstraling van het Brussels Gewest te vergroten.
Hoever staat visit.brussels met de ontwikkeling van die citymarketingstrategie? Is ze al door de regering goedgekeurd? Waaruit bestaat ze? Wordt ze al toegepast? In hoeveel middelen is er voorzien? Zullen de verschillende elementen uit de strategie worden geëvalueerd? Volgens welke criteria?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La seconde phase de développement du marketing urbain international de la Région bruxelloise est en cours et consiste à rendre applicable, de façon opérationnelle, la stratégie et la plateforme de marque définies lors de la première phase. Le marché lié à cette seconde phase court jusqu'en décembre 2024.
Le projet est piloté par un groupe de travail qui se réunit régulièrement et qui est composé comme suit :
- des représentants du gouvernement, et plus précisément des membres de mon cabinet et de ceux de Sven Gatz et de Pascal Smet ;
- des représentants du secteur public : visit.brussels, la Ville de Bruxelles, hub.brussels, Bruxelles International , Bruxelles Synergie , commissioner.brussels ;
- un représentant du secteur privé : BECI ;
- des représentants du secteur académique : ULB et VUB.
Ce projet est une initiative du gouvernement régional et chacune des étapes clés a été soumise, discutée et validée par celui-ci. La validation de la phase 1 a eu lieu en juillet 2022 et celle de la première moitié de la phase 2 à la fin janvier 2023.
La première phase s'est déroulée de septembre 2021 à juin 2022 et a consisté à établir un constat et une analyse de la performance et de la perception de l'image de la Région auprès des différentes audiences nationales et internationales, afin d'élaborer l'identité de marque de la destination.
Après plusieurs étapes de cocréation avec les parties prenantes privées et publiques et le groupe de travail, cette phase s'est clôturée par la rédaction d'une plateforme de marque stratégique et de son positionnement : « In Brussels, we dare you to be yourself. » L'identité de la destination s'articule autour de plusieurs valeurs, notamment l'authenticité, la diversité, le non-conformisme, l'inclusivité et la convivialité.
La seconde phase, qui a débuté en septembre 2022, a pour objectif de définir l'identité de marque liée au positionnement, le modèle de gouvernance de marque qui permettra la gestion et le suivi de la marque territoriale, et la mise en place et l'activation de la stratégie auprès des parties prenantes, grâce à un programme d'accompagnement jusque fin 2024.
Nous sommes actuellement à un stade avancé concernant l'identité visuelle et le film Manifesto.
La prochaine étape sera la création d'un livre de marque (« brand book »), qui sera partagé avec toutes les parties prenantes pour les aider à activer la marque. En parallèle, une réflexion est menée sur le modèle de gouvernance de la marque territoriale, qui sera soumis très prochainement au gouvernement.
Au début du printemps 2023, des ateliers de travail vont être mis en place afin de commencer à diffuser l'essence de la marque et la mise en œuvre de l'accroche narrative (« storytelling ») auprès des parties prenantes volontaires, privées et publiques. Le film Manifesto sera utilisé comme outil de base dans cette phase.
Le budget alloué à la phase 2 est de 989.000 euros. Il est prévu, dans le marché de la phase 2, de mettre en place une évaluation tous les six mois, depuis la mise en application de la stratégie jusqu'à la clôture du marché fin 2024.
Les indicateurs clés de performance n'ont pas encore été déterminés et seront définis lorsque le modèle de gouvernance de marque aura été validé.
- L'incident est clos.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De internationale citymarketingstrategie bevindt zich reeds in de uitvoeringsfase, waarvoor de aanbesteding loopt tot december 2024.
Voor de coördinatie werd een werkgroep opgericht, bestaande uit leden van mijn kabinet en dat van minister Gatz en staatssecretaris Smet, vertegenwoordigers van de betrokken openbare instellingen, alsook vertegenwoordigers van BECI, de ULB en de VUB.
Elke stap in de totstandkoming van de strategie werd door de regering besproken en goedgekeurd. De ontwerpfase liep van september 2021 tot juni 2022 en bestond uit de evaluatie van het imago van het gewest, gevolgd door een creatief proces in samenwerking met de private en openbare partners, wat uitmondde in het platform 'In Brussels, we dare you to be yourself'.
Tijdens de uitvoeringsfase, die in september 2022 van start is gegaan, wordt dieper ingegaan op het uitgangspunt, het beheer en de follow-up van de citymarketing en de invoering van de strategie door middel van een begeleidingsprogramma. Momenteel werken we aan de visuele aspecten en de film Manifesto. De volgende stappen zijn de redactie van een brandbook en de uitwerking van het beheersmodel. In het voorjaar van 2023 volgen dan workshops ter promotie van de strategie bij de partners.
Voor de tweede fase is 989.000 euro uitgetrokken. Tot eind 2024 worden er halfjaarlijkse evaluaties georganiseerd. De evaluatiecriteria zullen tijdens de uitwerking van het beheersmodel worden vastgelegd.
- Het incident is gesloten.
Demande d'explications de M. Geoffroy Coomans de Brachène
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant le PAD Mediapark face à la crise énergétique et l'inflation.
Vraag om uitleg van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende het RPA Mediapark in het licht van de energiecrisis en de inflatie.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- La Région a acquis le site Mediapark par un contrat de transfert différé et progressif de la propriété sous la forme de huit tranches annuelles de 2018 à 2025, pour le prix global de 136 millions d’euros, hors indexation. Les parcelles qui accueilleront les nouveaux sièges de la RTBF et la VRT sont soustraites des terrains acquis par la Région et ne sont donc pas vendues.
Voilà quelques années que nous évoquons les différents plans d'aménagement directeurs bruxellois sous leurs différents aspects. Je souhaiterais à présent me pencher sur la question du coût de ces plans face à la crise énergétique que nous connaissons.
Le prix de 136 millions d'euros - à indexer - est le fruit de négociations entre la Région, la VRT et la RTBF. Il est basé, d’une part, sur la programmation revue du site, à la suite de la première phase de l’étude sur les incidences foncières - 380.000 m² constructibles, soit une incidence foncière de 357 euros par mètre carré - et, d’autre part sur la volonté de la Région de garder une maîtrise totale sur l’aménagement des espaces publics. Dans certains projets, il est question d'une révision de plus de 20 % ainsi que d'imprévus à raison de 10 à 15 %. Tout cela aura bien sûr un coût pour notre ville-région.
La RTBF prévoit de quitter les lieux à la fin 2024, la VRT à la fin 2026. En matière de délais, vos services ont-ils tenu compte de la possibilité d’un retard de livraison des nouveaux bâtiments ? Dans l'affirmative, pouvez-vous préciser les délais ?
Quels sont les coûts supplémentaires liés à l’indexation pour les huit tranches ? Quels sont les montants déjà payés à ce jour et les sommes à payer d’ici à 2025 ?
Par quels moyens ces suppléments seront-ils financés ? Ce financement doit-il faire l’objet d’un emprunt bancaire ? Si tel est le cas, pouvez-vous estimer le surcoût vu la hausse des taux ?
Pourriez-vous préciser les diverses conséquences sur la rentabilité du projet, au vu de l’explosion des coûts de construction, mais aussi de l’évolution du coût relatif à l’incidence foncière sur le site ?
Quelles sont les conséquences à ce jour de cette explosion des coûts de construction pour le chantier Frame sur le site de Mediapark ?
Quels seront les futurs occupants de Frame, le nombre de mètres carrés prévu pour chacun d'entre eux ainsi que les solutions envisagées pour répondre à ces surcoûts élevés ?
À ce jour, quelles sont les parties du site dont la Région est pleinement propriétaire et quelles sont les estimations financières en cas de redéveloppement urbanistique du site ?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Het gewest verwierf de Mediaparksite via een overeenkomst voor een gespreide overdracht in acht schijven tussen 2018 en 2025 en dat voor een totaalbedrag van 136 miljoen euro, zonder indexering. De percelen waarop de nieuwe hoofdzetels van de VRT en RTBF zullen komen, worden buiten de overeenkomst gehouden en worden dus niet verkocht.
Die overeenkomst is het resultaat van onderhandelingen tussen het gewest, de VRT en de RTBF. Ze steunt enerzijds op de herziene programmering van de site en anderzijds op de wens van het gewest om de volledige controle te behouden over de inrichting van de openbare ruimte.
De RTBF wil de site eind 2024 verlaten, de VRT eind 2026. Hebt u rekening gehouden met een mogelijke vertraging in de oplevering van hun nieuwe gebouwen? Zo ja, kunt u de termijnen toelichten?
Hoeveel bedragen de bijkomende indexeringskosten voor de acht schijven? Welke bedragen zijn al betaald en hoeveel moet het gewest tegen 2025 nog betalen?
Waarmee financiert u de bijkomende kosten? Moet het gewest daarvoor een lening aangaan? Zo ja, kunt u een raming geven van de bijkomende kosten door de stijgende rentevoeten?
Welke gevolgen hebben de sterk gestegen bouwkosten voor de werf van het nieuwe mediacentrum Frame?
Wie zal zijn intrek nemen in Frame? Hoeveel vierkante meter krijgt elk ter beschikking? Welke oplossingen zijn er voor de bijkomende kosten?
Van welke delen van de site is het gewest momenteel volledig eigenaar? Hoeveel zou een eventuele stedenbouwkundige herontwikkeling kosten?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La RTBF et la VRT sont tenues par des délais contractuels pour la réalisation de leurs travaux respectifs. Comme pour tout chantier, des retards sont en effet possibles. Au fur et à mesure qu’un chantier avance, la part de risque diminue. Le chantier de la RTBF, qui a passé les phases critiques de terrassement et de mise en œuvre des fondations, tient jusqu’à présent son calendrier prévoyant la fin des travaux fin 2025. Le chantier de la VRT a débuté et devrait courir jusqu’au printemps 2027.
Dans le cadre de son travail de coordination des projets au sein du site, et à travers une démarche itérative, la Société d'aménagement urbain (SAU) tient compte des délais les plus contraignants annoncés par la VRT et la RTBF, pour établir un séquençage des opérations, à savoir la viabilisation du site, la démolition du complexe existant, l’aménagement des espaces publics et le développement des autres lots.
À ce jour, cinq des huit tranches ont été transférées à la Région, ce qui correspond au montant convenu de 105 millions d’euros. Le montant indexé selon l’évolution de l’indice ABEX est de 119,5 millions d’euros. D'ici à 2025, un montant de 31 millions d’euros hors indexation - ou de plus ou moins 42 millions d’euros avec indexation - reste à payer. L’estimation du montant final d’acquisition prenant en compte l’évolution pressentie de l’indice ABEX est d’environ 162 millions d’euros. Le financement de cette dépense est inscrit dans la trajectoire budgétaire.
Le programme a été revu substantiellement en vue d’augmenter significativement la part d’espaces verts à la suite de la première enquête publique. Cette nouvelle proposition sera sur la table du gouvernement d’ici peu. Cette baisse importante de la densité bâtie du projet implique de facto une baisse de sa rentabilité. Mais rappelons que là n'est pas non plus l’objectif premier de la SAU. C’est l’équilibre qui est recherché.
Les incidences foncières des logements privés, commerces et locaux professionnels pourront être mises en concurrence dans les phases de vente à condition des différents lots et faire partie des critères d’attribution. L’incidence foncière sur les logements publics pourrait être réglée de manière forfaitaire avec chaque société de logement.
La hausse des coûts des matériaux a un impact conséquent sur le bâtiment Frame. À ce jour, nous estimons que le coût de construction, essentiellement à la suite de la hausse importante de l’indice de révision, a augmenté de 20 %. Les frais annexes augmentent dès lors aussi. Cela a donc un impact important sur le budget de BX1, emphytéote, et le futur concessionnaire sera également affecté.
BX1 occupera environ 2.000 mètres carrés, les futurs occupants pour les autres surfaces ne sont pas encore désignés. La SAU lancera prochainement un marché de concession de service pour l’exploitation d’un centre de services médias dans le bâtiment Frame.
Les pistes pour répondre au surcoût sont, pour BX1, de trouver un financement complémentaire et, pour la SAU, sans surprise, d’augmenter raisonnablement le loyer du futur concessionnaire.
Le coût de l’aménagement des espaces publics est estimé à ce jour à plus ou moins 35 millions d’euros hors indexation. La réalisation des espaces publics est prévue entre 2025 et 2035. Le coût de la démolition des bâtiments existants est estimé à ce jour à plus ou moins 25 millions d’euros hors indexation et leur démantèlement est prévu entre 2026 et 2030. Ces budgets sont répartis entre le budget régional et le budget de Beliris.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De RTBF en de VRT zijn contractueel verplicht de vastgelegde termijnen na te komen, al zijn vertragingen altijd mogelijk. De werf van de RTBF zit op schema en zal naar verwachting eind 2025 klaar zijn. Ook de werkzaamheden van de VRT zijn gestart. Ze lopen tot het voorjaar van 2027.
De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) houdt voor de coördinatie van de projecten op de site rekening met de termijnen die de VRT en de RTBF aankondigden.
Vijf van de acht schijven zijn al aan het gewest overgedragen, voor een bedrag van 105 miljoen euro, wat geïndexeerd neerkomt op 119,5 miljoen euro. Tegen 2025 moet het gewest nog 31 miljoen euro (geïndexeerd 42 miljoen euro) betalen. Het geraamde eindbedrag na indexering bedraagt ongeveer 162 miljoen euro. Die uitgave is in de begroting opgenomen.
De plannen zijn na het eerste openbaar onderzoek ingrijpend herzien om de groene ruimte sterk uit te breiden. De regering buigt zich binnenkort over het nieuwe voorstel. Door de beperktere bebouwing neemt de rentabiliteit van de site af. De MSI streeft echter in de eerste plaats naar een goed evenwicht tussen functies.
De duurdere bouwmaterialen hebben gevolgen voor het Framegebouw. Momenteel worden de bijkomende kosten op 20% geschat, wat een aanzienlijke impact zal hebben op het budget van BX1 en de toekomstige concessiehouder.
BX1 zal ongeveer 2.000 m² innemen. Voor de overige ruimten zijn er nog geen concessiehouders. De MSI schrijft binnenkort een opdracht uit voor de exploitatie van een centrum voor mediadiensten in het Framegebouw.
Om de bijkomende kosten te betalen, moet BX1 op zoek naar bijkomende financiering. De MSI zal de huur voor de toekomstige concessiehouder verhogen.
De prijs voor de inrichting van de openbare ruimte wordt op 35 miljoen euro zonder indexering geraamd en zal tussen 2025 en 2035 plaatsvinden. De afbraak van de bestaande gebouwen zal 25 miljoen euro zonder indexering kosten en gebeurt tussen 2026 en 2030. Het gewest en Beliris nemen elk een deel van de kosten voor hun rekening.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Je suis ennuyé par la concision des réponses à mes questions, plutôt complètes. Il faudra que j'y revienne. Ce n'est pas anodin dans le cadre de ce dossier complexe.
Je disais que des retards étaient à attendre. Pour la RTBF, je parlais de fin 2024 et vous annoncez fin 2025 ; pour la VRT, je parlais de fin 2026 et vous dites déjà fin 2027. Il y a donc déjà au moins un an de retard et il est possible que nous prenions encore du retard d'ici la fin du chantier. On peut le craindre, dès lors que Frame devrait actuellement être la partie la plus avancée du projet.
Vous évoquez aussi un dépassement des coûts de 20 %. Malheureusement, je pense que vous ne dites pas toute la vérité et que le dépassement est bien plus important, ce qui pourrait mettre en péril le financement de ce projet. Or, je rappelle qu'il est question que la télévision bruxelloise s'y installe. Ce n'est pas anodin. Nous allons payer d'une manière ou d'une autre ce que nous lui demanderons. Comment ferons-nous ?
Vous nous cachez une partie de la vérité. En tant que membre du Parlement, le fait qu'on ne nous dise pas la vérité sur un projet comme Frame, qui aura de lourdes conséquences sur le budget bruxellois, me pose un problème.
Mme la présidente.- Monsieur Coomans de Brachène, vous proférez de graves accusations.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Oui, ces accusations sont graves, mais elles sont étayées par d'autres éléments en ma possession. Je laisse le ministre-président répondre s'il le souhaite. Je regrette cet état de fait. Je préférerais que les budgets soient respectés et que nous soyons dans les temps. Aujourd'hui, personne n'est dans les temps. Heureusement que la Région peut se permettre d'être en retard parce que les chantiers de la VRT, de la RTBF et de BX1 seront aussi en retard.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Uit uw antwoorden leid ik af dat zowel bij de RTBF als bij de VRT de werkzaamheden al een jaar vertraging hebben opgelopen en mogelijk wordt dat nog meer.
U had het over 20% extra kosten, maar ik vrees dat u niet alles zegt. Daardoor kan de financiering van het project in het gedrang komen, terwijl het de bedoeling is dat de Brusselse televisie op de site komt. Hoe wilt u dat betalen?
U verzwijgt een deel. Daar heb ik als parlementslid een probleem mee.
Mevrouw de voorzitter.- Dat is een ernstige beschuldiging.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Ja, maar ik kan ze onderbouwen. Ik laat de minister-president reageren indien hij dat wenst. Ik wil dat de budgetten en de deadlines kloppen. Gelukkig kan het gewest zich een vertraging permitteren omdat de andere spelers ook achterstand hebben.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La RTBF et la VRT sont responsables de leurs chantiers. La VRT a mis fin, à un moment donné, au contrat qui la liait aux bureaux d'étude et d'architecture et a tout repris à zéro. Une fois n'est pas coutume, ce sera finalement la RTBF qui sera prête avant la VRT. Le chantier suit son cours.
Comme je le disais pour le Musée du Chat, il n'y a pas un projet aujourd'hui pour lequel il n'y aura pas de supplément. On estime ces surcoûts à 20 %. Rien n'est caché, mais cela pourrait être davantage, car nous ne savons pas comment la situation va évoluer, que ce soit du côté du conflit ou de l'économie européenne. Il y a aussi des clauses contractuelles. Mais tout est transparent. Nous n'aurions aucun intérêt à vous cacher des choses.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Je le redis : soit le ministre-président n’est pas au courant de la réalité, soit il nous cache des choses. Je pense qu'il a des représentants au sein de BX1. Aujourd'hui, l'augmentation serait plutôt de 30 %. À l'échelle d'un bâtiment, ce n'est pas anodin, et c'est ce qui est le plus lourd pour une telle organisation. J'espère que vous ferez contribuer les autres occupants à cette partie des coûts.
- L'incident est clos.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De VRT en de RTBF staan zelf in voor hun werven. De laatste zal eerder klaar zijn dan de eerste.
Alle projecten zijn duurder dan voor de coronacrisis. De bijkomende kosten worden op 20% geraamd, al kan dat afhankelijk van de evolutie van de situatie nog oplopen. Ik heb er geen belang bij om zaken te verzwijgen.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Ofwel bent u niet op de hoogte van de werkelijke situatie, ofwel verzwijgt u iets. De extra kosten zouden al 30% bedragen. Ik hoop dat u de andere gebruikers van de site laat meebetalen.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Gaëtan Van Goidsenhoven
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant la collaboration entre la Région bruxelloise et le gouvernement fédéral concernant la collection du musée Kanal ainsi que les éventuelles collaborations avec les autres entités fédérées.
Mondelinge vraag van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de samenwerking tussen het Brussels Gewest en de federale regering betreffende de collectie van het museum Kanal en mogelijke samenwerking met andere gefedereerde entiteiten.
M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Après une phase d’ouverture provisoire en 2018, qui a d’ailleurs été un franc succès, le musée Kanal-Centre Pompidou attend encore son ouverture définitive, toujours prévue à ce stade pour 2024, mais nous avons bien compris que cette ouverture n'aura pas lieu avant 2025.
Une nouvelle directrice artistique pour ce futur musée est entrée en fonction fin 2021, malgré quelques remous concernant sa nomination vis-à-vis de l’ancien directeur du Centre Pompidou à Paris. Cette dernière est chargée de définir l’identité artistique et de préparer l’ouverture prochaine du musée Kanal. Une conférence de presse avait d’ailleurs été organisée début février 2022 afin de présenter cette nouvelle directrice artistique, la vision qui sera développée au sein du musée et l'état d'avancement du projet.
Récemment, comme chaque année, le secrétaire d’État fédéral chargé de la Politique scientifique a présenté sa note de politique générale à la Chambre. On peut y lire qu’un redéploiement des collections fédérales est prévu, notamment au sein de l’espace Vanderborght au centre de Bruxelles. Une collaboration avec Kanal y est également mentionnée.
Dans la note d’orientation similaire de l’an passé, une collaboration avec Kanal était déjà annoncée, sans plus de précisions là non plus. Interrogé sur le sujet, votre collègue chargé de la Promotion du multilinguisme et de l'Image de Bruxelles avait répondu qu’une réflexion entre toutes les parties prenantes allait être menée, la nouvelle directrice venant tout juste de commencer ses fonctions à ce moment-là. Les discussions entre Kanal et le cabinet du secrétaire d’État fédéral chargé de la Politique scientifique étaient alors prévues pour le premier semestre 2022.
Monsieur le Ministre-Président, ces discussions se sont-elles effectivement tenues ? Qu’en est-il ressorti ? D’autres réunions entre la Région et l'autorité fédérale concernant ce dossier sont-elles à l’étude ?
Quel type de collaboration est-il envisagé ? Un accord a-t-il déjà été conclu ?
Au cas où un accord aurait été trouvé, pourriez-vous nous le détailler ?
Est-il question de prêt de la part de l'autorité fédérale ou d’intégration d’œuvres à la collection permanente du futur musée ? La Région doit-elle dès lors s’acquitter d’une contrepartie financière ? Dans l'affirmative, pour quel montant ?
De manière plus générale, des partenariats avec les autres entités fédérées sont-ils envisagés ? Des demandes de collaboration dans ce sens ont-elles été introduites auprès des autres entités fédérées par la Région bruxelloise ? Ces demandes ont-elles reçu une réponse ?
Si la Région n’a pas encore introduit de demande de collaboration auprès des autres entités fédérées, pourquoi ne l'a-t-elle pas fait ? Des partenariats avec d’autres musées ont-ils été conclus ou sont-ils envisagés ?
Enfin, qu’en est-il des potentiels partenariats avec les propriétaires de collections privées ? Il en a déjà été question, mais nous n'avons jamais obtenu confirmation à cet égard.
De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Na de succesvolle voorlopige opening in 2018 wachten we nog steeds op de definitieve opening van het museum Kanal-Centre Pompidou, die naar verluidt pas in 2025 zou plaatsvinden. Eind 2021 trad een nieuwe artistieke directrice aan die de artistieke identiteit van het museum moet uitwerken en de opening moet voorbereiden. Er waren wat strubbelingen over haar benoeming.
Onlangs presenteerde de federale staatssecretaris belast met het Wetenschapsbeleid zijn algemene beleidsnota. Daarin staat dat de federale collecties zullen worden verzameld in het Vanderborghtgebouw en er is ook sprake van samenwerking met Kanal. De gesprekken over die kwestie hadden van start moeten gaan in de eerste helft van 2022.
Hebben die gesprekken werkelijk plaatsgevonden en met welk resultaat? Zijn er nog ontmoetingen gepland?
Is er al een akkoord afgesloten? Om wat voor samenwerking gaat het? Zal de federale overheid werken uitlenen of laten toevoegen aan de permanente collectie van Kanal? Welke financiële tegenprestatie staat daartegenover?
Overweegt u ook partnerschappen met andere overheden? Hebt u dat al met hen besproken? Werkt Kanal ook samen met andere musea en met eigenaars van privécollecties?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- L’action de la Fondation Kanal est régie par le contrat de gestion qui la lie à la Région. Pour le développement de ses activités muséales, l’article 5.1.3 définit comme partenaire premier le Centre Pompidou, avec lequel la Fondation a signé une convention de partenariat. Ce même article dispose que la Fondation développera des synergies et des partenariats avec d’autres institutions établies à Bruxelles, notamment des institutions relevant du pouvoir fédéral ou d’autres entités fédérées.
À ce stade, la Fondation envisage de telles synergies au gré des projets portés et de sa programmation. Elle ne prévoit pas d'intégrer des œuvres d’art issues d’autres collections. Des discussions constructives ont eu lieu, qui permettront certainement d’envisager de nombreuses synergies. Aucune convention particulière n'a cependant encore été signée. Les synergies éventuelles se feront probablement au cas par cas, ce qui permettra l'organisation d'expositions ou d'activités.
Je rappelle - le rapport d’activité de la Fondation en témoigne - que de nombreux liens ont déjà été envisagés avec des partenaires bruxellois, belges et internationaux, permettant la mise en place d’un grand nombre d’activités.
Souvenons-nous qu'au début, tout le monde fermait la porte au musée Kanal, car exposer une œuvre d'art dans un garage était impensable. Par ailleurs, le Centre Pompidou devrait fermer ses portes pendant trois ou quatre ans pour des travaux de rénovation d'ampleur. Cela devrait favoriser le montage d'expositions au musée Kanal, qui n'est qu'à une heure et quart de Paris en train.
Par ailleurs, notre objectif n'est pas de rester lié au Centre Pompidou indéfiniment. La convention ne court pas sur une longue période. Kanal pourra développer ses propres collections et nouer des synergies avec des acteurs bruxellois, belges et, bien entendu, étrangers.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het museum Kanal heeft een beheersovereenkomst met het gewest. Daarin staat dat het Centre Pompidou de belangrijkste partner is, maar dat het museum ook partnerschappen zal aangaan met andere instellingen in Brussel, die afhangen van andere overheden.
Het museum ziet die samenwerking eerder projectgericht en zal geen werken uit andere collecties opnemen in de permanente collectie. Er werden nog geen concrete overeenkomsten afgesloten, al verlopen de gesprekken constructief en kunnen er al heel wat activiteiten gepland worden.
In het begin hield iedereen de deur dicht voor Kanal. We hadden geluk dat het Centre Pompidou voor een paar jaar de deuren moest sluiten en dus werken kon uitlenen. Het is echter niet de bedoeling dat Kanal permanent aan het Centre Pompidou verbonden blijft. Het zal zijn eigen collectie uitbouwen en samenwerken met een hele reeks andere instanties.
M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Je me doute que l'inauguration du musée Kanal-Centre Pompidou n'aura pas lieu demain. Vous parlez de 2025, et peut-être même plus tard en cas de nouveaux retards.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les travaux de terrassement, qui sont les plus délicats, se terminent dans les semaines qui viennent. À partir de ce moment-là, il sera possible de commencer à travailler aux émergences, notamment.
M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Le plus tôt sera le mieux. La bonne nouvelle, c'est que les travaux au Centre Pompidou vont permettre de mobiliser une part beaucoup plus importante de leur collection en faveur du musée Kanal.
Dès le départ, nous avons parlé de diversification des collaborations, voire d'intervention de collectionneurs privés. J'aurais pu comprendre votre réponse il y a deux ans, mais, maintenant, elle m'étonne. Les parcours muséaux et expositions sont en effet élaborés des années à l'avance. Donc, soit on ne souhaite pas nous répondre pour une série de raisons, soit il reste un certain nombre de choses à faire, assez urgemment.
L'espace est grand, les ambitions également. Il existe aussi une concurrence entre institutions muséales et il serait regrettable que des possibilités nous passent sous le nez alors qu'il va falloir donner des signaux clairs pour que ce grand ensemble culturel soit des plus dynamiques dès les prochaines années. L'absence de données claires me préoccupe à ce stade.
- L'incident est clos.
De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- De plechtige opening van het museum is niet bepaald voor morgen.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het lastigste deel van de werkzaamheden is bijna achter de rug.
De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Hoe vroeger het museum de deuren kan openen, hoe beter.
Het verbaast mij dat de samenwerking met andere instellingen en privé-eigenaars nog niet verder staat. De activiteiten van musea worden vaak immers al jaren van tevoren uitgewerkt. Er moet dus dringend schot in de zaak komen.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Geoffroy Coomans de Brachène
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant les avancées du projet Buda+.
Mondelinge vraag van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de vorderingen van het project Buda+.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Depuis sa création voici une trentaine d'années, la Région de Bruxelles-Capitale a dû se doter d'une stratégie à long terme basée sur les différentes coopérations avec les deux autres Régions voisines que compte notre pays.
Le 9 mai dernier, je vous interrogeais une nouvelle fois sur l'état d'avancement du projet Buda+, l'un des projets de développement territorial au sein de notre Région.
Voici presque trois ans, lors de ma première interpellation, vous nous aviez donné peu d'espoir sur les avancées dans le cadre de ce projet. Mais, il y a six mois, vous avez communiqué des progressions, comme un examen exploratoire de l'application de réseaux de chaleur sur ce territoire, des négociations sur un protocole pour la réalisation des réseaux estimés faisables, ainsi qu'une étude de mobilité dans la zone nord du canal.
Né dans les années 2016-2017, le projet Buda+ semble avoir été abandonné par les autorités bruxelloises depuis le début de cette législature, malgré son importance stratégique pour la zone nord-est de Bruxelles, autour du canal et de l'avant-port.
Je suis convaincu du potentiel que représente le projet Buda+ pour nos concitoyens bruxellois et les entreprises situées dans la zone. Il est temps de se rassembler pour trouver des intérêts convergents dans ce bassin économique et d'emploi qui en a tant besoin, en concertation avec les autres partenaires, pour un plan ambitieux en vue du redéveloppement de la zone industrielle de Buda.
Mais, une fois de plus, comme on vous le dit si souvent, Bruxelles attend ! Lors du dépôt de cette question, l'entreprise Solvay, dont le siège se situe en plein cœur de cette zone, n'avait pas encore annoncé son intention de déménager, de guerre lasse, à quelques centaines de mètres de là.
Quelles sont les avancées du projet Buda+ ? Des discussions ont-elles enfin été menées à cet égard ?
Plus particulièrement, y a-t-il eu des avancées sur l'accord de coopération entre les différents partenaires impliqués dans ce projet ? Sachant que l'un des objectifs du projet est de trouver des solutions permettant d'optimiser la mobilité et de désenclaver la zone, quels sont les résultats des études qui devaient aboutir en mai et fin juin 2022 ?
S'il y a des avancées sur le front de la mobilité, pouvez-vous nous dire où en est le projet de transition vers l'économie circulaire visant à garder un maximum de valeur ajoutée au sein de la zone ? Un accompagnement et un appui aux entreprises connaissant un développement sain a-t-il été mis en place comme prévu ?
Quel suivi vos services ont-ils pu assurer auprès des entreprises et acteurs dans la zone de Buda+, notamment l'entreprise Solvay qui avait fait le choix de concentrer une grande partie de ses activités sur son campus de Neder-Over-Heembeek, et qui vient d'annoncer son départ ? Vos services ont-ils effectué un recensement exhaustif des terrains - très nombreux à notre connaissance - qu'il serait opportun de valoriser dans cette zone, afin de contribuer à une relance économique au travers d'espaces non exploités ? Si oui, qu'en est-il à ce jour des résultats et de leur valorisation ?
De quels budgets dispose la Région pour faire avancer le projet Buda+ ?
Pouvez-vous préciser le calendrier de ce projet pour les mois et années à venir ?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Toen ik u bijna drie jaar geleden voor het eerst ondervroeg over de vorderingen in het project Buda+, gaf u ons weinig hoop. Zes maanden geleden maakte u dan toch gewag van enige vooruitgang.
Het project Buda+, dat in 2016-2017 ontstond, is van strategisch belang voor het noordwesten van het gewest. Toch lijkt het alsof de regering er sinds het begin van de regeerperiode van af wil.
Ik ben ervan overtuigd dat het project veel meerwaarde kan opleveren voor de omwonenden en de bedrijven in die zone. Helaas neemt het gewest wederom een afwachtende houding aan en ondertussen verlaat Solvay de zone.
Welke vorderingen zijn er gemaakt inzake Buda+?
Is er een samenwerkingsakkoord in de maak?
Wat zijn de resultaten van de mobiliteitsstudies die voor de zomer 2022 klaar zouden zijn?
Hoe staat het met de transitie naar een circulaire economie in de zone? Worden gezonde bedrijven daarin begeleid, zoals gepland?
Welke follow-up bieden uw diensten aan ondernemingen en organisaties in de zone, waaronder Solvay?
Hebben uw diensten een lijst opgesteld van alle terreinen in de zone die nuttig kunnen zijn voor een economische heropleving? Worden er daarvan al terreinen benut?
Over welke budgetten beschikt het gewest om het project Buda+ te doen vorderen?
Wat is het tijdschema voor de komende maanden en jaren?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Comme je vous l’indiquais en mai dernier lors de votre précédente question, le projet Buda+ est suivi de façon active par perspective.brussels, qui est associé à cette dynamique en tant que membre permanent du groupe de pilotage et des différents groupes de travail mis en place pour le développement territorial de la périphérie nord (projet « TOP Noordrand »).
Vous vous doutez bien que, depuis ma précédente réponse, j’ai peu d’éléments nouveaux à vous communiquer. En revanche, voici mes réponses concernant vos nouvelles interrogations.
L'accord-cadre auquel vous faites allusion a été approuvé par les différents acteurs en mars et avril 2018. L'article 6.2.3 de cet accord-cadre prévoit que « chaque accord de partenariat adhérent est soumis au comité de pilotage pour acceptation avant sa signature ».
Dans cet esprit, le groupe de pilotage a décidé le 13 décembre dernier d'approuver l'accord de partenariat et d'adhésion pour De Vlaamse Waterweg, laquelle a ensuite validé formellement l'accord de partenariat adhérent par décision de son conseil d’administration datée du 26 octobre 2022. Depuis lors, De Vlaamse Waterweg est donc également invitée à participer aux réunions du groupe de pilotage, ce qui constitue une nouvelle réjouissante pour la dynamique et la coopération entre les acteurs concernés.
Concernant la mobilité, l’étude « Zone nord du canal » est toujours en cours. Des macrosimulations sur différents scénarios à l’horizon 2030 ont été étudiées, lesquelles viendront s’ajouter à de nouvelles microsimulations portant sur sept carrefours. Ces microsimulations permettront ensuite d’alimenter les recommandations traduites par des mesures concrètes, par exemple l’optimisation des phases des feux aux carrefours ou encore du plan de mobilité. La finalisation de l’étude est attendue pour la mi-2023.
Pour ce qui est de votre question sur l’économie circulaire, je vous confirme qu’il s’agit toujours d’une ambition portée par le gouvernement. J'en veux pour preuve que le cahier spécial des charges de la vision stratégique de Schaerbeek-Formation intègre cette volonté. La phase d'appel d'offres pour la mission de vision stratégique est en cours. Il est prévu que cette étude débute au printemps 2023.
Toujours dans le cadre de la stratégie Shifting Economy portée par ma collègue, la secrétaire d’État Trachte, des conseils et un soutien spécifique sont fournis aux entreprises éligibles. Notons à titre d’exemple que, pour l'action Local 2 de Shifting Economy, citydev.brussels a été désignée par le gouvernement comme pilote de cette action et perspective.brussels comme copilote.
Comme annoncé dans la presse, le groupe Solvay a annoncé ne plus avoir l’intention de construire un nouveau siège sur son site de Neder-Over-Heembeek.
D'après les informations en ma possession, le déménagement progressif du siège social, de l'ensemble des activités et des employés de Neder-Over-Heembeek vers le site de Deltatech, dans les bâtiments de Plastic Omnium à Haren, est planifié pour avril 2023. Le déménagement complet du groupe prendra un an. L’actuel campus du groupe Solvay comprend plus de vingt bâtiments sur un terrain de 22 hectares, ce qui rendait difficile la collaboration entre les équipes du groupe. Certains bâtiments, vieux de plus de 60 ans, entraînaient des coûts plus élevés et nécessitaient, semble-t-il, de lourdes rénovations. Ce site offre de véritables possibilités de développement qui n’ont pas encore été étudiées à ce jour. Bien entendu, la Région y sera particulièrement attentive dans les semaines et mois à venir.
Concernant votre question relative au travail d’inventaire des terrains exploitables, je vous confirme qu’un inventaire des terrains a bien été réalisé dans le cadre du volet 1 du projet Buda+. Sur cette base, une proposition d'actions et de projets issue de l'étude d'optimisation Buda+ a été présentée et expliquée à un large panel d’acteurs et partenaires. Désormais, il appartient à ces derniers, dans le cadre du volet 2, de traduire concrètement ce travail d’analyse sur le terrain.
Il va de soi que de nouveaux projets et actions communs pourront toujours être lancés et suivis à l’avenir. Pour la suite, les prochaines étapes consisteront à préparer une feuille de route de l'étude d'optimisation avec des fiches actions spécifiques ainsi qu’une boîte à outils, tout en continuant, bien sûr, à assurer le suivi et la coordination des projets, en fonction de leur état d’avancement.
Enfin, sur la question des budgets mis à disposition par la Région, les acteurs et porteurs de projets peuvent se tourner vers la centrale d’achats Open, laquelle est pilotée par Bruxelles Environnement. Pour le surplus et le détail, je vous invite à interroger mon collègue Alain Maron.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Als permanent lid van de stuurgroep en de andere werkgroepen die opgericht werden met het oog op de territoriale ontwikkeling van de Noordrand, volgt perspective.brussels het project Buda+ actief.
Krachtens het raamakkoord uit 2018 moet elke partnerschapsovereenkomst voorafgaand aan de ondertekening goedgekeurd worden door de stuurgroep. Zo keurde de stuurgroep op 13 december 2022 de partnerschapsovereenkomst goed voor De Vlaamse Waterweg. Sindsdien wordt De Vlaamse Waterweg uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de stuurgroep, wat goed nieuws is voor de dynamiek en de samenwerking tussen de betrokkenen.
Voorts loopt de mobiliteitsstudie over de noordelijke kanaalzone nog steeds. Die omvat een reeks macro- en microsimulaties die vervolgens in concrete maatregelen zullen worden omgezet. Ik verwacht de resultaten medio 2023.
De regering streeft er ook nog steeds naar de circulaire economie te bevorderen. Die ambitie werd bijvoorbeeld opgenomen in het speciale bestek voor de strategische visie voor Schaarbeek-Vorming. Die studie gaat normaal gezien in het voorjaar van 2023 van start. In het kader van de strategie Shifting Economy kunnen bedrijven ook advies en steun krijgen over de economische transitie.
Solvay heeft inderdaad aangekondigd dat het afziet van zijn plannen om een nieuwe hoofdzetel te bouwen op zijn terrein in Neder-Over-Heembeek. Het bedrijf zal zijn hoofdzetel en al zijn activiteiten verhuizen naar het terrein van Deltatech in Haren. De huidige campus bestaat immers uit maar liefst twintig gebouwen, wat de samenwerking tussen de verschillende diensten bemoeilijkt. Bovendien zijn sommige gebouwen erg verouderd. De locatie biedt in elk geval vele ontwikkelingsmogelijkheden die nog niet onderzocht werden.
Er werd ook een inventaris opgesteld van de terreinen, zoals gepland in het eerste onderdeel van het project Buda+. Op basis daarvan werden er een reeks acties en projecten voorgesteld aan de partners. Die moeten die analyse nu verder concretiseren in de praktijk.
De volgende stap omvat de opmaak van een stappenplan voor het optimaliseringsonderzoek. Ondertussen worden de verschillende projecten gevolgd en gecoördineerd.
Ten slotte kunnen projectdragers een beroep doen op de aankoopcentrale Open, die Leefmilieu Brussel aanstuurt. Voor meer details richt u zich het best tot minister Alain Maron.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Je vais être un peu dur : quand j'entends l'enthousiasme délirant avec lequel vous parlez de ce projet, je comprends les sociétés comme Solvay. À leur place, j'aurais fui depuis longtemps !
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- C'est très flatteur de me prêter un tel pouvoir sur Solvay, qui est tout de même un groupe mondial.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Un groupe mondial, certes, mais qui est encore attaché à Bruxelles. Il restera, mais pas sur le site. Chaque fois que j'ai parlé de Buda+, j'ai cité Solvay, car cette société est à mes yeux au cœur de la stratégie. Ses représentants me disaient déjà en 2017 à quel point il leur apparaissait essentiel d'obtenir des avancées substantielles sur ce projet.
S'ils écoutent nos débats, ils ne pourront qu'en conclure que rien n'avance et que rien ne sert de rester dans ce no man's land complet !
- L'incident est clos.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Gezien uw totale gebrek aan enthousiasme over dit project begrijp ik dat Solvay het voor bekeken houdt.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik voel me gevleid dat u denkt dat ik zoveel invloed heb op een wereldspeler als Solvay.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Solvay is wel erg gehecht aan Brussel. De vertegenwoordigers van het bedrijf lieten me in 2017 weten dat het voor hen van essentieel belang was dat er echte vooruitgang werd geboekt in het project Buda+. Als ze onze debatten volgen, begrijp ik dat ze besluiten dat het geen zin heeft om hier te blijven.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Geoffroy Coomans de Brachène
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant la politique de tourisme durable du gouvernement bruxellois et les enjeux du nouveau plan européen de tourisme 2030.
Mondelinge vraag van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende het beleid inzake duurzaam toerisme van de Brusselse regering en de uitdagingen van het nieuwe Europese Toerismeplan 2030.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Comme le précise la déclaration de politique générale du gouvernement bruxellois, le tourisme et l’image de Bruxelles représentent des leviers économiques essentiels pour la Région, car ils sont pourvoyeurs d’emplois non délocalisables dans de nombreuses filières (commerces, culture, horeca, etc.). Le tourisme représente 8,1 % de l’emploi bruxellois.
Il y est aussi précisé que le développement du tourisme durable sera également une priorité majeure de la nouvelle législature, le but du gouvernement étant que la Région puisse devenir pionnière en matière de tourisme durable et responsable. Visit.brussels fait d'ailleurs la promotion de certaines adresses et activités sur son site.
Le 1er décembre dernier, un nouveau programme européen de tourisme a été adopté par le Conseil européen afin d’aider les États membres, les pouvoirs publics, la Commission européenne et les parties prenantes à rendre le secteur du tourisme plus écologique et plus durable, plus résilient et numérique à l'horizon 2030-2050.
Des réunions rassemblant les différents acteurs ont-elles eu lieu afin d’analyser les conclusions de ce plan européen ? Comment interprétez-vous ces dernières ?
Pouvez-vous préciser les grandes lignes du plan de visit.brussels en 2023 pour mettre en avant le tourisme durable ?
Quelles mesures sont aujourd'hui prises pour amplifier la valorisation de Bruxelles comme destination durable ?
Pouvez-vous préciser la grille de sélection appliquée par visit.brussels pour opérer des choix sur les logements, musées et restaurants ?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Het toerisme is goed voor 8,1% van de Brusselse banen. In haar algemene beleidsverklaring noemt de regering de ontwikkeling van duurzaam toerisme dan ook een prioriteit. Visit.brussels promoot overigens al een aantal adressen en activiteiten op zijn website.
Op 1 december 2022 keurde de Europese Raad een nieuw Europees toerismeprogramma goed om de sector tegen 2030-2050 ecologischer, duurzamer, veerkrachtiger en digitaal toegankelijker te maken.
Vinden er vergaderingen plaats om de conclusies van dat Europese plan te bespreken? Hoe interpreteert u die?
Wat zijn de grote lijnen van het plan waarmee visit.brussels duurzaam toerisme in 2023 wil promoten?
Welke maatregelen neemt u om het imago van Brussel als duurzame bestemming te versterken?
Hoe selecteert visit.brussels logeeradressen, musea en restaurants?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Visit.brussels est en train d’analyser les conclusions de ce nouveau programme européen pour le tourisme. Une fois l’analyse terminée, visit.brussels réunira l’ensemble des acteurs bruxellois du secteur pour voir comment mettre ce plan en œuvre dans notre Région. Le développement du tourisme durable est effectivement une priorité de l’actuelle législature.
Le plan d’action durabilité 2023 de visit.brussels comprend, entre autres, les actions suivantes :
- la révision et l’édition de nouveaux documents stratégiques tels que les engagements durables de visit.brussels, l’élaboration d’une charte « événement durable » et le développement d’une stratégie en matière de diversité, d'équité et d'inclusion ;
- la mise en œuvre de marchés publics durables et le développement d'une politique en matière d'achats durables au sein de visit.brussels. Pour ce faire, un accompagnement par un facilitateur en marchés publics durables de Bruxelles Environnement est prévu en 2023 afin d'intégrer des critères environnementaux, éthiques et sociaux dans les différents marchés publics ;
- la réalisation d'événements durables : différentes actions seront mises en place pour encourager une gestion plus durable des événements de commerce interentreprises et de commerce grand public organisés, coproduits ou soutenus par visit.brussels. Un bilan carbone accompagné de mesures de compensation sera initié en 2023 pour plusieurs événements ;
- la sensibilisation des partenaires - hébergements, lieux, musées et attractions - aux atouts d'une politique verte et durable par le biais de sessions d'information ou formations autour, notamment, des labels ;
- le développement d’une communication à 360 degrés sur la durabilité en Région bruxelloise et les initiatives prises en matière de tourisme durable afin de toucher toutes les parties prenantes de visit.brussels, à savoir les partenaires, les visiteurs, les habitants, les professionnels et la presse ;
- le suivi et la communication des données, par l'inclusion d’un tableau de bord visuel sur le site internet de visit.brussels reprenant les données sur les performances de la destination.
Les actions présentées ci-dessus s’inscrivent dans la continuité de ce qui a déjà été mis en place depuis quelques années au sein de visit.brussels. Sans être exhaustif, vu le nombre de projets menés, les mesures suivantes peuvent être soulignées :
- travailler à la durabilité dans le cadre des actions de visit.brussels. Par exemple, des bilans carbone ont été réalisés pour les grands événements ainsi qu'une réflexion sur la durabilité pour chaque projet ;
- soutenir et informer les acteurs du secteur par l'organisation de formations et sessions d’information sur cette thématique, notamment sur les labels ;
- mettre en avant des initiatives durables auprès des publics cibles et au travers des différents canaux de communication, notamment au moyen de l'instauration d’un filtre dans les moteurs de recherche du site internet et de l’édition d'un carnet de route de la promenade verte.
Les infrastructures touristiques qui s’engagent au niveau de la durabilité seront mises en avant sur tous les outils promotionnels de visit.brussels, à savoir sur son site internet, sur les réseaux sociaux et dans les brochures. L’engagement passe généralement par l’obtention d’un label certificatif comme Green Key, Entreprise écodynamique, Bike friendly, Access-i, et Good Food,
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Momenteel analyseert visit.brussels de conclusies van het nieuwe Europese programma. Vervolgens zal het samen met de sector bekijken hoe het plan uitgevoerd kan worden in het Brussels Gewest.
Het duurzaamheidsplan 2023 van visit.brussels omvat acties zoals de opmaak van een handvest voor duurzame evenementen en de ontwikkeling van een strategie inzake diversiteit, rechtvaardigheid en inclusie. Voorts zal visit.brussels ook een duurzaam aankoopbeleid ontwikkelen. Het zal organisatoren van evenementen die het steunt, aanmoedigen om de evenementen duurzamer te beheren en zijn partners bewustmaken van de voordelen van een groen en duurzaam beleid.
Het plan voorziet voorts in een zeer ruime communicatie over duurzaamheid in het gewest en over de initiatieven die genomen worden inzake duurzaam toerisme. Op de website van visit.brussels komt ook een overzicht met gegevens over de prestaties van de bestemming.
Al die acties liggen in het verlengde van de talrijke maatregelen die visit.brussels de afgelopen jaren al heeft genomen. Zo wordt er voor grote evenementen al een tijdje een koolstofbalans opgemaakt en wordt er voor elk project nagedacht over duurzaamheid. Visit.brussels verspreidt ook informatie bij de sector, bijvoorbeeld over duurzaamheidslabels. Het zet duurzame initiatieven in de kijker, bijvoorbeeld door een filter aan te brengen in de zoekmotoren op internet.
Toeristische faciliteiten die duurzaam werken, krijgen extra aandacht in alle promotie-instrumenten van visit.brussels. Doorgaans wordt die inzet beloond met een label, zoals Green Key, Bike-friendly en Good Food.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Sur papier, c'est un beau programme. J'espère que nous pourrons le concrétiser. Je suis satisfait d'entendre si souvent parler de durabilité. Reste à passer des déclarations aux actes, le plus rapidement possible.
- L'incident est clos.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Op papier ziet het er mooi uit. Hopelijk zullen we snel concrete resultaten zien.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Tristan Roberti
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant le rôle d'urban.brussels dans l'octroi des primes Rénolution.
Mme la présidente.- En l'absence de M. Tristan Roberti, sa question orale est lue par Mme Isabelle Pauthier.
Mondelinge vraag van de heer Tristan Roberti
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de rol van urban.brussels bij de toekenning van de Renolution-premies.
Mevrouw de voorzitter.- Bij afwezigheid van de heer Tristan Roberti wordt zijn mondelinge vraag voorgelezen door mevrouw Isabelle Pauthier.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Depuis l'année passée, les primes rénovation et énergie ont été fusionnées dans le cadre de la stratégie Rénolution, permettant ainsi aux citoyens de n'avoir qu'un seul portail d'accès pour identifier clairement les primes disponibles. Nous sommes bien évidemment en faveur de cette simplification administrative. De plus, je me permets de rappeler que, dans le cadre du budget que nous avons voté le mois dernier, le ministre de l’Énergie a rehaussé significativement les crédits alloués au nouveau régime des primes Rénolution.
Mon groupe avait été surpris de constater que les budgets alloués aux primes en rénovation urbaine n'augmentaient pas dans les mêmes proportions, alors qu'une augmentation de la demande est attendue avec le nouveau régime Rénolution. Par ailleurs, il semblerait qu'il y ait des problèmes de retard dans l'octroi de certaines primes Rénolution qui sont du ressort d'urban.brussels.
Pouvez-vous nous dire où en est urban.brussels dans l’opérationnalisation des primes fusionnées ? Combien d'agents sont-ils spécifiquement affectés à cette tâche au sein des services d'urban.brussels ?
Des retards ont-ils effectivement été constatés pour les primes gérées par urban.brussels ? Quel est le délai moyen pour obtenir une confirmation du droit à la prime, puis le paiement effectif de celle-ci ? Quel est le taux de refus ? Et quels sont les principaux motifs qui les justifient ?
Quelle est l'évolution du nombre d'octrois de primes attendue dans les prochaines années ?
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Vorig jaar werden de renovatie- en energiepremies samengevoegd in het kader van de Renolution-strategie. Die administratieve vereenvoudiging is aan te moedigen. Bovendien werden de begrotingsmiddelen voor die premies dit jaar gevoelig verhoogd.
De budgetten voor de premies voor stadsrenovatie stegen echter niet in dezelfde mate, terwijl men toch een stijging van het aantal aanvragen verwacht. Er schijnen ook vertragingen te zijn bij het toekennen van premies door urban.brussels.
Hoever staat urban.brussels bij het in de praktijk brengen van de fusie van premies? Hoeveel ambtenaren werken specifiek aan die taak? Zijn er inderdaad vertragingen? Binnen welke termijn worden aanvragen verwerkt en uitbetaald? Welk percentage van de aanvragen wordt geweigerd en waarom? Hoe zal het aantal aanvragen naar verwachting evolueren?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En 2022, urban.brussels s'est attelée à développer le service d'appui de gestion des primes Rénolution. L'année 2022 s'est terminée par la mise en production du module de paiement des primes, ce qui a permis d'utiliser 99,23 % du budget 2022. L'année 2023 sera consacrée à la poursuite du développement de cet outil, afin qu'il intègre tous les aspects de cette gestion.
Dix-neuf agents travaillent au sein du département primes d'urban.brussels. Ils gèrent les primes Rénolution, ainsi que les dossiers de primes à la rénovation de l'habitat et les primes à l'embellissement des façades. Les premières demandes de primes Rénolution ont pu être introduites à partir du 1er mars dernier.
L'année 2022 a été celle de la construction progressive de l'outil IT permettant de gérer les primes. La toute première version et le premier module du logiciel étaient disponibles dans le courant du mois d'avril 2022, soit un mois et demi après la mise en œuvre de la réforme. Cela a eu pour effet de prolonger temporairement les délais de traitement des demandes. Les premiers paiements ont été effectués fin novembre dernier, lors de la livraison du module de paiement du service d'appui.
L'année 2022 n'est donc pas représentative des délais. Cependant, le retard de traitement des dossiers en attente ayant été rattrapé comme prévu, le budget alloué aux primes a été utilisé quasi complètement à la mi-décembre 2022.
Le taux de refus de primes est de 17,25 %. Ce taux n'est pas représentatif d'une année normale, car il est issu des neuf premiers mois de fonctionnement d'un nouveau régime de primes et de nouveaux outils IT qui ont forcément dû faire leurs maladies de jeunesse.
Les principaux motifs de refus sont les suivants :
- qualité du demandeur erronée ;
- qualité du bien erronée ;
- dossiers incomplets et non complétés dans les délais par les demandeurs ;
- date de facture non valable ;
- postes inéligibles.
Du 1er janvier 2023 au 13 janvier 2023, 137 nouvelles demandes de primes ont été introduites. En réalisant une projection linéaire annuelle, urban.brussels peut donc s'attendre à recevoir plus ou moins 3.500 nouvelles demandes de primes.
Pour information, sous l'ancien régime, plus ou moins 2.000 nouvelles demandes de primes étaient introduites chaque année auprès d'urban.brussels.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- In 2022 ontwikkelde urban.brussels een nieuwe tool voor het beheer van de Renolution-premies. Daardoor kon in 2022 99,23% van het budget worden benut. Negentien mensen staan in voor de behandeling van die premies en de premies voor renovatie van de woning en verfraaiing van de gevels.
Vanaf 1 maart 2022 konden de premies worden aangevraagd. De eerste betalingen werden pas in november uitgevoerd, maar aangezien de tool nog ontwikkeld moest worden, zijn de in 2022 gehaalde termijnen niet echt representatief. De achterstand is intussen helemaal ingehaald.
17,25% van de aanvragen werd geweigerd, maar ook dat is niet echt representatief, aangezien het om een nieuw systeem met kinderziekten gaat. De voornaamste redenen voor weigering waren onvolledige dossiers, ongeldige factuurdata, en aanvragers of huizen die niet voor de premies in aanmerking kwamen.
Van 1 tot 13 januari 2023 werden 137 nieuwe aanvragen ingediend. Bij extrapolatie van dat cijfer worden voor het hele jaar dus zo'n 3.500 aanvragen verwacht, tegenover 2.000 per jaar in het oude regime.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Je transmettrai vos réponses à mon collègue Tristan Roberti. Si je comprends bien, il y a donc eu un retard au démarrage lié à des problèmes de développement informatique. J'ai pris note de tous les chiffres. Quelque 3.500 demandes de primes sont attendues, ce n'est pas rien.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- C'est une projection.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- De nombreux ménages sont donc concernés, mais j'ai confiance dans le bon fonctionnement du système, maintenant que sa mise en place est terminée.
- L'incident est clos.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De vertragingen kwamen dus door de ontwikkeling van de nieuwe informaticatool. 3.500 aanvragen op een jaar tijd, dat is niet niks.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Dat is een raming.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Ik ben ervan overtuigd dat het systeem dat aankan, nu het helemaal klaar is.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Pierre-Yves Lux
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,
concernant l'état d'avancement du projet Kanal et le nouveau contrat de gestion.
Mondelinge vraag van de heer Pierre-Yves Lux
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende de vooruitgang van het project Kanal en het nieuwe beheerscontract.
M. Pierre-Yves Lux (Ecolo).- Nous sommes à l'entame de l'année 2023, année qui aurait dû marquer l'inauguration du musée Kanal, comme prévu au lancement du projet. Cependant, la crise sanitaire et, ensuite, la crise liée à l'invasion de l'Ukraine par la Russie ont fortement ralenti l'avancement du projet et changé la donne en matière budgétaire. À cet égard, une enveloppe importante a dû être récemment dégagée pour faire face aux surcoûts des matériaux de construction, entre autres.
Aujourd'hui, il serait prévu que le musée ouvre ses portes en mai 2024. Il est à espérer que ce délai soit tenu, même si nous ne sommes pas à l'abri de nouveaux aléas.
Pouvez-vous nous fournir des précisions quant au déroulement des travaux, aux surcoûts qui ont pu ou dû être compensés, ainsi qu'à la date prévue d'ouverture de Kanal ?
L'année 2023 sera également marquée par le processus d'élaboration du nouveau contrat de gestion 2024-2028. Ce contrat de gestion et son contenu sont fondamentaux pour ce projet d'ampleur, tant il balisera son déploiement dans les prochaines années, lorsque le musée sera toujours fermé, mais aussi durant les premières années de son ouverture, pour autant qu'il ouvre bien ses portes avant 2028.
Par ailleurs, la manière dont ce contrat de gestion sera élaboré est tout aussi importante. D'une part, parce que la qualité de la manière conditionne la qualité du fond, mais aussi parce que la transparence est nécessaire pour garantir l'adhésion du plus grand nombre à un projet qui a souffert d'en manquer.
Quel est le calendrier d'élaboration du contrat de gestion 2024-2028 de Kanal ? Plus précisément, quelles sont les différentes étapes et quel rôle joueront les différentes parties prenantes ?
Une première ébauche de ce contrat de gestion est-elle déjà rédigée ? Quels sont ou seront les grands chapitres de ce contrat ? Quelles en sont ou seront les grandes orientations ?
Plus précisément, qu'en est-il du budget qui sera alloué annuellement à Kanal, de l'évolution du cadre du personnel et de ses relations avec la Société d'aménagement urbain, qui sont importantes pour l'une des fonctions principales du projet ? Qu'en est-il des relations avec le Centre Pompidou, avec qui la convention prend fin en 2027 ?
Quid des relations entre Kanal et le Centre international pour la ville, l'architecture et le paysage ? Sachant l'objectif de rapprochement, comment le contrat de gestion intégrera-t-il cette dimension ?
Qu'en est-il de l'ancrage de Kanal dans son territoire et de son ouverture à tous les publics, dans un objectif de renforcement des droits culturels ? Qu'en est-il aussi de la manière dont Kanal contribuera à la lutte régionale contre les dérèglements climatiques, en tant qu'opérateur culturel majeur ?
Comment le Parlement bruxellois sera-t-il associé à l'élaboration du nouveau contrat de gestion ?
Enfin, qu'est-il prévu en matière d'évaluation du contrat de gestion en cours ? À ce sujet, quels sont les étapes et le calendrier prévus ? Quels premiers éléments d'évaluation pouvez-vous déjà nous communiquer, notamment à l'égard des points soulevés dans les questions précédentes ?
De heer Pierre-Yves Lux (Ecolo).- Kanal had dit jaar de deuren moeten openen, maar de coronacrisis en de Russische inval in Oekraïne hebben voor vertraging gezorgd. Door de sterke stijging van de prijs van bouwmaterialen moesten er aanzienlijke extra bedragen worden vrijgemaakt.
Hoe verlopen de werkzaamheden, welke extra kosten zijn er gemaakt en wanneer mogen we de opening van Kanal tegemoetzien?
Dit jaar wordt de nieuwe beheersovereenkomst 2024-2028 uitgewerkt. Wanneer gebeurt dat precies? Welke rol spelen de partijen die bij de uitwerking betrokken zijn? Is er al een eerste versie? Wat zijn de grote lijnen?
Hoe zit het met het jaarbudget dat Kanal krijgt, het personeelsbestand en de relaties met de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting? Hoe zit het met de relaties met Centre Pompidou, waarmee de conventie eind 2027 afloopt?
Hoe zit het met de relaties tussen Kanal en het Centre international pour la ville, l'architecture et le paysage (CIVA)?
Hoe zit het met de verankering van Kanal in de buurt en de openstelling voor alle doelgroepen? Hoe draagt Kanal bij tot de strijd tegen de klimaatverandering?
Hoe wordt het Brussels Parlement betrokken bij de uitwerking van de nieuwe beheersovereenkomst? Hoe wordt het lopende contract geëvalueerd?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Avec mes collègues du gouvernement, nous avons visité le chantier du pôle muséal Kanal, tout comme vous l'avez fait il y a quelques mois avec cette commission. Comme moi, vous avez pu prendre la mesure de l’ampleur de ce chantier, qui vise à créer un espace de 40.000 m² dans un bâtiment dont on ne touche que peu ou prou à l’enveloppe extérieure.
Ce chantier n'a pas été épargné par les conséquences des crises successives. La Fondation Kanal et ses architectes mènent un travail colossal avec le consortium d’entreprises générales désignées par le marché public, afin de limiter l’impact des hausses de prix.
Au niveau du calendrier, les travaux de terrassement seront terminés dans les prochaines semaines, ce qui permettra de voir davantage la simplicité de cette construction. En effet, tout le garage a été construit de manière à ce que l'intérieur soit totalement distinct de la structure portante du bâtiment. Sur le plan de la qualité architecturale, ce projet était assez visionnaire. Les travaux devraient dès lors s'achever plutôt en 2025 qu'en 2024. Si l'on peut certes regretter les reports de calendrier, celui-ci est assez raisonnable vu les crises du Covid-19 et la guerre en Ukraine.
Le marché a, fort heureusement, été attribué à un montant légèrement inférieur à l’enveloppe estimée initialement et les provisions ont été incluses dans le budget. Toutefois, nous savons que l’évolution de l’indice prévu dans tous les marchés publics aura des conséquences. C’est la raison pour laquelle le gouvernement a approuvé l’engagement et la liquidation d’un montant de 22 millions d’euros pour couvrir tout ou partie de ces frais supplémentaires.
Quant au contrat de gestion qui lie la Région à la Fondation, il court jusqu’au 31 décembre. Nous allons donc effectivement procéder aux travaux relatifs à l’élaboration d’un nouveau contrat de gestion. Les articles 23 et 24 du contrat de gestion actuel définissent la procédure liée à ces travaux. L'administrateur délégué de la Fondation Kanal nous a d'ailleurs récemment présenté son rapport d'activités. La Fondation proposera prochainement un projet de contrat de gestion, qui sera ensuite débattu et soumis au gouvernement pour approbation, si possible avant les vacances estivales. Nous suivons ainsi la procédure classique des contrats de gestion qui nous lient à différents organismes.
Tous les éléments que vous avez soulevés pourront bien sûr faire partie de ce nouveau contrat de gestion. Cependant, je ne peux pas vous dire aujourd'hui quelles en seront les grandes orientations, puisque les travaux n'ont pas encore commencé. Je comprends cependant bien vos questions. Celles-ci seront un point d'attention lors des discussions avec la Fondation Kanal, mais elles arrivent un peu tôt à ce stade. Sachez néanmoins que le processus est bien lancé.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Stichting Kanal stelt samen met de architecten alles in het werk om de gevolgen van de prijsstijgingen binnen de perken te houden.
De grondwerken worden in de loop van de volgende weken afgerond. Dan zal de eenvoud van de constructie beter tot zijn recht komen. Het gaat om een nogal visionair project, waarvan de oplevering eerder voor 2025 zal zijn.
De opdracht is gelukkig toegewezen voor een bedrag dat lichtjes onder de oorspronkelijke schatting lag en er waren provisies aangelegd. De index die in openbare aanbestedingen is opgenomen, zal echter hoe dan ook gevolgen hebben. Daarom heeft de regering een bedrag van 22 miljoen euro aan bijkomende kosten goedgekeurd.
De beheersovereenkomst tussen het gewest en Stichting Kanal loopt tot en met 31 december 2023. Er komt dus inderdaad een nieuwe overeenkomst volgens de procedure in artikel 23 en 24 van de overeenkomst. De gedelegeerd bestuurder van Stichting Kanal stelde onlangs het activiteitenverslag voor. Binnenkort komt de Stichting met een ontwerp van beheersovereenkomst dat de regering moet goedkeuren, bij voorkeur voor de zomervakantie.
Alles wat u hebt opgesomd, kan in de nieuwe beheersovereenkomst aan bod komen. De grote lijnen kan ik u nog niet geven, omdat er nog geen begin is gemaakt.
M. Pierre-Yves Lux (Ecolo).- Je ne vous reprocherai pas que le musée ouvre ses portes en 2025 plutôt qu'en 2024, car ce n'est pas votre responsabilité.
Concernant le contrat de gestion et la gouvernance, je suis évidemment quelque peu frustré par vos éléments de réponse. Il est question d'un rapport d'activités, mais pas d'une évaluation.
Or, une évaluation est un élément de gouvernance particulièrement important, qu'il convient de distinguer d'un contrat de gestion. Au-delà du rapport d'activités annuel, l'évaluation du précédent contrat de gestion est une étape indispensable pour garantir la poursuite d'un projet et servir de base à la rédaction du prochain contrat de gestion, qui sera opérationnel pendant cinq ans.
Pour ce qui est du contrat de gestion, tant le fond que la forme sont particulièrement importants. J'entends qu'il sera procédé de la même manière pour le nouveau contrat que pour d'autres, c'est-à-dire que rien n'est prévu en matière de concertation avec le Parlement bruxellois et d'interactions avec les parties prenantes, notamment les acteurs culturels bruxellois.
Je le regrette, car ce projet enthousiasmant remporte malheureusement un manque d'adhésion depuis son lancement. L'inclusion ou en tout cas la réflexion d'un débat plus large, plus ouvert et plus démocratique sur la rédaction du contrat de gestion permettrait de renforcer l'adhésion à ce projet et de garantir une gouvernance susceptible de rassurer les uns et les autres.
- L'incident est clos.
De heer Pierre-Yves Lux (Ecolo).- Ik had natuurlijk liever meer vernomen over de beheersovereenkomst. U hebt het over een activiteitenverslag, maar niet over een evaluatie. Zo'n evaluatie is echter van groot belang in de context van goed bestuur. Ze vormt de basis voor een nieuw vijfjarig beheerscontract.
Als het beheerscontract op de gebruikelijke manier tot stand komt, is er geen overleg met het Brussels Parlement of met andere spelers uit het culturele veld. Dat valt te betreuren, want van bij de start is er een gebrek aan betrokkenheid. Een ruimer debat zou dat gebrek kunnen verhelpen.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Gaëtan Van Goidsenhoven
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant le refus d'octroi de permis d'urbanisme pour le réaménagement de l'avenue Louis Bertrand à Schaerbeek.
Mondelinge vraag van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de weigering van een stedenbouwkundige vergunning voor de heraanleg van de Louis Bertrandlaan te Schaarbeek.
M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Depuis 2016, la commune de Schaerbeek souhaite réaménager l’avenue Louis Bertrand, dont la création remonte à 1904. Une première demande de permis d’urbanisme a été déposée en 2017, qui a recueilli l'avis défavorable de la Commission royale des monuments et des sites (CRMS). La commune a alors introduit une demande de classement qui a été entérinée par le gouvernement bruxellois en 2020. Comme vous l’expliquiez à l’époque, Monsieur le Secrétaire d’État, ce classement ne portait pas préjudice au projet de réaménagement de la commune.
À la suite de l’avis défavorable de la CRMS, Schaerbeek a modifié son projet et a introduit une nouvelle demande de permis d’urbanisme en 2021. Le nouveau projet a, lui aussi, suscité de nombreuses de critiques. L’Atelier de recherche et d’action urbaines (ARAU), par exemple, a dénoncé le manque d'ambition de la commune pour ce qui est de l'aménagement de pistes cyclables, ainsi que l'abattage d'arbres en bonne santé et la réduction des surfaces végétalisées.
La commission de concertation, quant à elle, a rendu un avis favorable, mais sous conditions. Parmi ces conditions figuraient plus d'espace pour les cyclistes et les piétons, ainsi que l’élargissement de la berme centrale et des passages piétons.
Le projet semblait donc être en bonne voie. Or, nous avons appris récemment que la Région, par le biais d'urban.brussels, avait finalement décidé de ne pas octroyer le permis d’urbanisme à Schaerbeek.
J'aimerais obtenir quelques éclaircissements concernant ce refus de la Région.
Quelles en sont les raisons ? Celles-ci ont-elles été communiquées à la commune de Schaerbeek ? Pourquoi ce refus, alors que la commission de concertation avait rendu un avis favorable, sous conditions ? Ces conditions avaient-elles été prises en compte dans le deuxième projet ?
Votre cabinet a-t-il pris contact avec la commune de Schaerbeek afin de proposer des pistes susceptibles d'éviter un nouveau refus de la part de la Région ? Si oui, qu’en est-il ressorti ? Si non, est-ce prévu ?
Partagez-vous l'avis de l’ARAU selon lequel le projet de réaménagement de l'avenue Louis Bertrand manquerait d'ambition ? Pensez-vous également qu'il faut plus d'espace pour les pistes cyclables ? À ce propos, soutenez-vous toujours la création d’une piste cyclable séparée sur l’avenue Louis Bertrand ?
De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Na de bescherming van de Louis Bertrandlaan in 2020 diende de gemeente Schaarbeek in 2021 een nieuwe aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de laan in, die rekening hield met het eerdere negatieve advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) . Het Atelier de recherche et d'action urbaines had ook hierop kritiek, met name wegens de povere ambitie inzake fietspaden, het vellen van gezonde bomen en het inperken van de groene ruimte.
De overlegcommissie bracht een gunstig advies uit, weliswaar met als voorwaarden meer ruimte voor fietsers en voetgangers en een bredere middenberm. Onlangs is gebleken dat urban.brussels ook die aanvraag heeft afgewezen.
Wat zijn daarvoor de redenen? Zijn die aan de gemeente Schaarbeek meegedeeld? Hield de vernieuwde aanvraag voldoende rekening met de voorwaarden van de overlegcommissie?
Heeft uw kabinet de gemeente Schaarbeek oplossingen voorgesteld om een nieuwe weigering door het gewest te voorkomen? Zo ja, welke?
Bent u het eens met het Atelier de recherche et d'action urbaines dat het project te weinig ambitieus is? Bent u nog steeds voorstander van de aanleg van een gescheiden fietspad?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- En 2020, nous avons classé l’avenue dans l'idée qu'une telle mesure permettrait d'accorder plus de place aux modes actifs. Nous avons, en effet, fait en sorte que l’implantation d’une piste cyclable séparée, l’élargissement des trottoirs ou la suppression du stationnement soient possibles à l’avenir. Ce classement était une démonstration de notre volonté de protéger le Bruxelles d’hier en rendant possible le Bruxelles de demain.
Ma position n’a pas changé. La commission de concertation avait émis un avis favorable à certaines conditions. Les plans modifiés tenaient compte d'une part de ces conditions, mais pas de celles liées à la sécurité des cyclistes et à la vérification des propositions avec la commission modes actifs. L’avis de la commission de concertation demandait d’aménager soit une rue cyclable, soit des pistes cyclables séparées entre le trottoir et les places de stationnement et/ou une bande de circulation.
Concrètement, les plans prévoyaient, sur une partie de l’avenue, une piste cyclable suggérée à contresens et longeant du stationnement, et ce, sur une bande de circulation étroite de 2,5 m de largeur, et dans le sens de la circulation, une piste cyclable marquée entre la bande de circulation de 2,5 m et le stationnement. Inutile de vous dire qu'une telle configuration serait dangereuse pour les cyclistes. Il serait inacceptable qu'un nouvel aménagement ne tienne pas compte de leur sécurité.
Le refus de permis du 13 décembre est bien motivé et les raisons figurent clairement dans le document que la commune a reçu : sécurité routière, passage des camions, voirie en forte pente... L'aménagement d'une piste cyclable avec des bandes de stationnement de chaque côté peut constituer un danger pour les cyclistes. Nous avons estimé que pour un axe vélo confort, le projet ne satisfaisait pas aux exigences du plan Good Move. La commune a introduit un recours le 29 décembre devant le gouvernement. L’audition est prévue le 16 février.
Le Collège d’urbanisme doit se prononcer pour le 14 mars et le dossier sera ensuite discuté au gouvernement.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- De regering heeft bij de bescherming van de laan in 2020 gedacht aan de actieve vervoersmodi door de aanleg van een gescheiden fietspad, bredere trottoirs en het schrappen van parkeerplaatsen. Zo wilde ze tegelijk het Brussel van vroeger beschermen en het Brussel van de toekomst voorbereiden.
De gewijzigde plannen hielden grotendeels rekening met bepaalde voorwaarden van de overlegcommissie, maar niet met die inzake veilige fietsinfrastructuur. Zo bevatten de plannen op een deel van de laan een fietssuggestiestrook in de tegenrichting en een geschilderd fietspad in de rijrichting, telkens naast de parkeerplaatsen. De voorgestelde heraanleg zette dus onvoldoende in op fietsveiligheid.
De weigering van 13 december is goed gemotiveerd en de redenen staan duidelijk vermeld in het document dat de gemeente Schaarbeek heeft ontvangen: verkeersveiligheid, de passage van vrachtwagens en een steile helling, naast de genoemde onveiligheid voor fietsers. Het plan beantwoordde dus niet aan de eisen van Good Move, waarin de laan tot het 'fietsnetwerk comfort' behoort.
Schaarbeek heeft op 29 december tegen de weigering beroep aangetekend. Op 16 februari zal de hoorzitting plaatsvinden. Het Stedenbouwkundig College heeft tot 14 maart om zich uit te spreken, waarna de regering het dossier zal bespreken.
M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Nous verrons comment se positionne le gouvernement. Espérons qu'une solution consensuelle puisse être trouvée.
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Quelle est votre position à ce sujet ?
M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Je souhaite que l'on puisse promouvoir un dialogue constructif avec la commune, de sorte qu'il ne faille pas des années pour aboutir à une solution. Il est par ailleurs inutile de multiplier les commissions de concertation qui n'aboutiront à rien. Il faut désormais montrer qu'un dialogue constructif est possible au sein de la Région, en respectant évidemment les questions de sécurité. Nous devons éviter d'être dans une logique de confrontation et de non-écoute.
Ce projet a débuté en 2017 et dure depuis six ans. C'est long, et les difficultés semblent toujours bien présentes. J'espère que l'on pourra sortir de cet imbroglio.
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Je l'espère aussi.
- L'incident est clos.
De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- We wachten het standpunt van de regering af en hopen dat er een consensus uit de bus komt.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Wat is uw standpunt ter zake?
De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Ik wens dat het gewest een constructieve dialoog met de gemeente aangaat, in plaats van ellenlange procedures en overlegcommissies. Het project sleept al zes jaar aan. Ik hoop dat we er snel uit komen.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Dat hoop ik ook.
- Het incident is gesloten.
Demande d'explications de Mme Françoise De Smedt
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant le mégaprojet immobilier à la Cité administrative.
Vraag om uitleg van mevrouw Françoise De Smedt
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende het grootscheeps vastgoedproject in de administratieve wijk.
Demande d'explications jointe de M. Geoffroy Coomans de Brachène
concernant l'arrêt du Conseil d’État sur le plan particulier d'affectation du sol Pachéco.
Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
betreffende het arrest van de Raad van State over het bijzonder bestemmingsplan Pacheco.
Mme Françoise De Smedt (PTB).- Nous avons appris que le Conseil d’État avait annulé le plan particulier d'affectation du sol (PPAS) Pachéco et que le permis d’urbanisme accordé au chantier de la Cité administrative de l’État était par conséquent rendu illégal. Pour rappel, le projet est porté par le promoteur Immobel, qui prévoyait la construction de trois immeubles de logement, une crèche, une école, des commerces, la révision des abords du site et l'abattage de près de 400 arbres.
C’est en 2012 que la Ville de Bruxelles a adopté le PPAS Pachéco avec certaines exigences, comme celle de préserver des vues depuis la colonne du Congrès et l’esplanade située juste derrière. En décembre 2013, plusieurs associations, comme Inter-Environnement Bruxelles et l’Atelier de recherche et d'action urbaines (ARAU), ainsi que les riverains du quartier Notre-Dame-aux-Neiges ont dénoncé ce PPAS, considérant qu’il n’était pas conforme au plan régional d'affectation du sol (PRAS). Malgré cela, un permis a été délivré en 2019 par la Région à Immobel.
Par la suite, un recours a été introduit devant le Conseil d’État, qui a finalement donné raison aux associations dans son arrêt du 9 décembre 2022, selon lequel l’arrêté régional du 29 juin 2007 fait état d’une « servitude de vue depuis l’esplanade vers la basilique de Koekelberg, ce qui limite la hauteur potentielle des constructions à cet endroit ». « Or, selon le principe de la hiérarchie des normes, un arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale est supérieur à une délibération du conseil communal », indique Inter-Environnement Bruxelles.
Le permis d’urbanisme délivré par la Région en 2019 est donc annulé. Il s’agit d’une grande victoire pour les riverains et les associations qui se mobilisent depuis plusieurs années sur ce dossier. Pour le PTB, cela montre à quel point les pouvoirs publics établissent des règles sur mesure dans l'intérêt des promoteurs immobiliers et en contradiction avec leurs propres normes. Sans parler du fait que le projet ne comprend pas de logements abordables.
À la suite de l’annulation du permis, l’immense chantier en cours sur le plateau de la Cité administrative est à l’arrêt. Le promoteur Immobel devra donc revoir sa copie. Cependant, que va-t-il advenir de l’école, déjà terminée, de la construction du premier immeuble, en cours, et de la destruction de près de 400 arbres ?
Cette situation est totalement scandaleuse, sachant que depuis 2013, les associations dénoncent l’irrégularité du PPAS Pachéco. C'est un gâchis et une perte de temps.
Comment expliquez-vous qu’une administration régionale accorde un permis à un PPAS qui contrevient à sa propre réglementation régionale ? Comment le promoteur va-t-il réparer les dommages de centaines d'arbres abattus illégalement ?
Avez-vous eu des discussions avec la Ville de Bruxelles sur la mise en place d’un nouveau PPAS ?
Où en sont les discussions avec le promoteur immobilier et la Région ? Est-il prévu qu’une nouvelle demande de permis soit introduite conformément aux exigences du PRAS et de l’arrêt du Conseil d’État ? Quels sont les éléments du projet qui seront revus ?
Mevrouw Françoise De Smedt (PTB).- De Raad van State heeft het bijzonder bestemmingsplan (BBP) Pacheco vernietigd, waardoor ook de stedenbouwkundige vergunning voor het Rijksadministratief Centrum illegaal geworden is. Immobel wil daar drie gebouwen met woningen, een crèche, een school en handelszaken bouwen. Daarvoor moeten bijna vierhonderd bomen sneuvelen.
Het BBP dateert van 2012. In december 2013 klaagden verschillende verenigingen en omwonenden het aan omdat het niet strookte met het Gewestelijk Bestemmingsplan. Desondanks leverde het gewest in 2019 een vergunning af aan Immobel. De verenigingen gingen daartegen in beroep en kregen gelijk van de Raad van State op 9 december 2022. Volgens het gewestelijk besluit van 29 juni 2007 moet het uitzicht vanaf de esplanade in de richting van de basiliek immers behouden blijven.
Voor de PTB toont de hele affaire aan hoe overheden in het belang van de vastgoedontwikkelaars regeltjes opstellen die ingaan tegen hun eigen wetgeving.
Immobel moet nu zijn project aanpassen. Wat zal er gebeuren met de school, die al gebouwd is, en het eerste gebouw, waaraan al gewerkt wordt? Zullen de bomen gekapt worden? Hoe zal de projectontwikkelaar eventuele schade van onterecht gekapte bomen compenseren?
De verenigingen wijzen er allang op dat het BBP onreglementair is. Waarom leverde de gewestelijke administratie dan toch een vergunning af?
Hebt u met Brussel-Stad gepraat over een nieuw BBP? Hoe verlopen de gesprekken met de projectontwikkelaar? Komt er een nieuwe vergunningsaanvraag die strookt met het Gewestelijk Bestemmingsplan en het advies van de Raad van State? Hoe wordt het project aangepast?
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Voici déjà de longues années que le comité de quartier Notre-Dame-aux-Neiges, mais aussi de nombreuses autres associations de défense des habitants et de la qualité de vie, ont alerté les instances bruxelloises sur le préjudice grave que représenterait le projet sur la dalle de la Cité administrative de l’État.
Dès 2010, j’avais déjà émis de vives réserves quant à la construction d’une tour en lieu et place de ce jardin au cœur de la ville, comme si nous ne manquions pas déjà d’espaces verts dans le centre de Bruxelles. Pour ne rien arranger, la nouvelle construction aurait à jamais gâché la perspective historique existant depuis la colonne du Congrès et dans l’axe de celle-ci.
Lorsque j’étais échevin de l'urbanisme à la Ville de Bruxelles - je précise que l'adoption par les autorités régionales en 2012 du plan particulier d'affectation du sol (PPAS) Pachéco a eu lieu avant mon entrée en fonction - j’avais rencontré les promoteurs afin d’exprimer une nouvelle fois mes réserves et de mettre le projet sur pause, en exigeant notamment des changements majeurs concernant l’espace public et la valorisation du lieu. Mais dès 2019, après mon départ, la majorité PS-Ecolo-DéFI, à la Région comme à la Ville de Bruxelles, a finalement délivré un permis pour un projet mastodonte écrasant les jardins suspendus de l’ancienne cité administrative.
Au sein de cette commission, dans le cadre de la délivrance de ce permis, nous avions d’ailleurs déjà discuté de l’abattage des près de 400 arbres sur le site des jardins Pechère, du nom de ce célèbre paysagiste bruxellois, également auteur des jardins du Botanique et du mont des Arts.
Début 2019, au moment de l'enquête publique, les riverains protestaient encore contre le non-sens écologique que représentait le projet et craignaient déjà le déboisement de la zone, évoquant les 397 arbres directement menacés. La Ville de Bruxelles et la Région avaient tout de même rendu un avis favorable, assorti d'une série de conditions, dont la replantation de 377 arbres, soit moins que le nombre initial. Un permis d'urbanisme, délivré en août 2019 par le gouvernement, autorisait l'abattage de l'ensemble des arbres, bien que le PPAS Pachéco exige leur maintien.
L’immense chantier en cours sur le site de l’ancienne Cité administrative de l’État est à l’arrêt depuis plusieurs semaines. Mais, nouveau coup de théâtre dans ce vaste dossier, le 9 décembre dernier, le Conseil d’État a finalement annulé ce PPAS, rendant dès lors illégal le permis accordé à Rac 4 (Immobel).
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Wijkcomités en verenigingen waarschuwen al jaren dat het project voor het Rijksadministratief Centrum niet in de haak is. Er zou een groene ruimte voor moeten verdwijnen en het historische uitzicht van aan de Congreskolom zou verdwijnen.
Als schepen van Stedenbouw van Brussel-Stad heb ik mijn reserves meegedeeld aan projectontwikkelaar Immobel en vroeg ik het project aan te passen. In 2019, na mijn vertrek, heeft de meerderheid (in de stad en het gewest) van PS, Ecolo en DéFI toch een vergunning afgeleverd voor het mastodontproject.
Bij het openbaar onderzoek in 2019 klaagden de omwonenden nog over de ontgroening van het gebied, omdat 397 bomen gekapt zouden worden. Toch gaven de stad en het gewest een positief advies met voorwaarden, waaronder de aanplanting van 377 nieuwe bomen. De kap was nochtans strijdig met het bijzonder bestemmingsplan (BBP) Pacheco.
De werf ligt nu al enkele weken stil. Op 9 december 2022 vernietigde de Raad van State het BBP, waardoor meteen ook de stedenbouwkundige vergunning voor Immobel illegaal werd.
La Région a-t-elle pris position quant à l’attitude à adopter au sujet de ce projet sur l’ancienne Cité administrative de l’État ? Peut-on considérer le projet de tour dans ce parc comme définitivement enterré ?
Le gouvernement bruxellois va-t-il enfin entendre et suivre les critiques sévères du Conseil d’État quant à ce projet ? Dans la négative, quelles sont les prochaines étapes ?
Les promoteurs ont-ils pris contact avec le gouvernement bruxellois ou l’administration régionale ? Le cas échéant, pouvez-vous en dire davantage ?
Qu’en sera-t-il de la valeur constructible donnée à ces terrains par les autorités régionales, en faveur du promoteur ? Étant donné que ces anciens espaces verts sont devenus des terrains à bâtir, le promoteur pourrait-il se retourner contre la Région dans le cadre de cette procédure ?
Qu’en sera-t-il de l’avenir de l’école qui était prévue sur une partie du site ? D’autres options ont-elles été étudiées dans la zone, notamment au sein d’immeubles vidés par la Banque nationale de Belgique ?
Concernant l’abattage irréversible de près de 400 arbres, quelles sont les pistes pour retrouver à moyen terme une équivalence végétale et écologique, en reprenant, entre autres, des arbres à haute tige ? Une évaluation a-t-elle été effectuée sur la perte environnementale et du point de vue de la biodiversité dans cette zone ?
Pourriez-vous dresser un état des lieux complet des différents coûts liés à la réalisation du PPAS Pachéco depuis 2006, en ce compris les études et procédures juridiques, les études urbanistiques, les coûts liés aux procédures de demandes de permis d'urbanisme, pour les pouvoirs publics ainsi que le privé, si vous en disposez ?
Is het project nu definitief dood en begraven? Zal de Brusselse regering eindelijk luisteren naar de opmerkingen van de Raad van State? Zo niet, wat zijn dan de volgende stappen? Hoe verliepen de eventuele gesprekken met de projectontwikkelaars?
Het gewest heeft de ontwikkelaars een plezier gedaan door van de groene ruimten bouwgrond te maken. Over welke rechten beschikt Immobel daardoor?
Wat gebeurt er met de geplande school? Zijn er daarvoor andere mogelijkheden, bijvoorbeeld in voormalige gebouwen van de Nationale Bank van België?
Hoe zult u na het kappen van de bomen de ecologische situatie en de biodiversiteit op de middellange termijn herstellen? Zijn de verliezen op dat vlak al geëvalueerd?
Hoeveel heeft de uitvoering van het BBP Pacheco al gekost sinds 2006, met inbegrip van alle studies en procedures, voor de overheid en de vastgoedontwikkelaars?
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Cette question me donne l'occasion de replonger dans mes archives. Il ne s'agit pas d'une question d'argent mais de vision de la ville et d'interprétation des plans. Le Conseil d'État a donné raison aux associations dans cet arrêt du 9 décembre 2022 et relève que l'arrêté régional du 29 juin 2007 fait état d'une servitude de vue, depuis l'esplanade vers la Basilique de Koekelberg, ce qui limite la hauteur des constructions à cet endroit. Cette question relève donc de préoccupations architecturales, d'urbanisme et d'implantation.
Nous savons que le permis pour l'abattage des arbres était lié à la réfection de l'étanchéité du parking situé en-dessous, diminué de quelques centaines de places.
Je tiens à rappeler qu'en 2009, l'Atelier de recherche et d'action urbaine (ARAU), le BRAL, Inter-Environnement Bruxelles et le comité de quartier Notre-Dame-aux-Neiges avaient averti la Région bruxelloise. Une vue d'ensemble sur la Cité administrative de l’État est nécessaire. Les associations et les habitants souhaitent d'abord obtenir un plan particulier d'affectation du sol qui bétonne les logements.
À l'époque, un permis a été délivré pour 76.000 m² de bureaux, soit un solde supplémentaire de 6.000 m² par rapport à ce qui était prévu dans l'arrêté régional. Comme souvent, les logements sont demeurés dans les limbes. Je tiens à rappeler la question de l'ancien restaurant de la Cité administrative de l’État de 6.000 m², qui devaient être réservés à un équipement public, selon les textes et le schéma directeur.
Le 11 octobre 2010, l'ARAU publiait un communiqué de presse intitulé « La Ville de Bruxelles sert les promoteurs sur un plateau d'argent », ce que le secrétaire d’État de l'époque n'avait pas apprécié. Les 59.000 m² de logements qui étaient prévus en partie sous la forme d'une tour de 30 niveaux, dont au moins 30 % de logements sociaux ou conventionnés, n'ont pas abouti. J'espère que vous nous en donnerez les raisons.
Une fois encore, des bureaux, une fraction d'espace public et une petite partie des équipements, à savoir l'école, ont été construits, mais aucun logement. Il est problématique d'avoir rendu des centaines de milliers de mètres carrés constructibles sans condition de production de logements, y compris des logements abordables, par le secteur privé.
Je suis dès lors curieuse d'entendre vos réponses relatives au récent arrêt du Conseil d'État.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De Raad van State heeft inderdaad op 9 december 2022 de verenigingen gelijk gegeven, en wel omdat in het gewestelijk besluit van 29 juni 2007 staat dat het uitzicht vanaf de esplanade in de richting van de basiliek behouden moet blijven en de gebouwen op die plaats dus niet te hoog mogen zijn.
Verschillende verenigingen hebben het gewest al in 2009 gewaarschuwd. Een algemene visie op het gebied is nodig. De verenigingen en omwonenden willen eerst een bijzonder bestemmingsplan dat garandeert dat er zeker woningen komen.
Destijds werd er een vergunning afgeleverd voor 76.000 m² aan kantoren, meer dan gepland in het gewestbesluit. De 59.000 m² aan woningen, in een geplande toren met dertig verdiepingen, zijn er niet gekomen. Waarom niet? De kantoren en een klein deel van de collectieve uitrusting, met name de school, zijn wel al gebouwd.
Ik betreur dat er blijkbaar geen garanties zijn voor (betaalbare) woningen in het project. Ook ben ik benieuwd wat u vindt van het recente arrest van de Raad van State.
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Nous avons bien évidemment pris connaissance de l'arrêt du Conseil d'État annulant le permis d'urbanisme, sous prétexte de l'illégalité du plan particulier d'affectation du sol (PPAS) . Je vous rappelle que l'auditeur a abouti à une conclusion tout à fait contraire quant à la nécessité de l'annuler.
Le PPAS, approuvé par le gouvernement en 2013, n'est, quant à lui, pas annulé car le Conseil d'État n'était plus dans les délais impartis. Cependant, sur la base de l'article 159 de la Constitution, ce dernier a pu en vérifier la légalité. Un débat juridique est en cours afin de définir les conséquences de l'arrêt et de voir s'il faut abroger le PPAS, le réviser, etc. La situation doit être clarifiée dans les semaines à venir.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- De Raad van State heeft de stedenbouwkundige vergunning vernietigd op basis van de veronderstelde illegaliteit van het bijzonder bestemmingsplan (BBP) van 2013. Hij heeft echter niet het BBP zelf vernietigd, omdat de termijn daarvoor verstreken was.
L'arrêt du Conseil d'État est clair. Il est actuellement analysé par perspective.brussels, au niveau régional, en collaboration avec urban.brussels et la Ville de Bruxelles. Les promoteurs l'analysent également. La Région devrait prendre position en mars ou avril 2023. J'attendrai de disposer de l'analyse juridique pour donner mon avis.
L'école doit pouvoir rester ouverte. Un permis d'urbanisme a été délivré pour les classes containers temporaires. La solution définitive dépendra de l'analyse juridique.
En ce qui concerne les arbres, le permis d'urbanisme prévoyait leur abattage, mais également la replantation d'arbres à haute tige, dont 160 charmes, ainsi que l'aménagement paysager. On peut discuter de l'impact environnemental de ce choix, mais c'est un fait que l'aménagement devait être revu et que des arbres doivent être replantés.
De komende weken moeten we uitklaren wat er nu met het BBP moet gebeuren. Het gewest moet tegen maart of april een standpunt innemen. Ik wacht nog op de juridische analyse.
De school moet in ieder geval blijven. Er was al een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor tijdelijke containerklassen.
Volgens de vernietigde vergunning moesten er niet alleen bomen gekapt worden, maar moesten er ook nieuwe bomen geplant worden.
Mme Françoise De Smedt (PTB).- En entendant vos réponses, je constate que nous sommes encore dans le flou. Concernant l'école, nous nous réjouissons qu'elle puisse ouvrir. Toutefois, nous passons quand même de 400 arbres à 160. Vu le réchauffement climatique et la nécessité de refroidir nos quartiers, je pense que la question mérite encore réflexion. Enfin, vous n'avez pas répondu aux questions relatives au logement abordable et au logement de manière générale. Je comprends que vous attendiez des analyses juridiques, mais ne serait-ce pas l'occasion de négocier ces points avec les promoteurs ?
Mevrouw Françoise De Smedt (PTB).- Er is nog veel onduidelijk. Ik ben blij dat de school blijft, maar de halvering van het aantal bomen is zorgwekkend. U hebt ook niet geantwoord op de vragen over de plaats van woningen in het project.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- L'échec était annoncé depuis des années ! Vous êtes depuis longtemps dans ce gouvernement. Mme Pauthier s'offusque aujourd'hui mais, en 2005-2006, Ecolo faisait partie de la majorité régionale qui a initié ce projet de plan particulier d'affectation du sol extrêmement néfaste. En 2011-2012, Ecolo était toujours au gouvernement, ainsi que votre parti, Monsieur le secrétaire d'État. Et en 2019, quand le permis pour cette tour, une horreur sans nom, a été délivré, c'était toujours le cas. Certains ont dit que cela avait été octroyé avant, mais j'ai vérifié les chiffres et les dates. Vous pouvez essayer de vous dédouaner comme vous voulez, ils sont clairs.
En lieu et place des 397 arbres, on évoque 160 charmes, alors que 377 plantations étaient prévues. Nous sommes donc toujours loin du résultat, mais nous attendons de voir.
D'autre part, les coûts sont considérables, tant pour les autorités bruxelloises que pour les acteurs privés. Je ne doute pas que certains se retourneront contre la Région si les promesses qu'on leur a faites ne sont pas tenues. Or, elles sont intenables, je le dis depuis longtemps ! Nous risquons donc de mauvaises surprises juridiques dans ce dossier.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Deze mislukking zit er al jaren aan te komen en u zit al lang genoeg in de regering. Ook Ecolo zat trouwens in de regering toen dit rampzalige bijzonder bestemmingsplan werd uitgewerkt en de vergunning werd afgeleverd.
Van 397 bomen zijn we naar 160 gegaan. Er waren er nochtans 377 beloofd. We zullen zien.
Ook de kosten zijn enorm, zowel voor het gewest als voor de privéprojectontwikkelaars. Sommigen zouden het gewest een proces kunnen aandoen als dat zijn beloften niet nakomt, maar die beloften zijn onhoudbaar!
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Je ne répondrai pas à la provocation. Dans le schéma directeur de la Région, la perspective était de domestiquer l'urbanisme sur dalle, ce qui était déjà une erreur en soi. La responsabilité de ce PPAS outrancier, qui était un cadeau pour le privé, relève de la Ville de Bruxelles.
Le permis dont on parle a été délivré en 2019. La question est de savoir ce qu'il convient de faire aujourd'hui. Une analyse juridique doit bien sûr être réalisée. Cependant, je plaide pour que la Ville de Bruxelles, la Région et les administrations régionales respectent les perspectives demandées par le comité Notre-Dame-aux-Neiges et les associations depuis le début. Nous devons résoudre ce problème, soit dans le cadre du règlement régional d'urbanisme existant, soit dans le cadre de Good Living lorsqu'il sera approuvé. Mais, en l'état actuel des choses, le PPAS ne le permet pas, et une telle solution n'est d'ailleurs pas souhaitable. Nous ne pouvons quand même pas passer en force sur la base d'un stratagème. Écoutez donc le terrain, avec quinze ans de retard !
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Souvenez-vous qu'en 2005-2006, Ecolo était aussi dans une majorité communale.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- C'est Henri Simons qui, en 1999, a été le premier à réunir tous les acteurs autour de la table.
- L'incident est clos.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De grote verantwoordelijkheid voor dit vreselijke bijzonder bestemmingsplan ligt bij Brussel-Stad.
De belangrijkste vraag is hoe het nu verder moet. De stad en het gewest moeten in elk geval het uitzicht vrijwaren, zoals de verenigingen altijd gevraagd hebben. Dat moet geregeld worden binnen de huidige Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening of in het plan Good Living.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- In 2005-2006 zat Ecolo ook in Brussel-Stad in de meerderheid.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Henri Simons was degene die als eerste de partijen bijeengebracht heeft, in 1999.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Geoffroy Coomans de Brachène
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant la diminution des crédits budgétaires affectés à la politique du patrimoine.
Mondelinge vraag van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de verlaging van de begrotingskredieten voor het erfgoedbeleid.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Faisant suite à la discussion budgétaire que nous avons eue le 28 novembre dernier et conformément à notre accord, je me permets de revenir vers vous concernant votre politique du patrimoine.
Dans votre note d’orientation, vous mentionnez que 2023 sera l’année de publication de l’inventaire du patrimoine d’après-guerre pour la période 1989-1999, qui devrait conduire au classement d’un certain nombre d’immeubles. En outre, 2023 sera l’Année de l’Art nouveau, avec une série d’inaugurations et d’expositions sur ce thème.
Pour cette politique du patrimoine bruxellois, qui me tient particulièrement à cœur, je constate que les crédits d’engagement de programmes « 005 : Patrimoine » diminuent constamment depuis 2021 pour atteindre un montant total, en 2023, de 26,7 millions d'euros. Quant aux crédits de liquidation, s'ils augmentent bien de 1,5 million d'euros par rapport au budget initial de 2022, c’est uniquement en raison de la forte augmentation de l’allocation budgétaire « Aides à l'investissement aux entreprises publiques pour travaux de revalorisation et de rénovation réalisés dans le cadre d’une convention ».
Nous constatons donc que toutes les autres allocations de liquidation restent stables ou diminuent par rapport aux années précédentes. Dans la mesure où la plupart des allocations budgétaires de la mission 33 augmentent - souvent pour faire face à l’inflation, à l’indexation et à l’élévation générale du coût de la vie -, je suis particulièrement étonné de cette diminution des allocations du programme 005. En effet, les moyens dévolus au patrimoine sont déjà assez faibles à Bruxelles au regard des besoins et de l’arriéré gigantesque que nous héritons du passé, marqué par une destruction en règle de nombreux édifices remarquables.
Je souhaiterais que vous nous expliquiez les raisons de ce choix politique.
Est-ce le contexte budgétaire difficile et l’impérieuse nécessité de contribuer à l’effort budgétaire général, pour ne pas davantage augmenter le déficit abyssal de notre Région, qui explique que la politique du patrimoine bruxellois soit sacrifiée sur l’autel des diminutions budgétaires ?
Je constate que de nombreux crédits relatifs aux dépenses de fonctionnement ( Commission royale des monuments et des sites , études scientifiques ou techniques, etc.) et des subventions aux investissements, notamment pour la politique du petit patrimoine, restent stables alors que les coûts ont probablement augmenté également pour toutes ces politiques.
Dans ce contexte budgétaire difficile, ne se dirige-t-on pas vers une baisse des moyens alloués à la protection du patrimoine en Région bruxelloise ?
Dans le même temps, sachant que le secteur du patrimoine subit de plein fouet, lui aussi, l'explosion du coût des matériaux (36 % en deux ans), une telle baisse budgétaire ne rend-elle pas inopérante une politique patrimoniale au niveau régional ?
Enfin, s'agissant de l’Année de l'Art nouveau en 2023, pourriez-vous préciser les allocations budgétaires concernées par les expositions et inaugurations qui seront organisées dans ce cadre ?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- In uw oriëntatienota schreef u dat in 2023 de inventaris van het naoorlogse erfgoed voor de periode 1989-1999 gepubliceerd zal worden, wat moet uitmonden in de bescherming van een aantal gebouwen. 2023 wordt ook het jaar van de art nouveau.
De vastleggingskredieten voor "Programma 005: Erfgoed" zijn sinds 2021 almaar verminderd en bedragen voor 2023 nog maar 26,7 miljoen euro, hoewel de andere kredieten van opdracht 33 wel stijgen. Ook de vereffeningskredieten dalen of blijven in het beste geval stabiel, met uitzondering van de begrotingspost "investeringssteun aan overheidsbedrijven voor vernieuwingswerken uitgevoerd op basis van een overeenkomst."
De vermindering van de kredieten voor programma 005 verbaast me, want de middelen die het gewest aan erfgoed besteedt zijn al erg laag, zeker in het licht van de reusachtige achterstand die het gevolg is van de achteloze afbraak van waardevolle gebouwen in het verleden.
Hoewel de werkingskosten en materiaalkosten sterk, blijven de middelen voor werkingskosten en voor investeringssteun, met name aan klein erfgoed, op een gelijk niveau. Vanwaar die beleidskeuze? Wordt het erfgoedbeleid opgeofferd aan een besparingsbeleid dat het gewest voor een verdere financiële neergang moet behoeden? Dreigen er op die manier niet almaar minder middelen beschikbaar te zijn voor de bescherming van ons erfgoed?
Hoeveel geld trekt u uit voor Art Nouveau Brussels 2023?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- La politique du patrimoine n’est pas sacrifiée, mais impactée, comme toutes les autres, par la crise financière. Aujourd'hui et dans les années à venir, la Région sera obligée d'économiser. Il faut donc faire des choix.
Si des dossiers se révèlent urgents, nous pouvons en tenir compte dans le cadre des révisions budgétaires. J'imagine que vous êtes favorable à l’Année de l'Art nouveau souhaitée et lancée par le gouvernement. Nous avons prévu d'y consacrer 1,7 million d'euros supplémentaires dans le cadre du budget provisionné à la fin de l'année 2022. Ce montant n'aurait, autrement, pas été affecté au budget de l'urbanisme.
Le budget sera rendu disponible principalement par :
- les allocations de base 33.005.08.01.1211 et 33.002.15.04.4160, à savoir les subventions de fonctionnement à visit.brussels ;
- la subvention 33.002.34.04.3300 de fonctionnement aux associations privées ;
- les allocations de base 33.002.38.01.3132 et 33.002.27.02.4340 ;
- l’allocation de base 33.005.20.02.5111 liée à la convention avec Sibelga pour mettre en valeur plusieurs bâtiments Art nouveau dans notre Région.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Het erfgoedbeleid wordt niet opgeofferd, maar wel geraakt door de financiële crisis, die ons tot bezuinigen dwingt. Dat geldt jammer genoeg voor alle beleidsdomeinen.
Dringende noden kunnen we altijd opvangen via begrotingsaanpassingen. Zo hebben we 1,7 miljoen euro kunnen uittrekken voor Art Nouveau Brussels 2023, iets waar u ongetwijfeld blij mee bent. Die middelen zullen ten goede komen aan visit.brussels, aan allerlei privéorganisaties en aan Sibelga, dat de art-nouveaugebouwen in ons gewest mee laat schitteren.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Je suis toujours embêté quand on joue sur les mots. Vous dites que la politique du patrimoine « n'est pas sacrifiée, mais impactée ». Je vous ai donné des chiffres concrets et j'ai l'impression que vous me répondez de façon vague parce que vous êtes mal à l'aise. Les coûts des matériaux ont explosé de 36,02 % en deux ans. Ce ne sont pas mes chiffres, mais les chiffres officiels des experts.
(Remarques de Mme Pauthier)
Si pareille hausse ne se reflète pas dans le budget, cela signifie une diminution de 36 %. Donc, mathématiquement, nous pourrons réaliser nettement moins de choses.
Soyons de bon compte, tout n'a pas augmenté à ce point et nous pourrons organiser des expositions. Un budget de 1,7 million d'euros a été affecté à la mise en valeur de l'Art nouveau, et je vous en félicite. Cela me tient fort à cœur et je connais beaucoup de propriétaires de maisons Art nouveau qui se réjouiront d'une telle mise en valeur.
Toutefois, le patrimoine ne peut être une variable d'ajustement. Certains diront que ce n'est pas une priorité. Je l'entends, mais dès lors que tout augmente et que vous n'augmentez pas substantiellement vos budgets, cela représente une diminution nette de l'ordre de 30 %. C'est clairement plus qu'un impact.
- L'incident est clos.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- U speelt met woorden als u zegt dat het erfgoedbeleid niet opgeofferd wordt, maar wel geraakt. Als de bouwmaterialen 36% duurder worden en het uitgetrokken budget gelijk blijft, kunt u sowieso een pak minder zaken verwezenlijken. Erfgoed is niet zomaar een bijzaak waarmee men zijn andere rekeningen doet kloppen.
(Opmerkingen van mevrouw Pauthier)
Ik juich de 1,7 miljoen euro voor Art Nouveau Brussels 2023 toe, want dit gaat me na aan het hart.
- Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Isabelle Pauthier
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant la diminution des subsides aux associations au regard de l'organisation d'événements de prestige.
Mondelinge vraag van mevrouw Isabelle Pauthier
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de verlaging van de subsidies aan verenigingen in het licht van de organisatie van prestigieuze evenementen.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Le 28 novembre dernier, en réponse à ma question concernant les subsides destinés aux associations, vous annonciez qu'en raison des économies budgétaires prônées par le gouvernement, le budget global dédié aux appels à projets de sensibilisation ou d'émulation en matière d'architecture contemporaine et de patrimoine culturel allait nettement diminuer.
Par ailleurs, vous continuez à refuser d'appliquer l'ordonnance de 2008 relative au soutien pluriannuel aux ASBL actives en matière de promotion de l'environnement urbain. Je vous ai déjà fait part précédemment de l'incertitude et de la détresse que ce refus causait aux associations concernées.
Il est vrai qu'il existe des emplois de type agent contractuel subventionné au sein de certaines de ces associations. Néanmoins, il s'agit d'une mesure mise en place dans le cadre de la politique de remise à l'emploi qui ne dispense pas de l'application de l'ordonnance qui vise un soutien aux activités et aux missions de base des ASBL en question.
De plus, vous affirmez consulter ces associations dans le cadre des réformes mises en œuvre sous cette législature - dont Good Living et la réforme du Code bruxellois de l'aménagement du territoire - , reconnaissant ainsi leur légitimité dans le débat sur la ville.
Par ailleurs, vous avez annoncé des événements tels que le congrès de l'International Society of City and Regional Planners (Isocarp) 2022 et l'Urban Brussels Summit 2023, financés à hauteur de respectivement 600.000 et 2.000.000 euros. Lors des discussions budgétaires, vous vous réjouissiez de la venue de représentants de 350 villes et d'environ 1.000 personnes dans le cadre de l'Urban Brussels Summit. Vous affirmiez vouloir montrer l'expérience bruxelloise au monde et placer Bruxelles sur la carte internationale. À ce propos, il me semble que nous y sommes déjà !
Par conséquent, la priorité est donnée à des événements de prestige, au détriment de réflexions et débats impliquant nos concitoyens et portés par des associations bruxelloises.
Pourtant, sur le site d'Isocarp 2022, For Urban Passion (FUP) est présentée comme l'un des partenaires locaux participant à l'organisation du congrès. Sur la page d'accueil du site, figure en outre la phrase suivante : « That is why it is time to shift our mindset from the usual globalization discourse of competitive cities to collaborative cities and city-regions ». Eh bien, collaborons donc avec les acteurs de terrain !
La décision de réduire les subsides des ASBL bruxelloises qui réfléchissent sur la ville ne va-t-elle pas à l'encontre des revendications du congrès Isocarp ?
Les événements de prestige tels qu'Iscocarp ou l'Urban Brussels Summit permettent-ils d'organiser des débats ouverts au pluralisme et à une réflexion avec les habitants qui vivent les réalités de la Région au quotidien ?
Si les difficultés budgétaires réelles de notre Région motivent le refus de soutenir le travail de fonds des associations, comment expliquer l'ampleur des moyens consacrés aux événements cités ?
Quel est le rôle de FUP, partenaire annoncée d'Isocarp dans l'organisation du congrès ?
Les difficultés de financement auxquelles l'association fait face par ailleurs, et à propos desquelles je vous ai déjà interrogé, n'entravent-elles pas son engagement au sein de ce congrès ?
Comment les résultats du congrès seront-ils partagés avec les associations locales et les Bruxellois ?
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Op 28 november zei u dat de middelen voor projectoproepen die hedendaagse architectuur en cultuurerfgoed onder de aandacht moeten brengen, sterk zouden afnemen.
U blijft trouwens halsstarrig weigeren om de ordonnantie van 2008 over de subsidiëring van organisaties en projecten ter verbetering van het stadsmilieu toe te passen. Ik heb u al eerder gezegd dat dat bij de betrokken organisaties voor grote onrust zorgt.
Bij een aantal van die organisaties werken gesubsidieerde contractuelen, maar dat ontslaat u niet van de toepassing van de ordonnantie. U zegt trouwens dat u de organisaties raadpleegt, waarmee u erkent dat ze een waardevolle stem hebben in het debat over de stad.
Voor het congres van de International Society of City and Regional Planners (Isocarp) 2022 is 600.000 en voor de Urban Brussels Summit 2023 is 2 miljoen euro beschikbaar. Er gaat dus wel geld naar prestigieuze internationale evenementen, maar dat gebeurt ten koste van Brusselse organisaties.
Op de website van Isocarp 2022 wordt For Urban Passion voorgesteld als een van de lokale partners. Op de homepage staat dat steden elkaar niet moeten beconcurreren, maar dat ze moeten samenwerken. Laten we dan ook met lokale partners werken!
Gaat de beslissing om de subsidiëring van de Brusselse vzw's terug te schroeven niet in tegen de vragen van Isocarp? Is er plaats voor pluralisme en inspraak door bewoners tijdens prestigieuze evenementen zoals Isocarp of de Urban Brussels Summit? Hoe verklaart u dat er wel geld is voor die groots opgezette evenementen?
Welke rol speelt FUP in de organisatie van het congres? Bemoeilijken de financieringsmoeilijkheden van de organisatie haar medewerking aan het congres niet?
Hoe worden de resultaten van het congres gedeeld met lokale organisaties en de Brusselaar?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- La réponse à votre première question est non. Le congrès de l'International Society of City and Regional Planners (Isocarp) a été un événement dynamique. L'ensemble des participants, belges et internationaux, ont été satisfaits des débats, qui ont nourri les réflexions de tout un chacun.
Concernant votre deuxième question, je pense qu'il est tout à fait nécessaire d'accroître la connaissance de Bruxelles au niveau international. Le congrès de l'Isocarp y a d'ailleurs contribué, tout comme le fera le Brussels Urban Summit prévu en juin prochain. Dans le cadre de ce sommet, une soirée sera spécifiquement ouverte aux Bruxellois, et pas uniquement à la société civile. Un débat aura lieu avec Metropolis, Eurocities et Maires champions pour la croissance inclusive de l’ Organisation de coopération et de développement économiques.
N'oublions pas non plus que le Brussels Urban Summit inclut la participation de la société civile internationale. Pour la première fois dans l'histoire européenne et même mondiale, les organisations des villes co-organisent au même moment leur congrès, ce qui conduit à une synergie et à une réduction des voyages. En effet, l'événement avait autrefois lieu dans trois villes différentes, alors qu'aujourd'hui, tout est organisé dans une seule ville. Le Brussels Urban Summit a aussi pour objectif de créer une collaboration internationale. Il ne s'agit pas uniquement d'un événement de prestige, mais aussi d'un moment de réflexion.
Par ailleurs, si nous n'avions pas organisé le Brussels Urban Summit, cet argent n'aurait pas été attribué et aucun budget n'aurait été débloqué. Ces fonds ont été octroyés uniquement dans le but d'organiser le Brussels Urban Summit.
Enfin, le rôle de l'ASBL For Urban Passion (FUP) dans le congrès de l'Isocarp a été tout fait marginal et mineur, à l’échelle du rassemblement international. L’action de la FUP, qui a été soutenue par le ministre-président, témoigne de cette convergence d’intérêts entre une grande organisation mondiale et une association professionnelle belge. La FUP a pris l’initiative d’orienter sa programmation trimestrielle de l’automne 2022 en écho au congrès de l'Isocarp par la tenue d’un atelier préparatoire dont les résultats ont été présentés au congrès.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Het terugschroeven van de subsidies aan lokale organisaties druist niet in tegen de doelstellingen van Isocarp. Het congres van Isocarp was een dynamisch evenement. Alle deelnemers waren erg te spreken over de kwaliteit van de debatten.
Het is erg belangrijk om de internationale naamsbekendheid van Brussel te vergroten. Het Isocarp-congres heeft daar trouwens toe bijgedragen en de Brussels Urban Summit in juni zal dat ook doen. Er komt op dat moment een specifieke avond voor de Brusselaar. Er vindt een debat plaats met Metropolis, Eurocities en Champion Mayors for Inclusive Growth van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Aan de Brussels Urban Summit neemt ook de internationale burgermaatschappij deel. Voor het eerst in de geschiedenis organiseren stadsorganisaties hun congres op hetzelfde ogenblik en op dezelfde plaats, terwijl dat vroeger in drie verschillende steden gebeurde. De Brussels Urban Summit moet ook tot internationale samenwerking leiden. Als we hem niet hadden georganiseerd, was het geld ook niet naar andere dingen gegaan.
FUP speelde maar een kleine rol bij het Isocarp-congres. Het heeft zijn driemaandelijkse programmatie 2022 afgestemd op het congres en er de resultaten voorgesteld. Dit bewijst dat een wereldwijde organisatie en een professionele lokale vereniging wel degelijk gemeenschappelijke belangen kunnen hebben.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Je ne doute évidemment pas de l'intérêt de ces événements. La difficulté est que vous invoquez des contraintes budgétaires pour refuser l'application de l'ordonnance de 2008 relative au soutien au travail indépendant - c'est sans doute cet aspect qui dérange - et au long cours d'une poignée d'associations s'occupant de développement urbain. Or, il s'agit bien ici de choix budgétaires.
De plus, vous rabattez ces associations sur des avant-projets, tout en annonçant une réduction du montant des appels à projets. Résultat : les ASBL sont en difficulté et la Région ne remplit pas ses engagements en n'appliquant pas l'ordonnance pour ce qui concerne vos compétences. C'est pourtant le cas pour les autres ministres, notamment en matière de mobilité.
La théorie et les opérations de relations publiques dans les événements de prestige, c'est bien, mais le soutien à la réflexion sur la ville et son évolution toute l'année, c'est encore mieux ! Écouter les voix en provenance du terreau associatif bruxellois, qui contribue à la démocratisation des enjeux en matière d'aménagement de la ville en lien avec les habitants est une opportunité unique au monde. Il importe donc de la soutenir et de mieux la prendre en considération.
Nous avons abordé tout à l'heure le « magnifique » dossier de la Cité administrative de l'État. Si la Région avait écouté les associations en question dès 2006, nous pourrions sans doute jouir aujourd'hui d'un grand équipement dans le restaurant de cette Cité et disposer de logements accessibles, construits dans le respect des perspectives urbanistiques.
Nous passons donc à côté d'une ressource et nous demeurons dans une logique de confrontation et non de coopération, promue par la novlangue utilisée lors de tous ces sommets. Cette stratégie de confrontation ne vous est pas bénéfique non plus, ainsi qu'en témoignent, hélas, les résultats de l'enquête publique sur le règlement régional d'urbanisme.
- L'incident est clos.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Ik trek het belang van die evenementen niet in twijfel, maar u beroept zich op begrotingsproblemen om de ordonnantie uit 2008 niet toe te passen en daarmee van organisaties die zich met stadsontwikkeling bezighouden, te hypothekeren. Het gaat dus wel degelijk om budgettaire beleidskeuzes.
U beknot op voorontwerpen en kondigt tegelijkertijd aan dat er minder geld beschikbaar is voor projectoproepen, waardoor de organisaties in de problemen komen en het gewest zijn verbintenissen niet nakomt.
Het is allemaal mooi om aan public relations te doen tijdens prestigieuze evenementen, maar permanente steun aan middenveldorganisaties die nadenken over hoe de stad moet evolueren, is nog beter!
We hadden het eerder over het zogenaamd prachtige project voor het Rijksadministratief Centrum (RAC). Als het gewest sinds 2006 met de organisaties in kwestie had overlegd, zouden we vandaag over gemeenschappelijke voorzieningen in het voormalige RAC-restaurant en laagdrempelige huisvesting beschikken.
We laten een voedzame bron van inspiratie links liggen en blijven confrontatie boven samenwerking verkiezen.
- Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Françoise De Smedt
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant l'évolution du projet « The Quay ».
Mondelinge vraag van mevrouw Françoise De Smedt
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de ontwikkeling van het project "The Quay".
Mme Françoise De Smedt (PTB).- Le projet immobilier situé le long du canal à Anderlecht a fait couler beaucoup d’encre au début de l’année 2022. La demande de permis prévoyait un socle d’activités productives et commerciales, six immeubles, ainsi qu’un parking en sous-sol. Tant les habitants que le PTB dans l’opposition et le collège communal s'opposaient au projet mais la Région a émis un avis favorable sous conditions.
Le dossier a suivi son cours et le permis d’urbanisme du projet « adapté » par le promoteur a été délivré le 17 novembre. Or, il n’y a même pas eu une nouvelle enquête publique - que vous aviez pourtant annoncée au printemps de cette année.
Heureusement que le collectif AnderlechToit qui s’est créé autour du projet suit le dossier de très près et est proactif. Ces citoyens ont appris la nouvelle en interpellant à plusieurs reprises l’administration régionale compétente. Finalement, le nouveau projet immobilier aurait très peu changé et ne tiendrait pas compte des remarques des citoyens et de la commune. Il s’agit toujours de six immeubles comprenant un total de 87 logements et 160 kots étudiants, un parking en sous-sol avec 184 emplacements voiture et 11 emplacements moto. Les surfaces commerciales et productives restent identiques également.
Le collectif dénonce entre autres le caractère fermé du projet qui est entouré d'une clôture et qui n'est pas traversé par un sentier public pour piétons et cyclistes. Il est donc 100 % privé et aucun espace public ou vert ne sera créé. De plus, le projet s'adresse à la classe moyenne aisée. Or, il y a un grand besoin de logements sociaux. Sans compter le manque d'équipements publics, comme des crèches par exemple, qui font grandement défaut dans le quartier. Bref, il s'agit d'un projet mal pensé qui ne répond pas aux besoins du quartier.
Pour le PTB, la moindre des choses est de suspendre le permis et de relancer une enquête publique pour faire toute la transparence sur le dossier et permettre aux citoyens de s'exprimer afin que le projet réponde enfin aux besoins des habitants.
Comment pouvez-vous expliquer qu’une seconde enquête publique n’ait pas eu lieu malgré les promesses faites ? Comment expliquez-vous la délivrance du permis alors que le projet ne semble pas avoir évolué malgré les nombreuses contestations ? Avez-vous prévu de suspendre le permis accordé et d’organiser une nouvelle enquête publique ?
Mevrouw Françoise De Smedt (PTB).- Het vastgoedproject "The Quay" langs het kanaal in Anderlecht omvat volgens de vergunningsaanvraag zes gebouwen en een ondergrondse parkeergarage, met onder meer plaats voor productieve en commerciële activiteiten.
Net als de PTB, verzetten ook de omwonenden en de gemeente zich, maar het gewest gaf toch een positief advies onder voorwaarden. Op 17 november werd de vergunning afgeleverd voor het 'aangepaste' project, zonder een nieuw openbaar onderzoek.
Het erg actieve burgercollectief AnderlechToit heeft echter achterhaald dat er heel weinig veranderd is aan het project. Het gaat nog steeds om zes gebouwen, met 87 woningen en 160 studentenkoten en een ondergrondse parking met 184 plaatsen. Ook de commerciële en productieruimten blijven identiek.
Het collectief klaagt onder meer aan dat er op het privéterrein geen openbare doorgang komt voor voetgangers en fietsers. Er komt geen openbare of groene ruimte. Bovendien zijn er geen sociale woningen gepland en ook geen collectieve voorzieningen als crèches en dergelijke. Kortom, dit project is onvoldoende doordacht en beantwoordt niet aan de node van de buurt.
De PTB vraagt op zijn minst een opschorting van de vergunning en een nieuw openbaar onderzoek. Waarom is dat er nog niet gekomen? Waarom werd de vergunning toch afgeleverd al werd het oorspronkelijke project nauwelijks aangepast?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Dans son avis, la commission de concertation du 14 octobre 2021 a émis diverses conditions, dont :
- prévoir la piste cyclable piétonne dans une des premières phases du chantier ;
- clarifier les modalités des servitudes auprès de l’autorité délivrante ;
- envisager la possibilité d’ouvrir le site la journée au public ;
- supprimer au minimum un étage dans le bâtiment G.
À la mi-juillet 2022, le demandeur a introduit de nouveaux plans modifiés. Ces derniers répondent à l’avis - favorable sous conditions d’urban.brussels et de Bruxelles Environnement - de la commission de concertation du 14 octobre. Avec les dernières modifications, le projet prévoit un passage public et l’ouverture en journée du site. Je rencontrerai prochainement le comité, car il semble qu'il n'a pas bien compris ce qui se trouve dans le permis. Il y avait débat sur l'ouverture de nuit, pour des raisons de sécurité. Cela relève surtout de la commune d'Anderlecht.
La piste cyclopiétonne, à cheval sur le présent projet et le terrain de la STIB, permet de traverser l’îlot et de relier deux pistes cyclables d’importance régionale. Cette voirie sera reprise par Bruxelles Mobilité et sa réalisation fait partie de la charge d’urbanisme. Elle devra être bien éclairée et, si la commune le juge nécessaire, Bruxelles Mobilité y placera des caméras pour renforcer la sécurité.
Deux étages du bâtiment G ont été supprimés. Le nombre de logements a été réduit de 94 à 87 et celui de kots, de 178 à 160. De plus, le projet prévoit 23 logements conventionnés dans un bâtiment attribué à citydev.brussels. Le demandeur a donc tenu compte des remarques formulées dans l’avis et le projet a évolué positivement. Avant l’introduction des plans modifiés, des réunions ont d’ailleurs eu lieu entre les instances publiques, la commune, le demandeur et la Région afin de s’assurer que tout le monde était d’accord.
Le permis répond aux réclamations formulées lors de l’enquête publique. Dès lors que les modifications n'étaient pas substantielles et répondaient à l’avis de la commission de concertation, il n’était pas nécessaire de soumettre la demande à des mesures particulières de publicité. Aucune suspension ou nouvelle enquête publique n’est donc prévue.
Nous avons toujours entretenu le dialogue avec les riverains et le collectif AnderlechToit. Les réclamations essentielles ont été prises en compte dans la rédaction du permis.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- De overlegcommissie gaf op 14 oktober 2021 een positief advies met verschillende voorwaarden: aanleg van een strook voor voetgangers en fietsers; verduidelijking van de erfdienstbaarheden; overweging van de mogelijkheid om de site overdag open te stellen voor het publiek; verlaging van gebouw G met minstens één verdieping.
In juli 2022 diende de aanvrager de gewijzigde plannen in, die voldeden aan de genoemde voorwaarden. Het terrein wordt opengesteld overdag en er komt inderdaad een openbare doorgang voor fietsers en voetgangers, die beheerd zal worden door Brussel Mobiliteit. Ik zal het project binnenkort nog eens uitleggen aan het burgercomité, opdat het de vergunning tot in de finesses zou begrijpen.
Twee verdiepingen van gebouw G vallen weg, zodat er nog 87 (in plaats van 94) woningen en 160 (in plaats van 178) studentenkoten overblijven.
Om dit aangepaste plan voor te bereiden was er overleg tussen de overheidsinstanties, de gemeente, de aanvrager en het gewest. Aangezien de aanpassingen voldoen aan de vragen die voortkwamen uit het openbaar onderzoek, was er geen nieuw openbaar onderzoek nodig. Met de opmerkingen van de buurt en het collectief is wel degelijk rekening gehouden. Een schorsing van de vergunning is ook niet aan de orde.
Lors de la réunion prévue cette semaine avec le comité de riverains, je leur expliquerai les changements apportés aux plans. Je sais parfaitement qu'une partie d'entre eux ne veulent pas de constructions pour les classes moyennes. Mais Bruxelles a aussi besoin de contribuables. On ne peut s'opposer à la venue de la classe moyenne. Par conséquent, le permis est délivré et il ne sera pas suspendu. La législation a été respectée et le projet a bien évolué. J'espère pouvoir le faire entendre au comité cette semaine.
Mme Françoise De Smedt (PTB).- Le collectif interpelle tout de même sur plusieurs points. Je vous entends souvent dire : « Les gens n'ont pas compris, je vais leur expliquer. » Les riverains ont le droit de réclamer, et ils ont certainement des raisons de le faire.
Vous dites qu'une partie d'entre eux ne veulent pas de la classe moyenne à Bruxelles. Le problème n'est pas là. Le problème, c'est que la réponse apportée aux personnes qui vivent déjà à Bruxelles est insuffisante. Bien sûr que personne ne s'oppose à la venue de la classe moyenne à Bruxelles ! Quand on voit ce qui est produit globalement dans tous les grands projets, l'offre est suffisante pour accueillir la classe moyenne, mais pas assez pour répondre aux besoins des personnes qui habitent déjà à Bruxelles et qui sont, depuis longtemps, à la recherche de logements abordables.
Vous n'êtes pas sans savoir qu'il y a une profonde crise du logement dans notre Région. Quand je vois que le projet ne prévoit que 23 logements conventionnés, c'est fort peu par rapport à l'ensemble des besoins dans notre Région. En tenant de tels propos, vous inversez le problème.
- L'incident est clos.
Sommigen willen geen middenklassewoningen, maar Brussel heeft ook belastingbetalers nodig. De wetgeving werd nageleefd en de vergunning zal dus niet opgeschort worden.
Mevrouw Françoise De Smedt (PTB).- U zegt wel vaker dat de mensen het niet begrepen hebben, maar als ze klagen, is dat met recht en reden.
Niemand is er tegen dat de middenklasse in Brussel komt wonen, maar ondertussen gebeurt er te weinig voor wie nu al in Brussel woont en moeite heeft om een betaalbare woning te vinden. Dat het project maar 23 geconventioneerde woningen omvat, is dus veel te weinig.
- Het incident is gesloten.
Question orale de Mme Isabelle Pauthier
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant le carrousel des permis pour le projet de transformation de la Bourse.
Mondelinge vraag van mevrouw Isabelle Pauthier
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de vergunningencarrousel voor het renovatieproject van de Beurs.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Lors de votre réponse du 7 juillet 2022 à ma question concernant la transformation de la Bourse en centre d'expérience de la bière, vous indiquiez ne pas être disposé à arrêter le projet, car vous comptiez trouver une solution à tout problème juridique éventuel. Cela semble être chose faite, tout en ayant recours à des moyens qui peuvent être questionnés sur le plan démocratique.
Le 25 mai 2022, l’auditeur du Conseil d'État a rendu un avis qui concluait dans le même sens que les requérants sur l’atteinte au patrimoine. Le percement du socle du monument emblématique de la Bourse sur une hauteur de 3,5 mètres et 8 mètres de large, la démolition d'une partie des verrières, l'enlèvement du parquet qui a été vendu aux enchères, le surhaussement du bâtiment, avec la construction d'un auvent qui contrevient au règlement régional d'urbanisme, ainsi que la pose d’une extension en forme de gaufre géante sur le toit constituaient selon lui une violation de l’article 232 du Code bruxellois de l'aménagement du territoire . Ce dernier prévoit, je cite, que « nul ne peut démolir en tout ou en partie un édifice classé ». Les plaidoiries devaient avoir lieu au début du mois de novembre, mais, au dernier moment, la Région bruxelloise a retiré le permis. Elle en a ensuite délivré un nouveau, avec un contenu similaire, assorti de nouvelles motivations. Je déplore cette méthode.
Ce retrait fait écho à votre réponse formulée le 7 juillet dernier : vous tentez vraisemblablement de trouver des solutions aux problèmes juridiques éventuels. En réalité, le retrait du permis empêche tout simplement les procédures juridiques de s'exercer et réduit à néant le travail des associations et de l'auditeur du Conseil d'État. Les associations sont d'avis que le pouvoir exécutif fait ainsi un pied de nez au pouvoir judiciaire ainsi qu'à la participation citoyenne.
Rappelons que, lors de l'enquête publique, la pétition contre ce projet avait rassemblé 7.000 signatures.
Le Conseil d'État, dans d'autres dossiers, n'avait pas caché son agacement face à ces manœuvres : cette stratégie de retrait a été utilisée plusieurs fois par la Région bruxelloise, lorsqu'elle pressentait que les projets n'avaient pas de chance de survie face aux moyens juridiques développés par les requérants. Cela fut le cas lors de l'installation de Docks Bruxsel et du permis d'urbanisme de l'avenue du Port.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Op 7 juli 2022 ondervroeg ik u over de omvorming van de Beurs tot een belevingscentrum rond bier. U zei toen dat u alle juridische hinderpalen uit de weg zou ruimen en dat lijkt u ook te doen, maar niet altijd op een even democratische manier.
Op 25 mei 2022 concludeerde de auditeur van de Raad van State, net als de verenigingen die de zaak hadden aangespannen, dat het erfgoed door het project in het gedrang kwam. Zo wil men een luifel bouwen, wordt het parket verwijderd, wordt het gebouw verhoogd en komt er een gigantische wafel op het dak. Dat alles zou in strijd zijn met het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening.
De pleidooien waren in november gepland, maar het gewest trok snel de vergunning in, om daarna een nieuwe vergunning in te dienen, met dezelfde inhoud, maar een nieuwe motivering. Op die manier voelen de verenigingen zich niet gehoord. U belemmert in feite de normale rechtsgang. Ook de Raad van State verzet zich tegen die manier van werken, die het gewest al eerder toegepast heeft.
L'implémentation du projet de centre d'expérience de la bière est donc à nouveau contestée. Ce projet le fut en réalité dès ses origines. En effet, malgré les importantes sommes d'argent public qui y sont investies, ce projet de reconversion de la Bourse n'a jamais fait l'objet d'un débat public d'opportunité.
Dans une démocratie, le pouvoir exécutif ne peut s'exercer seul, ni tenter de saboter les autres pouvoirs. Cela d'autant que, même dans les cas où les procédures juridiques sont respectées, la démocratie est perdante. En effet, pour qu'un juge contrôle les débordements politiques, la société civile doit s'être saisie de l'affaire et la lui avoir rapportée. Or, il est tout bonnement impossible que la société civile soit derrière chaque dossier. Il faut veiller à ne pas faire reculer les droits citoyens en matière de participation dans les processus d'aménagement du territoire qui, au demeurant, ont déjà été réduits. En effet, au début de l'année 2015, le parlement fédéral avait modifié certains aspects du recours en annulation pour éviter que des recours paralysent l'action du gouvernement.
Les droits en matière de pétition pour le classement des biens, quant à eux, ont été sévèrement diminués par la réforme de 2009 du Code bruxellois de l'aménagement du territoire.
Comment conciliez-vous dès lors ce mode de fonctionnement – retrait du permis pour le redéposer alors qu'un recours est en cours – avec les droits édictés au niveau européen en matière d'accès à l'information et à la participation du public au processus décisionnel ?
Dans quelle mesure ce mode de fonctionnement respecte-t-il le droit à la participation des habitants aux processus d'aménagement du territoire et à son corollaire, l'obligation pour les pouvoirs publics de répondre aux remarques citoyennes émises ?
Quelle est, par ailleurs, l'évolution du budget consacré à ce projet de reconversion du bâtiment de la Bourse ?
Est-il exact que la part de financement de la Fédération Brasseurs belges est fixe et que ce sont les pouvoirs publics qui absorbent les dépassements de budget et la hausse des coûts des matériaux ?
Het belevingscentrum in de Beurs was van meet af aan gecontesteerd omdat er nooit een openbaar debat over gevoerd werd. In een democratie mag de uitvoerende macht niet alles op eigen houtje beslissen en de andere machten saboteren. Maar zelfs als de juridische procedures worden nageleefd, kan de democratie verliezende partij zijn. Een rechter kan alleen maar politieke beslissingen beoordelen als het middenveld signaleert dat er een probleem is, maar het middenveld kan onmogelijk alles in de gaten houden. Daarom moet de participatie van de burgers in procedures van ruimtelijke ordening gevrijwaard blijven.
Hoe verzoent u uw manier van werken (intrekken van vergunningen tijdens de beroepsprocedure, gevolgd door een nieuwe vergunning) met de rechten van de burgers op het vlak van toegang tot informatie en deelname aan het besluitvormingsproces?
Hoe zit het met het budget voor de functiewijziging van het Beursgebouw? Klopt het dat de bijdrage van de Federatie van Belgische Brouwers vastligt en dat de overheid in haar eentje opdraait voor de meerkosten?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- À l'époque où j'étudiais le droit, il était déjà prévu qu'un pouvoir décisionnel ou une administration puisse retirer une décision, tant que le tribunal ne s'est pas prononcé, et la remplacer par une nouvelle décision mieux motivée. C'est exactement ce que nous faisons ici. Il n'y a pas de changement au niveau des données, mais une meilleure motivation, ce qui est parfaitement légal et possible.
Cela ne pose pas de problème en matière d'accès à l'information et de participation du public, d'autant plus qu'un recours reste possible. Un contrôle judiciaire est d'ailleurs opéré.
Dans leur recours contre ce permis, Inter-Environnement Bruxelles et l' Atelier de recherche et d'action urbaines expriment leur désaccord sur le choix de la fonction du bâtiment par les autorités publiques régionales, celles de la Ville de la Bruxelles et le secteur privé des brasseurs. Je suis toutefois convaincu que les Bruxellois vont aimer ce projet magnifique, qui bluffera les visiteurs.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- J'ai eu l'occasion de visiter le chantier, et j'en suis ressorti catastrophé.
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Je suis convaincu que des nombreuses personnes aimeront le nouveau projet, en ce compris le futur passage et le musée. Il s'agit en fin de compte d'un choix politique, et les électeurs ont l'opportunité démocratique de ne pas voter pour ceux qui ont fait ce choix.
La nouvelle décision est prise sur la base du dossier initial, de la procédure d'instruction de la demande de permis d'urbanisme et de l'ensemble des remarques émises par le public. Elle est simplement mieux motivée que la précédente. S'agissant du budget, les subventions accordées préalablement pour le bien, pour un montant total de 5,6 millions d'euros, portent sur :
- les études stratigraphiques préalables sur les finitions intérieures ;
- les essais de nettoyage préalables à la restauration des façades ;
- la restauration de la Bourse dans le cadre du réaménagement complet ;
- les études préalables.
Pendant le chantier, certains travaux ont induit des compléments de subventions en raison de leur imprévisibilité, qui n’ont pas pu être quantifiés préalablement en raison de leur non-accessibilité, et ce pour un montant de 550.000 euros.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Zolang de rechtbank zich niet heeft uitgesproken, kan een administratie te allen tijde een beslissing intrekken en ze vervangen door een beter gemotiveerde beslissing. Dat is perfect legaal. Bovendien blijft een beroep tegen die nieuwe beslissing ook steeds mogelijk.
De verenigingen verzetten zich tegen de nieuwe bestemming voor het gebouw, maar ik blijf ervan overtuigd dat dit een inslaand succes zal zijn.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Na een bezoek aan de werf, betwijfel ik dat.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Het gaat uiteindelijk om een politieke beslissing en de kiezers kunnen hun ongenoegen uiten in het stemhokje.
De nieuwe vergunning houdt rekening met de opmerkingen van het publiek en is beter gemotiveerd.
De bij aanvang toegekende subsidies voor het project bedroegen 5,6 miljoen euro en dienden voor voorafgaande studies, voor de schoonmaak en voor de restauratie zelf van de Beurs. De onvoorziene bijkomende kosten bedragen tot nu tot 550.000 euro. Dat lijkt me, gezien de omvang van het project, een verhoging die te verantwoorden is. Het erfgoed zal er wel bij varen.
Cette demande de subvention a fait l’objet de questionnements complémentaires en vue de son adoption par le gouvernement à la mi-décembre 2022.
L’augmentation des subventions a atteint un montant avoisinant les 10 % supplémentaires au montant escompté initial. Compte tenu de l’ampleur du chantier, cette augmentation est acceptable et vise à finaliser les objectifs de mise en valeur patrimoniale liés à l'exécution du permis.
Urban.brussels assure un suivi régulier du chantier de la Bourse pour les aspects patrimoniaux, nous avons ainsi découvert des éléments que nous ignorions. Et par ailleurs, urban.brussels gère les subventions liées à ces restaurations. L’organisation d’une chambre budgétaire interne est systématiquement organisée pour les dépassements de subventions de 500.000 euros afin de discuter de la pertinence des subventions demandées au regard de la législation en vigueur.
Concernant votre dernière question, j'ai interpellé la Ville de Bruxelles qui m'a répondu que le budget de l'histoire de la culture de la bière belge est financé en partie par la Fédération des Brasseurs belges et en partie par la Ville de Bruxelles. La fédération a prévu 5 millions d'euros, il s'agit d'un marché de fournitures avec un montant défini sans révision de prix. Un dépassement de 15 %, à la suite d'une augmentation exceptionnelle, a été accordé par le budget de la Ville de Bruxelles.
Urban.brussels houdt de erfgoedkundige aspecten van de werf in de gaten en beheert ook de subsidies voor de restauraties. Het evalueert dus ook steeds of de bijkomende kosten, waarvoor de subsidies verhoogd worden, wel echt nodig zijn.
Het budget voor de tentoonstelling over de geschiedenis van de Belgische biercultuur wordt gefinancierd door de Federatie van Belgische Brouwers en de stad Brussel. Het aandeel van de brouwers ligt vast op 5 miljoen euro. Brussel-Stad heeft haar bijdrage vanwege een uitzonderlijke omstandigheid met 15% verhoogd.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Je pense qu'à l'arrivée, la Bourse sera rénovée grâce au levier du Fonds européen de développement régional, grâce très partiellement à des moyens privés et grâce à des moyens publics importants. Heureusement, le projet a évolué à la suite de la mobilisation et le centre d'expérience a pris de l'importance, alors qu'au départ ce projet avait une définition plus commerciale.
Nonobstant, je maintiens que cela aurait pu se faire sans violer les normes et l'article du Code bruxellois de l'aménagement du territoire qui interdit de démolir tout ou partie d'un monument classé. Je vous accorde que le percement de l'arrière du bâtiment peut faciliter l'entrée, mais à mon avis, on sous-estime ce que cela oblitère sur le plan du respect du patrimoine.
Bien heureusement, la Région ne se livre pas à des pratiques illégales sur le plan administratif. Il ne manquerait plus que cela ! Il n'empêche qu'on est toujours fondé à questionner le fait que l'exécutif passe sur le corps du judiciaire dans ce dossier. Vous ne m'avez pas convaincue.
- L'incident est clos.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Uiteindelijk zullen er toch wel heel wat openbare middelen in het project geïnvesteerd worden. Het project is gelukkig al heel wat minder commercieel geworden dan oorspronkelijk de bedoeling was.
Ik blijf er echter bij dat het in strijd is met het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, waarin staat dat een geklasseerd monument niet geheel of gedeeltelijk mag worden afgebroken. Ik ben ook niet overtuigd dat uw juridische aanpak helemaal koosjer is.
- Het incident is gesloten.
Demande d'explications de M. Geoffroy Coomans de Brachène
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant le projet de démolition-reconstruction des « 5 blocs » à Bruxelles.
Vraag om uitleg van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende het sloop- en wederopbouwproject van de '5 blokken' in Brussel.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- En juillet dernier, je vous interpellais au sujet du projet de démolition-reconstruction des « 5 blocs », au cœur de Bruxelles. Ces immeubles sont connus pour être insalubres, voire dangereux. La situation est devenue invivable pour les locataires et la rénovation est plus qu’urgente. N’ayant reçu que fort peu de réponses satisfaisantes à l’époque, je me permets de vous poser à nouveau mes questions.
Grâce au fonds Beliris, la Ville de Bruxelles et la Région bruxelloise disposent enfin des moyens nécessaires pour offrir aux habitants un nouveau projet. C'est une occasion de créer un nouveau cadre de vie, mais à la condition de respecter l’identité du quartier et de privilégier la qualité.
À l’origine, il était prévu de démolir ces immeubles insalubres et d’en reconstruire d’autres, mieux intégrés et comprenant des logements moyens, pour éviter la sensation de ghetto que nous connaissons actuellement. Malheureusement, malgré les engagements, le projet proposé par les autorités bruxelloises ne répond pas aux attentes des habitants du quartier, bien au contraire !
Plus de 50 % de l’espace public disparaîtra au profit du béton. L’ensemble des arbres situés sur le site seront abattus. À la place, trois nouveaux blocs seront construits à flanc de rue et avec une hauteur supérieure à celle des tours existantes, produisant un effet canyon dans les rues étroites ainsi créées. La qualité de vie sera sacrifiée au profit de la quantité, et la densité devrait passer de 23.000 m² à 43.000 m², une folie dans un quartier qui est déjà l’un des plus denses de Bruxelles. Cette inquiétude est d’ailleurs partagée par toutes les associations.
Enfin, si le besoin de logements sociaux n’est pas remis en cause, la mixité sociale, clé de réussite du projet, ne semble plus être une priorité des autorités publiques. Face à ces constats, il semble urgent de revoir le projet avec les habitants pour créer un nouveau cadre de vie moderne, plus vert et plus ouvert, qui donne la possibilité à chacun de s’épanouir. Si le nouveau projet devait voir le jour tel quel, la situation serait encore pire qu’aujourd’hui. Or Bruxelles mérite vraiment mieux que cela au 21e siècle !
Pouvez-vous me préciser où en sont les procédures de permis d’urbanisme et d’environnement relatives au projet des « 5 blocs » au cœur de Bruxelles ?
La suppression d’une partie substantielle de l'espace public dans un quartier déjà en déficit d’espaces verts n’est-elle pas en contradiction avec la volonté annoncée d’améliorer la qualité de vie dans le quartier ?
La densification et la concentration de nouveaux logements sociaux ne risquent-elles pas de mettre à mal la mixité du quartier, qui semblait pourtant être l’un des objectifs initiaux du projet de démolition-reconstruction ? N’y a-t-il pas là un risque supplémentaire de ghettoïsation alors que les projets mixtes ont prouvé leur efficacité, notamment en matière d’habitabilité et de réinsertion ?
Au regard du bâti avoisinant, quels critères pourraient justifier de construire encore plus haut que les immeubles actuels ? Cela ne risque-t-il pas de créer non seulement un précédent dommageable, mais aussi un motif supplémentaire de recours pour hauteur non conforme ?
Pourriez-vous préciser le nombre d’arbres qui seraient abattus ? Parmi ceux- ci, combien font l’objet d’une protection ? Quelles sont les garanties que ce quartier retrouve un jour les arbres ainsi abattus ?
Eu égard à l’impact environnemental de cette démolition-reconstruction, avez-vous étudié la possibilité de reconstruire ces immeubles à partir de bois, en ossature ou pour l’ensemble de la structure, comme cela se fait de plus en plus souvent pour les grands immeubles ? Quel serait l’impact financier d’un projet qui soit moins nuisible à l’environnement et au climat ?
Il y a quelques semaines, la Ville de Bruxelles annonçait en conseil communal que des discussions étaient en cours avec les autorités régionales quant à des corrections à apporter avant la délivrance imminente du permis. De quelles corrections s’agit-il ? N’aurait-il pas été opportun de revoir plus globalement ce projet contesté, qui fera certainement l’objet de recours ?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- In de zogenaamde '5 blokken' in Brussel is de situatie onhoudbaar geworden voor de huurders. Een renovatie is hoogdringend.
Dankzij Beliris beschikken stad en gewest nu over voldoende middelen om een nieuw project voor te stellen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de bestaande gebouwen af te breken en er nieuwe te bouwen, met ook middenklassewoningen, om het gettogevoel te doorbreken. Het nieuwe project voldoet echter niet aan de verwachtingen.
Ruim de helft van de openbare ruimte verdwijnt voor beton. De bomen op de site worden gekapt en in de plaats komen er drie nieuwe blokken, die hoger zijn dan de bestaande gebouwen en een canyoneffect zullen creëren. De dichtheid stijgt van 23.000 m² tot 43.000 m², wat gekkenwerk is in deze wijk, die al zo dichtbevolkt is. De sociale mix lijkt ook geen prioriteit.
Het project moet dus dringend herzien worden en opener en groener worden. Brussel verdient beter in de 21e eeuw!
Hoever staan de stedenbouwkundige procedures?
Is het niet tegenstrijdig dat een groot deel van de openbare ruimte moet verdwijnen in een wijk waar al zo weinig groen is?
Komt de sociale mix niet in het gedrang door de verdichting en de concentratie van sociale woningen? Zullen die de gettovorming niet alleen maar versterken?
Waarom worden de nieuwe gebouwen nog hoger dan de bestaande? Dat zou een betreurenswaardig precedent zijn, maar het biedt ook een extra motief voor beroepsprocedures.
Hoeveel bomen worden gekapt en hoeveel daarvan zijn beschermd? Komen er ooit nieuwe bomen in de wijk?
Hebt u overwogen om de nieuwe gebouwen geheel of gedeeltelijk in hout op te trekken, om de ecologische impact te beperken? Welke financiële impact zou dat hebben?
Onlangs werd in de gemeenteraad aangekondigd dat Brussel-Stad met het gewest overlegt over bepaalde aanpassingen voordat de vergunning wordt afgeleverd. Welke aanpassingen zijn dat? Was het niet beter geweest om het project helemaal te herbekijken?
Mme Marie Nagy (DéFI).- Tout d'abord, je voudrais préciser que personne ne remet en cause la nécessité d'avoir du logement social et de rénover les logements du site Rempart des moines.
Ceci dit, les 54 réclamants, qui se sont tous exprimés dans ce sens lors de la commission de concertation - un record pour ce quartier -, ont tous également mis en évidence trois problèmes majeurs. Tout d'abord, la densité de la construction. Il est incroyable de passer d'une surface plancher hors sol de 26.470 m2 à 43.000 m2, soit plus de 63 % de constructions dans un îlot qui passerait de 454 habitants par hectare (du moins avant que les habitants de trois tours ne soient relogés) à 584 habitants par hectare. La moyenne bruxelloise est de 72 et la moyenne du quartier est de 170, ce qui est déjà une densité importante.
Vient ensuite la question de la hauteur. Nous atteindrions 32 m, c'est-à-dire bien plus que les immeubles actuels, qui présentaient par ailleurs la caractéristique de dégager l'espace public, alors que, dans le nouveau projet, celui-ci sera totalement réduit, pour ne pas dire anéanti.
Soixante-sept arbres seront en outre abattus, dont des ormes remarquables inscrits sur la liste de sauvegarde. La Commission royale des monuments et des sites a rendu un avis négatif. À mes collègues Groen et Ecolo, je rappelle que ce projet entraînera la disparition de l'un des derniers îlots de fraîcheur de l'ouest du Pentagone, alors que nous sommes dans une zone très chaude. En pleine période de réflexion sur le climat, il est ahurissant d'en arriver à cette situation.
Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- Niemand betwist dat sociale woningen nodig zijn en dat de woningen aan de Papenvest dringend onder handen moeten worden genomen. Op de overlegcommissie over het project, die overigens een recordaantal belangstellenden op de been bracht, waren echter drie grote klachten te horen.
Ten eerste, de bevolkingsdichtheid. Die zou van 454 naar 584 inwoners per hectare gaan, waar het gemiddelde voor heel Brussel op 72 inwoners per hectare ligt, en in de rest van de wijk op 170. Ten tweede zouden de nieuwe gebouwen 32 meter hoog worden, veel hoger dan nu. Ten derde blijft er geen openbare ruimte over en worden er 67 bomen gekapt, waaronder een aantal opmerkelijke olmen van op de bewaarlijst van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Die heeft dan ook een negatief advies uitgebracht. Met het nieuwe project verdwijnt een van de laatste schaarse eilandjes die wat koelte brengen aan de westkant van de Vijfhoek.
Je ne parle pas de la réduction, voire de la disparition des trottoirs. Car le fait de construire en bordure de trottoir amènera la disparition des autres arbres, ceux annoncés comme devant rester, mais qui en réalité ne trouveront plus de place.
Quelle est votre approche en matière de densification ? Considérez-vous que les hauteurs demandées correspondent à une dérogation raisonnable du règlement régional d'urbanisme ? Quelle est l'approche d'urban.brussels concernant l’abattage des arbres et la disparition d'un îlot de fraîcheur au regard de la situation du centre-ville ?
Hoe staat u tegenover de geplande verdichting?
Vindt u het gerechtvaardigd om voor de bouwhoogte af te wijken van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening?
Wat vindt urban.brussels ervan dat de bomen verdwijnen?
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Le groupe Ecolo vient en effet à la rescousse, bien que je ne me sois jamais prononcée sur ce dossier. En effet, d'un point de vue constructif, les bâtiments existants sont des boîtes d'allumettes. Au départ, il ne paraissait donc pas absurde de reconfigurer le site. Mais, comment ?
En 2010 intervient la décision de démolir les tours de logement, ce qui implique le déménagement de 800 locataires et pose un premier problème social. En 2010 encore, dans le cadre du plan logement, la régie foncière de la Ville de Bruxelles annonce ce qu'elle appelle alors le projet de remembrement du site du Rempart des moines. On parle de 70 logements et quelque 70 places de parking. Avec le temps, force est de constater que nous sommes dans une opération de soufflet. En 2015, on passe d'un scénario Shust 1 à un scénario Shust 2, passant de 70 logements moyens et 280 logements sociaux à 140 logements moyens et 210 logements sociaux. Ainsi, les logements moyens progressent et les logements sociaux reculent.
Surtout, on ajoute un grand parking ! Avec le recul, on peut se demander quel est le sens de ce grand parking dans une ville que nous voulons apaisée. Je ne comprends pas pourquoi, dans ce projet, au lieu de partir des qualités de l'existant - c'est-à-dire le maintien des arbres et de la salle de sport -, on a choisi de faire table rase, entraînant une densification importante. On passera en effet de 25.000 à 40.000 m², avec la démolition de la salle de sport construite il y a moins de vingt ans, la création de 400 places de parking et la disparition des arbres. Je ne suis donc pas d'accord non plus !
Cela commence tout doucement à ressembler à de la mauvaise gestion, chose problématique dans le chef d'une société immobilière de service public. Cela commence aussi tout doucement à ressembler à de l'enlisement. Ce projet n'est pas conforme sur le plan urbanistique, un avis négatif a été remis par la Commission royale des monuments et des sites, et il fait disparaître un îlot de fraîcheur. Je ne comprends plus ! La vision défendue est périmée. Comment allez-vous gérer ce dossier ?
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De gebouwen die er nu staan, zijn luciferdoosjes: het leek dus geen slecht idee om de site aan te pakken. De vraag is alleen hoe je dat doet.
In 2010 werd besloten dat de woonblokken tegen de vlakte moeten, maar dat riep een sociaal probleem in het leven, want waar moesten de 800 huurders heen? In datzelfde jaar begon de grondregie van de stad Brussel de Papenvest anders in te richten. In eerste instantie was er sprake van 70 woningen en ongeveer evenveel parkeerplaatsen. Dat werden er steeds meer: eerst 70 middenklassewoningen en 280 sociale woningen, in 2015 waren dat al 140 middenklassewoningen en 210 sociale woningen. Daar kwam dan nog eens een grote parking bovenop, terwijl we streven naar een autoluwe stad...
In plaats van de goede bestaande elementen - de bomen, de sporthal, die er nog geen twintig jaar staat - te behouden, wordt tabula rasa gemaakt en drijft men de bevolkingsdichtheid fors op. Dat begrijp ik niet.
Dat begint op slecht beheer te lijken, en dat voor een openbare vastgoedmaatschappij! Er schort van alles aan het project: stedenbouwkundig rammelt het, de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen gaf een negatief advies en er verdwijnt een koelte-eiland.
Wat bent u van plan met dit dossier?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- La commission de concertation du 9 mars 2022 a émis un avis favorable, avec comme remarques principales :
- de revoir le rez-de-chaussée du bâtiment nord pour accueillir une activité ayant une relation plus forte avec les rues environnantes, avec un point focal clair et accessible à la pointe du bâtiment ;
- d'élargir les trottoirs de la rue Notre-Dame-du-Sommeil en y supprimant le stationnement, et d'envisager une compensation dans le parking en projet en prévoyant des places mutualisées avec le quartier ;
- d’implanter le coin Rempart des moines et Notre-Dame-du-Sommeil de l’îlot sud en respectant l'alignement prescrit, afin de mieux l'intégrer dans le tissu urbain.
Pour le volet de la demande relatif à l'urbanisme, à la fin du mois d'octobre 2022, un accusé de réception a été adressé au demandeur concernant un projet modifié incomplet. Des documents supplémentaires ont été requis afin que la procédure puisse se poursuivre. Le demandeur dispose de six mois à partir du 28 octobre 2022 pour compléter le dossier. Puisqu'il s'agit d'une demande de permis mixte, les procédures relatives aux aspects urbanistiques et environnementaux se déroulent simultanément.
Dans son projet, la Ville de Bruxelles souhaite transformer ce quartier où l'interaction entre les tours résidentielles et le niveau du sol est limitée en une zone où l'architecture est plus proche du sol. Ce changement typologique n'est pas en contradiction avec la volonté d'améliorer la qualité de vie du quartier. Il peut, au contraire, améliorer la cohésion sociale, si les bâtiments ont une relation forte avec l'espace public et si l'aménagement extérieur est enrichi de plantations. Une nouvelle place est en outre prévue au centre du projet.
Concernant la densification, le tassement est dû au fait que la superficie totale du projet de la Ville de Bruxelles est supérieure à celle de la situation actuelle. Par contre, le nombre d'entités résidentielles sur le site reste pratiquement inchangé. Les tours résidentielles existantes, composées principalement de petites entités résidentielles, cèdent la place à un large mélange de typologies, allant des studios aux appartements de quatre pièces.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- De overlegcommissie van 9 maart 2022 bracht een positief advies uit, zij het met enkele opmerkingen. Zo moet op de gelijkvloerse verdieping van het gebouw aan de noordkant een activiteit komen die een link heeft met de wijk. Ook moeten de parkeerplaatsen langs de Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat wijken voor bredere stoepen. In ruil daarvoor komen er in de parkeergarage gedeelde parkeerplaatsen voor de buurt. En de hoek van de Papenvest met de Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat moet beter worden geïntegreerd in het stadsweefsel.
Eind oktober 2022 bleek de vergunningsaanvraag onvolledig te zijn. De aanvrager heeft nu zes maanden de tijd om het dossier in orde te brengen. Dit is een gemengde vergunning, de stedenbouwkundige en milieuaspecten worden dus gelijktijdig onderzocht.
Nu is er weinig interactie tussen de blokken en het leven op straat. Met laagdrempeligere architectuur wil de stad Brussel daar verandering in brengen. In het midden komt trouwens een nieuw pleintje.
Wat de verdichting betreft, is de totale bebouwde oppervlakte in het plan van de stad Brussel inderdaad groter dan nu het geval is, maar het aantal wooneenheden blijft ongeveer gelijk. In plaats van de huidige kleine flatjes in de blokken komt er een heel scala aan woningen, van studio's tot vierkamerappartementen. Modern comfort, beantwoordend aan de woonnormen uit de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, staat centraal.
Le logement proposé sera également conforme aux exigences de confort contemporaines, et plus précisément aux normes d'habitabilité définies dans le règlement régional d'urbanisme (RRU).
Les logements prévus sont divisés en logements sociaux et moyens. En outre, diverses commodités et entreprises commerciales sont ajoutées pour fournir un plus grand mélange de programmes. Les fonctions publiques sont planifiées de cette manière pour activer l'espace public et lutter contre la ghettoïsation.
La hauteur des bâtiments sera définie en vertu de l'article 8 du titre I du RRU. Comme cadre de référence, la Ville de Bruxelles a imaginé un périmètre imaginaire incluant les terrains adjacents. La hauteur des bâtiments y est très variable, allant de petits volumes à de grandes infrastructures aux élévations localisées comme les lotissements de sept étages. On peut dire que seul le bâtiment nord présente un volume de construction nettement supérieur.
Le projet ne crée pas de précédent, dans la mesure où la hauteur moyenne des tours résidentielles existantes est supérieure à la hauteur moyenne des bâtiments aux alentours. En comparaison, la hauteur des tours résidentielles existantes constitue plutôt une anomalie par rapport au projet proposé. En effet, le nouveau quartier prévoit des volumes dont les profils des bâtiments sont plus cohérents avec le tissu environnant. La continuité formelle du tissu urbain existant est maintenue, avec une élévation locale - le bâtiment nord - considérée comme opportune par la Ville de Bruxelles en tant que point de repère dans le tissu urbain. Dans cette optique, l'écart généré par le bâtiment nord par rapport à l'article 8 du titre I du RRU peut être considéré comme légitime et acceptable.
Le projet prévoit l'abattage de 67 arbres. Cependant, 31 arbres resteront intacts et 174 nouveaux seront plantés, principalement des espèces indigènes, fleuries et mellifères, afin de promouvoir la biodiversité dans la Région. L'aménagement paysager extérieur figure dans le dossier et la Ville de Bruxelles doit donc procéder à cette plantation d'arbres. Le nombre final d'arbres ne peut pas non plus changer selon d'éventuelles modifications du projet, car il a été défini au préalable et fait partie intégrante du dossier.
Er komen zowel sociale woningen als woningen voor de middenklasse, en er wordt ook gewaakt over een goede mix van functies. Daarom worden er ook dienstverleners en commerciële bedrijven aangetrokken, wat de gettovorming zal tegengaan.
Voor de bouwhoogte wordt gekeken naar de gemiddelde hoogte van de gebouwen in de omgeving, conform titel 1, artikel 8 van de GSV. Die gemiddelde hoogte varieert op die plek sterk, van laagbouw tot constructies met zeven verdiepingen. In feite torent alleen het meest noordelijke gebouw hier echt bovenuit. De stad Brussel ziet dat als een landmark, een herkenningspunt voor de omgeving. De rest van de nieuwe gebouwen daarentegen zal zich net beter inpassen in het stadsweefsel dan de huidige woonblokken, die in feite een anomalie vormen binnen de omgeving.
Er zullen 67 bomen geveld worden, maar 31 andere blijven staan en er komen er 174 nieuwe bij. Er wordt vooral gekozen voor inheemse, bijvriendelijke soorten met veel bloemen, wat de biodiversiteit moet verhogen. Deze aantallen zijn bindend, ook als er aanpassingen aan de rest van het project zouden gebeuren.
Le projet ne prévoit pas de structure en bois et/ou d'éléments structurels importants. Aucune réglementation n'est actuellement en place à cet égard.
Mes services attendent l’introduction de nouveaux plans modifiés par la Ville de Bruxelles. Je ne suis pas encore en mesure d'émettre des commentaires sur le projet que la Ville s'apprête à modifier, avant l’introduction de ces nouveaux plans.
Nous analyserons ces plans modifiés, sur la base du règlement régional d'urbanisme existant.
In dit project is geen sprake van hout(skelet)bouw.
Ik wacht nu op de aangepaste plannen van de stad Brussel alvorens me verder uit te spreken over het project. Dan zullen we nagaan of alles strookt met de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Je pourrais le voir de façon très cynique. Vous habitez à côté, ainsi que Mme Nagy et le premier échevin de la Ville de Bruxelles. Vous allez probablement aboutir à un dossier bancal avant la fin de la législature et j'en payerai les pots cassés, avec tous les habitants furieux qui ne demanderont qu'à remplacer les personnes au pouvoir. Mais je ne suis pas comme cela. Je suis amoureux de ma ville et je suis consterné face à cette situation. Je trouve cela inacceptable.
En 2010, je représentais l'opposition au sein du Foyer bruxellois car c'est bien lui et non la Ville de Bruxelles qui a introduit le permis. Et c'est moi-même, à l'époque, qui ai dû m'opposer à ce projet catastrophique en menaçant de le dénoncer. Celui-ci proposait de garder le bâti actuel. Or, ce bâti ne peut être maintenu, il est dans un état déplorable qui ne répond plus du tout aux conditions d'habitabilité : les tailles sont trop petites ! Il faut malheureusement passer par sa démolition et sa reconstruction.
Quant aux arbres, vous parliez de l'obligation d'en replanter sur le site de la Cité administrative de l’État, mais j'entends déjà que l'on va diminuer leur nombre par deux. J'ai donc de grandes craintes. Alors, s'il vous plaît, revoyez radicalement ce projet, car il est encore temps de l'améliorer. Je ne veux pas que l'on se retrouve demain dans la même situation que celle de la Cité administrative de l'État, à tout démolir et qu'à mi-chemin, un recours fasse à nouveau perdre dix ou quinze ans en procédures juridiques. J'espère que nous pourrons aboutir à une conclusion qui soit acceptable pour chacun.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- U drijft iets koppig door, maar de buurtbewoners, nu en tijdens de volgende legislaturen, zullen de scherven mogen lijmen. Maar ik wil niet cynisch klinken, daarvoor is deze stad me te dierbaar.
In 2010 zat ik als oppositielid in het bestuur van wat toen nog de Brusselse Haard heette. Die hebben toen de aanvraag ingediend. Ik kon toen niets anders dan me verzetten tegen het plan dat erin bestond de blokken te behouden. De blokken zijn uitgeleefd en beantwoorden op geen enkele manier aan de hedendaagse woonnormen. Helaas was afbreken en heropbouwen dus de enige optie.
U zei dat de gekapte bomen gecompenseerd zouden worden door nieuwe exemplaren op de site van het Rijksadministratief Centrum, maar daar komt al maar de helft meer van de bomen waarvan sprake was. Ik vrees dus het ergste.
Herbekijk dit hele project alstublieft grondig, het is nog niet te laat. Ik wil een situatie vermijden zoals bij het Rijksadministratief Centrum, waar eerst alles werd platgegooid en vervolgens beroep werd aangetekend, waardoor de boel tien of vijftien jaar verzandt in juridische procedures..
Mme Marie Nagy (DéFI).- L'augmentation de la densité telle que prévue pose problème, eu égard aux politiques annoncées dans le plan régional de développement durable et l'accord de majorité. Alors qu'on déclare vouloir dédensifier et aider les quartiers centraux à jouir de davantage d'espace, la densité annoncée ici, à savoir un rapport plancher/sol de 3,04, est largement supérieure aux recommandations formulées pour ce type de zone.
Par ailleurs, il est prévu d'abattre des arbres dont certains ont 40, 50, voire 60 ans. Or recréer de la biodiversité ensuite prendra du temps. Il est annoncé que 31 arbres seront maintenus, mais c'est impossible, car les trottoirs et les arbres devraient trouver place sur un espace de deux mètres ! J'espère qu'urban.brussels a étudié les plans. Certes, 174 arbres seront replantés, mais il ne s'agira que d'arbustes et d'arbres de petit gabarit, par manque de place.
Je vous invite donc à solliciter urban.brussels afin qu'elle prenne position pour que les objectifs régionaux soient atteints.
Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- De verdichting is problematisch. Volgens het regeerakkoord wil de meerderheid net de andere kant uit en wil ze meer ruimte creëren in de centrale wijken. Bovendien zullen er bomen verdwijnen, en de nieuwe bomen die aangeplant worden, zullen maar kleine boompjes zijn, bij gebrek aan plaats. Het zal tijd kosten om de verloren biodiversiteit te herstellen.
U moet urban.brussels aansporen om de gewestelijke doelstellingen ter zake te verdedigen.
Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- J'ai toujours pensé que le bâtiment de citydev.brussels situé à côté de ces immeubles était d'un gabarit relativement raisonnable et qu'il aurait même été possible de construire plus haut du côté du site Rempart des moines.
La démolition-reconstruction est bien entendu incontournable. Des plans modifiés sont attendus pour avril 2023, qui seront analysés en regard du RRU. J'espère que, cette fois, le Foyer bruxellois entendra qu'il faut réduire la densité et les gabarits de ce projet, ainsi que du parking attenant, sous peine de se heurter à un avis négatif du Conseil d’État.
La lucidité est de mise dans ce projet, qui patine depuis 2010.
- L'incident est clos.
Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Afbraak en heropbouw is onvermijdelijk. De aangepaste plannen worden verwacht tegen april 2023 en ik hoop dat de dichtheid en de omvang van het project naar onder bijgesteld zullen worden. Anders is de kans groot op een negatief advies van de Raad van State.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Geoffroy Coomans de Brachène
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant le rejet du classement de l'immeuble au coin des rues du Marais et des Sables.
Mondelinge vraag van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de afwijzing van de bescherming van het gebouw op de hoek van de Broekstraat en de Zandstraat.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Au sein de cette commission, j’ai à cœur de défendre les beaux édifices situés au coin des rues du Marais et des Sables, face au lieu symbolique où est annuellement planté le Meyboom depuis plus de 700 ans.
Ainsi, j’ai déjà pu vous faire part de mes craintes et de celles de nombreux Bruxellois inquiets, voire scandalisés, quant au projet de nouveau campus de la Hogeschool-Universiteit Brussel. Ce projet était, certes, louable, mais il ne pouvait pas se faire au détriment de la protection de notre patrimoine architectural.
Pour rappel, malgré l’opposition de la Ville de Bruxelles notamment, votre administration a accepté la démolition de ces immeubles, dont un est l'œuvre de l’architecte Paul Saintenoy. Début 2017, la Ville de Bruxelles a même déposé un recours pour en empêcher la démolition. Une pétition a également récolté plusieurs milliers de signatures dans le but de sensibiliser votre administration et de trouver une alternative.
Le 16 septembre 2021, sans doute face à la pression importante des citoyens et aux actions en justice, vous avez finalement annoncé que ces bâtiments seraient sauvegardés. Pourtant, nous venons d’apprendre que le gouvernement bruxellois aurait refusé d’entamer la procédure de classement. Les justifications avancées sont incompréhensibles, pour l’ Atelier de recherche et d'action urbaines comme pour moi-même. D’un côté, vous annoncez la sauvegarde des bâtiments pour des raisons patrimoniales et, de l’autre, vous n’utilisez pas les instruments juridiques disponibles à cet effet. Actuellement, rien ne garantit que Belfius Insurance gardera l’intégrité du coin des rues du Marais et des Sables. Nous avons pu le constater dans le dossier de la Katholieke Universiteit Leuven .
Par ailleurs, les longues années d’abandon et d'inoccupation ont eu de lourdes conséquences sur ces édifices, et les pouvoirs publics portent une immense responsabilité à cet égard.
Quel est aujourd’hui l’état, tant interne qu’externe, des édifices des rues du Marais et des Sables ?
Pourriez-vous expliquer les démarches entreprises par votre cabinet et/ou votre administration pour garantir la sauvegarde de ces bâtiments ?
Des engagements ont-ils été pris par Belfius Insurance, étant donné votre refus de classement ? Si oui, avec quelles garanties ?
Quelles initiatives la Région a-t-elle prises afin d’éviter qu’à l’avenir, de tels édifices puissent encore être laissés vides et abandonnés pendant plus de dix ans ?
Comment est-il possible d'encourager l’occupation temporaire sans entraver une possible reconversion future ? Pourquoi cela n’a-t-il pas été fait dans le cas présent ?
Où en sont les démarches visant à réhabiliter les lieux ? Où en est l’obtention d’un nouveau permis ? Qu'en est-il des affectations qui devaient être données à ces édifices ?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- De mooie gebouwen op de hoek van de Broekstraat en de Zandstraat, tegenover de symbolische plek waar jaarlijks de Meyboom wordt geplant, worden met afbraak bedreigd. Er zijn plannen om daar een nieuwbouw voor hogeschool Odisee op te trekken.
De stad Brussel tekende in 2017 beroep aan tegen die afbraak en ook vele burgers verzetten zich ertegen. Op 16 september 2021 trok u uw eerdere instemming met de afbraak in en liet u weten dat dit waardevolle erfgoed beschermd zou worden. Nu blijkt dat u de daad niet bij het woord voegt, want u zou geweigerd hebben de beschermingsprocedure op te starten.
De gebouwen hebben jarenlang leeggestaan. In welke staat bevinden ze zich aan binnen- en buitenkant? Wat hebt u al ondernomen om het behoud te waarborgen?
Welke garanties gaf Belfius Insurance dat de onderneming het hoekgebouw intact zal laten? Uit een studie van de KU Leuven blijkt dat waakzaamheid geboden is.
Welke maatregelen zijn er genomen om te beletten dat zulke gebouwen in de toekomst langer dan tien jaar leegstaan? Hoe kan een tijdelijke ingebruikname aangemoedigd worden zonder een latere transformatie te verhinderen? Waarom is dat nu niet gebeurd?
Hoever staan de plannen voor de renovatie? Is er al een nieuwe vergunning in het vooruitzicht? Wat voor bestemmingen kunnen de gebouwen krijgen?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Je tiens à compléter l'historique de M. Coomans de Brachène, qui omet certains éléments. Cette question a effectivement abouti en justice, mais le Conseil d'État a validé le permis, qui est dès lors exécutable. La KUL a obtenu un permis pour démolir ce bâtiment et dispose de tous les droits juridiques pour faire aboutir le projet. Je souhaitais néanmoins tenter de parvenir à une solution.
Grâce à une excellente collaboration de mes services avec la KUL et Belfius Insurance, nous avons pu sauvegarder les deux bâtiments en septembre 2021. Sans mon intervention, ils auraient été détruits.
Une réunion de projet a eu lieu le 8 juin 2022 concernant les bâtiments situés au 33 rue des Sables et sur la rue du Marais. La demande porte sur la transformation des locaux en une résidence pour étudiants de 230 chambres. L'objectif est de préserver les bâtiments, moyennant des interventions pour les transformer en un ensemble qualitatif et utilisable. L'une des conclusions de cette réunion a été d'attendre la décision du gouvernement bruxellois sur le classement ou non de la propriété. La décision de ne pas engager la procédure de classement a été prise le 10 novembre 2022, car les valeurs patrimoniales ne sont pas suffisantes pour un classement. Le bien présente toutefois un intérêt patrimonial. Il est inscrit à l’inventaire et il sera préservé.
Nous attendons que le promoteur effectue les ajustements du projet. Lors de la réception de ces modifications, soit une nouvelle réunion de projet sera organisée, soit la demande de permis sera directement déposée. Nous veillerons bien entendu à la sauvegarde des bâtiments.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Wat de heer Coomans de Brachène er niet bij gezegd heeft, is dat de Raad van State de afbraakvergunning van de KU Leuven/Odisee gevalideerd heeft, zodat die uitvoerbaar is. Niettemin wilde ik een andere oplossing vinden.
Dankzij mijn tussenkomst in september 2021 zijn de twee gebouwen gered, door een uitstekende samenwerking met de KU Leuven en met Belfius Insurance.
Op 8 juni 2022 vond een vergadering plaats over de transformatie van de gebouwen aan de Zandstraat 33 en in de Broekstraat tot een studentenresidentie met 230 kamers. Er werd beslist te wachten op de beslissing over een eventuele bescherming van de gebouwen. De regering besliste op 10 november 2022 om geen beschermingsprocedure op te starten, maar het gebouw heeft wel een zekere erfgoedwaarde en zal behouden blijven dankzij opname in de erfgoedinventaris.
We wachten nu op de aangepaste plannen van de projectontwikkelaar.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Il faudra faire une confiance aveugle au nouveau propriétaire. Je ne dis pas que je n'ai pas confiance en Belfius Insurance, mais les garanties que nous avons actuellement, pour le maintien des façades et des éléments intérieurs et extérieurs, sont proches de zéro.
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Quid du permis ?
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Vous venez de nous dire le contraire, à savoir que le Conseil d’État avait précédemment validé un permis de tout démolir.
J'ai surtout l'impression qu'il s'agit d'un immense gâchis. Lorsque j'étais échevin, j'ai même proposé un échange financier (swap). Je ne souhaitais évidemment pas bloquer une école flamande, car je trouvais utile de l'avoir dans le quartier. Pourtant, l'immeuble situé en face n'a pas été pris en considération, alors qu'il était plus grand.
Nous nous retrouvons des années plus tard avec l'impression d'avoir perdu du temps, de l'énergie et de l'argent. Tout le monde y a perdu dans ce dossier. J'espère qu'à terme chacun fera une analyse pour que l'on ne rate plus de telles occasions.
Vous avez pu trouver une autre solution avec le Passage 44. Cela permettra peut-être de donner une nouvelle vie à ce lieu. J'en suis très heureux, mais je déplore le temps perdu. Je vous demandais simplement une garantie : pouvions-nous l'obtenir, savoir quel est l'état des édifices, etc. Nous avons aujourd'hui l'impression d'être dans les limbes.
- L'incident est clos.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- We moeten dus maar blindelings vertrouwen op de nieuwe eigenaar. Er is geen enkele garantie voor het behoud van de gevels en de binnen- en buitenelementen.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- En de vergunning dan?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- U zei net dat de afbraakvergunning gevalideerd is. De oplossing die u met Passage 44 hebt gevonden, is mooi, maar we hebben veel tijd, energie en geld verloren. Ik vroeg enkel om een garantie en ik wilde de staat van de gebouwen kennen. Nu blijft alles onduidelijk.
- Het incident is gesloten.
Question orale de M. Geoffroy Coomans de Brachène
à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Urbanisme et du Patrimoine, des Relations européennes et internationales, du Commerce extérieur et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,
concernant la passerelle Luxembourg-Schuman.
Mondelinge vraag van de heer Geoffroy Coomans de Brachène
aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
betreffende de voetgangers- en fietsersbrug Luxemburg-Schuman.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- La pratique du vélo attire de plus en plus de Bruxellois.
Le 30 octobre 2019, j’avais déjà pu vous interpeller au sujet du projet de passerelle Luxembourg-Schuman. Un groupe de travail « Liaison Luxembourg-Schuman », en partenariat avec le Commissariat à l'Europe et aux organisations internationales, avait vu le jour afin de poursuivre les réflexions émises par le Parlement européen pour améliorer la connexion cyclopiétonne dans le quartier, ainsi que l’intérêt de la Région de promouvoir davantage une mobilité douce entre les deux principaux pôles des institutions européennes - la place du Luxembourg et le rond-point Robert Schuman -, l'objectif étant de créer une passerelle longue de 600 mètres sur la voie de chemin de fer.
Vous aviez répondu que le Parlement européen, la Région bruxelloise et Infrabel avaient signé un accord de coopération en vue de la construction d’une liaison piétonne et cyclable.
Fin décembre 2022, vous avez annoncé une étude de conception relative à une passerelle pour piétons et cyclistes au-dessus de la voie ferrée entre le Parlement européen et le rond-point Schuman.
Qu’en est-il de la convention signée le 7 mai 2019 quant à la réalisation d’une étude de conception et de faisabilité architecturale pour la construction de la voie cyclopiétonne ?
Vous aviez répondu que le coût de l’étude serait à charge du Parlement européen. Pour autant, vous annonciez qu’une étude de conception serait faite par la Région. Pouvez-vous en dire davantage sur ce choix ? Quel est le coût de cette étude de conception ? Le budget lié à cette étude a-t-il bien été validé ?
Disposez-vous d’une estimation du coût pour la réalisation de cette voie cyclopiétonne ? Confirmez-vous que la Région et Infrabel n’auront pas à contribuer financièrement à la réalisation de cet ouvrage ?
Pouvez-vous expliciter les prochaines étapes dans les mois à venir ? Disposez-vous d’une estimation de la date pour la finalisation d’un tel projet ?
D’autres voies cyclopiétonnes sont-elles actuellement à l’étude à Bruxelles sur des terrains appartenant à Infrabel ? Si oui, pourriez-vous en dire davantage sur les avancées respectives de ces projets ?
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- In 2019 werd in partnerschap met het Commissariaat voor Europa en de Internationale Organisaties een werkgroep opgericht voor de aanleg van een 600 meter lange voetgangers- en fietsersbrug langs de spoorlijn tussen het Luxemburg- en het Schumanplein. Dat plan sloot aan bij de wens van zowel het Europees Parlement als het Brussels Gewest om voetgangers en fietsers meer ruimte te geven in de Europese wijk.
U verklaarde destijds dat het Europees Parlement, het Brussels Gewest en Infrabel een samenwerkingsakkoord hadden ondertekend. Eind december 2022 kondigde u aan dat het gewest een ontwerpstudie voor zo'n brug zou laten uitvoeren.
Wat dan met de overeenkomst die al op 7 mei 2019 gesloten was over een door het Europees Parlement te financieren ontwerp- en haalbaarheidsstudie voor die brug?
Vanwaar uw keuze om het gewest zo'n studie te laten uitvoeren? Hoeveel zal die kosten?
Beschikt u over een raming van de kostprijs van die brug? Kunt u bevestigen dat het gewest en Infrabel daar niet voor zullen moeten instaan?
Welke stappen worden de komende maanden gezet? Wanneer zou de brug worden opgeleverd?
Wordt er nagedacht over andere voetgangers- en fietsersbruggen op gronden van Infrabel? Zo ja, hoever staan die plannen?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Toujours d’application, la convention concernant le développement d’une voie cyclo-piétonne le long de la voie ferrée entre les gares Luxembourg et Schuman, signée le 7 mai 2019, sert de cadre à la réalisation éventuelle du projet. Elle prévoit la prise en charge des coûts de réalisation de l’étude de conception et de faisabilité architecturale par le Parlement européen.
Cette étude finalisée a été transmise à la Région qui, comme convenu, prend en charge la suite des études, les demandes de permis et la réalisation des travaux, et peut céder la maîtrise d’ouvrage à une autre autorité publique.
En décembre 2022, le gouvernement bruxellois a chargé Beliris d'une étude portant sur la faisabilité technique et financière d'un projet d'aménagement d’une passerelle cyclo-piétonne reliant la rue Belliard et la place Schuman, pour pouvoir ensuite prendre des décisions de suivi. Ce projet s'inscrit en effet parfaitement dans le cadre de Beliris qui implique la promotion du rôle international de Bruxelles.
Une première estimation du coût de réalisation de cette voie cyclo-piétonne a été faite dans le cadre de l’étude menée par le Parlement européen. Cette étude développe trois scénarios dont l’estimation financière se situe dans une fourchette de onze à vingt millions d'euros. L'étude datant déjà de 2021, ces montants devront être revus à la hausse.
En collaboration avec la Région bruxelloise et les instances européennes, Beliris élaborera un projet sur lequel s'appuieront les gouvernements fédéral et bruxellois pour décider des modalités de réalisation et du financement par les niveaux régional, fédéral et/ou européen.
Dès que les négociations dans le cadre de l'avenant 15 seront clôturées, Beliris lancera l’étude de projet, conformément à ce qui a été prévu par le gouvernement en décembre 2022. Il est prématuré d'avancer une date précise quant aux décisions qui seront ensuite prises.
Je souligne que ce projet résulte d'une demande expresse du Parlement européen et de la Commission européenne, à laquelle le gouvernement bruxellois a décidé de répondre a priori favorablement. Toutefois, la décision finale ne sera prise que lorsque les tenants et aboutissants, en ce inclus les coûts de l'opération, seront connus.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- De overeenkomst van 7 mei 2019 blijft het kader voor de eventuele realisatie van zo'n brug en legt inderdaad de kosten voor de ontwerp- en haalbaarheidsstudie bij het Europees Parlement. Ik onderstreep graag dat het Europees Parlement en de Europese Commissie op zo'n project hebben aangedrongen.
De studie werd in 2021 afgerond. Het gewest neemt zoals afgesproken de vervolgstudies, de vergunningsaanvragen en de uitvoering van de werkzaamheden op zich.
In december 2022 droeg de regering Beliris op een studie uit te voeren over de technische en financiële haalbaarheid van een voetgangers- en fietsersbrug tussen het Schumanplein en de Belliardstraat. De federale en de Brusselse regering zullen daarna over de uitvoering en de financiering (door het gewest, de federale staat en/of de Europese Unie) van de werkzaamheden beslissen. Het is te vroeg om te zeggen wanneer dat precies zal gebeuren.
De studie raamt de kostprijs van het project op 11 tot 20 miljoen euro. Dat was in 2021, wat betekent dat die bedragen nu hoger liggen.
Infrabel a confirmé son intérêt pour la réalisation de cette passerelle, qui devrait devenir une sorte de « High Line bruxelloise » pour les fonctionnaires et pour nos concitoyens, mais aussi pour les touristes. En effet, le quartier européen, avec notamment la Maison de l'histoire européenne, est un des atouts touristiques les plus importants de Bruxelles.
D’autres voies cyclo-piétonnes sont à l’étude sur des terrains appartenant à Infrabel, avec qui j'ai conclu un accord. Celui-ci a permis un changement de politique au sein d'Infrabel, qui, auparavant, avait toujours refusé de participer à de tels projets. Je remercie encore Luc Lallemand, administrateur délégué d'Infrabel à l'époque, pour ce changement de position et son investissement personnel.
Tous les projets du réseau vélo plus se trouvant le long des voies de chemin de fer sont étudiés par Beliris. Une étude de projet en cours concerne la ligne 28 entre Bockstael et la rue de Glasgow et des études de faisabilité se font sur les autres tronçons.
De brug kan een soort Brusselse High Line worden voor ambtenaren, inwoners en toeristen.
Infrabel heeft zijn interesse voor het project bevestigd. Dat is te danken aan zijn vroegere CEO Luc Lallemand, die voor een echte ommezwaai in de bedrijfscultuur heeft gezorgd. Daardoor hebben we een akkoord met Infrabel kunnen sluiten en worden ook andere voetgangers- en fietsbruggen op gronden van Infrabel bestudeerd.
Beliris bestudeert verschillende projecten van het fietsnetwerk plus langs spoorlijnen. Zo loopt er een projectstudie voor lijn 28 tussen Bockstael en de Glasgowstraat en van andere trajecten wordt de haalbaarheid bestudeerd.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Je reste sur ma faim s'agissant de la fin de votre réponse. C'est bien de savoir que l'étude de faisabilité est en cours, mais j'aimerais savoir ce qu'il en est à propos « des autres projets » que vous mentionnez. Je reposerai d'autres questions à cet égard.
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Il faut les poser à Mme Van den Brandt.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Je le ferai sans faute.
Vous comme moi souhaitons que cette passerelle voie le jour. En effet, elle tiendra lieu de chaînon manquant au sein de ce quartier, ce qui est considéré par tous comme une nécessité. En revanche, quand je vous entends mentionner les budgets : entre 11 et 20 millions d'euros, l'écart est assez important. Il faudra donc y voir plus clair. En revanche, pour ma part, je n'avais pas cité le nom de Beliris. Si vous faites intervenir Beliris, est-ce pour tout ou pour une partie ? Le Parlement européen va-t-il mettre la main au portefeuille ou s'agissait-il d'un simple effet d'annonce pour encourager les autorités bruxelloises à avancer dans ce projet ?
M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- On va confier le dossier à Beliris. Une fois l'étude réalisée, nous aurons une idée des coûts et pourrons réfléchir à la manière dont le chantier pourra être financé. De l'argent du Fonds européen de développement régional sera-t-il utilisé ou Beliris prendra-t-il tout en charge ? Toutes ces possibilités existent et seront discutées à ce moment-là.
M. Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- J'espère que le Parlement européen, qui se dit intéressé par ce projet, aura à cœur de financer, ne fût-ce qu'en partie, cet équipement qui servira à chacun.
- L'incident est clos.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Ik zou graag willen weten hoe het staat met die "andere" projecten. Daar zal ik op terugkomen via andere vragen.
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Die moet u aan mevrouw Van den Brandt stellen.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Dat zal ik zeker doen.
We zijn het erover eens dat die brug er moet komen. Maar over de financiering had ik graag meer duidelijkheid. Tussen 11 en 20 miljoen euro zit veel verschil. En als Beliris het project mee financiert, is dat dan geheel of gedeeltelijk? Zal het Europees Parlement meebetalen of zijn dat holle woorden om ons over de streep te trekken?
De heer Pascal Smet, staatssecretaris.- Beliris zal het project op zich nemen. Zodra de studie duidelijkheid over de kostprijs heeft gebracht, kunnen we nadenken over de financiering. Zal het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling aangesproken worden of zal Beliris alle kosten dragen? Alle mogelijkheden liggen open.
De heer Geoffroy Coomans de Brachène (MR).- Ik hoop dat het Europees Parlement minstens een deel van de kosten zal dragen.
- Het incident is gesloten.
Traduction
Sync
Agenda
Orateurs