Logo Parlement Buxellois

Commission de la Santé et de l’Aide aux personnes, réunion du 9 novembre 2023

16:49 § 103 → Vidéo
Partager

Voorzitterschap: mevrouw Farida Tahar, eerste ondervoorzitter.

Présidence : Mme Farida Tahar, première vice-présidente.

Partager
16:50 § 105 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van de heer Gilles Verstraeten

aan mevrouw Elke Van den Brandt en de heer Alain Maron, leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid,

betreffende de uitvoering van de ordonnantie over de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming.

Demande d'explications de M. Gilles Verstraeten

à Mme Elke Van den Brandt et à M. Alain Maron, membres du Collège réuni chargés de l'Action sociale et de la Santé,

concernant la mise en œuvre de l'ordonnance relative à l'aide et à la protection de la jeunesse.

Partager
16:50 § 107 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Sinds de zesde staatshervorming is de GGC bevoegd voor jeugdsanctierecht, jeugdhulpverlening en jeugdbescherming in Brussel, meer bepaald voor de maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een misdrijf of een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Daaronder vallen ook de regels inzake uithandengeving en plaatsing in een gesloten instelling.

Op 24 april 2019 keurde de Verenigde Vergadering van de GGC de ordonnantie betreffende de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming goed. De GGC koos ervoor om de regelgeving van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap te behouden en ze te laten uitvoeren door de respectieve instellingen. Oorspronkelijk zou de ordonnantie op 1 januari 2020 in werking treden, maar het bleek complexer dan verwacht.

De VUB voerde ondertussen een studie uit over de juridische en andere moeilijkheden die voortvloeien uit de versnippering van de wetgevende bevoegdheden inzake jeugdbescherming tussen de Franse, de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschap, de federale staat en de GGC.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- En 2019, l'Assemblée réunie de la Cocom a approuvé l'ordonnance relative à l'aide à la jeunesse et à la protection de la jeunesse, choisissant de conserver les réglementations des Communautés flamande et française pour les faire appliquer par les institutions respectives.

Depuis lors, la VUB a réalisé une étude sur les difficultés juridiques et autres découlant de la fragmentation des compétences législatives en matière de protection de la jeunesse entre les Communautés, l'État fédéral et la Cocom.

Partager
16:51 § 109 → Vidéo
Partager

Het verslag van 129 pagina's bevat een reeks vaststellingen en aanbevelingen, waaronder het sluiten van een samenwerkingsakkoord met de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, dat verschillende aspecten moet omvatten, zoals:

- de jeugdbeschermingsdiensten van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap aanwijzen waarop de GGC een beroep kan doen als Brusselse minderjarigen maatregelen opgelegd krijgen;

- de manier vastleggen waarop de GGC die diensten kan benutten;

- de mogelijkheid verduidelijken om maatregelen die worden opgelegd op basis van het Vlaamse decreet betreffende jeugddelinquentie, te laten uitvoeren door de diensten van een andere gemeenschap en daarvoor financiering vrijmaken;

- gelijke behandeling van Nederlands- en Franstalige Brusselse minderjarigen bij de uitvoering van maatregelen tegen jeugddelinquentie;

- de plaatsing van Brusselse minderjarigen in een instelling van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap, rekening houdend met de verschillen tussen de reglementeringen;

- duidelijkheid scheppen over de financiering of het ter beschikking stellen van personeel aan de diensten van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap ter compensatie van de opgevangen Brusselse minderjarigen;

- een orgaan oprichten dat instaat voor de coördinatie van de samenwerking tussen de diensten van de twee gemeenschappen, alsook voor de follow-up van de financiële overeenkomsten;

- de uitvoering van de ordonnantie regelmatig evalueren.

Tijdens ons laatste debat over het onderwerp, op 26 januari 2023, zei u dat de diensten van de GGC het verslag en een toekomstig samenwerkingsakkoord al besproken hadden met de Franse Gemeenschap en met Iriscare. De Vlaamse Gemeenschap was tot dan toe nog niet uitgenodigd op de vergaderingen en was niet op de hoogte gebracht van het verslag.

L'une des recommandations de l'étude est la conclusion d'un accord de coopération avec les Communautés flamande et française incluant notamment la détermination des services de protection de la jeunesse de celles-ci auxquels la Cocom peut faire appel lorsque des mesures touchent des mineurs bruxellois et de la façon dont la Cocom peut utiliser ces services ; l'égalité de traitement des mineurs bruxellois néerlandophones et francophones face aux mesures de lutte contre la délinquance juvénile ; la clarification du financement ou de la mise à disposition de personnel aux services des Communautés flamande et française en compensation de la prise en change de mineurs bruxellois ; la création d'un organe pour coordonner la coopération entre les services et le suivi des accords financiers et l'évaluation régulière de l'application de l'ordonnance.

Vous nous avez expliqué en janvier dernier que les services de la Cocom avaient déjà abordé cet accord de coopération avec la Communauté française et Iriscare, mais pas encore avec la Communauté flamande.

Partager
16:53 § 111 → Vidéo
Partager

Kunt u een stand van zaken geven? Is de Vlaamse Gemeenschap al op de hoogte gebracht van de universitaire studie en van de geplande stappen?

Hebben de GGC, Iriscare, de Cocof en de Franse Gemeenschap al overleg gepleegd met de Vlaamse Gemeenschap? Is er een werkgroep opgezet? Hoever staat het met het samenwerkingsakkoord? Heeft de regering intussen een datum voor de inwerkingtreding vastgelegd?

Na de indiening van mijn vraag heb ik ook andere informatie ontvangen. Er zou een persoon zijn aangesteld bij de diensten van het Verenigd College die het dossier opvolgde en als referentiepersoon fungeerde. Die persoon zou op een ander dossier gezet zijn, maar er zou geen plaatsvervanger zijn aangesteld. Klopt die informatie?

Moet ik besluiten dat het dossier niet meer gevolgd wordt door de diensten van het Verenigd College en dat er niet meer aan een samenwerkingsakkoord wordt gewerkt? Of wil de GGC eerst aanpassingen aanbrengen aan de ordonnantie? Uit de VUB-studie blijkt immers dat er verschillen zijn in de regelgeving tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, en dat er ook zaken in de ordonnantie zijn opgenomen die niet bestaan in de gemeenschappen. Ik denk aan de mogelijkheid van 'shoppinggedrag' van tweetaligen jonger dan 23 jaar die een straf krijgen die niet uitvoerbaar is in de Franse Gemeenschap, waar maar begeleiding mogelijk is tot 20 jaar.

Bestaat er nog een besef van urgentie over de ordonnantie en de inwerkingtreding ervan? Jeugdcriminaliteit vormt onweerlegbaar een groot probleem in Brussel. Het is dus echt nodig dat de ordonnantie in werking treedt.

Est-ce le cas depuis ? Un groupe de travail a-t-il été formé ? Où en est l'accord de coopération ? Le gouvernement a-t-il arrêté une date pour l'entrée en vigueur ?

Est-il exact que la personne de référence engagée au sein des services du Collège réuni pour suivre ce dossier aurait reçu une autre mission sans qu'on lui désigne un remplaçant ? Cela implique-t-il l'abandon de l'accord de coopération ou la Cocom veut-elle d'abord apporter des modifications à l'ordonnance ?

Les différences relevées par l'étude entre les réglementations des deux Communautés, ainsi qu'avec le contenu de l'ordonnance, pourraient mener à des situations comme la possibilité pour un mineur bilingue encourant une peine de se tourner vers la Communauté française où elle ne serait pas applicable jusqu'à ses 23 ans.

Il est urgent que cette ordonnance entre en vigueur pour contrer le gros problème de la délinquance juvénile à Bruxelles.

Partager
16:55 § 113 → Vidéo
Partager

De heer Alain Maron, lid van het Verenigd College.- De besprekingen over het samenwerkingsakkoord zijn nog steeds aan de gang.

M. Alain Maron, membre du Collège réuni.- Les discussions sur l'accord sont en cours.

Partager
16:56 § 115 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

L'administration a envoyé, le 9 février 2023, un courriel à la Fédération Wallonie-Bruxelles (Administration générale de l'aide à la jeunesse et centre pour mineurs dessaisis) ainsi qu'à la Communauté flamande (Opgroeien in Brussel et son service de l'aide à la jeunesse). L'objectif était de les inviter à échanger sur les conséquences de la sixième réforme de l'État en matière d'aide et de protection de la jeunesse et sur la conclusion d'un futur accord de coopération, permettant notamment d'inclure les recommandations formulées par la VUB dans le cadre de son étude.

(verder in het Frans)

Op 9 februari 2023 nodigde de administratie de Federatie Wallonië-Brussel en de Vlaamse Gemeenschapscommissie uit voor een gesprek over de gevolgen van de zesde staatshervorming op het vlak van jeugdbescherming en over een eventueel samenwerkingsakkoord.

Partager
16:57 § 117 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Een eerste bijeenkomst vond plaats op 30 maart 2023. Tijdens die bijeenkomst werden de conclusies van de VUB-studie voorgesteld en besproken, met name over de moeilijkheden in verband met de toepassing van de verschillende regelgevingen. Na die vergadering hebben de partijen een reeks documenten uitgewisseld, waaronder de analyse van de VUB-studie door de Administration générale de l'aide à la jeunesse et centre pour mineurs dessaisis (AGAJ) en Opgroeien. Ze spraken af om regelmatig te vergaderen over eventuele wijzigingen van de regelgeving en andere ter zake doende onderwerpen.

De partijen ontmoetten elkaar opnieuw op 8 juni 2023 in het kader van de bijeenkomsten tussen de Brusselse administraties die georganiseerd werden door de AGAJ. Op 11 september 2023 was een nieuwe bijeenkomst gepland, om de specifieke kenmerken en werking van de diensten van Opgroeien te bespreken. Die bijeenkomst werd echter geannuleerd door een staking binnen de diensten van de Federatie Wallonië-Brussel. Het is de bedoeling dat er eind november een nieuwe vergadering wordt georganiseerd.

(poursuivant en néerlandais)

En mars 2023, un premier échange a permis la discussion des conclusions de l'étude de la VUB sur les difficultés dans l'application des différentes réglementations. Il fut décidé de se réunir régulièrement pour aborder d'éventuelles adaptations de la réglementation et d'autres sujets y afférents.

En juin, les administrations bruxelloises se sont rencontrées à l'invitation de l'Administration générale de l'aide à la jeunesse et, à la fin du présent mois, la réunion devrait porter sur les caractéristiques et le fonctionnement des services de Opgroeien in Brussel.

Partager
16:58 § 119 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

En ce qui concerne l'accord de coopération, les administrations se sont rencontrées, mais il est trop tôt pour que cela aboutisse à une proposition de texte. Certains points ont été discutés et devraient être repris dans l'accord, d'autres nécessitent encore des discussions, comme le budget ou la modification de l'ordonnance du 16 mai 2019, afin d'y intégrer certaines adaptations réalisées en Fédération Wallonie-Bruxelles.

Je précise qu'au niveau de la Cocom, le travail s'organise pour assurer le suivi du dossier, avec les renforts en personnel ad hoc. Par ailleurs, nous n'avons pas eu écho de difficultés sur le terrain dans la mise en œuvre des différents suivis en matière d'aide et de protection de la jeunesse. Ces complications n'entraînent donc pas de conséquences néfastes sur le terrain.

(verder in het Frans)

Er is nog geen tekst voor het samenwerkingsakkoord. Onder meer over het budget en over de wijziging van de ordonnantie van 16 mei 2019, naar aanleiding van de aanpassingen bij de Federatie Wallonië-Brussel, is er nog geen overeenstemming.

Dat heeft echter geen negatieve gevolgen op het terrein.

Partager
16:59 § 121 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Er wordt dus voortgewerkt aan het samenwerkingsakkoord. Het is een beetje vreemd dat de universitaire onderzoeker die het thema bestudeert, zegt dat hij niet meer weet tot welke dienst van het Verenigd College hij zich kan wenden. Volgens mij duidt dat op een communicatieprobleem. Ik ga ervan uit dat u kunt zeggen wie de contactpersoon bij de GGC is?

Verder hebt u mijn aanvullende vraag al beantwoord: het is mogelijk dat de ordonnantie van 2019 wordt aangepast voor er een samenwerkingsakkoord komt. Is het de bedoeling om gewoon de wijzigingen van de Franse Gemeenschap over te nemen of is het ook de bedoeling om te herbekijken hoe we het systeem willen organiseren? Met andere woorden, worden er ook andere opties bekeken, zoals de uitbouw van een eigen GGC-aanpak, of blijven we gewoon overnemen wat er bij de Franse en de Vlaamse Gemeenschap bestaat? Begrijp ik het goed en zullen we vanuit die logica blijven opereren? Zal het systeem dat in 2019 is uitgewerkt, worden ingevoerd?

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- L'accord de coopération est donc toujours en gestation, bien que le chercheur qui étudie la question dise ne plus savoir à quel service de la Cocom s'adresser. Qui est la personne de contact à la Cocom ?

L'ordonnance de 2019 pourrait donc être adaptée avant qu'intervienne un accord de coopération. Le but est-il de reprendre les éléments des systèmes des Communautés française et flamande ou d'envisager une réorganisation du système selon une approche propre à la Cocom ?

Partager
17:02 § 123 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, membre du Collège réuni.- À mon sens, oui, mais je voudrais répondre avec prudence dans la mesure où nous n'avons pas abouti à une proposition de texte. Le contenu de ce dernier fait l'objet d'échanges avec les autres entités, à savoir la Communauté flamande et la Fédération Wallonie-Bruxelles, dans le but d'aboutir à un dispositif qui satisfasse tout le monde. Je ne m'avancerai donc pas davantage, nous verrons lorsqu'il sera prêt.

De heer Alain Maron, lid van het Verenigd College.- Ik denk van wel, maar ik blijf voorzichtig zolang er geen tekst is.

Partager
17:02 § 125 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Gelooft u dat het mogelijk is om dat nog waar te maken voor het einde van de regeerperiode?

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Avant la fin de la législature ?

Partager
17:02 § 127 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, membre du Collège réuni.- Je ne m'avancerai pas à cet égard non plus.

De heer Alain Maron, lid van het Verenigd College.- Ook daar kan ik mij niet over uitspreken.

Partager
17:03 § 129 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Ik leid daaruit af dat het waarschijnlijk niet meer zal lukken.

- Het incident is gesloten.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Ce ne sera donc pas le cas.

- L'incident est clos.

Partager
17:03 § 133 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van de heer Gilles Verstraeten

aan mevrouw Elke Van den Brandt en de heer Alain Maron, leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid,

betreffende het daklozenbeleid en de voorstelling van het rapport over de zevende telling door Bruss'help.

Demande d'explications de M. Gilles Verstraeten

à Mme Elke Van den Brandt et à M. Alain Maron, membres du Collège réuni chargés de l'Action sociale et de la Santé,

concernant la politique en matière de sans-abrisme et la présentation du rapport sur le septième dénombrement par Bruss'help.

Partager
17:03 § 135 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Op 28 september jongstleden stelde Bruss’help het rapport over de zevende daklozentelling in de commissie voor. Het was een heel interessante hoorzitting, die werd gevolgd door een open debat. Na de hoorzitting was ik dan ook een aantal ideeën en vragen rijker.

De ernst van het dakloosheidsprobleem in Brussel is nogmaals duidelijk geworden. Er komen steeds meer daklozen bij. De cijfers spreken voor zich: het valt niet te ontkennen dat er een exponentiële groei heeft plaatsgehad. Daardoor ontstaan er ook steeds meer veiligheidsproblemen op straat, in de hulpverleningscentra en op het openbaar vervoer.

Het aangekondigde masterplan kwam in de hoorzitting uitvoerig aan bod. In dat plan, waar al twee jaar aan gewerkt wordt, zal de nadruk sterk liggen op preventie, wat uiteraard positief is.

Ook zal het elementen bevatten om de structuren te verbinden. Dat moet ervoor zorgen dat diversiteit een meerwaarde en geen hindernis vormt en dat sommige actoren zich kunnen specialiseren. Dat lijkt mij absoluut noodzakelijk en nuttig en dat kreeg ik ook als antwoord toen ik vroeg of het mogelijk is om dakloosheid efficiënt te bestrijden met het huidige netwerk van 52 vzw’s die dit jaar samen 54 miljoen euro van de GGC ontvangen.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Le rapport que Bruss’help a présenté à notre commission sur le septième dénombrement des sans-abri à Bruxelles souligne la gravité du problème. Les chiffres indiquent une croissance exponentielle. Par conséquent, les problèmes de sécurité dans les rues, les centres d'aide et les transports publics sont de plus en plus nombreux.

Le plan directeur annoncé met, à propos, l'accent sur la prévention et entend relier les structures. Pour faire de la diversité une plus-value et permettre à divers acteurs de se spécialiser, c'est une nécessité, au vu des 52 ASBL auxquelles la Cocom consacre cette année 54 millions d'euros.

Partager
17:05 § 137 → Vidéo
Partager

De versplintering van de subsidies heeft zich tijdens deze regeerperiode voortgezet. In 2018 ging het om 40 vzw's, die samen 26,6 miljoen euro ontvingen. Er is dus sprake van een verdubbeling van het budget in zes jaar tijd. De middelen zijn de voorbije jaren vooral naar de uitbreiding van de noodopvang gegaan. In de periode 2018-2023 is daarvoor 126 miljoen euro uitgetrokken. Dit jaar ging het om 63% meer dan in 2018. Ondanks de beloften en de gedeelde analyse die er tijdens de vorige regeerperiode ook was, wordt er nog te weinig in structurele oplossingen geïnvesteerd. Dit jaar gaat het slechts om 20% van het totale budget: 7,8 miljoen euro voor structurele huisvestingsprojecten en 3,2 miljoen euro voor Housing First.

Via Housing First kunnen we dit jaar 288 gehuisveste personen volgen, wat volgens Bruss’help, ook weer tijdens die hoorzitting, een druppel op een hete plaat is. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag blijkt echter dat de regering niet kan zeggen hoeveel daklozen sinds 2018 in structurele huisvestingsstructuren zijn ondergebracht.

Een element dat ik tijdens de hoorzitting zelf heb aangehaald, is het doorsturen en verspreiden van de daklozen. Volgens Bruss'help is het doel niet één nummer, maar één heroriënteringsmechanisme naar een aangepaste oplossing voor iedereen. Hopelijk kunt u duiden hoe dat punt precies in het masterplan is opgenomen, welke de intentie is en in welke mate dat punt overeenstemt met de daklozenordonnantie, waarin staat dat Bruss'help in principe zou moeten instaan voor de doorverwijzing van daklozen naar opvangcentra en voor de overkoepelende coördinatie.

Een element dat Bruss'help tijdens de hoorzitting zelf aanhaalde, is het sociale dossier voor daklozen, 'le dossier unique', dat ook wordt besproken in het kader van het masterplan. Als coördinatieorgaan moet Bruss'help volgens de daklozenordonnantie de identificatiegegevens van daklozen in sociale dossiers invoeren. Er loopt een haalbaarheidsstudie die eind 2023 klaar moet zijn en op basis waarvan de vzw aanbevelingen zal doen voor de invoering van dat dossier. Begin dit jaar gaf u echter al aan dat het sociale dossier er deze regeerperiode niet meer komt.

Ten slotte benadrukte Bruss'help dat het daklozenvraagstuk niet zonder het migratievraagstuk kan worden aangepakt en dat sinds twee jaar de bewustwording groeit over de link met migratie. Bij u is dat besef wat later gekomen, maar beter laat dan nooit. We delen in elk geval dezelfde analyse, al stellen we niet dezelfde oplossing voor.

L'éparpillement des subsides s'est poursuivi pendant cette législature et le budget consacré au sans-abrisme a doublé en six ans, ces moyens étant principalement destinés à l'accueil d'urgence. Malgré les promesses et l'analyse partagée depuis la précédente législature, les investissements dans des solutions structurelles sont encore trop faibles : 7,8 millions d'euros pour du logement et 3,2 millions d'euros pour Housing First.

Lors de la présentation du rapport, Bruss’help a estimé que le nombre de 288 personnes relogées pouvant être suivies via Housing First cette année était insignifiant. Par ailleurs, en réponse à une de mes questions écrites, le gouvernement n'a pas pu me dire combien de sans-abri étaient logés dans des dispositifs structurels depuis 2018.

Bruss'help a expliqué que le but était de réorienter chaque sans-abri vers une solution adaptée. Comment ce point est-il repris dans le plan directeur et concorde-t-il avec l'ordonnance « Sans-abri » ?

Concernant le dossier social unique dans lequel Bruss'help doit saisir les données d'identification de chaque sans-abri, vous avez expliqué en début d'année qu'il ne verrait pas le jour lors de cette législature.

Bruss'help a souligné le lien entre les questions de sans-abrisme et de migration, dont vous semblez finalement prendre conscience.

Partager
17:07 § 139 → Vidéo
Partager

Welke preventiemaatregelen zijn er in het masterplan opgenomen?

Vindt u dat er te veel spelers zijn die dakloosheid bestrijden en voorziet het masterplan in een soort van consolidatie? Zoals ik het zie, creëert het gewest telkens meer bijkomende spelers die deelnemen aan Housing First, maar dat leidt niet noodzakelijk tot een beter resultaat, want ze begeven zich allemaal op dezelfde huisvestingsmarkt.

Waarom kunt u ons niet vertellen hoeveel daklozen er sinds 2018 ondergebracht zijn in structurele huisvestingsstructuren? U verklaarde al dat 50% tot 60% van de daklozen migrant is. Hoe zit het met de overige 40%? Waarom lukt het niet om die groep structureel te huisvesten? Wat is het profiel van die doelgroep? Hoe denkt u die 40% mensen van straat te halen en structureel uit de nood te helpen?

Welk beleid wordt er gevoerd met betrekking tot de kraakpanden? Is er een verband tussen enerzijds de al dan niet geleverde inspanningen en anderzijds de veiligheidssituatie en drugsproblematiek in die panden? Dat onderwerp kwam ook al ter sprake bij de hoorzitting met Bruss'help.

Wat is er in het masterplan opgenomen over het doorsturen en verspreiden van daklozen?

Bent u bereid om alsnog in te zetten op een sociaal dossier voor daklozen, aangezien Bruss’help dat ook nodig acht?

Quelles mesures de prévention le plan directeur inclut-il ? Prévoit-il une consolidation des acteurs de la lutte contre le sans-abrisme ?

Pourquoi ne pouvez-vous pas nous livrer le nombre de sans-abri relogés de manière structurelle depuis 2018 ? Si près de 60 % des sans-abri sont des migrants, quel est le profil des autres et pourquoi ne parvient-on pas à les reloger de façon durable ?

Quelle est la politique en matière de squats ? Y a-t-il un lien entre les efforts fournis ou non et la sécurité et les problèmes de drogue qui y règnent ?

Que dit le plan directeur de l'orientation et de la répartition des sans-abri ?

Misez-vous toujours sur le dossier social unique demandé par Bruss’help ?

Partager
17:09 § 141 → Vidéo
Partager

De heer Juan Benjumea Moreno (Groen).- Er zijn een aantal dingen gezegd die volgens mij niet correct of volledig zijn.

Er zijn in Brussel 3.400 opvangplaatsen. Dat is tweemaal zoveel als in 2019. Er is dus een gigantische inspanning geleverd. Dat was ook nodig, want mochten ze er niet zijn gekomen, dan zouden hier vandaag veel meer mensen zijn om te protesteren dat het Verenigd College niet genoeg doet.

Brussel heeft 3.400 plaatsen, tegenover 800 plaatsen in Antwerpen, 550 in Gent, 243 in Luik en 172 in Leuven. Alleen al in Brussel zijn er tweemaal zoveel opvangplaatsen als in de volgende vier grote steden samen.

Er zijn ook grote inspanningen geleverd voor Housing First. Er zijn nu zeventig keer meer plaatsen dan tien jaar geleden. Toen was er bijna niets. De begroting voor daklozenhulp is verdubbeld tot 55 miljoen euro in vergelijking met 2019.

M. Juan Benjumea Moreno (Groen).- Certains éléments me semblent incorrects ou incomplets. On dénombre, à Bruxelles, 3.400 places d'accueil. C'est deux fois plus qu'en 2019 et deux fois plus que dans les villes d'Anvers, Gand, Liège et Louvain réunies.

Les efforts déployés pour Housing First sont également significatifs, avec 70 fois plus de places qu'il y a dix ans. Le budget de l'aide aux sans-abri a doublé par rapport à 2019, pour atteindre 55 millions d'euros.

Partager
17:10 § 143 → Vidéo
Partager

De vraag is echter of alles op de juiste manier gebeurt. Het aanbod in de sector is erg divers, zoals ook de koepelorganisatie van de sector zelf aangeeft. Die is absoluut geen voorstander van een nieuwe mammoetstructuur, die voor Housing First dezelfde rol zou moeten spelen als Samusocial voor de noodopvang.

Het zou natuurlijk wel goed zijn als de leegstand beter aangepakt werd en er meer gebouwen beschikbaar werden gesteld voor Housing First. Als u zich afvraagt waarom er niet meer structurele huisvestingsoplossingen tot stand komen, dan ligt daar het antwoord. Er zijn gewoon te weinig woningen in Brussel en het huisvestingsbeleid is te weinig afgestemd op Housing First.

In het rapport van Bruss'help en het memorandum van de federatie staat dat er almaar vaker wordt ingezet op kraakpanden, waarbij de overheid zorgt voor een bepaalde begeleiding. Denkt u ook aan andere oplossingen? Zo kan de overheid bijvoorbeeld zelf gebouwen in gebruik nemen en die verhuren aan organisaties. Een kraakpand is misschien goed als noodoplossing, maar op de lange termijn is die onhoudbaar.

Il faut cependant se demander si tout se passe correctement. L'offre du secteur est très diverse et l'organisation faîtière n'est pas favorable à une nouvelle mégastructure, qui jouerait pour Housing First le même rôle que le Samusocial pour l'accueil d'urgence.

Le manque de solutions de logement structurelles tient au manque de logements à Bruxelles et au manque d'alignement de la politique du logement sur Housing First.

Le rapport de Bruss'help et le mémorandum de la fédération nous apprennent que l'on mise de plus en plus sur un accompagnement dans les squats. Envisagez-vous également d'autres pistes plus pérennes ?

Partager
17:13 § 145 → Vidéo
Partager

De heer Alain Maron, lid van het Verenigd College.- Voordat ik uw specifieke vragen beantwoord, wil ik een en ander benadrukken.

Het verband tussen het verblijfsrecht en het gebrek aan toegang tot huisvesting en werk is heel duidelijk. We hebben dat niet laat ingezien, zoals u laat doorschemeren, mijnheer Verstraeten.

Noodoplossingen blijven een groot deel van het budget voor hulp aan daklozen opslorpen (36% van de middelen van de GGC en de Cocof in 2023), omdat degelijke noodopvang veel duurder is dan andere voorzieningen zoals Housing First of thuisbegeleiding.

M. Alain Maron, membre du Collège réuni.- Le lien entre droit de séjour et manque d'accès au logement et au travail est évident pour nous depuis longtemps.

Les solutions d'urgence continuent d'absorber une grande part du budget de l'aide aux sans-abri parce qu'elles sont bien plus coûteuses que d'autres dispositifs comme Housing First.

Partager
17:14 § 147 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Il n'en reste pas moins que pour les personnes sans droit de séjour, l'accueil d'urgence est souvent la seule option possible, à côté des projets d'occupation temporaire de bâtiments inoccupés sur lesquels je vais revenir dans un instant, pour fournir des réponses aux questions complémentaires de M. Benjumea Moreno.

Enfin, le mal-logement et le sans-abrisme constituent avant tout un problème d'accès aux logements à loyer abordable. Même si cette problématique dépasse mes prérogatives, nous devons indubitablement avancer dans ce dossier.

(verder in het Frans)

Noodopvang is echter vaak de enige oplossing voor mensen zonder rechten, naast de tijdelijke bezetting van gebouwen.

Tot slot is dakloosheid in de eerste plaats te wijten aan een tekort aan betaalbare huurwoningen. We moeten op dit vlak vooruitgang boeken.

Partager
17:15 § 149 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Het masterplan wordt nog samen met de betrokken spelers opgesteld, besproken en gevalideerd. Het zal rond de volgende vier preventielijnen worden opgebouwd:

- primaire preventie, met maatregelen om uithuiszettingen te voorkomen en om, als dat niet mogelijk is, mensen in goedkope huisvesting, zoals transitwoningen bij de lokale spelers onder te brengen;

- secundaire preventie, in de vorm van vroegtijdige interventie, zodat mensen die op straat belanden, minder vaak op het noodsysteem moeten terugvallen;

- tertiaire preventie, gericht op een ruimer en beter re-integratieaanbod;

- quartaire preventie, gericht op de invoering van een klachtenprocedure en beroepsrecht voor mensen die recht hebben op de diensten die in het gewest worden verleend.

(poursuivant en néerlandais)

Le plan directeur, toujours en cours d'élaboration avec les acteurs concernés, s'articulera autour de quatre lignes de prévention : la prévention primaire, empêchant les expulsions ou, à défaut, organisant un hébergement bon marché ; la prévention secondaire, sous la forme d'une intervention précoce ; la prévention tertiaire, axée sur une meilleure offre de réinsertion ; la prévention quaternaire, avec l'instauration d'une procédure de plainte et de recours pour les personnes qui ont droit aux services de la Région.

Partager
17:16 § 151 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Concernant le nombre d'acteurs qui interviennent dans la Région, nous ne pensons pas qu'ils soient trop nombreux. Ils représentent tout de même six métiers : le travail de rue, l'accueil de jour, les maisons d'accueil, les centres d'urgence, les opérateurs Housing First et les services de guidance à domicile.

Sous les agréments de nouveaux opérateurs Housing First, ils ont accompagné l'augmentation du nombre de places disponibles et de personnes qui sont accompagnées dans le dispositif de Housing First.

La diversité des approches et des expertises me semble plutôt une richesse qu'une faiblesse. Cela étant, je pense que la question du nombre d'acteurs et la nécessité de les regrouper ne seront pas abordées dans le plan directeur.

(verder in het Frans)

Er zijn niet te veel spelers. Ze richten zich op straatwerk, dagopvang, opvangtehuizen, noodcentra, Housing First en thuisbegeleiding.

De erkenning van nieuwe spelers in Housing First leidde tot een verhoging van het aantal beschikbare plaatsen en begeleide cliënten.

De diversiteit aan benaderingen en expertise is een pluspunt. Ik denk niet dat een consolidatie van het aantal spelers aan bod komt in het masterplan.

Partager
17:17 § 153 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Maandelijks worden honderden personen doorverwezen naar dagcentra, opvangtehuizen of noodopvangcentra. Volgens het activiteitenverslag van New Samusocial werden in 2022 1.614 personen doorverwezen om ze van de straat te halen.

We kunnen objectief stellen dat het aantal personen en gezinnen dat wordt begeleid door thuisbegeleidingsdiensten is gestegen van 600 in 2019 naar 920 in 2023 en dat het aantal personen dat wordt begeleid door Housing First-operatoren is verdrievoudigd.

Ik ben het met u eens dat het verzamelen van gegevens over het traject van de geholpen personen op dit ogenblik nog niet optimaal verloopt.

(poursuivant en néerlandais)

Selon le rapport d'activités du New Samusocial, 1.614 personnes ont été orientées en 2022 pour les sortir de la rue. Le nombre de personnes accompagnées à domicile est passé de 600 en 2019 à 920 en 2023, et le nombre de personnes accompagnées par des opérateurs Housing First a triplé.

La collecte de données sur le parcours des personnes aidées n'est toutefois pas optimale.

Partager
17:18 § 155 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Le secteur est effectivement en train de mener une réflexion sur la question, en lien, entre autres, avec le dossier social. Les besoins et les demandes évoluent aussi.

Parmi le public concerné par la politique d'aide aux sans-abri, on retrouve de nombreuses personnes sans droit de séjour, mais même au sein de cette catégorie, les profils sont extrêmement divers : il y a des Européens, des demandeurs de protection internationale non accueillis par Fedasil comme ils devraient l'être, et des personnes dites « sans papiers », parfois depuis plusieurs années.

Environ 40 % du public sans abri est constitué de migrants intra-européens qui n’ont pas accès aux droits sociaux - en raison notamment du fait qu'ils constituent une « charge déraisonnable pour l'État » et se voient dès lors refuser un droit de séjour -, ainsi que de Belges sans abri.

Dans cette dernière catégorie, la majorité des personnes sont confrontées à un cumul de problématiques (de santé mentale, de toxicomanie, de santé physique et de décrochage des liens sociaux) qui ralentit et complique le parcours d’accompagnement et de réinsertion, y compris quand les personnes ont des papiers.

Le dernier dénombrement de l'ASBL Bruss'help, dans son volet qualitatif, met en avant cette problématique, qui touche 35 % du public concerné, avec une prédominance de troubles de santé mentale.

Il faut noter qu’une part importante de ce public est a priori dans une posture de refus d'aide. Il y a donc un travail important à accomplir en vue de restaurer sa confiance, avant tout travail social d’aide, de soutien et de réinsertion.

(verder in het Frans)

De sector denkt hierover na. Ook de noden en de vragen evolueren.

Bij de geholpen personen zijn er veel zonder verblijfsrecht. Dat is een categorie met zeer uiteenlopende profielen: van Europeanen tot verzoekers om internationale bescherming die Fedasil niet opvangt en mensen zonder papieren.

Ongeveer 40% van de daklozen bestaat uit intra-Europese migranten die geen sociale rechten hebben en Belgen. Ze kampen met verschillende problemen, zowel mentaal als fysiek, die hun integratie bemoeilijken, ook al beschikken ze over papieren.

Uit de laatste telling van de vzw Bruss'help blijkt dat deze multiproblematiek 35% van de daklozen treft. Problemen met mentale gezondheid staan op de eerste plaats. Een groot deel van deze groep weigert hulp. Veel werk gaat dus naar het herstel van hun vertrouwen, alvorens er werk kan worden gemaakt van sociale inschakeling.

Partager
17:21 § 157 → Vidéo
Partager

Une partie du public accueilli dans les dispositifs d'urgence et les maisons d'accueil est composée de personnes qui ont perdu leur logement, parfois pour cause d'insalubrité ou en raison de difficultés à honorer le loyer.

Évidemment, on y accueille aussi les femmes victimes de violences extraconjugales ou, plus souvent, intraconjugales, accompagnées de leurs enfants.

Les jeunes LGBTQIA+ sont également surreprésentés parmi les jeunes dits « en errance » et donc victimes de violences ou touchés par des problématiques particulières. On y trouve aussi des jeunes en conflit avec leur famille ainsi que des jeunes qui sortent d'institutions d'aide à la jeunesse, etc.

Een deel van de mensen in de noodopvang en de opvangtehuizen verloor hun woning omdat die onbewoonbaar of onbetaalbaar was.

Ook worden er slachtoffers van huiselijk geweld, vaak met kinderen opgevangen.

LGBTQIA+-jongeren zijn eveneens oververtegenwoordigd bij de jongeren, naast jongeren die ruzie hebben met hun familie of jongeren die uit jeugdinstellingen komen.

Partager
17:21 § 159 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Onder de vlag 'kraakpanden' gaan heel uiteenlopende situaties schuil. In 2021 besliste de regering om projecten voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen te ondersteunen. Die projecten worden gecoördineerd door verenigingen en zorgen ervoor dat grote aantallen personen zonder rechten, vaak gezinnen, onderdak vinden en dat ze zich kunnen organiseren.

We hebben een mobiel gezondheidspreventieteam opgericht onder de naam Cover, dat zowel noodopvangcentra als bepaalde kraakpanden bezoekt en instaat voor gezondheidstoezicht en risicobeperking. Het team kan ook aanbevelingen doen en preventie- en behandelingsstrategieën uitvoeren op basis van de pathologieën die het binnen de groepen aantreft.

(poursuivant en néerlandais)

Il faut entendre par squat toute une diversité de situations. En 2021, le gouvernement a décidé de soutenir des projets d'occupation temporaire de bâtiments inoccupés, coordonnés par des associations. Nous avons mis sur pied l'équipe mobile de veille sanitaire Cover, qui visite les centres d'accueil d'urgence et certains squats.

Partager
17:22 § 161 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Par ailleurs, nous avons déjà eu l'occasion de parler du projet Sublink qui vise les stations de métro et entend également toucher un public de consommateurs de drogues dites dures, en mettant en place un accompagnement de réduction des risques, notamment en les orientant vers des salles de consommation ou d'autres structures adaptées.

Par ailleurs, les questions de sécurité et de consommation de drogues doivent être replacées dans un contexte plus large, lié notamment à l'augmentation du trafic et de la consommation de drogues, dont de nouvelles substances qui produisent des comportements différents de la part des usagers. Par exemple, la consommation de crack entraîne des comportements plus difficiles à gérer pour les travailleurs sociaux. À cela s'ajoutent la criminalité qui y est associée, l'augmentation du public précarisé vivant en rue, notamment à la suite de la crise de l'accueil, et l'exploitation de ce public par les trafiquants qui les poussent à consommer, rendant les problématiques d'autant plus complexes.

Le plan directeur est en cours d'élaboration et de validation. Naturellement, une fois finalisé, il pourra être présenté à la commission si celle-ci le souhaite. Je partage toutefois votre avis qu'il est indispensable que le plan directeur inclue les dimensions de signalement des personnes en rue et de leur orientation vers des dispositifs adaptés à leur profil, ainsi que la dimension de collecte de données pertinentes sur les profils et trajectoires de ces personnes.

(verder in het Frans)

Daarnaast is er het project Sublink, dat in de metrostations druggebruikers helpt en hen doorverwijst.

De problemen rond veiligheid en druggebruik moeten worden geplaatst in de bredere context van de toegenomen handel en het gebruik van nieuwe middelen, zoals crack, die een ander effect hebben op de gebruikers. Daarbovenop komen het geweld, het stijgende aantal daklozen door de opvangcrisis en de dealers die misbruik maken van de situatie.

Zodra het richtplan is uitgewerkt, kan het aan de commissie worden voorgelegd. Ik deel uw mening dat er in het plan aandacht moet zijn voor hoe daklozen opgespoord worden en naar de geschiktste hulp kunnen worden doorverwezen, samen met gegevens over hun profiel en hun traject.

Partager
17:24 § 163 → Vidéo
Partager

Un arrêté présenté par Mme Ben Hamou et approuvé aujourd'hui par le gouvernement en première lecture devrait aider au relogement durable par l'entremise des agences immobilières sociales.

La Société du logement joue depuis quelques mois un rôle dans le conventionnement public des bâtiments inoccupés. Lancé dans le cadre du plan Ukraine, il est actuellement élargi à tous les publics vulnérables.

Een nieuw besluit van staatssecretaris Ben Hamou moet duurzame huisvesting via de sociale verhuurkantoren ondersteunen, en sinds kort kan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij leegstaande gebouwen toewijzen aan veel meer doelgroepen dan voorheen het geval was.

Partager
17:25 § 167 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Ik heb geen antwoord gehoord op mijn vraag over het doorsturen en verspreiden van de daklozen.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Vous n'avez pas répondu à la question du transfert des sans-abri.

Partager
17:26 § 169 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, membre du Collège réuni.- Je vous ai déjà répondu sur le dispatching et le transfert vers Bruss'help dans le passé. Je n'ai pas la réponse sous la main, mais je vous promets que je ne cherche pas à vous cacher cette information !

De heer Alain Maron, lid van het Verenigd College.- Ik heb u al geantwoord in het kader van het doorsturen naar Bruss'help. Ik houd geen informatie achter.

Partager
17:26 § 171 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Door uw voor het overige uitgebreide antwoord, dat ik inderdaad eens zal moeten herbeluisteren, heb ik een aantal bijkomende vragen.

Ik ontken niet dat we veel meer uitgeven, maar de vraag is of we het, gelet op de omstandigheden, besteden aan de juiste zaken.

Er wordt veel gegoocheld met cijfers. In 35 of 40% van de gevallen zou het om Europeanen gaan. Ik weet dat de Poolse ambassade goed meewerkt en dat de Roemeense ambassade moeilijker doet. De ene doelgroep is moeilijker dan de andere. Kunt u bij benadering een cijfer geven van het aantal mensen in onze opvangstructuren voor daklozen die helemaal in orde zijn met hun sociale rechten en verblijfsrechten, of simpelweg de Belgische nationaliteit hebben? Dat zou in principe het 'laaghangend fruit' moeten zijn. Die categorie zouden we zo snel mogelijk uit de noodopvang moeten kunnen krijgen, als ons aanbod goed georganiseerd is. Ik heb de indruk dat onze aanpak voor deze doelgroep nog niet efficiënt is.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Je ne nie pas que nous dépensons beaucoup plus, mais affectons-nous correctement ces moyens ?

Dans 35 ou 40 % des cas, il s'agirait d'Européens. Pouvez-vous chiffrer le nombre de personnes prises en charge dans nos structures d'accueil pour sans-abri, qui sont tout à fait en ordre de droits sociaux et de séjour ? Avec une offre bien organisée, nous devrions pouvoir sortir rapidement cette catégorie de l'accueil d'urgence. Or, j'ai l'impression que notre approche de ce groupe cible n'est pas encore efficace.

Partager
17:28 § 173 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, membre du Collège réuni.- Je ne dispose pas de chiffres consolidés supplémentaires à ce stade. Nous avons accès à un peu plus de chiffres et de données au niveau du New Samusocial. Parmi les personnes qui fréquentent les centres d'accueil d'urgence du New Samusocial, 60 % à 70 % ne sont pas en ordre de séjour. Mais je ne dispose pas de chiffres de répartition entre les publics intra-européen, extra-européen, etc.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- J'en déduis que 30 % des personnes concernées sont en ordre de séjour.

M. Alain Maron, membre du Collège réuni.- Un peu plus que cela. Quelque 30 % à 40 % de ces personnes sont en ordre de séjour et font l'objet d'une réorientation. Cela dit, tous les publics font l'objet d'une réorientation.

Un mécanisme de signalement et d'orientation assuré par Bruss’help est prévu. C'est également prévu dans le cadre du plan directeur. Tous ces éléments se structurent donc progressivement.

De heer Alain Maron, lid van het Verenigd College.- Uit de cijfers van New Samusocial blijkt dat in de noodopvangcentra 60 tot 70% niet in orde is met het verblijfsrecht. Er wordt evenwel geen onderscheid gemaakt tussen Europeanen en niet-Europeanen.

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Ik leid uit die cijfers af dat 30% in orde is met het verblijfsrecht.

De heer Alain Maron, lid van het Verenigd College.- Tussen de 30 en 40% is in orde met het verblijfsrecht en wordt doorverwezen, net zoals de andere doelgroepen.

In het richtplan staat een mechanisme voor signalering en doorverwijzing door Bruss’help. Al die elementen worden dus geleidelijk ingevoerd.

Partager
17:29 § 179 → Vidéo
Partager

De heer Juan Benjumea Moreno (Groen).- We moeten er rekening mee houden dat de cijfers over mensen zonder papieren vaak niet helemaal juist zijn. Ik herinner mij nog dat, volgens de staatssecretaris, bijna niemand in het kraakpand van de Paleizenstraat papieren had, maar nadien bleek uit een onderzoek dat 95% van de mensen recht had om de procedure op te starten, maar dat nog niet had kunnen doen door het dagquotum of de administratieve mallemolen.

Het is goed nieuws dat het project met de sociale verhuurkantoren op gang komt, zodat meer daklozen een woning kan worden aangeboden. Ik hoop dat we eenzelfde overeenkomst kunnen sluiten met de openbare vastgoedmaatschappijen om ervoor te zorgen dat een aantal sociale woningen wordt voorbehouden voor daklozen. Dat is een goede manier om aan Housing First te doen: mensen wordt een toegangspoort tot een sociale woning gegeven zonder dat ze helemaal achteraan de wachtlijst moeten aansluiten.

M. Juan Benjumea Moreno (Groen).- N'oublions pas que les chiffres relatifs aux personnes sans papiers sont souvent inexacts. Dans le squat de la rue des Palais, où l'on estimait que pratiquement personne n'avait de papiers, 95 % d'entre elles avaient le droit d'entamer la procédure, mais ne l'avaient pas encore fait en raison du quota journalier ou du dédale administratif.

Je me réjouis du lancement du projet avec les agences immobilières sociales. J'espère que nous pourrons conclure un accord similaire avec les sociétés immobilières de service public afin de réserver un certain nombre de logements sociaux aux sans-abri.

Partager
17:30 § 181 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Ik sluit mij volmondig bij de heer Benjumea Moreno aan. We moeten absoluut inzetten op sociale woningen. Die zijn in de eerste plaats bestemd om de meest kwetsbare personen aan een degelijke woning te helpen. De meest kwetsbare personen in het gewest zijn de daklozen. Op zijn minst een bepaald percentage van hen zou voorrang moeten krijgen voor een sociale woning, niet alleen wegens de situatie waarin ze zich bevinden, maar ook omdat ze onmogelijk ergens anders terechtkunnen en omdat de problematiek van de dakloosheid heel wat problemen voor de samenleving en de overheid met zich meebrengt.

Ik ben het ermee eens dat huisvesting heel belangrijk is. Daarbij moet echter ook naar sociale huisvesting worden gekeken. U maakt zich daar wat gemakkelijk van af door te zeggen dat het niet uw bevoegdheid is. Het is immers wel de bevoegdheid van de regering waar u deel van uitmaakt.

- Het incident is gesloten.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- En effet, nous devons absolument miser sur les logements sociaux, en accordant la priorité à un pourcentage donné de sans-abri, non seulement parce que ce sont les plus démunis parmi les démunis, mais aussi parce que le sans-abrisme a de multiples implications pour la société. Vous vous dérobez en disant que le logement ne relève pas de vos compétences, mais il relève de celles du gouvernement dont vous faites partie.

- L'incident est clos.

Partager