Présidence : M. Rachid Madrane, président.
Voorzitterschap: de heer Rachid Madrane, voorzitter.
Commission des finances : réunion du 13 décembre 2021
Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende "de uitvoering van de Brusselse relanceprojecten in het kader van de Europese faciliteit voor herstel en veerkracht".
Demande d'explications de Mme Cieltje Van Achter
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du développement territorial et de la rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional,
concernant "la mise en œuvre des projets de relance bruxellois dans le cadre de la facilité européenne pour la reprise et la résilience".
Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Tijdens de begrotingsbesprekingen kreeg ik al een aantal antwoorden op mijn vraag van twee maanden geleden, maar zou u ons toch een stand van zaken van het dossier kunnen geven?
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt 395 miljoen euro subsidies uit de Europese Recovery and Resilience Facility om dertien herstelprojecten te financieren. Tot nu toe heeft de regering weinig informatie vrijgegeven over de uitvoering van die projecten. We vernamen via de pers dat België in augustus een eerste schijf van 770 miljoen euro heeft ontvangen. Welk deel van dat bedrag voor Brussel is bestemd, blijft onduidelijk. Welke projecten prioritaire investeringen genieten eveneens. De regering moet niet wachten op de Europese subsidies alvorens in actie te komen.
In Vlaanderen is er sinds september een uitgebreide monitoringsnota over het herstelplan Vlaamse Veerkracht. In die nota staat een gedetailleerd overzicht van de voortgang van alle Vlaamse herstelprojecten. De Brusselse regering heeft nog niet in dezelfde mate transparantie verschaft, terwijl dat toch nuttig zou zijn.
Wat is de stand van zaken in de uitvoering en voortgang van de dertien Brusselse relanceprojecten? Welke acties zijn al van start gegaan? Voor welke projecten zijn er al aanbestedingsprocedures opgestart? Wat zit er de komende maanden aan te komen?
Minister Gatz gaf een overzicht van de subsidies die Brussel per jaar en per project zou ontvangen, maar we weten niet welke voorwaarden de Europese Unie stelt om de bedragen vrij te geven. Voor Smart Move is er bijvoorbeeld in 2021 nog steeds 42,8 miljoen euro, terwijl minister Gatz met de Europese Commissie wil bespreken om het project wat uit te stellen na het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Welk bedrag gaat er dit jaar dan daadwerkelijk naar de invoering van Smart Move?
Beschikt de Brusselse regering over een algemeen, alomvattend document waarin de voortgang van de verschillende projecten wordt bijgehouden? Wordt dat document gepubliceerd?
Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- La Région de Bruxelles-Capitale a obtenu 395 millions d’euros de la facilité pour la reprise et la résilience afin de financer treize projets de relance. En août, une première tranche de 770 millions d’euros a été versée à la Belgique. Quelle sera la part de la Région dans ce montant ? Quels investissements seront prioritaires ? Cela n’est pas clair. La Flandre s’est, quant à elle, montrée plus transparente à cet égard.
Où en sont les treize projets de relance bruxellois ? Quelles actions ont déjà été entreprises ?
Le ministre Gatz a énuméré, pour chaque année et chaque projet, les subsides que Bruxelles devrait recevoir, mais nous ignorons à quelles conditions. Ainsi, un montant de 42,8 millions d’euros est prévu pour Smart Move en 2021, alors que le ministre a proposé le report de ce projet à la suite de l’avis de l’Autorité de protection des données. Qu’en est-il ?
Le gouvernement bruxellois dispose-t-il d’un document récapitulant l’avancement de tous les projets ?
Kunnen we voor het einde van het jaar nog een overzicht krijgen? In tegenstelling tot Vlaanderen heeft Brussel geen echt herstelplan en omvatten de Brusselse herstelmaatregelen ook geen nieuw beleid. De herstelmaatregelen die met Europese subsidies zullen worden gefinancierd, betreffen grotendeels maatregelen die al in het regeerakkoord stonden. Vanwaar die keuze? Wil dat zeggen dat er middelen zijn vrijgekomen voor andere investeringen?
Onlangs werd bekend dat België wellicht 1,35 miljard euro subsidie minder krijgt. Wat zijn de gevolgen daarvan voor de Brusselse herstelprojecten? Hebt u daarover al met de andere deelstaten gepraat? Hoe verlopen die gesprekken?
Uit discussies in het Vlaams Parlement leid ik af dat we pas in het voorjaar zullen weten hoeveel België minder krijgt. Krijgt elke deelstaat dan proportioneel minder? Schrapt u projecten of voert u ze toch allemaal uit door extra schulden aan te gaan?
Contrairement à la Flandre, les mesures de relance bruxelloises ne constituent pas vraiment une politique nouvelle : elles figurent déjà dans l’accord de majorité. Pourquoi ? A-t-on libéré des fonds pour d’autres investissements ?
On a récemment appris que la Belgique recevra sans doute 1,35 milliard d’euros en moins. Avez-vous discuté des conséquences avec les autres entités fédérées ? Allez-vous supprimer des projets ou les financer tous par un recours accru à l’endettement ?
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik zal eerst de financiële stromen in het kader van het Nationaal Plan voor herstel en veerkracht toelichten. De eerste schijf die België kreeg in het kader van de Recovery and Resilience Facility , bedroeg inderdaad 770 miljoen euro. Het Brussels Gewest ontving daarvan een deel dat overeenkomt met zijn gewicht in het totaal van de faciliteit, namelijk iets meer dan 51 miljoen euro. Dat bedrag is niet gekoppeld aan de uitvoering van een bepaald project. Vervolgens zullen de betalingen worden gespreid volgens een betalingsschema dat België en de Europese Commissie in overleg opstellen.
Wat de verslaggeving betreft, kan ik u verzekeren dat het Nationaal Plan voor herstel en veerkracht nauwgezet wordt gevolgd. Het gaat om drie afzonderlijke verslagen:
- een tweejaarlijks verslag met een algemeen overzicht van de vorderingen van de projecten en hervormingen;
- een verslag dat opgesteld wordt in het kader van het verzoek tot betaling dat bij de Europese Commissie wordt ingediend met gedetailleerde informatie die aantoont dat de mijlpalen en streefdoelen voor de desbetreffende periode werden behaald;
- een verslag over de gemeenschappelijke indicatoren om de effecten van het plan in cijfers te vertalen.
Voor elk van die verslagen zal de federale coördinatie door de FOD Beleid en Ondersteuning uitgaan van de informatie die de deelstaten verstrekken en er elementen over haar eigen projecten aan toevoegen. Dat moet telkens tweemaal per jaar gebeuren, volgens een tijdschema dat nog gevalideerd moet worden, eerst door de Europese Commissie en vervolgens interfederaal.
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La première tranche perçue par la Belgique au titre de son plan national pour la reprise et la résilience s’élève effectivement à 770 millions d’euros, dont un peu plus de 51 millions d’euros pour la Région bruxelloise. Ce montant n’est pas lié à l’exécution d’un projet déterminé.
Je peux vous assurer que des rapports sont établis : un rapport biennal avec une vue d’ensemble de l’avancement des projets et réformes ; un rapport accompagnant la demande de paiement à la Commission européenne, qui prouve la réalisation des objectifs pour la période concernée ; et un rapport sur les indicateurs communs.
Le SPF Stratégie et appui utilise les données fournies par les entités fédérées deux fois par an, d’après un calendrier devant être validé d’abord par la Commission européenne, puis au niveau interfédéral.
België en de Europese Commissie moeten het immers nog eens worden over de operationele regeling waarin de verplichtingen van de verschillende partijen binnen de Recovery and Resilience Facility in detail worden uitgewerkt.
België heeft in november een eerste tweejaarlijks verslag ingediend over alle doelstellingen waarvan de einddatum is bereikt of voor volgend jaar staat gepland. Alle Brusselse projecten die tegen het derde kwartaal van 2022 moeten zijn afgerond, liggen op schema.
Ik zal de stand van zaken in verband met de geconsolideerde streefdoelen en mijlpalen per project, zoals die aan de FOD Beleid en Ondersteuning en de Europese Commissie zijn doorgegeven, aan het commissiesecretariaat bezorgen. Het eerste Belgische betalingsverzoek komt er in 2022.
De herstelinitiatieven van de Brusselse regering heb ik al meermaals toegelicht, onder andere tijdens de presentatie van de algemene beleidsverklaring. Eerst en vooral hebben de economische crisis en de gezondheidscrisis verschillende van de geplande investeringsprojecten van het Brussels Gewest niet minder relevant gemaakt. Daarom hebben we ze in het Nationaal Plan voor herstel en veerkracht opgenomen.
Het bereikte begrotingsakkoord bewijst ook dat de Brusselse regering een investeringsregering blijft. De infrastructuurwerkzaamheden aan de metro en de aanpassingen om wegen verkeersluw te maken, worden voortgezet. De uitbreiding van het openbaar vervoer en de versnelde uitfasering van MIVB-bussen met een verbrandingsmotor zijn gewaarborgd. Daarnaast blijft de regering ook massaal investeren in de Brusselse klimaattransitie, met onder meer de isolatie van gebouwen, en in de economische transitie, door vaklui uit de bouwsector en de spelers van de kringloopeconomie bij Renolution te betrekken.
La Belgique a présenté un premier rapport biennal en novembre sur l’ensemble des objectifs prévus pour cette année ou l’année suivante. Tous les projets bruxellois devant être conclus pour le troisième trimestre 2022 sont dans les temps.
J’ai présenté à plusieurs reprises les initiatives de relance du gouvernement, entre autres lors de la déclaration de politique générale. Nos projets d’investissement gardent toute leur pertinence dans le contexte de la crise économique et sanitaire, raison pour laquelle nous les avons inclus dans le plan national. L’accord budgétaire prouve que nous continuons à investir, notamment dans la mobilité, avec les travaux du métro et l’achat de bus plus écologiques, et dans les transitions climatique et économique, avec l’isolation des bâtiments et la stratégie Rénolution.
Daarnaast zetten we de grote middelen in in de strijd tegen energie- en waterarmoede. Die thema's zijn tijdens de begrotingsbesprekingen in de commissie aan bod gekomen.
Er is nog niet beslist om de middelen eventueel te verminderen. Dat zullen we in het voorjaar bespreken, maar we zijn geen voorstander van een nieuwe discussie over deze materie.
Nous déployons aussi les grands moyens pour lutter contre la précarité énergétique et hydrique.
Au printemps, une réduction éventuelle des fonds pourra être envisagée, mais nous ne sommes pas favorables à une nouvelle discussion en la matière.
(poursuivant en français)
Je transmettrai les tableaux au secrétariat de la commission.
(verder in het Frans)
Ik bezorg de tabellen aan het commissiesecretariaat.
Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Het is goed dat u de tabellen bezorgt. Zo weten we ook wat u aan de Europese Commissie en aan de federale overheid hebt meegedeeld en kunnen we de ontwikkelingen volgen.
Het lijkt me inderdaad niet zinvol om opnieuw te onderhandelen over de verdeelsleutel. Zoiets kost veel energie. We zullen wel zien wat we proportioneel krijgen. Hopelijk moet het Brussels Gewest zelf niet te veel middelen in de begroting opnemen, waardoor de schuld nog meer oploopt. Het is ook jammer dat de Europese landen die het goed doen, in feite gestraft worden. Landen die goed begonnen zijn met hun herstel, krijgen dan achteraf de rekening gepresenteerd. Ik betreur dat het op Europees niveau zo loopt.
Ik kom hier zeker op terug, want vooral over Smart Move blijf ik met vragen zitten. Zo is het me niet duidelijk wat er zal gebeuren met de camera's.
- Het incident is gesloten.
Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Il me semble en effet peu opportun et énergivore de renégocier la clé de répartition. Nous verrons bien les fonds que la Région bruxelloise obtiendra. Espérons qu’elle ne devra pas y aller de sa poche, car cela ne fera que creuser la dette.
Je reviendrai ultérieurement sur la question de Smart Move, car je n’ai pas eu de réponse.
- L'incident est clos.
Question orale de Mme Victoria Austraet
à M. Rudi Vervoort, ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du développement territorial et de la rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional,
concernant "les décisions de non-régularisation des personnes sans papiers qui avaient mené une grève de la faim".
Mondelinge vraag van mevrouw Victoria Austraet
aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,
betreffende "de beslissingen om de mensen zonder papieren die in hongerstaking waren gegaan, niet te regulariseren".
Mme Victoria Austraet (indépendante).- En juillet dernier, 470 personnes sans papiers décidaient de suspendre la grève de la faim qu’elles menaient depuis 60 jours sur des sites de l’ULB, de la VUB, ainsi que l’église du Béguinage. Pour rappel, l'Union des sans-papiers pour la régularisation (USPR), le collectif qui représente ces personnes, réclamait notamment au secrétaire d’État fédéral à l’asile et à la migration l’établissement de critères de régularisation clairs et la mise en place d’une commission de traitement des demandes de régularisation.
Si la suspension de l’action a été un soulagement pour l’état de santé de ces personnes, il n’a pas été question de véritable satisfaction, en l’absence d’engagement concret de la part du gouvernement fédéral, qui a même indiqué que "la politique de régularisation ne changerait pas". Le secrétaire d’État avait tout de même ouvert une petite fenêtre d’espoir laissant entrevoir des régularisations individuelles aux anciens grévistes, puisqu’il avait indiqué dans un communiqué qu’il donnait "la possibilité aux occupants de faire valoir des éléments d’ancrage, de vulnérabilité, de séjour, etc., permettant l’octroi d’un permis A via la procédure 9bis".
Cependant, trois mois plus tard, ce maigre espoir a été brisé pour la majorité des anciens grévistes. Comme l’a rapporté BX1, seuls cinq dossiers avaient en effet reçu une réponse positive sur les vingt déjà examinés par l’Office des étrangers en date du 28 octobre, soit au moment de la rédaction de la présente question.
Dans la plupart des cas, les personnes ont obtenu leur titre de séjour pour des raisons médicales. Outre la détresse qu’ils provoquent, ces refus massifs sont difficilement compréhensibles pour l’USPR et les personnes que le collectif représente. En outre, plusieurs de ces refus concernent des personnes sans papiers qui travaillent et habitent en Belgique depuis plus de dix ans. S'il ne s'agit pas là de formes d’ancrage dont le secrétaire d’État avait promis de tenir compte, nous ne voyons pas ce qu'il souhaiterait de plus.
Il affirme désormais que le permis de travail doit être obtenu avant l’entrée sur le territoire. Face à ces refus, les associations craignent une reprise de la grève de la faim par certaines personnes sans papiers. Si leur première action, l’été dernier, avait permis de visibiliser leur cause et leur vie dénuée de droits sociaux, il n’est pas acceptable que des personnes soient contraintes de mettre leur vie en danger pour espérer être entendues.
Mevrouw Victoria Austraet (onafhankelijke).- In juli 2021 beëindigden 470 mensen zonder papieren de hongerstaking die ze al zestig dagen voerden aan de ULB, de VUB en in de Begijnhofkerk. Hun voornaamste eisen waren dat de federale staatssecretaris voor Asiel en Migratie heldere criteria voor regularisatie zou opstellen en dat een commissie zich zou buigen over de regularisatieaanvragen.
Voor de gezondheid van de hongerstakers was het een goede zaak dat de actie werd opgeschort, maar de federale regering bleef bij haar standpunt. De staatssecretaris gaf wel een sprankeltje hoop toen hij zei dat elk dossier individueel zou worden bekeken en dat de hongerstakers via de procedure 9bis de kans kregen om hun lokale verankering, kwetsbare positie of verblijf aan te tonen.
Drie maanden later is die hoop vervlogen voor de meeste ex-hongerstakers. Tot nog toe reageerde de dienst Vreemdelingenzaken positief op vijf van de twintig onderzochte dossiers, meestal op medische gronden. Veel van die mensen wonen en werken al meer dan tien jaar in België. Hoezo zouden zij niet lokaal verankerd zijn? De staatssecretaris voor Asiel en Migratie beweert nu dat je een werkvergunning op zak moet hebben voordat je het land binnen mag. Er wordt gevreesd dat sommigen hun hongerstaking zullen hervatten.
M. le ministre-président, en juin dernier, faisant suite à une question orale que je vous avais adressée, vous me répondiez qu’un espace de dialogue interministériel avait été créé par le Comité de concertation sur la question de l'asile et de la migration. Des réunions ont-elles déjà eu lieu ?
Dans l'affirmative, l’établissement de critères clairs pour la délivrance des titres de séjour a-t-il été abordé, afin d’apporter davantage d’objectivité aux quelque 50.000 personnes sans papiers qui vivraient à Bruxelles ?
En juillet dernier, en réponse à une question d’actualité de Mme Lefrancq, vous indiquiez vouloir une solution humaine, face à une situation qui n'est plus tenable sur le plan institutionnel. Votre gouvernement a-t-il pu tenir cette position auprès de l'autorité fédérale ? Quelle a été sa réponse ?
Mijnheer de minister-president, in juni zei u dat de asiel- en migratiekwestie zou worden besproken door het Overlegcomité. Is dat al gebeurd? Is er al werk gemaakt van heldere criteria voor de toekenning van verblijfspapieren?
In juli zei u dat de situatie onhoudbaar werd en dat u een menswaardige oplossing wilde. Hebt u dat ook zo gezegd aan de federale overheid? Zo ja, hoe reageerde die?
M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La note adressée au Comité de concertation en février dernier évoquait déjà divers sujets, dont les compétences relatives au groupe vulnérable des mineurs étrangers non accompagnés (MENA). Elles sont réparties entre la tutelle, l'accueil et le droit de séjour. La bonne transition des réfugiés reconnus, depuis l'accueil matériel pendant la procédure d'asile jusqu'au marché du logement régulier, nécessite également un dialogue interfédéral.
Ces exemples, parmi d'autres, démontrent la nécessité d'une plateforme consultative où l'on puisse discuter soit de questions liées à des compétences communes à plusieurs entités, soit de thématiques pour lesquelles la coopération interfédérale peut conduire à un renforcement de la politique.
La conférence interministérielle a donc été créée et rassemble tous les représentants des gouvernements régionaux, communautaires et bicommunautaire. La première s'est tenue à la mi-novembre et a abordé le thème des MENA. Tant le gouvernement fédéral que les entités fédérées sont en effet responsables de leur accueil et de leur bien-être. Pour ce groupe cible, la conférence interministérielle s'est d'abord concentrée sur l'accueil des MENA, y compris - mais pas seulement - ceux qui demandent l'asile ou entament une procédure spéciale de séjour.
Une attention sera également accordée à des profils spécifiques, tels que les très jeunes mineurs ou les mineurs ayant un problème de drogue ou de trouble du comportement et pour lesquels un accueil adapté est nécessaire. La nécessité d'une possibilité de signalement ou d'accueil d'urgence, en dehors des heures de bureau, est également abordée.
S'agissant de l'activation de l'acquisition des compétences, des aspects partiels ont été discutés et devraient conduire à une meilleure activation des demandeurs d'asile et des primo-arrivants. Tant pendant la procédure de demande d'asile qu'après l'obtention du droit de séjour en Belgique, l'activation et le renforcement des compétences constituent une part importante du processus d'autonomisation et d'intégration d'une personne. Pendant la procédure d'asile, il est également possible de renforcer les compétences qui peuvent être utiles lorsqu'une personne retourne dans son pays d'origine, en cas d'issue négative de la procédure. Cela requiert une analyse plus approfondie.
De heer Rudi Vervoort, minister-president.- In de nota van februari die de Brusselse regering aan het Overlegcomité bezorgde, kaartten wij al verscheidene problemen aan, zoals de bevoegdheid over de kwetsbare groep van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Ook over een vlotte doorstroming van de erkende vluchtelingen moest er dringend samen worden gezeten.
Er werd een interministeriële conferentie in het leven geroepen. Die kwam midden november een eerste keer samen, over de niet-begeleide minderjarigen, een gedeelde verantwoordelijkheid van de federale overheid en de deelstaten. Later zal het nog gaan over specifieke profielen, zoals de groep van zeer jonge niet-begeleide vluchtelingen of minderjarigen met drugs- of gedragsproblemen. Er is alvast besproken dat ook buiten de kantooruren noodopvang mogelijk moet zijn.
Het opdoen van vaardigheden werd al voor een gedeeltelijk besproken. Het is de bedoeling om asielzoekers en nieuwkomers beter te integreren op de arbeidsmarkt. Activering en de versterking van hun vaardigheden zijn ontzettend belangrijk om op eigen benen te kunnen staan en zich te integreren, ook als de asielprocedure nog loopt. Nieuwe vaardigheden aanleren is van groot belang, ook als de asielaanvraag wordt geweigerd en een nieuwkomer moet terugkeren naar zijn land van herkomst.
Lors de la première réunion, la question de l'établissement de critères de régularisation pour les sans-papiers dans notre Région a été refusée par le niveau fédéral. Une autre réunion aura lieu la semaine prochaine, à l'occasion de laquelle nous reviendrons sur la question des MENA.
Néanmoins, nous n'avons pas attendu la première convocation de cette conférence interministérielle et avons interpellé le gouvernement fédéral au début du mois d'octobre dernier. Le gouvernement et le Collège réuni ont expliqué souhaiter des solutions humaines pour les sans-papiers se trouvant sur le territoire bruxellois, matière pour laquelle les autorités fédérales sont compétentes.
Le courrier en question évoquait les risques liés à la sécurité et à la santé des 150.000 sans-papiers présents en Région bruxelloise. Par cette lettre, le gouvernement bruxellois priait le gouvernement fédéral :
- d'organiser plus efficacement le retour des personnes déboutées de l'accès au territoire ;
- de créer un centre d'accueil et d'orientation pour les arrivants, en les orientant vers des procédures de régularisation juridique de leur séjour, en ce compris des itinéraires légaux pour l'accès au travail ;
- de renforcer le personnel de la police fédérale dans et autour des gares qui accueillent un grand nombre de personnes sans papiers, au sens large - y compris les sans-abri et les migrants en transit ;
- d'assurer la prise en charge financière des dépenses liées à l'hébergement et aux repas déjà consenties par la Région depuis 2019.
Comme nous l'avons toujours dit, nous sommes prêts à collaborer avec le gouvernement fédéral dans cette approche. Celui-ci nous a fait parvenir une réponse le 8 novembre dernier. Il y salue - c'est le moins qu'il puisse faire - le travail réalisé par la Cocom en ce qui concerne l'accueil des sans-abri sur notre territoire, mais se déclare incompétent pour l'accueil des personnes sans titre de séjour. Les autorités fédérales sont seulement compétentes pour les demandeurs de protection internationale sur la base de la loi du 12 janvier 2007. Le statut de sans-abri prime donc le statut administratif des personnes en question.
Tijdens de eerste vergadering weigerde de federale overheid in te gaan op het verzoek om regularisatiecriteria op te stellen. Volgende week komen we weer samen en zullen we het opnieuw hebben over niet-begeleide minderjarige vluchtelingen.
De Brusselse regering en het Verenigd College hebben begin oktober alvast bij de federale overheid aangedrongen op een menswaardige oplossing voor de 150.000 mensen zonder papieren op het Brusselse grondgebied.
In onze brief vragen we een efficiënter terugkeerbeleid voor uitgeprocedeerden, de oprichting van een onthaal- en doorverwijscentrum voor nieuwkomers, meer manschappen voor de federale politie in en rond de grote treinstations, en tot slot een terugbetaling van alle kosten voor opvang en maaltijden die het gewest sinds 2019 heeft gemaakt.
Wij hebben altijd gezegd dat we bereid zijn om samen te werken met de federale overheid. Op 8 november stuurde die ons een antwoord, waarin ze haar lof uitspreekt voor de opvang van daklozen door de GGC in Brussel, maar tegelijk verklaart ze zich onbevoegd voor de opvang van mensen zonder verblijfsvergunning. Ze is enkel bevoegd voor wie internationale bescherming heeft aangevraagd op grond van de wet van 12 januari 2007.
Le gouvernement fédéral s'est dit prêt à collaborer en invoquant la mise à disposition de l'équipe Reach Out de Fedasil, active autour de la gare du Nord, et chargée d'informer les migrants en transit de la possibilité d'entamer une procédure d'asile ou d'encadrement pour un retour volontaire.
Tel est l'état de ce dossier. De nombreuses discussions seront sans doute encore menées. S'agissant de cette situation, le gouvernement bruxellois a pris ses responsabilités depuis quelques années, car il considérait que l'intérêt des personnes et l'urgence primaient tout le reste. Cependant, nous observons que certains obstacles persistent au niveau fédéral. Nous ne renoncerons évidemment pas à la politique que nous menons actuellement.
Wel is ze bereid om samen te werken en stelt ze het team Reach Out van Fedasil ter beschikking. Met het project Reach Out worden transitmigranten geïnformeerd over de mogelijkheden om asiel aan te vragen of vrijwillig terug te keren.
Zo staat het voorlopig. Ongetwijfeld zullen er nog veel discussies volgen. De Brusselse regering neemt al een aantal jaar haar verantwoordelijkheid, maar we zien dat er weerstand blijft bestaan op het federale niveau.
Mme Victoria Austraet (indépendante).- Je vous remercie de m'avoir communiqué les détails de cette note adressée au Comité de concertation. Le dossier a bien évidemment évolué depuis la rédaction de ma question, et les collectifs de sans-papiers ont poursuivi leur action, notamment au travers du lancement d'une initiative citoyenne à la Chambre. Le gouvernement bruxellois s'est prononcé de façon claire sur ce dossier, et j'espère sincèrement qu'il pourra défendre sa position humaine auprès de l'autorité fédérale.
Parmi les nombreux éléments de votre réponse, je retiendrai surtout que la question de l'établissement de critères objectifs a été rejetée par l'autorité fédérale, ce qui me semble déplorable. J'espère vraiment que vous allez pouvoir garder le cap et continuer à influencer l'autorité fédérale dans le bon sens.
- L'incident est clos.
Mevrouw Victoria Austraet (onafhankelijke).- Sinds ik mijn vraag indiende, is er alweer een en ander veranderd en zetten de collectieven van de mensen zonder papieren hun acties voort. De Brusselse regering heeft een helder en menselijk standpunt ingenomen, dat ze hopelijk kan blijven verdedigen bij de federale overheid.
- Het incident is gesloten.
Traduction
Sync
Agenda
Orateurs