Schriftelijke vraag betreffende de controle op de bewoonbaarheid van woningen.
- Indiener(s)
- Pepijn Kennis
- aan
- Nawal Ben Hamou, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 333)
Datum ontvangst: 24/09/2020 | Datum publicatie: 09/11/2020 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 09/11/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
01/10/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Zoals u ongetwijfeld weet, is er in november 2019 een Brusselse Burgerassemblee opgericht door Agora. De eerste taak van deze Assemblee was het identificeren van de thema's waaraan de uitgelote Brusselaars zouden werken. Er is gekozen voor het thema huisvesting. Deze Brusselse Burgerassemblee werkt al maanden aan concrete voorstellen om de huidige situatie te verbeteren. In de loop van hun beraadslagingen zijn er bepaalde vragen gerezen over de leegstaande gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het gaat meer specifiek over de controle op de bewoonbaarheid van woningen en het gevolg dat hieraan wordt gegeven. Door het werk van de actoren in het veld hebben we op sommige van deze vragen een antwoord gevonden. Op volgende vragen vonden wij echter geen antwoord. Graag krijgen wij van u de cijfers hieromtrent van 2015 tot en met de meest recent beschikbare cijfers. - Hoeveel klachten over onbewoonbaarheid of ongezonde woonsituaties werden ingediend in de voorbije jaren? Gaat dit in stijgende of dalende lijn? Hoeveel controles volgden hierop? - Hoeveel controles werden proactief uitgevoerd, dwz zonder voorafgaande klacht van een huurder, maar bijvoorbeeld door externe observatie van de diensten zelf? - Hoeveel van alle controles leidden tot een veroordeling of een uitspraak van onbewoonbaarheid? - Welke andere uitspraken en welk gevolg van deze uitspraken? - Wanneer er een klacht komt over de onbewoonbaarheid of over ongezonde situaties in woningen, hoe lang duurt het tot een effectieve controle wordt uitgevoerd? - Hoe lang duurt het desgevallend tot er een rechtszaak van komt en er gevolg wordt gegeven aan de uitspraak van de rechter? - Gaat het gewest na een uitspraak van een rechter stelselmatig over tot controle van naleving van deze uitspraak, bijvoorbeeld over het reglementair maken van de woning? Hoeveel van dergelijke controles werden uitgevoerd? Wat is het resultaat hiervan? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord | Van 2015 tot 2019 bedroeg het aantal ingediende klachten per jaar:
De DGHI heeft de afgelopen vijf jaar dus gemiddeld 509 klachten per jaar geregistreerd. Van 2015 tot 2019 bedroeg het aantal onderzoeken per jaar, voor alle soorten dossiers samen:
Als we kijken naar de onderzoeken is er sinds 2016 sprake van een voortdurende en aanzienlijke toename. Deze toename houdt rechtstreeks verband met het feit dat het aantal inspecteurs de afgelopen vier jaar is toegenomen van 7 tot 11. Onderstaande tabel herneemt het aantal geopende initiatievendossiers per jaar, van 2015 tot 2019:
Het aantal gevallen waarin een verhuurverbod werd opgelegd tussen 2015 en 2019 bedroeg jaarlijks:
De meest voorkomende beslissing is een ingebrekestelling na een eerste bezoek. De verhuurder heeft dan 12 maanden de tijd om het goed in overeenstemming te brengen met de normen en riskeert een verhuurverbod als het goed niet conform is binnen de termijn. De DGHI kan ook geldboetes opleggen. Deze boetes worden voornamelijk opgelegd omwille van technische bevindingen, maar kunnen ook worden gebruikt om de niet-naleving van een vervuurverbod te bestraffen. Bovendien kan de DGHI een woning ook conform verklaren, hetzij na een ingebrekestelling die inmiddels van de baan is, hetzij na een aanvraag voor het bekomen van een conformiteitscontroleattest met het oog op het opheffen van een verhuurverbod. De gemiddelde tijd tussen het indienen van een klacht en het bezoek bedraagt twee maanden. Deze termijn varieert echter per seizoen. Er moet worden opgemerkt dat er in de winter meer klachten worden ingediend, waardoor de wachttijd in de winter over het algemeen langer is dan in de zomer. De menselijke middelen zijn ook een bepalende factor voor deze wachttijd. De procedures die door de Brusselse Huisvestingscode zijn ingesteld, zijn louter administratief. Er moet echter op worden gewezen dat de DGHI af en toe bezoeken aflegt als expert, op verzoek van het parket van de Procureur des Konings of van de politie, in het kader van vermoedens van inbreuken door "huisjesmelkers" (artikel 433decies van het Strafwetboek). In deze situaties dient de DGHI een verslag in met een fotoreportage over de staat van het gebouw en de aanwezige gebreken. In de afgelopen jaren is het aantal bezoeken in dit verband toegenomen tot:
|