Voorzitterschap: de heer Guy Vanhengel, voorzitter.
Présidence : M. Guy Vanhengel, président.
Commission des Affaires intérieures : réunion du 20 février 2024
Mondelinge vraag van mevrouw Els Rochette
aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,
betreffende de website voor de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024.
Question orale de Mme Els Rochette
à M. Bernard Clerfayt, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Emploi et de la Formation professionnelle, de la Transition numérique, des Pouvoirs locaux et du Bien-être animal,
concernant le site web dédié aux élections communales du 13 octobre 2024.
Mevrouw Els Rochette (Vooruit.brussels).- Op 12 januari zette Brussel Plaatselijke Besturen een nieuwe website online: verkiezingen.brussels of elections.brussels. Die is bedoeld om burgers informatie te geven over de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober: waarom het belangrijk is om te stemmen, hoe de verkiezingen in het Brussels Gewest verlopen, wat de rol is van gemeenteraadsleden, schepenen en burgemeesters en hoe een verkiezingscampagne verloopt. De website bevat ook een apart onderdeel voor buitenlandse kiezers. Voor hen is enige haast geboden, want om te mogen stemmen moeten ze tegen 31 juli 2024 geregistreerd staan op de kiezerslijst. Dat websiteonderdeel voor buitenlandse kiezers is helaas maar in twee talen beschikbaar, Frans en Nederlands. Ik betwijfel of de informatie zo haar doelpubliek bereikt, want voor veel buitenlandse kiezers is het Engels de lingua franca.
Bij de stemming over de aanbevelingen van de Bijzondere Commissie Covid-19 waren we het erover eens hoe belangrijk het is dat overheidsmededelingen voor iedereen verstaanbaar en dus duidelijk, begrijpelijk en meertalig zijn, en dat ook niet-klassieke kanalen worden ingezet om mensen te bereiken, met extra aandacht voor de Brusselaar die niet de klassieke media volgt. Wellicht is uw beslissing om enkel in het Nederlands en het Frans te communiceren ingegeven door de taalwetgeving, maar tijdens de coronapandemie communiceerde Brussel ook in andere talen dan de landstalen.
Zult u ook een Engelse vertaling toevoegen aan de website verkiezingen.brussels en dan met name aan het onderdeel voor buitenlandse kiezers? Wat zult u doen om die website te promoten? Welke promotie zult u specifiek voor buitenlandse kiezers opzetten?
Welke ondersteuning biedt u met uw administratie aan gemeenten om met buitenlandse kiezers te communiceren? Welke andere kanalen zult u inzetten om buitenlandse kiezers te bereiken en hen aan te zetten zich te registreren op de kiezerslijst?
Mme Els Rochette (Vooruit.brussels).- Le 12 janvier, Bruxelles Pouvoirs locaux a mis en ligne un nouveau site, elections.brussels, afin d'informer les citoyens sur les élections communales du 13 octobre. Le site contient une rubrique pour les électeurs étrangers, mais celle-ci n'est malheureusement disponible qu'en français et en néerlandais.
Lors du vote sur les recommandations de la commission spéciale Covid-19, nous étions tous d'accord sur l'importance de communications publiques compréhensibles pour tous, et donc multilingues. Nous avions également convenu de miser sur des canaux non conventionnels.
Ajouterez-vous une traduction anglaise au site elections.brussels, en particulier pour la rubrique destinée aux électeurs étrangers ? Que ferez-vous pour promouvoir ce site, et plus spécifiquement auprès des électeurs étrangers ?
Quel soutien offre votre administration aux communes pour communiquer avec les électeurs étrangers ? Quels autres canaux emploierez-vous pour encourager les électeurs étrangers à s'inscrire sur les listes électorales ?
De heer Bernard Clerfayt, minister.- Het gewest zal geen Engelstalige versie van zijn informatiewebsite over de verkiezingen maken. Het spreekt voor zich dat organisaties die bijdragen aan een vlot verloop van de verkiezingen, dat in andere talen dan het Frans of het Nederlands mogen doen. Engels, Arabisch, Turks: de organisaties mogen zelf kiezen welke talen ze hanteren om zich tot de burger te richten.
Naar de informatiewebsite verkiezingen.brussels wordt verwezen via de communicatiekanalen van Brusselse verenigingen, de Brusselse gemeenten en mijn kabinet. Bewustmakingsprojecten van verenigingen worden via de website gedeeld.
De gemeenten kunnen de website gebruiken, net als een demovideo van de diensten waarin wordt uitgelegd hoe buitenlandse burgers zich als kiezer kunnen inschrijven. De infopagina van de Brusselse verkiezingswebsite voor buitenlandse burgers is bewust in bevattelijke en instructieve taal geschreven om de drempel om zich als kiezer te registreren, te verlagen.
Het gewest zal ook doorverwijzen naar de federale nota over de inschrijvingsprocedure voor niet-Belgen. Die nota is bedoeld voor de gemeenten. Voorts zal de administratie ook nieuwsbrieven verzenden, onder andere naar die gemeenten.
Het gewest rekent op verenigingen die subsidies ontvangen om andere communicatiekanalen in te zetten.
De verkiezingen van juni 2024 zullen in Brussel echter in de landstalen plaatsvinden, dus in het Frans en het Nederlands, niet in een andere taal. Het heeft dan ook weinig nut om de inschrijving te bevorderen door de informatie in andere talen aan te bieden, als wie zich inschrijft om te komen kiezen op het moment van de verkiezingen het Frans of het Nederlands moet beheersen.
In de federale taalwetten is bepaald dat de verkiezingen uitsluitend in de landstalen mogen plaatsvinden. Op federaal vlak is er tot nu toe geen aanpassing aan de taalwetten doorgevoerd. Het zou misschien zowel in Brussel als op federaal niveau een interessant debat kunnen vormen of er voor uiteenlopende aspecten aanpassingen aan de taalwetten nodig zijn. Dat neemt niet weg dat het Brussels Gewest de federale taalwetten moet naleven.
M. Bernard Clerfayt, ministre.- La Région ne réalisera pas de traduction anglaise de son site d'information sur les élections. Il va cependant de soi que les organisations qui contribuent au bon déroulement des élections peuvent, quant à elles, s'y employer dans d'autres langues que le français et le néerlandais.
Le site elections.brussels est relayé sur les canaux de communication des associations bruxelloises, des communes bruxelloises et de mon cabinet. Les projets de sensibilisation des associations sont également partagés sur le site internet.
La Région renverra également à la note fédérale sur la procédure d'inscription pour les non-Belges et l'administration enverra des lettres d'information, notamment aux communes. Par ailleurs, la Région compte sur les associations qui reçoivent des subsides pour employer d'autres canaux de communication.
Dès lors que, conformément à la législation linguistique fédérale, les élections de juin 2024 se dérouleront dans les langues nationales, il n'est guère pertinent de favoriser l'inscription en informant dans d'autres langues.
Mevrouw Els Rochette (Vooruit.brussels).- Ik betreur dat de openheid ontbreekt om toch voor een Engelse vertaling te zorgen. De configuratie van het Brussels Gewest is nu eenmaal helemaal anders dan die van de rest van het land. Hier wonen enorm veel personen van buitenlandse origine. Denk maar aan alle personen die bij de Europese instellingen werken. Als we de democratie in het gewest ten volle willen benutten, dan moeten we ervoor zorgen dat die grote groep niet-Belgen ook de kans krijgt om zijn zegje te doen bij de verkiezingen.
Het klopt weliswaar dat na de verkiezingen alles weer in het Frans en in het Nederlands verloopt. De grootste drempel op dit moment bestaat erin om zich in te schrijven en volledig te begrijpen wat de procedure precies inhoudt en wat de rechten en plichten zijn van personen die zich hebben ingeschreven.
Ik betreur dat, vooral omdat er tijdens deze regeerperiode een minister van Meertaligheid was en de regering zich had verbonden tot meertalige communicatie. Tijdens de coronacrisis bleek het overigens wel mogelijk om in andere talen te communiceren. Uitzonderlijke situaties rechtvaardigen dat.
Het verheugt me wel dat u zei dat verenigingen wel meertalig mogen communiceren. Hoe worden die daarin ondersteund?
Mme Els Rochette (Vooruit.brussels).- Je regrette le manque d'ouverture pour une traduction en anglais. La configuration de la Région bruxelloise est totalement différente du reste du pays. Il suffit de songer à toutes les personnes qui travaillent pour les institutions européennes. Le principal enjeu à ce stade est de s'inscrire et de bien comprendre la procédure, ainsi que les droits et devoirs des personnes inscrites.
Je le regrette d'autant plus que nous avons un ministre du Multilinguisme sous cette législature. Je me réjouis toutefois de savoir que les associations peuvent avoir une communication multilingue. Comment sont-elles soutenues en ce sens ?
De heer Bernard Clerfayt, minister.- Er werd een oproep gedaan om projecten voor te stellen en de regering heeft vervolgens een selectie gemaakt. Ik herinner me niet over hoeveel projecten het precies gaat, maar er zullen tal van verenigingen steun ontvangen om in bepaalde wijken of voor bepaalde doelgroepen of gemeenschappen bewustmakingscampagnes te organiseren, onder meer in het Spaans en in het Arabisch.
Mevrouw Els Rochette (Vooruit.brussels).- Kunnen we de lijst van de organisaties die gewestelijke steun ontvangen, ergens terugvinden?
De voorzitter.- Het gemakkelijkste is om daarover een schriftelijke vraag te stellen.
- Het incident is gesloten.
M. Bernard Clerfayt, ministre.- À la suite d'un appel à projets, le gouvernement a procédé à une sélection. Plusieurs associations recevront une aide pour organiser des campagnes de sensibilisation locales, notamment en espagnol et en arabe.
Mme Els Rochette (Vooruit.brussels).- Où pouvons-nous retrouver la liste des organisations qui bénéficient d'une aide régionale ?
M. le président.- Le plus simple est d'adresser une question écrite à ce sujet.
- L'incident est clos.
Question orale de Mme Aurélie Czekalski
à M. Bernard Clerfayt, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Emploi et de la Formation professionnelle, de la Transition numérique, des Pouvoirs locaux et du Bien-être animal,
concernant les infrastructures sportives en Région bruxelloise.
Mondelinge vraag van mevrouw Aurélie Czekalski
aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,
betreffende de sportinfrastructuur in het Brussels Gewest.
Mme Aurélie Czekalski (MR).- La Région bruxelloise a lancé un appel à projets en mars 2023 afin de financer la construction ou la rénovation d'installations sportives dans des quartiers moins bien dotés en infrastructures. Au terme de cet appel, dix-sept projets ont été sélectionnés pour un montant de 21 millions d'euros.
Les projets retenus concernent la construction de nouveaux pôles sportifs, d'espaces sportifs, de terrains de football et de gymnases. Ils sont répartis dans les différentes communes de la Région bruxelloise, avec une attention particulière portée aux quartiers les plus défavorisés. L'objectif de cette initiative est d'augmenter l'offre d'infrastructures sportives dans notre Région et de faciliter l'accès au sport pour tous, en particulier pour les populations les plus éloignées de la pratique sportive.
En parallèle, un cadastre du sport a vu le jour. Le site sport.brussels est accessible au grand public depuis le 14 juin 2022. Ce cadastre est basé sur la coopération, puisque ce sont les communes, les clubs et les associations qui ont encodé et mis à jour leurs données dans l'outil de gestion.
L’utilisation des infrastructures sportives des écoles est également à exploiter pour combler les lacunes. En effet, en dehors des heures scolaires, certaines plages horaires sont potentiellement disponibles pour élargir l’offre en salles de sport ou, in fine, développer des synergies. Ces mutualisations permettent d’éviter de surinvestir là où l’offre en infrastructures est abondante et de favoriser les investissements où se constatent des carences.
J’avais d’ailleurs interrogé le ministre-président en 2020, à la suite d'un rapport sur le sujet en Région wallonne. À la demande du ministre chargé des infrastructures sportives au sein du gouvernement wallon, un rapport avait été présenté par trois députés au Parlement wallon, à savoir Hervé Cornillie (MR), Thierry Witsel et Christophe Clersy. Il s’agissait du rapport introductif sur l’utilisation des infrastructures sportives scolaires, dont le but est d’explorer l’utilisation des infrastructures sportives au sein des écoles.
Nous sommes tous convaincus qu'il faut investir dans l'avenir des jeunes. Les infrastructures sportives, cela fait du bien au corps et à l'esprit.
Quel est le calendrier prévisionnel de réalisation des différents projets ?
Quel est le bilan du cadastre du sport ?
Parallèlement, la Région bruxelloise a lancé des appels à projets relatifs à l’utilisation des infrastructures sportives après les cours dans les établissements scolaires. Quel en est le bilan ? Quels sont les contacts avec vos collègues du gouvernement bruxellois, de la Cocof, de la Fédération Wallonie-Bruxelles et du gouvernement wallon concernant l’utilisation des infrastructures sportives au sein des écoles après les cours ?
Quelles sont les autres mesures prévues par le gouvernement bruxellois pour promouvoir le sport à Bruxelles ?
Enfin, comment le gouvernement entend-il lutter contre l'inégalité d'accès aux infrastructures sportives et promouvoir la pratique sportive auprès des publics les plus éloignés du sport ?
Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Om sporten voor iedereen toegankelijk te maken, deed het gewest in maart 2023 een projectoproep voor de uitbouw van sportinfrastructuur in wijken waar daar een tekort aan is. Er werden zeventien projecten geselecteerd voor in totaal 21 miljoen euro, voor nieuwe sportcentra en -ruimten, voetbalvelden en gymnastiekzalen.
Ook is sinds 14 juni 2022 op de website sport.brussels een sportinventaris te vinden, die gevoed wordt door de gemeenten en de verenigingen.
Om enkel in nieuwe infrastructuur te investeren waar dat echt nodig is, is het aangewezen om buiten de schooluren de infrastructuur van scholen te benutten. Daarover stelde ik al in 2020 een vraag aan de minister-president.
Wat is het tijdpad voor de genoemde projecten?
Hoe evalueert u de sportinventaris?
Het gewest deed ook projectoproepen voor het naschoolse gebruik van sportinfrastructuur van scholen. Wat is het resultaat daarvan? Welke contacten hebt u daarover met uw collega's van de Brusselse regering, de Cocof, de Franse Gemeenschap en de Waalse regering?
Welke andere maatregelen neemt de Brusselse regering om sporten te bevorderen en sportinfrastructuur met name toegankelijk te maken voor mensen voor wie sport ver van hun bed is?
M. Bernard Clerfayt, ministre.- Je ne reviendrai pas sur l'intérêt de la pratique sportive, ni sur l'importance de garantir à toutes les catégories de population l'accès, à proximité, à un sport correspondant à leurs besoins, ni sur tous les enjeux positifs du sport dans la société. Nous sommes tous d'accord avec cela.
Vous m'interrogez dans le cadre de mes compétences en tant que ministre chargé du subventionnement des infrastructures sportives communales. Cette compétence est jointe à celle du ministre de tutelle chargé du financement des communes, des travaux subsidiés et des travaux que les communes effectuent dans leurs infrastructures sportives communales.
Sous l'angle du sport, cette compétence peut sembler très éclatée, parce qu'elle dépend des Communautés, à savoir de la Communauté flamande et de la Communauté française, qui l'a déléguée à la Cocof. Le sport peut être considéré sous différents angles. Au niveau de la Région bruxelloise, cet angle est celui de la programmation urbanistique et de l'aménagement du territoire. C'est la raison pour laquelle perspective.brussels, l'organe de coordination de l'aménagement du territoire, a été chargé par le gouvernement de dresser un cadastre du sport, en vue de localiser les équipements de sport, par catégorie.
Pour ma part, j'interviens dans le cadre de l'ordonnance du 31 mai 2018 sur le financement des infrastructures sportives communales, qui prévoit que les communes introduisent des demandes pour des projets. La Région opère une sélection des projets potentiellement subventionnables, que les communes mettent ensuite en œuvre après avoir obtenu une promesse d'octroi de subside, celui-ci étant versé au fur et à mesure de l'avancement et de la finition du projet en question.
Le gouvernement a validé à deux reprises, dans le cadre de cette ordonnance, des projets d'infrastructures sportives communales : le 15 décembre 2022, avec une sélection de dix-sept projets, et une seconde fois le 7 décembre 2023, avec dix-sept autres projets. Les deux appels à projets représentent plus de 100 millions d'euros de subsides aux communes, qui couvrent une bonne part du coût d'aménagement de ces infrastructures sportives communales.
De heer Bernard Clerfayt, minister.- Sport valt in principe onder de bevoegdheid van de gemeenschappen, maar aangezien stedenbouw en ruimtelijke ordening gewestbevoegdheden zijn, kon de regering perspective.brussels een inventaris van sportinfrastructuur laten opstellen.
Mijn eigen bevoegdheid betreft de subsidies voor gemeentelijke sportinfrastructuur, op basis van de ordonnantie van 31 mei 2018, die bepaalt dat gemeenten subsidieaanvragen kunnen indienen voor projecten, waaruit het gewest dan een selectie maakt.
Dat heeft het gewest twee keer gedaan: op 15 december 2022 keurde het zeventien projecten goed, op 7 december 2023 zeventien andere, voor in totaal 100 miljoen euro aan subsidies.
Les demandes d'octroi de subsides pour les projets sélectionnés, avec les montants exacts, doivent être introduites par les communes au plus tard le 31 décembre 2024. Une fois obtenu l'accord de principe, il faut encore développer le projet, estimer précisément le coût des travaux, obtenir le permis, etc. Les subsides seront accordés dans les 50 jours qui suivent la réception de la demande complète d'octroi. Jusqu'ici, seuls trois projets ont obtenu un subside. Les demandes pour les autres projets seront introduites dans le courant de l'année, je l'espère.
S'agissant des délais de liquidation des subsides, le bénéficiaire dispose de 180 jours à dater de la réception de la décision d'octroi pour transmettre au gouvernement copie de la notification de la commande des travaux à l'adjudicataire. Le gouvernement dispose à son tour de 180 jours à partir de la réception de ladite notification pour verser au bénéficiaire une avance de 50 % du montant du subside. Le solde est liquidé dans les 180 jours suivant la réception provisoire du décompte final complet et des pièces justificatives.
Le cadastre du sport susmentionné, dressé par perspective.brussels et actualisé sur la base des informations collectées par les opérateurs présents sur le territoire régional, est un outil destiné avant tout aux citoyens. Il leur permet de découvrir des infrastructures à proximité de leur domicile, dont ils ne connaissaient pas l'existence ou les conditions d'accès. Tout le monde peut consulter ce cadastre régional, y rechercher un club, une infrastructure, des activités sportives à proximité. Il propose des filtres selon la discipline sportive recherchée, la commune ou le type d'aménagement. En 2023, il comptabilisait 89.000 visiteurs, soit plus de 200 par jour. Il rend donc un service efficace d'information, là où le citoyen devait naguère effectuer des recherches dans les multiples pages internet des organisations, sites sportifs ou communes qui proposent de telles activités.
Ensuite, ce cadastre sert d'outil d'analyse pour la Région. Le recensement des infrastructures sportives constitue une base de données qui permet aux acteurs publics de connaître et d'apprécier l'offre en infrastructures sportives. Par exemple, lorsque mon cabinet examine les demandes des communes, ce cadastre lui permet d'accorder la priorité, conformément à l'ordonnance, aux quartiers qui disposent de moins d'infrastructures et de diversifier l'offre sportive dans les quartiers.
Grâce à cet outil, la Société d'aménagement urbain, dans le cadre de projets régionaux de développement, et perspective.brussels, dans le cadre de projets d'aménagement urbain, peuvent se faire une idée de la nécessité de réserver des espaces pour de futurs aménagements sportifs. Songeons aux plans d'aménagement directeurs ou encore aux plans particuliers d'affectation du sol.
Nadat een project geselecteerd is, moet de gemeente uiterlijk op 31 december 2024 de gedetailleerde subsidieaanvragen indienen, waarna de subsidies binnen de vijftig dagen worden toegekend. Op heden hebben nog maar drie projecten hun subsidieaanvragen goedgekeurd gekregen.
De begunstigde beschikt na die goedkeuring over 180 dagen om de regering een kopie van de kennisgeving van de bestelling van de werkzaamheden te bezorgen. Vervolgens moet de regering binnen de 180 dagen de helft van het subsidiebedrag uitkeren en de andere helft binnen de 180 dagen na de voorlopige ontvangst van de volledige eindafrekening en de bewijsstukken.
De genoemde sportinventaris is in de eerste plaats bedoeld om burgers te helpen vlot informatie over sportinfrastructuur en -activiteiten in hun buurt te vinden. In 2023 waren er 89.000 bezoekers, meer dan tweehonderd per dag. Tegelijk vormt hij een analyse-instrument dat het gewest zicht geeft op de bestaande sportinfrastructuur, zodat we bij het beoordelen van aanvragen van gemeenten prioriteit kunnen geven aan wijken of sporttakken die nog maar weinig aan hun trekken kwamen. De informatie helpt bovendien de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting en perspective.brussels om te weten waar ze in hun planning best ruimte vrijhouden voor toekomstige sportinfrastructuur.
Le cadastre a été très utile dans le cadre du plan triennal d'investissement sportif (PTIS), pour recenser les infrastructures sportives scolaires. Il a servi à l'élaboration d'analyses territoriales, telles que les contrats de rénovation urbaine.
S'agissant de l'utilisation des infrastructures sportives d'établissements scolaires, cette compétence relève des compétences du ministre-président, qui a appelé certaines écoles à ouvrir leurs infrastructures à leur quartier. Cette politique est également suivie par le gouvernement.
Pour le reste, dans sa réponse, le ministre-président a notamment dressé un inventaire de tout ce qui a été mis en œuvre au travers des appels à projets. Il en ressort qu'une dizaine d'écoles ont participé aux contrats école.
Vos troisième et quatrième questions relèvent des compétences communales ou communautaires (promotion de la pratique d'activités sportives, etc.) et non des compétences régionales. Toutefois, dans le cadre de son champ d'action très restreint, le gouvernement bruxellois peut mettre en avant différentes initiatives pour encourager la pratique du sport.
Ainsi dans le cadre du PTIS 2021-2023 dédié aux infrastructures sportives communales, les appels à projets du 1er mars 2023 et du 7 juillet 2022 prévoient une majoration des subsides pour les projets répondant à des critères d'inclusivité, comme prévoir des créneaux horaires spécifiques pour les sportifs de plus de 60 ans, viser des quartiers moins bien dotés d'infrastructures sportives selon le cadastre des sports ou encore améliorer l'accessibilité aux sportifs porteurs d'un handicap. Cette majoration, qui peut aller jusqu'à 20 %, constitue pour les communes un réel incitant à développer une offre sportive adaptée à ces publics et quartiers particuliers.
Enfin, une enveloppe de 750.000 euros dédiée aux projets visant à améliorer l'accessibilité des infrastructures communales aux personnes à mobilité réduite sera ajoutée aux critères prioritaires de sélection des projets liés à la dotation triennale d'investissement en infrastructures sportives. Les crédits seront accordés uniquement aux communes qui s'engagent à développer l'accessibilité des infrastructures aux personnes en situation de handicap.
Il est évident que l'initiative relève des communes. Ne disposant pas des compétences en la matière, la Région ne pourra pas se substituer à une commune qui n'a pas l'intention ou les moyens de développer des infrastructures sportives, ou qui aurait d'autres priorités, serait défaillante, n'obtiendrait pas le permis d'urbanisme, ne respecterait pas le calendrier, ne suivrait pas un projet avec la diligence nécessaire, etc.
Depuis longtemps déjà, Bruxelles Pouvoirs locaux publie en toute transparence, sur son site, un rapport annuel avec la liste de tous les projets sportifs, et même un rapport décennal reprenant l'ensemble des projets qu'elle subsidie.
Voor het gebruik van sportinfrastructuur van scholen is de minister-president bevoegd. Hij heeft sommige scholen gevraagd hun infrastructuur open te stellen voor hun wijk. Hij heeft ook een overzicht gemaakt van de projectoproepen voor zulk naschools gebruik van schoolsportinfrastructuur. Kennelijk heeft een tiental scholen deelgenomen aan de schoolcontracten.
Hoewel het een bevoegdheid van de gemeenten en de gemeenschappen is om sportbeoefening en gelijke toegang tot sportinfrastructuur voor iedereen te bevorderen, heeft het gewest binnen zijn beperkte bewegingsruimte verschillende initiatieven genomen.
Zo kent het driejarige sportinvesteringsplan 2021-2023 gemeenten verhoogde subsidies toe voor projecten uit de projectoproepen van 1 maart 2023 en 7 juli 2022 die aan inclusiecriteria voldoen, zoals aparte tijdsblokken voor 60-plussers, een verbeterde toegankelijkheid voor sporters met een handicap of een inplanting in wijken met weinig sportinfrastructuur.
Ook zal vanuit dat driejarige sportinvesteringsplan een extra bedrag van 750.000 euro worden toegekend aan gemeenten voor projecten die de toegankelijkheid van sportinfrastructuur voor personen met een beperkte mobiliteit verbeteren. Vanzelfsprekend kan het gewest gemeenten daar niet toe verplichten, aangezien het daar niet voor bevoegd is.
De website van Brussel Plaatselijke Besturen publiceert sinds lang een jaarlijks rapport over de sportprojecten die het subsidieert, en ook een tienjaarlijks rapport over alle projecten.
Mme Aurélie Czekalski (MR).- Merci pour votre réponse très complète et pour votre introduction didactique sur la compétence du sport dans notre pays. Cette compétence est complexe dès lors qu'elle est fragmentée, j'en suis bien consciente. J'espère qu'à l'avenir, l'efficacité des politiques menées primera.
Vous avez évoqué trois projets lancés à ce stade. J'ignore s'ils sont mentionnés sur le site de Bruxelles Pouvoirs locaux. Quels sont-ils ?
Le fait que le cadastre du sport, cet outil pour les citoyens, comptabilise 200 visiteurs par jour est une information positive. Je comptais vous interroger sur la communication autour de son site, mais j'entends qu'il fonctionne plutôt bien. Il faut encourager la diffusion de cette information.
S'agissant de la mutualisation des infrastructures sportives dans les écoles, il faudrait ouvrir les portes des établissements en dehors des heures scolaires lorsque cette option est envisageable. Il est vrai que cela demande parfois des adaptations logistiques. Pour les écoles où une telle mesure n'est pas possible, nous devrions examiner la manière d'améliorer la situation.
Disposez-vous de la liste des écoles de la Région bruxelloise qui ouvrent leurs portes en dehors des horaires habituels ? Si nécessaire, j'adresserai une question écrite à ce sujet au ministre-président.
Je ne peux que vous encourager dans votre démarche. Je sais que la Région ne peut se substituer aux communes, mais elle peut parfois les inviter à avancer dans ce domaine, même en l'absence de dépôt de projets.
Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Er zijn dus drie projecten ingediend? Over welke projecten gaat het? Staan ze op de website van Brussel Plaatselijke Besturen?
Ik wilde u vragen naar de communicatie rond de sportinventaris, maar die lijkt goed bekend, aangezien ze 200 keer per dag wordt geraadpleegd. We moeten de verspreiding van die informatie blijven aanmoedigen.
Het delen van sportfaciliteiten buiten de schooluren vereist soms logistieke aanpassingen. Voor scholen waar dat niet mogelijk is, moeten we kijken hoe we de situatie kunnen verbeteren. Hebt u een lijst van scholen die hun deuren buiten de normale schooluren openen? Zo nodig stel ik daarover een schriftelijke vraag aan de minister-president.
M. Bernard Clerfayt, ministre.- Les trois projets qui ont obtenu un subside sont ceux de Berchem-Sainte-Agathe, pour la rénovation et la création des sanitaires et vestiaires de son centre sportif ; Saint-Gilles, pour la rénovation et la restauration de la piscine Victor Boin - ce projet était depuis longtemps en préparation, ce qui explique qu'il avance très vite ; et Uccle, au centre sportif de Neerstalle, pour le remplacement du revêtement semi-synthétique par un autre, 100 % synthétique.
Deux dossiers sont en cours d'instruction : pour Watermael-Boitsfort, construction de deux terrains de padel couverts et d'un terrain de basket ; et pour Evere, aménagement de deux terrains de padel en lieu et place d'un terrain de tennis à l'arrière de la piscine du centre sportif Triton.
Le site sport.brussels recense 1.719 clubs sportifs en Région bruxelloise et 1.158 infrastructures. Une infrastructure sportive peut regrouper des aménagements sportifs comme un terrain, parfois d'accès libre, ou une salle de sport. Sur la totalité des infrastructures sportives, 27 % sont publiques, 42 % sont scolaires et 31 % sont privées, dans le sens où elles sont contrôlées, par exemple, par des communes. Parmi les 293 infrastructures publiques, on distingue celles qui sont en accès libre, celles qui sont communales, avec un accès réglementé par la commune, et les autres.
Les 178 infrastructures en accès libre sont gratuites d'utilisation et accessibles à tous. Elles sont principalement gérées soit par les communes, soit par Bruxelles Environnement - si elles se trouvent à l'intérieur de parcs ou d'espaces verts. Il y a 104 infrastructures communales, les communes ouvrant des plages horaires pour des clubs, associations ou groupes sportifs. Et les 11 autres infrastructures sont gérées par d'autres institutions, par exemple l'Adeps.
Je dispose également d'une liste des quartiers où le cadastre des sports indique qu'il y a un plus grand déficit sportif. Sont visés les quartiers suivants :
- Bizet, Roue et Ceria à Anderlecht ;
- le site Josaphat à Schaerbeek ;
- le contrat de rénovation urbaine n° 7 autour de la gare du Midi ;
- le contrat de rénovation urbaine n° 8 Stephenson-Reine ;
- et le territoire Nord, à cheval sur Bruxelles, Saint-Josse-ten-Noode et Schaerbeek.
Même s'il est reconnu que ces quartiers manquent d'infrastructures sportives, il n'est pas toujours aisé de modifier la situation, car ils sont très densément bâtis, les espaces non bâtis y sont rares et ne peuvent pas toujours être privatisés pour la fonction sportive.
De heer Bernard Clerfayt, minister.- De drie gemeenten die subsidies kregen, waren Sint-Agatha-Berchem, voor sanitaire voorzieningen en kleedkamers in het sportcentrum, Sint-Gillis, voor de renovatie van het zwembad Victor Boin, en Ukkel, voor een synthetische vloer in het sportcentrum Neerstalle.
Twee projecten worden momenteel nog onderzocht: de aanleg van twee indoor padelbanen en een basketbalveld in Watermaal-Bosvoorde en de aanleg van twee padelbanen in Evere.
Op de website sport.brussels staan 1.719 sportclubs en 1.158 sportfaciliteiten, waarvan 27% openbaar is, 42% voor scholen en 31% privé, Bij de 293 openbare voorzieningen wordt een onderscheid gemaakt tussen de voorzieningen met vrije toegang, de gemeentelijke voorzieningen en de overige voorzieningen.
De 178 vrij toegankelijke voorzieningen worden voornamelijk beheerd door de gemeenten en Leefmilieu Brussel. Er zijn 104 gemeentelijke voorzieningen, waarbij de gemeenten tijdsblokken openstellen voor clubs, verenigingen of sportgroepen. De overige 11 voorzieningen worden beheerd door andere instellingen, zoals Adeps.
De wijken met volgens het sportregister het grootste tekort aan sportvoorzieningen zijn Bizet, het Rad en Coovi in Anderlecht, Josaphat in Schaarbeek, Zuidstation, Stephenson-Koningin en de Noordwijk. Het is niet altijd gemakkelijk om de situatie te veranderen, omdat die wijken zeer dicht bebouwd zijn.
Il y a aussi des sites avec d'autres fonctions récréatives, comme les parcs, les espaces verts et les lieux de promenade. Les aménagements sont toujours plus compliqués dans ces quartiers-là, et aussi souvent plus chers pour les communes. Il faut tenir compte de toutes ces circonstances difficiles qui ne permettent pas de rattraper, aussi aisément que souhaité, les inégalités existantes sur le territoire.
- L'incident est clos.
Ook in parken, groene ruimten en wandelzones is het altijd ingewikkelder en vaak duurder om sportfaciliteiten te creëren. Daardoor verloopt het wegwerken van de ongelijkheden in het gewest niet altijd zo vlot als we zouden willen.
- Het incident is gesloten.