Logo Parlement Buxellois

Commission des Affaires économiques : réunion du 6 juillet 2022

09:03 § 101 → Vidéo
Partager

Deze tekst wordt nog aangevuld.

Ce texte sera complété sous peu.

Partager
09:03 § 103 → Vidéo
Partager

Voorzitterschap: de heer Michaël Vossaert, voorzitter.

Présidence : M. Michaël Vossaert, président.

Partager
09:04 § 105 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van mevrouw Soetkin Hoessen

aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

betreffende "de stand van zaken van de AI-projecten rond werk, administratieve vereenvoudiging en dierenwelzijn door het FARI-instituut".

Question orale de Mme Soetkin Hoessen

à M. Bernard Clerfayt, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'emploi et de la formation professionnelle, de la transition numérique, des pouvoirs locaux et du bien-être animal,

concernant "l'état d'avancement des projets d'IA de l'institut FARI dans le domaine du travail, de la simplification administrative et du bien-être animal".

Partager
09:04 § 107 → Vidéo
Partager

Mevrouw Soetkin Hoessen (Groen).- Het FARI-instituut, een onderzoeksinstelling van de VUB en de ULB, werd vorig jaar opgericht met 10 miljoen euro uit het Europese herstelplan. De missie en slogan van FARI is 'Artificial Intelligence for the Common Good'. De instelling volgt in haar onderzoekswerk een menselijke benadering, met een ethische en maatschappelijke insteek.

FARI zou de opdracht krijgen om artificiële intelligentie (AI) via allerhande projecten tot bij de burger te krijgen en zou bovendien zorgen voor de ontwikkeling van een Brusselse educatieve hub of een Artificial Intelligence Academy en een open ervaringscentrum rond robotica en data. Begin dit jaar kondigde u aan dat er vier concrete projecten aan FARI zijn toegewezen.

Het gaat om het ontwikkelen van een matchingtool tussen werkzoekenden en werkgevers, die Actiris kan gebruiken, de automatische controle van de online advertenties waarin dieren te koop worden aangeboden, de ontwikkeling van een test voor administratieve vereenvoudiging en de uitwerking van de grote lijnen van een gewestelijke strategie voor het gebruik van artificiële intelligentie door overheidsinstanties in het Brussels Gewest.

Wat is de stand van zaken van elk van de vier AI-projecten die aan FARI zijn toegewezen? Wat is de einddatum van elk project? Komt er een tussentijdse evaluatie en/of een eindevaluatie van elk project? Hoe wordt beslist of de ontwikkelde tools in gebruik blijven? Hoe worden de algoritmes die voor de projecten worden ontwikkeld, getraind en op bias getest? Hoe garandeert men dat de algoritmes voldoende eerlijk, transparant en verantwoordelijk functioneren en dat het hoe en waarom van de beslissing van een algoritme altijd duidelijk blijft?

Wordt de eindbeslissing genomen door het algoritme of door een medewerker? Laten we het voorbeeld van het Actirisproject nemen. Neemt een Actirismedewerker een besluit op basis van de berekeningen en voorstellen van het algoritme of wordt de beslissing van het algoritme direct aan werkzoekenden en werkgevers gecommuniceerd, zonder dat er een medewerker aan te pas komt?

Een van de lopende projecten is de voorbereiding van een gewestelijke strategie voor het gebruik van AI door de Brusselse overheid. Kunt u meer vertellen over de inhoud van die strategie? Welke projecten staan er nog op stapel voor FARI?

Mme Soetkin Hoessen (Groen).- Le FARI, un "institut d'intelligence artificielle pour le bien commun", a été créé l’an dernier au sein de la VUB et de l'ULB.

Il est censé mettre l'intelligence artificielle (IA) à la portée du citoyen via toutes sortes de projets et développer un pôle éducatif bruxellois ou une académie de l'intelligence artificielle et un centre d'expérience ouvert sur la robotique et les données. En début d'année, vous avez annoncé que quatre projets concrets lui avaient été confiés : le développement d'un outil de mise en relation entre les demandeurs d'emploi et les employeurs, le contrôle automatique des annonces en ligne proposant des animaux à la vente, le développement d'un test de simplification administrative et l'élaboration des grandes lignes d'une stratégie régionale pour l'utilisation de l’IA par les organismes publics.

Où en sont ces projets ? Quand seront-ils terminés ? Y aura-t-il une évaluation intermédiaire et/ou finale de chaque projet ? Comment les algorithmes sont-ils testés pour éviter les biais ? Comment s'assurer qu'ils fonctionnent de manière équitable, transparente et responsable ?

La décision finale est-elle prise par l'algorithme ou par un employé ? Pouvez-vous nous en dire plus sur la stratégie régionale d'utilisation de l'IA par l'administration bruxelloise ? Quels sont les autres projets du FARI ?

Partager
09:07 § 111 → Vidéo
Partager

De heer Bernard Clerfayt, minister.- De regering steunt FARI met middelen van het Europese herstelplan Next Generation EU. Daarnaast ondersteunt mevrouw Trachte het project met 6 miljoen euro (in het kader van haar bevoegdheid voor innovatie) en bied ik 4 miljoen euro (in het kader van mijn bevoegdheid voor digitale transformatie).

Een eerste project van FARI betreft de samenwerking met Actiris om tot een betere afstemming tussen de jobaanbiedingen en de werkzoekenden te komen. Dat project wordt afgerond en de ontwikkeling wordt momenteel getest.

In het kader van een tweede project, dat rond administratieve vereenvoudiging draait, wil FARI een digitale gegevensbank voor wetgeving opzetten. Dat project loopt nog.

Een derde project gaat over dierenwelzijn. Het technische gedeelte daarvan is in ontwikkeling, net als de herziening van de juridische strategie op basis waarvan de regels worden vastgelegd voor de publicatie op websites.

Ten slotte is er nog het project in verband met de gewestelijke strategie voor de ontwikkeling van artificiële intelligentie (AI). Het verslag over dat project is in voorbereiding.

Ik verwacht binnenkort voor alle projecten een projectverslag. De geplande einddatum van alle onderzoeksprojecten is eind juli. Op basis van de verslagen zal ik beslissen welk gevolg er aan elk project wordt gegeven.

M. Bernard Clerfayt, ministre.- Le gouvernement soutient le FARI avec les moyens du plan de relance européen Next Generation EU. Le premier projet, en cours de finalisation, vise, en collaboration avec Actiris, une meilleure adéquation entre les offres et les demandes d'emploi.

Dans le cadre du projet relatif à la simplification administrative, toujours en cours, le FARI entend créer une base de données numérique pour la législation.

Le troisième projet porte sur le bien-être animal. La partie technique est en cours d'élaboration, tout comme la révision de la stratégie juridique qui fixera les règles de publication sur les sites web.

Enfin, il y a le projet sur la stratégie régionale pour le développement de l'intelligence artificielle.

Les rapports sur ces projets devraient m’être remis sous peu et tous les projets devraient être achevés d'ici la fin du mois de juillet.

Partager
09:09 § 113 → Vidéo
Partager

Dankzij de bestuurlijke procedures vonden er regelmatig evaluaties plaats. Aan elk project namen regelmatig FARI-onderzoekers, FARI-coördinatoren en vertegenwoordigers van de overheidsdiensten en de betrokken kabinetten deel. Er werd ook een stuurcomité opgericht, dat bestond uit de FARI-coördinatoren en vertegenwoordigers van het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest en Innoviris.

In de tweede helft van het jaar zal voor elk project een eindevaluatie worden uitgevoerd. Daarbij zal worden nagegaan of de ontwikkelde instrumenten in het Brussels Gewest kunnen worden toegepast. Om te bepalen of een project kan worden voortgezet, wordt er gekeken naar de mate waarin het ontwikkelde instrument is afgestemd op de betrokken administratie en naar het budget dat vereist is om het in de IT-omgeving van de overheidsdiensten te integreren.

De algoritmen die in het kader van de drie technische proefprojecten werden ontwikkeld, zijn niet gemaakt om beslissingen te nemen. Om iets te bekrachtigen of om actie te ondernemen is er immers menselijke tussenkomst vereist.

Voor de transparantie heeft het FARI-instituut voorzien in duidelijke documentatie over zijn werking. Dat aspect maakt ook deel uit van de toekomstige gewestelijke strategie voor het gebruik van AI door de Brusselse overheid: gewestelijke projecten waarbij algoritmen en AI betrokken zijn, dienen voldoende eerlijk, verantwoordelijk en transparant te zijn.

De AI-projecten die we ontwikkelen, en meer in het bijzonder het project in verband met werkzoekenden, zijn erop gericht het relationele aspect te optimaliseren. Contact leggen blijft een menselijk proces en zal nooit geautomatiseerd worden.

Des évaluations ont eu lieu de manière régulière. Pour chaque projet, il a été fait appel à des chercheurs et des coordinateurs du FARI et à des représentants des services publics et des cabinets concernés. Un comité de pilotage a également été mis en place.

Au second semestre, une évaluation finale sera effectuée pour chaque projet, afin de déterminer si les outils développés peuvent être utilisés à Bruxelles.

Les algorithmes développés dans le cadre des trois projets pilotes techniques n'ont pas été conçus pour prendre des décisions. Dans un souci de transparence, le FARI a fourni une documentation claire sur son fonctionnement.

Les projets d'IA que nous développons, en particulier celui lié aux demandeurs d'emploi, visent à optimiser l'aspect relationnel. La prise de contact reste un processus humain et ne sera jamais automatisée.

Partager
09:11 § 115 → Vidéo
Partager

Het proefproject ter voorbereiding van een gewestelijke strategie voor het gebruik van AI door de Brusselse overheid komt voort uit het besef dat de wereld snel verandert. Gezien de snelle technologische ontwikkelingen vond ik het belangrijk ethische, juridische en technische grondslagen vast te leggen voordat die technologieën op grote schaal worden toegepast.

De onderzoekers hebben een werkgroep opgericht bestaande uit leden van een twintigtal Brusselse administraties, instellingen van openbaar nut en lokale besturen en uit medewerkers van de ULB en de VUB. Het resultaat van die werkzaamheden moet leiden tot een lijst van concrete initiatieven om AI in de gewestelijke administraties toe te passen.

De lijst van projecten die samen met FARI worden opgezet, is terug te vinden in het Plan voor herstel en veerkracht. Er zijn nog geen beslissingen genomen voor de toekomst. Dat zal gebeuren na de evaluatie van de huidige projecten.

Compte tenu de l'évolution rapide de la technologie, j'ai estimé qu'il était important d'établir des bases éthiques, juridiques et techniques avant l'adoption généralisée des technologies d’IA.

Les chercheurs ont mis en place un groupe de travail chargé de dresser une liste d'initiatives concrètes pour appliquer l'IA dans les administrations régionales.

La liste des projets mis en place avec le FARI se trouve dans le plan de relance. Les décisions seront prises à l’issue de l'évaluation des projets en cours.

Partager
09:13 § 117 → Vidéo
Partager

Mevrouw Soetkin Hoessen (Groen).- Ik ben benieuwd wat er uiteindelijk uit de bus zal komen.

Het is goed om te horen dat men voor de beslissingen niet louter van de algoritmes zal uitgaan. Dat lijkt mij essentieel voor de werking van Actiris.

- Het incident is gesloten.

Mme Soetkin Hoessen (Groen).- Il est positif que les décisions ne soient pas basées uniquement sur des algorithmes.

- L'incident est clos.

Partager
09:15 § 123 → Vidéo
Partager

Demande d'explications de M. Gaëtan Van Goidsenhoven

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "l'annonce du patron de Leonidas relative à une probable délocalisation de l'usine en dehors de la Région bruxelloise".

Demande d'explications jointe de M. Sevket Temiz,

concernant "les sociétés qui quittent Bruxelles".

M. le président.- En l'absence de M. Gaëtan Van Goidsenhoven, sa demande d'explications est lue par M. David Weytsman.

Vraag om uitleg van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de aankondiging van de CEO van Leonidas over de waarschijnlijke verhuizing van de fabriek buiten het Brussels Gewest".

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Sevket Temiz,

betreffende "de bedrijven die Brussel verlaten".

De voorzitter.- Bij afwezigheid van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven, wordt zijn vraag om uitleg door de heer David Weytsman voorgelezen.

Partager
09:15 § 129 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- En 2018, l’entreprise Leonidas faisait part de sa volonté de déménager son usine, actuellement toujours située au boulevard Jules Graindor à Anderlecht, vers un autre lieu plus moderne et mieux adapté, qui offrirait davantage d’espace. En effet, la célèbre entreprise de chocolats souhaitait développer de nouvelles gammes de produits et augmenter sa capacité de production. L'entreprise était depuis lors à la recherche d’un terrain de plus de quatre hectares.

Comme vous l’aviez expliqué en mars 2020, plusieurs propositions ont été formulées à l’entreprise : le nouveau site Darwin à Ganshoren, le site Bruxelles X, l’ancien site de Gallimard à Haren, le site de Schaerbeek-Formation, mais dans un futur indéterminé, étant donné le blocage du projet de développement.

Aucune de ces propositions n’a malheureusement permis de répondre aux besoins de l’entreprise : les terrains proposés étaient trop chers ou trop petits, ou ne convenaient pas à cause d'une incompatibilité de calendrier, comme dans le cas de Bruxelles Formation. Différents acteurs régionaux étaient impliqués dans ce dossier, dont citydev.brussels et le Conseil de coordination économique (CCE).

En avril 2020, le CCE a contacté Leonidas pour faire le point. En mars 2021, le patron de l'entreprise a annoncé qu’il prendrait la décision de construire une nouvelle usine ou de conserver l’actuelle en janvier 2022. Tout récemment, nous avons appris par la presse qu’un terrain a été acheté par l’entreprise à Nivelles et que celle-ci déciderait après l’été si elle y déplace ou non sa production.

De heer David Weytsman (MR).- In 2018 kondigde chocoladefabrikant Leonidas aan dat de fabriek zou verhuizen van de huidige vestiging in Anderlecht naar een nog te bepalen terrein van meer dan vier hectare, om haar productie te kunnen uitbreiden.

In maart 2020 meldde u dat er verschillende locaties aan het bedrijf waren voorgesteld, waarvan echter geen enkele voldeed.

Recent hebben wij via de pers vernomen dat Leonidas een stuk grond in Nijvel heeft aangekocht en dat het bedrijf na de zomer zal beslissen of het zijn productie naar die locatie verhuist.

Zo zou een vlaggenschip van onze economie, dat meer dan 300 mensen tewerkstelt, het gewest verlaten. Dat is bijzonder verontrustend.

Partager
09:17 § 131 → Vidéo
Partager

Dans ce contexte particulièrement inquiétant, j’aurais souhaité savoir comment ce dossier avait été pris en main ces deux dernières années. En effet, si l’entreprise ne souhaite pas quitter la Belgique, notamment en raison du savoir-faire de la main-d’œuvre, l’absence de solution satisfaisante proposée par le gouvernement bruxellois pour un nouveau site de production risque bien d'engendrer le départ de Leonidas hors d'Anderlecht et de la Région bruxelloise. Ce serait évidemment un très mauvais signal de voir un tel fleuron de notre économie, pourvoyeur de plus de 300 emplois au sein de l’usine, quitter notre Région.

Quelles sont vos informations précises concernant la possible délocalisation de Leonidas, dont l’éventualité semble malheureusement se confirmer, et concernant le nouveau site acquis par l’entreprise à Nivelles ?

Outre citydev.brussels et le CCE , quels autres acteurs régionaux sont-ils impliqués dans la recherche d’une solution ? De nouveaux espaces ont-ils été proposés à l’entreprise depuis lors ? Un nouveau dialogue avec l’entreprise a-t-il été entamé depuis cette dernière annonce ?

Enfin, si l’entreprise devait néanmoins quitter Bruxelles, des garanties existent-elles quant au maintien des employés locaux actuels ?

Hoe hebt u dit dossier de laatste twee jaar aangepakt? Welke gewestelijke partners, buiten citydev.brussels en de Raad voor Economische Coördinatie, werden bij de zoektocht naar een oplossing betrokken? Zijn er sinds maart 2020 andere locaties aan het bedrijf voorgesteld?

Wat weet u precies over de mogelijke verhuizing naar Nijvel? Biedt u garanties voor het behoud van de huidige jobs?

Partager
09:18 § 133 → Vidéo
Partager

M. Sevket Temiz (PS).- La très célèbre chocolaterie Leonidas envisage de quitter son emblématique usine d’Anderlecht afin de s’installer à Nivelles. Plusieurs entreprises bruxelloises décident, malheureusement, de quitter la capitale pour s'implanter en dehors de la Région bruxelloise.

Indépendamment des raisons invoquées par Leonidas, il serait intéressant de comprendre le cheminement qui pousse cette société à vouloir quitter Bruxelles depuis 2018. Nous devons aussi nous inquiéter de l’avenir incertain de ses employés. En effet, bon nombre d’entre eux sont des ouvriers peu qualifiés, voire non qualifiés. Ceux-ci sont généralement moins mobiles en raison de facteurs indépendants de leur volonté, notamment l'accessibilité et le coût du transport.

En raison de la flambée du prix des carburants, les indemnités de déplacement vers le lieu de travail deviennent un élément déterminant pour les travailleurs, qui ont de plus en plus de mal à boucler les fins de mois. Malheureusement, ces indemnités sont paramétrées en début d’année et plafonnées.

Quelles sont les raisons exactes du départ potentiel de sociétés historiquement bruxelloises, qui expriment aujourd'hui le désir de quitter la capitale ? Combien d’entreprises bruxelloises ont déjà quitté notre territoire pour s’installer dans d’autres Régions ?

Quel sera l'impact sur l'emploi du potentiel départ de Leonidas ? Combien d’emplois seront supprimés et combien seront préservés ?

Confirmez-vous, comme l'ont déjà signalé certaines entreprises, que les problèmes de mobilité bruxellois poussent certaines sociétés à quitter Bruxelles ? A contrario, combien de sociétés non bruxelloises viennent s’installer dans la capitale ?

De heer Sevket Temiz (PS).- Als Leonidas verhuist, is de toekomst van de werknemers onzeker. Het gaat vaak om laaggeschoolde arbeiders, die minder mobiel zijn, vooral wegens de hoge transportprijzen. De verplaatsingsvergoedingen zijn voor hen een bepalend element, maar die worden bij het begin van het jaar vastgeklikt.

Hoeveel arbeidsplaatsen zouden er verdwijnen en hoeveel zouden er behouden blijven?

Wat zijn de precieze beweegredenen voor historische Brusselse bedrijven om het gewest te verlaten? Kunt u bevestigen dat sommige dat doen wegens de mobiliteitsproblemen? Hoeveel bedrijven hebben die stap al gezet?

Hoeveel bedrijven van buiten het gewest komen zich in Brussel vestigen?

Partager
09:20 § 135 → Vidéo
Partager

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Je vais me permettre d'intervenir en mon nom propre depuis le siège du président.

Comme mes collègues, je suis inquiet de voir la presse faire régulièrement état de départs d'entreprises historiquement installées en Région bruxelloise. Outre le départ de Leonidas, il y a eu celui du siège social de Delhaize, qui a quitté Molenbeek-Saint-Jean pour s'installer en proche périphérie flamande.

Il importe de comprendre les raisons de ces départs et d'objectiver la situation. S'agit-il de problèmes d' accès à des terrains, de mobilité, d'accessibilité ou encore de qualification des travailleurs ? Disposez-vous déjà d'éléments de réponse ?

M. Temiz a insisté sur les flux d'entreprises : combien y a-t-il eu d'entrées et de sorties ces dernières années ? Une évolution se dessine-t-elle et, si oui, de quelle nature est-elle ? Comment répondre de manière structurelle à ces flux entrants et sortants et à leurs motivations ?

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- Graag neem ik in eigen naam het woord vanaf de voorzittersstoel.

Waarom trekken zo veel bedrijven weg uit Brussel? Willen ze goed bereikbare bedrijfsgronden vinden, de mobiliteitsproblemen vermijden of beter geschoolde werknemers vinden?

Hoeveel bedrijven zijn er de jongste jaren naar Brussel gekomen en hoeveel hebben er Brussel verlaten? Welk structureel antwoord hebt u op die bewegingen?

Partager
09:22 § 139 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Je commencerai par répondre aux questions qui concernent l'entreprise Leonidas avant d'aborder la question plus large des délocalisations d'entreprises depuis notre capitale.

En ce qui concerne Leonidas, j'aimerais d'abord souligner à quel point il est important de conserver sur notre territoire des entreprises historiques qui contribuent au rayonnement non seulement de notre capitale, mais aussi de notre pays à l'étranger. Pour ce faire, nous avons institué en Région de Bruxelles-Capitale un Conseil de coordination économique (CCE), qui réunit toutes les administrations qui ont des contacts - de près ou de loin - avec les entreprises, pour aborder ce que nous appelons les grands dossiers prioritaires.

Quand je dis "toutes les administrations", je vise bien entendu toutes celles qui s'occupent d'économie, mais aussi celles chargées de l'urbanisme, de l'emploi, de l'aménagement du territoire ou de l'environnement. Il s'agit, en résumé, de toutes les administrations et para-administrations qui ont un lien avec les entreprises et avec lesquelles nous nous penchons, lors des réunions, sur des cas spécifiques déterminés au préalable.

Les entreprises en question peuvent être des entreprises pourvoyeuses d'emploi, des entreprises qui contribuent à l'image de Bruxelles, des entreprises qui sont pionnières dans des modèles économiques durables, ou tout cela à la fois. Elles peuvent être sujettes à un risque de délocalisation ou encore confrontées à une quelconque difficulté avec une administration bruxelloise.

Nous profitons d'ailleurs de la porte d'entrée que constitue le service 1819 et des problèmes qu'il nous relaye pour en discuter avec l'ensemble des administrations présentes. Nous nous penchons tantôt sur des dossiers spécifiques, tantôt sur des sujets particuliers, tels que l'occupation temporaire.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Om historische bedrijven in het gewest te houden, hebben wij de Raad voor Economische Coördinatie (REC) opgericht, die alle administraties die in contact staan met bedrijven, samenbrengt: niet alleen die inzake economische aangelegenheden, maar ook die inzake stedenbouw, tewerkstelling, ruimtelijke ordening en leefmilieu. Het secretariaat van de REC wordt door hub.brussels verzorgd.

De REC buigt zich over grote prioritaire dossiers, die we selecteren op basis van criteria als jobcreatie, bijdrage tot het imago van Brussel en pionierswerk inzake duurzaamheid. De problemen van de bedrijven kunnen een risico op delokalisatie betreffen, de contacten met een gewestelijke administratie en zo meer.

Binnen de REC bespreken we ook bedrijfsoverschrijdende problemen. Sommige daarvan worden via de dienst 1819 gemeld.

Partager
09:24 § 141 → Vidéo
Partager

Leonidas fait bien sûr partie depuis longtemps des grands dossiers prioritaires, avant même le début de cette législature. L'entreprise est suivie de près par les équipes de hub.brussels, puisque cette agence assure le secrétariat du CCE.

Depuis le début de la crise du Covid-19, des contacts réguliers ont eu lieu entre le CCE et Leonidas. Une rencontre s'est tenue chaque trimestre : mai 2020, octobre 2020, novembre 2021, mai 2022. Ces rencontres ont permis de faire le point sur les conséquences de la crise sanitaire pour l'entreprise et ses activités. Y ont notamment été abordés la production, les détaillants, l'e-commerce, la situation à l'international et dans les aéroports. En 2022, ces contacts ont principalement porté sur les répercussions de la crise en Ukraine et de la crise énergétique.

Lors de ces entretiens, la question du futur site bruxellois a bien entendu été abordée. Nous l'avions déjà traitée auparavant, comme l'a rappelé M. Weytsman. Plusieurs pistes sont à l'étude et un déménagement en Région bruxelloise ou hors de notre Région est en effet envisagé.

D'après les dernières informations reçues par citydev.brussels et hub.brussels, le conseil d'administration de Leonidas s'est prononcé en faveur de l'acquisition d'un terrain, de préférence en pleine propriété, et pour un budget assez limité (environ 50 euros/m² à l'achat).

Hélas, vu ce budget limité et les besoins en matière d'espace (environ 4 ha), aucune des implantations proposées par citydev.brussels n'a pour l'instant répondu parfaitement aux attentes de Leonidas. Parmi les options mises sur la table figuraient le site Darwin à Ganshoren, le bâtiment Bruxelles X de bpost situé boulevard Industriel ou Schaerbeek-Formation. Par ailleurs, comme vous le savez, le prix au mètre carré et les surfaces disponibles en Région de Bruxelles-Capitale ne sont pas comparables à ce que l'on peut trouver ailleurs.

Leonidas vormt al van in het begin van de regeerperiode een van die grote prioritaire dossiers. Sinds het begin van de covidcrisis organiseerden we elk trimester een vergadering (in mei 2020, oktober 2020, november 2021 en mei 2022), in de eerste plaats om de gevolgen van de covidcrisis te bespreken, en vervolgens ook die van de Oekraïne- en de energiecrisis.

Op die vergaderingen kwam natuurlijk ook de zoektocht naar een nieuw terrein ter sprake. Leonidas overweegt inderdaad een verhuizing naar een andere plek binnen of buiten het gewest. Het wil een stuk grond aankopen van zo'n vier hectare voor ongeveer 50 euro per vierkante meter.

Jammer genoeg beantwoordt geen van de terreinen die citydev.brussels heeft voorgesteld aan de verwachtingen van Leonidas. De hoge grondprijs in Brussel is zeker een van de redenen.

Behalve citydev.brussels, dat instaat voor de huisvesting van de bedrijven, hebben ook de Haven van Brussel en de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting naar een oplossing gezocht.

Partager
09:27 § 143 → Vidéo
Partager

Citydev.brussels a par ailleurs réalisé une expertise du site actuel de Leonidas en vue d'une éventuelle acquisition afin d'équilibrer l'équation financière mais ce projet n'a pas abouti.

Outre citydev.brussels, qui s'occupe de l'hébergement des entreprises, toutes les administrations participant au CCE peuvent être impliquées dans la recherche de solutions. En l'occurrence, le Port de Bruxelles et la Société d'aménagement urbain participent à l'élaboration de propositions.

À ce stade, aucune décision concernant la délocalisation de Leonidas n'a été communiquée. La société a toutefois précisé aux équipes de hub.brussels qu'elle comptait informer les autorités de sa décision d'ici la fin de l'année 2022. D'ici là, nous poursuivons bien évidemment nos recherches et continuons de faire des propositions à Leonidas.

Concernant ses employés, Leonidas nous a déjà fait savoir que, quelle que soit l'option retenue, elle souhaitait conserver son personnel, qui est d'ailleurs hautement qualifié et familiarisé avec le travail. Reste la question de leur déplacement si l'usine s'installe en dehors de la Région.

Concernant les entreprises qui quittent Bruxelles pour les deux autres Régions, ce n'est pas un fait nouveau. L'Institut bruxellois de statistique et d'analyse et Statbel publient régulièrement des données statistiques sur les migrations régionales des entreprises en Belgique ainsi que le nombre de créations, de cessations, de faillites et d'unités locales d'établissement. Vous trouverez les chiffres précis dans mes réponses aux questions écrites n°465 de M. Vossaert et n° 495 de Mme Zamouri.

Het bedrijf zal tegen eind 2022 zijn beslissing over een eventuele delokalisatie bekendmaken. In afwachting blijven wij voorstellen doen. Leonidas wil zijn werknemers behouden, die overigens hoogopgeleid zijn en hun werk goed kennen. Als het bedrijf vertrekt, blijft wel de vraag hoe zij zich zullen verplaatsen.

De precieze cijfers van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse en Statbel over de intergewestelijke migratie van bedrijven vindt u terug in mijn antwoorden op de schriftelijke vragen 465 van de heer Vossaert en 495 van mevrouw Zamouri. Hoewel meer bedrijven het gewest verlaten dan er zich komen vestigen, stijgt het aantal Brusselse bedrijven jaar na jaar. Dat komt doordat er meer bedrijven worden opgericht dan er de boeken neerleggen.

Partager
09:29 § 145 → Vidéo
Partager

Malgré le solde migratoire négatif, le nombre d'entreprises augmente chaque année à Bruxelles, grâce à un solde de création nette, ce qui signifie que la différence entre le nombre de créations d'entreprises et le nombre de cessations est positive.

Le dynamisme entrepreneurial de Bruxelles est donc fort, notamment parce qu'elle est la capitale du pays, qu'elle compte un grand nombre de jeunes ainsi que des universités et des hautes écoles. Elle voit par conséquent de nombreuses créations d'entreprises, d'indépendants, de start-up, de spin-off, etc.

Tous nos dispositifs de soutien à l'entrepreneuriat, notamment des jeunes, fonctionnent à plein. Les demandes sont plus nombreuses que les offres disponibles.

Différentes raisons peuvent expliquer pourquoi certaines entreprises quittent Bruxelles pour la Flandre ou la Wallonie. Si des constantes reviennent d'une entreprise à l'autre, chaque situation particulière mérite d'être analysée.

Parmi les différentes raisons figure celle que nous venons de citer pour Leonidas, à savoir la disponibilité de terrain et le prix du foncier, qui est plus élevé à Bruxelles, en raison de la densité de notre Région et de l'exiguïté du territoire. Ces contraintes pèsent sur les entreprises en croissance, et ce d'autant plus sur un territoire qui connaît un dynamisme entrepreneurial fort, des créations d'entreprises et la présence de start-up qui, par définition, grandissent.

Une start-up créée à Bruxelles qui veut croître a besoin d'un espace qu'il est plus difficile de trouver en Région de Bruxelles-Capitale, et s'installera dès lors en Flandre ou en Wallonie. Les autres Régions profitent du dynamisme bruxellois et l'appellent parfois même de leurs vœux.

Het gewest kent een sterke ondernemingsdynamiek, mede dankzij de steunmaatregelen van de regering, die uiteindelijk de economie van het hele land ten goede komen.

Tot de redenen voor het vertrek van ondernemingen uit het gewest behoren de beschikbaarheid en betaalbaarheid van bedrijfsterreinen. Jammer genoeg is de grondprijs in ons gewest hoog, doordat ons grondgebied klein en dichtbebouwd is. Een Brusselse start-up die wil groeien, zal de nodige ruimte daarvoor gemakkelijker in Vlaanderen of Wallonië vinden. Die gewesten profiteren van onze ondernemingsdynamiek.

Dezelfde redenen die bedrijven uit Brussel doen vertrekken, trekken er andere aan. Zo gaat de mobiliteitssituatie ook gepaard met een goede bereikbaarheid.

Partager
09:32 § 147 → Vidéo
Partager

Il est important de souligner que, chaque année, en dépit du solde migratoire négatif, des entreprises décident de s'installer délibérément en Région de Bruxelles-Capitale, et ce, pour de multiples raisons. Parfois, des aspects qui font fuir certaines entreprises en attirent justement d'autres. La question de la mobilité, par exemple, est mise en avant par certaines sociétés pour justifier le fait qu'elles quittent notre territoire, alors que d'autres sociétés citeront comme avantages l'accessibilité de Bruxelles et les nombreuses connexions internes et externes qu'offre la capitale.

Pour l'ensemble des données chiffrées, je vous renvoie aux réponses fournies aux différentes questions écrites qui m'ont déjà été posées sur le sujet.

Chaque dossier est spécifique et dépend de multiples facteurs. Dans un certain nombre de cas, il s'agit de grands dossiers prioritaires qui sont examinés en tant que tels. Mais nous étudions aussi des situations plus générales, non liées à une entreprise en particulier.

Par ailleurs, il arrive souvent que les entreprises quittent Bruxelles parce qu'elles s’agrandissent. Étant donné que notre territoire est petit et dense, et vu le prix élevé du foncier, cette évolution est, malheureusement, assez logique.

Enfin, dans une capitale aussi jeune que la nôtre, qui compte de nombreuses universités et hautes écoles et qui connaît un certain dynamisme entrepreneurial, notre rôle est aussi de favoriser la création de nouvelles entreprises, qui contribuent ensuite à l'économie de l'ensemble de notre pays.

Partager
09:34 § 149 → Vidéo
Partager

M. Sevket Temiz (PS).- Je me réjouis du fait que hub.brussels a pris contact avec Leonidas, étant donné que la commune d'Anderlecht avait adopté une motion en ce sens afin d'éviter le départ de l'entreprise.

Le départ des entreprises de la Région bruxelloise est une réalité. Je ne suis donc pas d'accord avec certaines de vos réponses.

S'agissant des entreprises qui viennent s'installer en Région bruxelloise, disposez-vous de chiffres relatifs à la création d'emplois ?

Depuis 2018, avez-vous pu convaincre des entreprises de ne pas quitter la Région bruxelloise grâce aux incitants énoncés ?

De heer Sevket Temiz (PS).- Het is goed dat hub.brussels het dossier van Leonidas volgt.

U lijkt wat licht te tillen aan het vertrek van zoveel bedrijven uit het gewest.

Kunt u cijfers geven over de jobcreatie bij de bedrijven die zich hier komen vestigen? Hebt u sinds 2018 bedrijven kunnen tegenhouden om Brussel te verlaten?

Partager
09:35 § 151 → Vidéo
Partager

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Je constate que la création d'entreprises et le développement de l'esprit d'entreprendre sont présents à Bruxelles. Des structures existent pour accompagner les jeunes, hommes et femmes, qui veulent se lancer comme indépendants et créer leur propre entreprise, des start-up et des scale-up notamment, qui deviendront progressivement des petites et moyennes entreprises. Les PME sont le cœur de notre économie puisqu'elles représentent presque 90 % du paysage économique bruxellois.

Interrogeons-nous plutôt sur le solde migratoire négatif, et surtout sur les entreprises de plus grande taille, installées depuis plusieurs années à Bruxelles qui, par manque de perspectives, risquent de quitter la Région. Vous avez évoqué le prix du foncier et la possibilité d'extension ; j'ajouterai l'accessibilité, la mobilité ainsi que la simplification administrative, les démarches dans les administrations et l'accès aux permis, notamment. D'autres éléments, qui impliquent le niveau fédéral, sont aussi à prendre en considération.

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- We moeten stilstaan bij het negatieve migratiesaldo. Vooral grotere ondernemingen die al lang in Brussel gevestigd zijn, verlaten het gewest. Naast de grondprijs en de uitbreidingsmogelijkheden spelen daarbij ook de bereikbaarheid, de mobiliteit en de nood aan administratieve vereenvoudiging (met name inzake vergunningen) een rol.

Partager
09:37 § 153 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Je confirme que, sans surprise, la question des permis est effectivement régulièrement abordée dans le cadre du Conseil de coordination économique (CCE), tant de manière abstraite que concrète. Tout comme la question des chantiers, le sujet est régulièrement soulevé par les entreprises.

Concernant les types d'entreprises qui entrent et sortent, je vous invite à consulter notre source, à savoir les statistiques de l'Institut bruxellois de statistique et d'analyse et de Statbel. Si vous ne trouvez pas ces données, adressez-vous à M. Clerfayt, pour ce qui concerne l'emploi, ou à moi-même. Nous tâcherons de vous répondre.

Enfin, la question pouvant être élargie à souhait, je vous invite également à lire les mesures de la stratégie de transition économique Shifting Economy dont le nom commence par "Favor". Il s'agit de mesures visant à professionnaliser l'écosystème d'accompagnement de l'entrepreneuriat à Bruxelles, notamment pour soutenir le dynamisme que j'évoquais. Vous avez d'ailleurs vous-mêmes cité certaines de ces mesures. Cela vous donnera une vision plus globale de ce qui est fait actuellement sur notre territoire pour soutenir le dynamisme entrepreneurial.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- De kwestie van de vergunningen komt bij de Raad voor Economische Coördinatie inderdaad geregeld ter sprake.

Voor informatie over het type ondernemingen dat Brussel verlaat of binnenkomt, verwijs ik naar het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse en Statbel. Vindt u daar het antwoord niet, dan zullen collega Clerfayt of ikzelf u helpen.

Ik verwijs ook naar een reeks maatregelen uit de strategie voor economische transitie, die als doel hebben de begeleiding van ondernemingen te professionaliseren.

Partager
09:39 § 155 → Vidéo
Partager

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Le dynamisme et l'esprit d'entreprise sont bel et bien présents à Bruxelles. Pour nous, le principal est d'aider les sociétés installées à Bruxelles depuis de nombreuses années à préserver leur activité économique dans notre capitale, compte tenu des contraintes que vous venez de citer.

- Les incidents sont clos.

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- De regering moet ervoor zorgen dat bedrijven die sinds lange tijd in het gewest gevestigd zijn, er ook blijven.

- De incidenten zijn gesloten.

Partager
09:40 § 159 → Vidéo
Partager

Demande d'explications de Mme Fadila Laanan

à M. Bernard Clerfayt, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'emploi et de la formation professionnelle, de la transition numérique, des pouvoirs locaux et du bien-être animal,

et à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "la stratégie régionale de la transition économique".

Vraag om uitleg van mevrouw Fadila Laanan

aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

en aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de gewestelijke strategie voor economische transitie".

Partager
09:40 § 161 → Vidéo
Partager

Mme Fadila Laanan (PS).- Le groupe socialiste salue le travail que vos équipes et vous-même avez réalisé pour concevoir la stratégie Shifting Economy 2022-2030, la toute nouvelle stratégie régionale de transition économique.

Le passage d’un modèle économique traditionnel à un modèle exemplaire sur les plans tant social qu’environnemental était, en effet, absolument nécessaire. Le dérèglement climatique s’est amorcé et nous devons nous y adapter en atténuant les effets de nos modes de production, de consommation et d’échange grâce à une stratégie régionale bruxelloise.

C’est donc chose faite et mon groupe y souscrit dans sa globalité. Au parlement, il contrôlera d’ailleurs avec vigilance la conception et la mise en œuvre de cette stratégie, ainsi que les effets concrets de certaines de ses mesures sur la vie de nos concitoyens. Nous devons en effet nous assurer que cette transition économique bénéficie à tous. Il est dès lors primordial de la conjuguer avec le progrès social.

Le document reprenant la stratégie de transition économique de la Région bruxelloise comprend plusieurs sous-sections. Avec ma question, j’aimerais attirer votre attention sur le cadre général de ladite stratégie, les instruments économiques et la gouvernance. J’y ajouterai des remarques transversales.

Au point "Exemplarité publique", vous déclarez que les pouvoirs publics doivent eux-mêmes se montrer exemplaires et vous énoncez une série de mesures pour y parvenir, comme transformer les métiers pour faciliter la transition économique des entreprises.

Mevrouw Fadila Laanan (PS).- De PS-fractie is bijzonder ingenomen met de gloednieuwe gewestelijke strategie voor economische transitie Shifting Economy.

De verschuiving van een traditioneel economisch model naar een sociaal en ecologisch voorbeeldig model is absoluut noodzakelijk. De klimaatverandering noopt ons ertoe om onze productie-, consumptie- en uitwisselingsmethoden aan te passen.

De PS-fractie zal de uitvoering van de strategie niettemin aandachtig volgen, want de economische transitie moet iedereen ten goede komen en gepaard gaan met sociale vooruitgang.

De strategie bevat een aantal globale principes. Zo stelt u dat de overheid een voorbeeldfunctie moet vervullen en dat de beroepen moeten worden omgevormd om de economische transitie van de ondernemingen te vergemakkelijken.

Partager
09:42 § 163 → Vidéo
Partager

Le point "Renforcement des guichets d’économie locale" (dans l’axe 1 "Créer un environnement favorable à l’entrepreneuriat"), c'est-à-dire l’augmentation des moyens des guichets d’économie locale (GEL) pour l’accompagnement post-création est, nécessairement, un moyen de pérenniser une activité économique dans le temps. Néanmoins, le groupe socialiste insiste sur le fait que la transition économique ne doit pas bénéficier uniquement aux personnes les plus avantagées socialement, l'objectif étant d'éviter une réforme à deux vitesses.

S'agissant des critères environnementaux et sociaux, il est évident, dans le cadre des financements accordés aux entreprises, que la création ou le renforcement d’instruments économiques et financiers pour soutenir la transition des entreprises sont essentiels.

Vous développez l’idée de "préciser la notion d’exemplarité sociale et environnementale sur la base de la définition de la transition économique en collaboration avec les partenaires sociaux". Ce principe constitue une avancée considérable au moment d’octroyer des aides financières qui respectent le cadre de cette définition.

Enfin, il serait intéressant de connaître d’éventuelles projections chiffrées des différentes mesures de la stratégie Shifting Economy.

Quels métiers voulez-vous transformer en priorité ? Quels types de formations mettez-vous à la disposition des agents du service public ?

Existe-t-il des formations pour les agents des GEL et pour les bénéficiaires, visant à les aligner sur cette stratégie régionale de transition vers des modèles économiques durables tant pour leur offre de services - les projets dans les secteurs porteurs que vous avez décrits dans le cadre de ce plan - que dans la gestion de leur structure ?

Quelles contreparties pour la création d’emplois, le maintien de l’emploi et l'amélioration de la qualité de ce dernier avez-vous envisagées dans le cadre de ce plan ?

Existe-il une différenciation dans le respect de ce critère entre PME et TPE, d'une part, et grandes entreprises, d'autre part ? Une entreprise plus grande devrait être soumise à des critères d’octroi différents de ceux des plus petites entreprises.

Pour l’ensemble des quatre politiques transversales et pour les sept instruments économiques et leurs déclinaisons en mesures concrètes, avez-vous des projections chiffrées des indicateurs socioéconomiques en matière de création d’emplois et d’entreprises, en général ou par secteur porteur ?

Daarnaast zullen de lokale economieloketten worden versterkt om de economische activiteiten te verankeren.

Het is duidelijk dat de versterking van de economische en financiële instrumenten om de ondernemingen bij de transitie te ondersteunen, van essentieel belang is.

Een ander belangrijk punt is dat er voortaan rekening zal worden gehouden met de voorbeeldigheid op sociaal en milieuvlak bij de toekenning van financiële steun. Dat is een grote vooruitgang.

Welke beroepen wilt u prioritair omvormen? Welk soort opleidingen stelt u ter beschikking van het overheidspersoneel? Bestaan er opleidingen voor het personeel en de begunstigden van de lokale economieloketten?

Hoe wordt er rekening gehouden met het criterium jobcreatie en verbetering van de kwaliteit van de banen? Wordt er een onderscheid gemaakt tussen kmo's en grote ondernemingen? Voor een grotere onderneming moeten andere toekenningscriteria gelden dan voor kleinere ondernemingen.

Beschikt u voor de vier transversale beleidslijnen en voor de zeven economische instrumenten over cijferprognoses met betrekking tot het aantal banen en bedrijven dat zal worden gecreëerd, in het algemeen of per sector?

Partager
09:44 § 165 → Vidéo
Partager

Mme Clémentine Barzin (MR).- Merci pour cette question, particulièrement intéressante à quelques semaines des présentations. Le groupe MR aimerait revenir régulièrement sur ce sujet.

Il faut que la transition économique se conforme aux objectifs de réduction des gaz à effet de serre pour atteindre les objectifs européens à l'horizon 2050. L'urgence climatique est une réalité. Toutefois, cette stratégie régionale met beaucoup l'accent sur les critères d'exemplarité sociale et environnementale, mais délaisse quelque peu le développement économique à proprement parler. Comment passe-t-on d'un cadre qui paraît très normatif à un levier de développement économique et d'attractivité ?

J'ai interrogé le gouvernement plusieurs fois déjà au sujet du plan industriel. Comme le Small Business Act, il est évoqué au futur et, selon vous, ces plans doivent être englobés dans la grande stratégie à venir de transition économique afin d'en assurer la cohérence dans toute la Région. Comment celle-ci va-t-elle permettre le nécessaire redéploiement industriel des activités productives de Bruxelles ?

Enfin, le groupe MR regrette que les objectifs de la stratégie régionale de transition économique en matière d'emploi et d'économie soient très vagues et non chiffrés. Avec un taux d'emploi qui est le plus faible du pays, il y a encore énormément d'efforts à faire pour atteindre les 80 %.

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- De economische transitie moet ons helpen om de Europese broeikasgasreductiedoelstelling voor 2050 te halen. In de gewestelijke strategie wordt een grote nadruk gelegd op sociale en ecologische criteria, maar wordt de economische ontwikkeling enigszins verwaarloosd. Hoe kunnen we van dat normatieve kader een hefboom voor economische ontwikkeling maken?

U hebt aangekondigd dat het Industrieplan en de Small Business Act in de strategie voor economische transitie worden opgenomen om meer samenhang te creëren. Hoe zal die strategie de noodzakelijke aanpassing van de productieactiviteiten mogelijk maken?

Tot slot betreurt de MR-fractie dat de economische en werkgelegenheidsdoelstellingen zeer vaag zijn. Wij hebben nochtans de laagste werkgelegenheidsgraad van het land.

Partager
09:47 § 167 → Vidéo
Partager

Vous aviez mentionné la création d'un futur fonds de transition pour les grandes entreprises, destiné à les aider à réfléchir et à modifier leur chaîne de production tout en maintenant l'emploi. Quand ce fonds sera-t-il déployé ? Où allez-vous trouver le budget pour l'alimenter ?

En ce qui concerne le cadre de référence, de quels indicateurs complémentaires est-il question ? Il est mentionné que de nouveaux outils sont à inventer. Quand cela sera-t-il fait ?

Le budget actuel de l'aide à l'expansion économique se situerait aux alentours des 28 millions d'euros. Cela n'est pas suffisant pour aider les entreprises qui devront réaliser des investissements importants pour s'inscrire dans des démarches d'exemplarité. Une augmentation du budget de ces aides est-elle envisagée ?

Enfin, le calendrier indique que l'on démarre véritablement en 2024. Quelles mesures seront-elles prises d'ici là pour accompagner les entreprises ?

Wanneer zal het transitiefonds, dat grote ondernemingen moet helpen hun productieketen te veranderen zonder baanverlies, operationeel zijn? Waar zult u de middelen voor dat fonds halen?

Welke aanvullende indicatoren worden er besproken? Welke nieuwe instrumenten zullen er worden uitgewerkt en wanneer?

Het budget voor economische expansie bedraagt 28 miljoen euro. Dat is niet voldoende om bedrijven te helpen die grote investeringen moeten doen om voorbeeldig te worden. Zal dat budget worden opgetrokken?

De uitvoering van de strategie zal pas echt starten in 2024. Welke maatregelen worden ondertussen genomen om de ondernemingen te steunen?

Partager
09:48 § 169 → Vidéo
Partager

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Je vais me permettre d'intervenir en mon nom propre depuis le siège du président.

Nous avons déjà traité ce sujet à de nombreuses reprises, notamment à l'occasion de la présentation de la stratégie Shifting Economy en commission. J'ai également interrogé Mme la secrétaire d'État sur la question. Mon groupe est attentif à l'importance de la création d'emplois, mais, sur la durée, c'est la qualification qui importe. La création d'emplois n'est pas durable sans la qualification.

Dans le cadre de la présentation de cette stratégie de transition économique, nous avons abordé un autre élément important : le développement du dynamisme économique à Bruxelles en lien avec les mesures prises dans les deux autres Régions.

En ma qualité de député de ce parlement, j'ai eu l'occasion de prendre part à la conférence interparlementaire thématique sur l’autonomie stratégique économique organisée à Paris. Nous y avons évoqué la question de la stratégie de développement post-Covid, en particulier de la stratégie de réindustrialisation en Europe et au-delà. Nous avons pointé les forces et faiblesses au niveau européen. Nous avons, nous aussi, la capacité d'investir.

Il s'est vérifié, notamment au cours de la crise sanitaire avec la fabrication des masques, que nous avions intérêt à développer la question, et pas uniquement au niveau bruxellois. Il faut dépasser les frontières régionales pour embrasser tout l'enjeu au niveau national. Dans le cadre de la stratégie Shifting Economy, la question a déjà été évoquée, mais sans doute pourrait-on insister encore davantage.

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- Graag neem ik in eigen naam het woord vanaf de voorzittersstoel.

Werkgelegenheid scheppen is belangrijk, maar op lange termijn telt vooral de ontwikkeling van vaardigheden.

Een ander essentieel element is dat de ontwikkeling van de economische dynamiek in het Brussels Gewest in verhouding moet staan tot de maatregelen in de andere twee gewesten.

Op de interparlementaire conferentie over de strategische economische autonomie werd de postcoronastrategie besproken, in het bijzonder de herschikking van de industrie. Die kwestie komt wel aan bod in de strategie voor economische transitie, maar zou nog meer moeten worden benadrukt.

Partager
09:50 § 173 → Vidéo
Partager

Comment accompagner les entreprises dans le modèle d'exemplarité au niveau environnemental et du développement durable ? Il est indispensable de faire preuve d'écoute et d'adopter une stratégie pour les accompagner dans leur transition d'un modèle de consommation à un modèle d'économie d'énergie et d'isolation. En somme, il s'agit de la stratégie Rénolution à laquelle le groupe DéFI est fortement attaché.

Tot slot is het voor DéFI belangrijk dat wij de bedrijven voldoende steunen tijdens hun overschakeling op ecologische voorbeeldigheid en duurzame ontwikkeling.

Partager
09:51 § 175 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- La stratégie régionale de transition économique Shifting Economy vise à aligner la politique économique sur des objectifs climatiques et sociaux. Elle ambitionne également de mobiliser l'ensemble des instruments à notre disposition pour accompagner, sensibiliser, financer des entreprises dans un trajet de transition économique, devant les mener à l'exemplarité environnementale et sociale à l'horizon 2030.

L'objectif est donc de développer davantage encore la prospérité économique sur notre territoire et de créer de nombreux emplois.

Comme nous le savons toutes et tous, nous faisons face à des défis environnementaux et sociaux majeurs. Les crises que nous traversons - singulièrement depuis le début de la législature - affectent durement le monde économique. La crise sanitaire, mais aussi le prix de l'énergie, la volatilité des prix de certaines matières premières, les conséquences du dérèglement climatique nous le démontrent tous les jours : nous devons bouger, et vite.

En réalité, l'inaction serait irresponsable non seulement sur le plan environnemental mais aussi sur le plan social. Au niveau du gouvernement, nous en sommes convaincus. À travers des outils de soutien à l'économie, nous constatons tous les jours que bien des entreprises le sont également.

La transition économique est une réponse essentielle et importante à ces multiples défis auxquels la Région bruxelloise, mais aussi les entreprises elles-mêmes font face. C'est donc pour répondre aux défis environnementaux, mais aussi créer des opportunités économiques et des emplois que nous avons adopté ces stratégies.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- De strategie Shifting Economy heeft tot doel het economische beleid af te stemmen op de sociale en klimaatdoelstellingen. De gezondheidscrisis, de stijgende energie- en grondstofprijzen en de gevolgen van de klimaatverandering tonen aan dat wij snel in beweging moeten komen. Niets doen zou onverantwoordelijk zijn.

Economische omschakeling is een essentieel antwoord op de uitdagingen waarmee het gewest, maar ook de bedrijven zelf, worden geconfronteerd. Het is dus niet alleen om de milieu-uitdagingen aan te gaan, maar ook om economische kansen en banen te scheppen dat wij de strategie hebben ontwikkeld.

Partager
09:53 § 177 → Vidéo
Partager

Les études internationales le confirment. La Commission européenne a estimé à 80.000 le nombre d'emplois qui pourraient être créés en Belgique grâce à une politique ambitieuse de transition économique dans la ligne du pacte vert pour l'Europe . L'Organisation internationale du travail avance le chiffre de 24 millions d'emplois créés à l'échelle mondiale d'ici à 2030, toujours grâce à la transition économique. En France, l'Agence de l'environnement et de la maîtrise de l'énergie évalue à 900.000 le potentiel d'emplois générés par la décarbonation de l'économie à l'horizon 2035.

Les études sont donc unanimes : la transition économique est synonyme de création de nombreux emplois locaux.

Pour ce qui concerne la transition économique, les secteurs considérés comme prioritaires sont aussi les plus porteurs d'emplois potentiels sur notre territoire :

- 8.000 emplois pour le secteur de la construction, grâce aux ambitions de la stratégie Rénolution ;

- 3.000 emplois pour le secteur de l'alimentation, à travers la stratégie Good Food, notamment ;

- 5.000 emplois grâce à la décarbonation du secteur du transport et de la logistique ;

- les industries culturelles et créatives, qui constituent le deuxième secteur de la Région bruxelloise en matière d'emploi et sont le secteur qui a enregistré la plus forte croissance depuis 2010.

La stratégie Shifting Economy a donc pour ambition de développer l’emploi bruxellois et de contribuer à l’atteinte de l’objectif de 80 % de taux d’emploi que le gouvernement s’est fixé.

Volgens de Europese Commissie kunnen in België 80.000 banen worden gecreëerd dankzij een ambitieuze economische transitie die in lijn is met de Europese Green Deal. De Internationale Arbeidsorganisatie denkt dat de economische transitie wereldwijd 24 miljoen banen kan opleveren tegen 2030. Alle studies bevestigen dat de economische transitie veel plaatselijke werkgelegenheid zal scheppen.

De prioritaire sectoren voor de economische transitie zijn de sectoren met het grootste werkgelegenheidspotentieel. Het gaat om de bouwsector, waar we 8.000 banen hopen te creëren dankzij Renolution, de levensmiddelensector, waar we 3.000 banen hopen te creëren, onder meer dankzij Good Food, de logistieke en transportsector, die 5.000 banen zou moeten opleveren, en de culturele en creatieve industrie .

De ambitie van de strategie Shifting Economy is om een werkgelegenheidsgraad van 80% te bereiken.

Partager
09:55 § 179 → Vidéo
Partager

Avec cette ambition, la transition économique fera émerger de nouveaux métiers et des enjeux d'acquisition de nouvelles compétences et donc de nouvelles formations, ou encore le retour de métiers qui étaient jusque-là délaissés. C'est pourquoi la stratégie Shifting Economy prévoit une articulation forte avec la future stratégie qualification emploi. Celle-ci devrait apporter des réponses à ces différents enjeux par l'articulation, avec les services publics d'emploi et de formation bruxellois, des missions de veille prospective relatives aux besoins futurs du marché du travail.

À ce sujet, mon collègue le ministre Clerfayt m'a indiqué que view.brussels prévoit de réaliser une étude dans le but d'identifier de façon plus approfondie les secteurs et les familles de métiers qui seront touchés par les changements induits par la stratégie Shifting Economy et les autres plans régionaux qui y sont directement liés, tels que les stratégies Rénolution, Good Food, Good Move, ou encore le plan de gestion des ressources et des déchets .

Le résultat de cette analyse sera utilisé par les opérateurs de formations pour intégrer des modules aux formations existantes, ou en créer de nouvelles en faveur des acteurs concernés. Cela permettra donc d'assurer une intégration effective et harmonieuse de la stratégie Shifting Economy.

Les pôles formation-emploi qui rassemblent les partenaires sociaux sectoriels et les acteurs publics de l'emploi et de la formation aux niveaux de certains secteurs seront particulièrement sollicités à cette fin. La stratégie Shifting Economy a l'objectif ambitieux d'atteindre un taux d'emploi de 80 % à l'horizon 2030, et permettra de renforcer les synergies entre les politiques régionales mises en œuvre à cet effet.

Le suivi de la stratégie Shifting Economy prendra en considération notamment des indicateurs de maintien et de création d'emploi de qualité pour les Bruxellois, sous le pilotage de view.brussels.

De economische transitie zal tot nieuwe beroepen en vaardigheden leiden. Daarom zal de strategie worden gekoppeld aan de aangekondigde strategie voor beroepskwalificatie, die voorziet in verkennende onderzoeken om de behoeften van de arbeidsmarkt in te schatten.

In dat verband zal view.brussels de sectoren en beroepsgroepen in kaart brengen die gevolgen zullen ondervinden van de strategie Shifting Economy en de andere gewestelijke plannen die daar rechtstreeks verband mee houden, zoals Renolution, Good Food, Good Move en het Hulpbronnen- en Afvalbeheerplan.

Op basis van die analyse zullen de opleidingsinstellingen modules in hun opleidingen opnemen of nieuwe opleidingen aanbieden. Daarvoor zal vooral een beroep worden gedaan op de opleidings- en tewerkstellingscentra.

In de monitoring van de strategie zullen indicatoren voor het behoud en het scheppen van kwaliteitsbanen voor de inwoners van het gewest worden opgenomen.

Partager
09:57 § 181 → Vidéo
Partager

L’importance du développement des compétences, notamment de compétences durables, des travailleurs bruxellois sera également pleinement intégrée par le biais de la stratégie qualification-emploi, portée par le ministre de l’emploi et de la formation.

Complémentairement, il conviendra de s’assurer, à travers la dimension de gouvernance de l’accompagnement offert aux entreprises et la mise en œuvre du plan d'entrepreneuriat solidaire et démocratique de la Shifting Economy, que ces compétences participent au renforcement de l’emploi, mais aussi à l’accès des Bruxellois à ces emplois, qu'ils en soient proches ou éloignés. À cet effet, le service public régional de l'emploi, Actiris, sera l’interlocuteur régional dédié et prodiguera son expertise aux différentes parties prenantes.

J'en reviens à mes compétences plus directes et à votre question relative à la formation des acteurs de première ligne. La partie "accompagnement" du plan d’action de la Shifting Economy prévoit spécifiquement la mise en place d’un dispositif de montée en compétences sur la transition économique à destination des acteurs de l’accompagnement qui sont en première ligne, notamment les guichets d'économie locale (GEL).

Une première étape a ainsi été franchie avec le dédoublement des moyens financiers accordés aux GEL. Le dispositif d’accompagnement, piloté par hub.brussels et Bruxelles Environnement, proposera des formations, de la mise en réseau et un service de support technique. Pour le reste, hub.brussels vous a présenté sa stratégie de montée en compétences, qu'elle applique à ses propres membres du personnel en matière de transition économique.

Ce même plan d’action prévoit plusieurs actions de sensibilisation, d’accompagnement et de financement des bénéficiaires de l’accompagnement des GEL dans leur trajet de transition économique. Vous avez raison de souligner l'importance de toucher les très petites entreprises, voire les indépendants, toutes catégories sociales confondues et notamment les personnes qui sont les plus éloignées de l'entrepreneuriat. C'est d'ailleurs pour cette raison que, lorsque je vous parle de la première ligne, j'évoque en premier lieu les GEL.

De ontwikkeling van duurzame vaardigheden zal centraal staan in de strategie voor beroepskwalificatie, maar daarnaast zullen we er via de begeleiding van de ondernemingen en het plan voor solidair ondernemerschap op toezien dat die vaardigheden de werkgelegenheid verankeren en de Brusselaars gemakkelijker aan een baan helpen. Actiris zal daarbij als gewestelijk aanspreekpunt fungeren en zijn deskundigheid ter beschikking stellen.

De strategie voorziet specifiek in de verbetering van de vaardigheden van de eerstelijnsdiensten, in het bijzonder de lokale economieloketten. Een eerste stap is gezet met de verdubbeling van de middelen. De begeleiding zal bestaan uit opleidingen, netwerkvorming en technische ondersteuning. Daarnaast heeft hub.brussels een actieplan uitgewerkt om de vaardigheden van zijn personeelsleden te vergroten.

De strategie voorziet in bewustmakings-, ondersteunings- en financieringsacties voor de begunstigden van de lokale economieloketten.

Partager
09:59 § 183 → Vidéo
Partager

Bruxelles Économie et emploi a lancé l'appel à projets "Soutien aux entrepreneur.euse.s et accompagnement à la transition économique", qui a le même objectif. En 2021, il a permis de sélectionner et de financer quatorze projets d'entreprises. Tous ces projets contribuent à la création d'emplois ou à la mise à l'emploi des Bruxellois.

La grande majorité du public cible des instruments économiques de la Région est en effet composée de très petites entreprises ou de PME. C'est pourquoi, dans l'élaboration de la définition et des critères d'exemplarité sociale et environnementale, une attention est accordée à la situation spécifique de ces entreprises. La manière dont elles doivent démontrer leur exemplarité est cruciale. Il faut que cela soit simple et accessible et que les charges administratives soient réduites.

Des travaux sont en cours. L'idée est de s'appuyer sur ce qui existe et qui est le plus évident pour les acteurs. Les administrations y sont étroitement associées, de même que les partenaires sociaux, à travers Brupartners.

Enfin, les administrations de la coordination opérationnelle de la stratégie Shifting Economy et de view.brussels ont entamé un important travail d'identification et d'élaboration d'indicateurs de mise en œuvre et de résultats - dont les indicateurs que vous mentionnez - qui permettront de faire le suivi du plan d'actions et d'effectuer ce type de projections. Nous en reparlerons durant la mise en œuvre de la stratégie.

Mme Barzin, les réformes prévues, à savoir le fonds de transition et la réforme des aides à l'expansion économique sont toutes deux en cours de rédaction. J'espère pouvoir les soumettre au gouvernement et vous les présenter prochainement.

Les leviers de financement des entreprises à Bruxelles sont nombreux : les différents financements d'Innoviris, la filière de la société d'investissement finance&invest.brussels, les appels à projets ainsi que les aides à l'expansion économique représentent ensemble près de 200 millions d'euros par an. Les aides à l'expansion économique ne représentent que quelque 30 millions d'euros.

Brussel Economie en Werkgelegenheid heeft de projectoproep "Steun aan ondernemers en begeleiding bij de economische transitie" uitgeschreven die hetzelfde doel nastreeft. In 2021 werden veertien projecten gefinancierd die werkgelegenheid scheppen of Brusselaars tewerkstellen.

De doelgroep van de gewestelijke economische instrumenten bestaat vooral uit kmo's en zko's. Daar zal rekening mee worden gehouden bij het vaststellen van de criteria voor sociale en milieuvoorbeeldigheid. De administratieve rompslomp moet worden verminderd: ze moeten hun voorbeeldigheid op een eenvoudige manier kunnen aantonen. Het idee is om voort te bouwen op wat bestaat en wat voor de bedrijven het duidelijkst is.

Tot slot zijn de administraties die belast zijn met de coördinatie van de strategie en view.brussels begonnen met de identificatie en ontwikkeling van indicatoren voor het volgen van de resultaten.

Mevrouw Barzin, het transitiefonds en de hervorming van de steun voor economische expansie zijn beide in voorbereiding.

De verschillende financieringshefbomen, zoals Innoviris, finance&invest.brussels, de projectoproepen en de steun voor economische expansie, zijn samen goed voor bijna 200 miljoen euro per jaar.

Partager
10:02 § 185 → Vidéo
Partager

Une première étape avant 2030 est celle de la majoration des aides pour les projets en transition ou déjà exemplaires sur le plan social et environnemental. Nous la préparons à travers les réformes des aides à l'expansion économique, entre autres. C'est aussi ce qui se reflète dans la stratégie d'investissement de finance&invest.brussels adoptée il y a longtemps déjà.

Tant du côté de finance&invest.brussels que du côté des autres instruments de soutien, notamment les appels à projets, on remarque qu'il y a de moins en moins d'opposition entre la durabilité environnementale ou sociale et la durabilité financière. Au contraire, les projets proposés allient les deux aspects. Les entreprises les plus durables et résilientes sur le plan environnemental seront aussi demain les plus solides financièrement.

Enfin, je vous invite une fois de plus à examiner la stratégie de transition économique et les mesures qui favorisent le soutien au dynamisme entrepreneurial. Vous y trouverez toutes les mesures de financement : celles que nous avons déjà adoptées et celles que nous souhaitons renforcer, notamment la recapitalisation de Brustart, les garanties automatiques qui viennent d'entrer en vigueur ou encore les mesures liées à l'épargne citoyenne.

Een eerste stap vóór 2030 bestaat uit meer steun voor projecten die in transitie zijn of al een voorbeeldfunctie op sociaal en milieugebied vervullen. Wij bereiden die stap voor via de hervorming van de steun voor economische expansie en de investeringsstrategie van finance&invest.brussels. De milieuvriendelijkste en veerkrachtigste bedrijven zullen in de toekomst immers ook de financieel gezondste zijn. Voor meer details over de financieringsmaatregelen verwijs ik naar de strategie.

Partager
10:04 § 187 → Vidéo
Partager

Mme Fadila Laanan (PS).- J'apprécie l'attention que vous portez à ce projet. Cette réforme était nécessaire. Il convient effectivement de dépasser le chiffre théorique cité au niveau européen, à savoir 80.000 emplois pour la Belgique.

Combien d'emplois ce chiffre représente-t-il pour la Région bruxelloise ? Comment peut-on garantir la création d'emplois de qualité et leur maintien au sein de notre Région ? Le groupe PS continuera à vous poser ces questions à l'avenir.

Par ailleurs, nous nous réjouissons que des opérateurs comme Actiris continuent à suivre ce projet en accordant une attention particulière à la montée en compétence.

Le groupe PS se réjouit également que vous travailliez à la simplification administrative et à la diminution des charges administratives pour les entreprises.

Néanmoins, notre groupe vous interrogera régulièrement sur le suivi de ce projet afin d’obtenir des données chiffrées plus concrètes.

Mevrouw Fadila Laanan (PS).- Het is belangrijk om het theoretische streefcijfer van 80.000 banen voor België te overschrijden. Hoeveel arbeidsplaatsen vertegenwoordigt dat cijfer voor het Brussels Gewest?

Wij zijn verheugd dat er aandacht is voor het versterken van de vaardigheden en dat u werkt aan administratieve vereenvoudiging. Wij zullen u niettemin regelmatig over het project blijven ondervragen om concretere cijfers te verkrijgen.

Partager
10:06 § 189 → Vidéo
Partager

Mme Clémentine Barzin (MR).- Le groupe MR reviendra également sur le sujet, notamment sur la question importante du développement économique sur la base de ces nouvelles orientations. Il nous semble en effet que nous en sommes toujours aux principes et pas encore dans la réalité.

Nous venons de tenir un débat sur le départ d'entreprises de Bruxelles ; l'attractivité de notre Région constitue un enjeu considérable.

Le groupe MR restera attentif à la manière dont les entreprises, petites ou grandes, seront accompagnées.

- L'incident est clos.

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- De MR-fractie is benieuwd hoe die nieuwe beleidsoriëntaties in de praktijk omgezet zullen worden, in het bijzonder inzake economische ontwikkeling. Wij zullen aandachtig volgen op welke manier de aantrekkelijkheid van ons gewest wordt gewaarborgd en hoe grote en kleine bedrijven worden gesteund.

- Het incident is gesloten.

Partager
10:07 § 193 → Vidéo
Partager

Demande d'explications de M. Marc-Jean Ghyssels

à Mme Elke Van den Brandt, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la mobilité, des travaux publics et de la sécurité routière,

et à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "la présence de distributeurs de billets sur le réseau de la STIB".

Vraag om uitleg van de heer Marc-Jean Ghyssels

aan mevrouw Elke Van den Brandt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid,

en aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de aanwezigheid van geldautomaten op het MIVB-net".

Partager
10:07 § 195 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Le 3 juin 2022, notre parlement a adopté une résolution demandant une juste répartition des distributeurs de billets au sein de la Région de Bruxelles-Capitale.

Je viens de recevoir deux messages. Le premier émane d'une citoyenne forestoise qui a dû recourir à trois distributeurs de billets différents pour retirer des liquidités.

Le second provient d'un glacier qui a ouvert son établissement il y a quelques mois à Forest et qui travaille uniquement à partir de produits biologiques. Ce commerçant estime que l'obligation de proposer un mode de paiement électronique lui coûtera 125 euros par mois. Il vend ses produits à des prix tout à fait raisonnables.

J'ai constaté la présence de distributeurs de billets dans plusieurs stations de la STIB, notamment Rogier et Bourse. Il est également prévu d'en installer dans la station Gare Centrale. Ces aménagements sont de nature à faciliter la vie de nos concitoyens.

Des travaux sont en cours à la station de métro Albert dans le cadre du projet de ligne 3 du métro, qui permettra de gagner une vingtaine de minutes par trajet entre la station Albert et Evere. Le site de la STIB ne précise pas si des distributeurs seront disponibles dans la station rénovée.

Le budget pluriannuel de la STIB compte-t-il un poste de dépenses spécifique pour l'installation de distributeurs de billets ?

Combien de distributeurs de billets sont-ils présents sur le réseau de la STIB ?

Au vu du faible nombre de distributeurs, menez-vous une politique tendant à augmenter leur présence dans les stations ?

Existe-t-il des partenariats entre la STIB et des agences bancaires ?

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Op 3 juni 2022 heeft het Brussels Parlement een resolutie aangenomen waarin een evenwichtige spreiding van geldautomaten binnen het Brussels Gewest wordt gevraagd.

Een vlotte toegang tot goed functionerende geldautomaten is van groot belang voor onze medeburgers en winkeliers. Die laatsten klagen soms over de hoge kosten die de verplichting om een elektronische betaaloptie aan te bieden met zich meebrengt.

Er staan al geldautomaten in sommige MIVB-stations, en er is er nog een gepland in het MIVB-station Centraal Station.

Partager
10:10 § 197 → Vidéo
Partager

Avez-vous prévu d'installer des distributeurs de billets dans la station de métro Albert ?

De manière plus générale, ne pourriez-vous pas envisager l'installation de tels distributeurs dans les stations en cours de construction ?

Staat er in de meerjarenbegroting van de MIVB een uitgavenpost voor de plaatsing van geldautomaten?

Hoeveel geldautomaten staan er op het MIVB-net? Voert u een beleid om dat aantal op te voeren?

Zijn er samenwerkingsovereenkomsten tussen de MIVB en bankkantoren?

Komen er geldautomaten in metrostation Albert, dat momenteel gerenoveerd wordt? Zou u niet kunnen overwegen de plaatsing van geldautomaten te veralgemenen in stations in aanbouw?

Partager
10:10 § 199 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Je vous rapporte les éléments de réponse transmis par Mme Elke Van den Brandt.

Si la mission de la STIB est d’offrir un service de mobilité, ses activités ne se limitent pas à cela. Son réseau est aussi constitué d’espaces de vie, en particulier dans les stations de métro et de prémétro. Les commerces proposés visent à faciliter le quotidien des voyageurs. Dans cette optique, la STIB a lancé un nouvel appel d’offres pour l’exploitation de distributeurs de billets dans ses stations.

La possibilité d'exploiter cette activité a été annoncée sur le site internet de la STIB, du 6 octobre 2021 jusqu'au lancement de l'appel d'offres. L'appel d’offres a été envoyé le 28 février 2022 aux candidats ayant marqué leur intérêt, à savoir Batopin, Beobank et Brinks.

La nouvelle concession d’exploitation des distributeurs de billets a été attribuée à Batopin, pour une durée de onze ans. Batopin loue donc des espaces à la STIB et paye celle-ci pour leur exploitation. Les revenus liés à ce contrat sont inclus dans les recettes d’exploitation des espaces commerciaux.

La STIB est bien consciente de la plus-value représentée par la présence de distributeurs de billets dans ses stations. La future station Liedts, sur la ligne de métro 3, sera donc équipée d’un distributeur. Aucun distributeur n’est cependant prévu dans la station de métro Albert.

Avec ce dernier ajout, les stations compteront donc trente distributeurs automatiques de billets, répartis sur treize communes. Les distributeurs sont disposés, pour une écrasante majorité, dans les noyaux commerciaux, aux points stratégiques identifiés par hub.brussels.

Les distributeurs de billets actuels seront progressivement démantelés, entre la fin août et la fin décembre 2022, pour être remplacés par les nouveaux distributeurs de Batopin.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Ik geef u het antwoord mee dat minister Elke Van den Brandt mij heeft doorgegeven.

De MIVB is zich goed bewust van de meerwaarde van de aanwezigheid van geldautomaten in haar stations. Ze heeft een nieuwe aanbesteding uitgeschreven voor geldautomaten. Die is uiteindelijk toegewezen aan Batopin voor een duur van elf jaar.

Er komt een geldautomaat in het toekomstige metrostation Liedts op lijn 3, maar niet in station Albert. Dat brengt het totale aantal geldautomaten in de MIVB-stations op dertig, gespreid over dertien gemeenten. De grote meerderheid daarvan komt op strategische plaatsen in winkelbuurten, uitgekozen door hub.brussels.

De huidige geldautomaten zullen een voor een weggehaald worden tussen eind augustus en eind december 2022. Die van Batopin komen in de plaats.

Partager
10:12 § 201 → Vidéo
Partager

Plus largement, mon cabinet a rassemblé les motions prises dans les communes et la résolution adoptée par le Parlement bruxellois le vendredi 3 juin 2022, suite aux auditions effectuées au sein de la commission.

Malgré les faibles leviers régionaux, la situation avance et les positions évoluent. Batopin a contacté toutes les communes afin d’élaborer un maillage complet pour la Région, qui prend au moins en compte les noyaux commerciaux.

De plus, le point était inscrit au Comité de concertation du mercredi 1er juin 2022. Nous y avons souligné, à travers la présence de notre ministre-président, les problématiques ne dépendant pas de nos compétences, tout en spécifiant la situation particulière de la Région de Bruxelles-Capitale.

Ce point a été adopté au Comité de concertation avec, y compris, des préoccupations concernant les différentes Régions. Cependant, les règles des autres Régions ne correspondent pas à la réalité de notre territoire. J'ai donc veillé à ce que l'accessibilité de notre territoire urbain ne soit pas conçue de la même manière qu'en Région wallonne ou en Région flamande.

Hoewel de gewestregering hier niet veel over te zeggen heeft, heeft mijn kabinet een overzicht gemaakt van de wensen van de gemeenten en de eisen uit de resolutie van 3 juni 2022.

Ook Batopin heeft alle gemeenten gecontacteerd om een spreiding uit te werken waarbij op zijn minst rekening wordt gehouden met de winkelbuurten. Er komt dus schot in de zaak.

Ook op het Overlegcomité van 1 juni 2022 kwam deze kwestie aan bod. Minister-president Vervoort heeft er aandacht gevraagd voor de specifieke situatie van het Brussels Gewest omdat bereikbaarheid hier anders moet worden beoordeeld dan in Vlaanderen of Wallonië.

Partager
10:14 § 203 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- J'interrogerai Mme Van den Brandt pour obtenir les chiffres des recettes produites par cette concession. Il est urgent de trouver une solution.

En effet, il existe des noyaux commerciaux modestes, comme près de la place Saint-Denis. Ils sont composés de commerces de proximité. Sur le territoire forestois, il reste trois librairies où l'on peut acheter son quotidien. L'un des libraires me disait que, pour lui, l'obligation de proposer un payement électronique à ses clients pour l'achat d'un simple journal lui coûte de l'argent. De plus, BNP Paribas Fortis a retiré le point Bancontact. À Forest, il ne reste qu'un distributeur de billets à la poste ou à la frontière entre Uccle et Forest.

En revanche, dans des quartiers comme Fort-Jaco où les commerces sont privilégiés, on trouve un distributeur Bancontact dans chaque agence bancaire. Il y a donc une inégalité manifeste pratiquée par les banques et ce sont les publics les plus précarisés, qui fréquentent des commerces de proximité modestes, qui en subissent de front les plus fortes conséquences.

L'attitude des banques est purement scandaleuse. J'insiste vraiment pour qu'un maximum soit fait pour permettre à ces commerçants de vendre un journal à 2,50 euros ou un hebdomadaire à 5 euros sans que cela leur coûte.

- L'incident est clos.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Er is dringend een oplossing nodig, zeker voor kleinere winkelbuurten, zoals rond het Sint-Denijsplein.

Er zijn nauwelijks nog geldautomaten in Vorst te vinden. De kwetsbaarste mensen, die vaak naar kleine buurtwinkels gaan, zijn de grootste slachtoffers. Een dagbladhandelaar vertelde me dat de verplichting om een elektronische betaalmogelijkheid aan te bieden, zelfs voor een krant, hem op kosten jaagt.

Het contrast met chiquere winkelbuurten als Fort-Jaco is groot. Daar vind je een geldautomaat in elk bankkantoor. Banken benadelen arme mensen.

De houding van de banken is ronduit schandalig. We moeten er echt voor zorgen dat kleinhandelaars nog een krant kunnen verkopen zonder extra kosten voor het gebruik van elektronische betaalmiddelen.

- Het incident is gesloten.

Partager
10:16 § 207 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van de heer Gilles Verstraeten

aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

en aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de vestigingswetgeving".

Mondelinge vraag van de heer David Weytsman

aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

betreffende "de vereiste van basiskennis bedrijfsbeheer om zelfstandige te worden in het Brussels Gewest."

Demande d'explications de M. Gilles Verstraeten

à M. Bernard Clerfayt, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'emploi et de la formation professionnelle, de la transition numérique, des pouvoirs locaux et du bien-être animal,

et à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "la loi d'établissement".

Question orale de M. David Weytsman

à M. Bernard Clerfayt, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'emploi et de la formation professionnelle, de la transition numérique, des pouvoirs locaux et du bien-être animal,

concernant "la condition des connaissances de gestion de base pour pouvoir devenir indépendant en Région bruxelloise".

Partager
10:16 § 209 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Bij de zesde staatshervorming heeft de federale overheid de bevoegdheid voor de vestigingswetgeving overgedragen aan de gewesten. Naast de algemene voorwaarden over de basiskennis van bedrijfsbeheer, zijn de gewesten sindsdien ook voor de 27 gereglementeerde ambachtelijke beroepen bevoegd. De vestigingswet legt allerhande voorwaarden op aan wie een beschermd of gereglementeerd beroep wil uitoefenen. Sinds maart 2017 is er echter een Europese richtlijn van kracht die inhoudt dat wie in een land van de Europese Unie (EU) een beschermd beroep mag uitoefenen, dat overal in de EU moet kunnen doen. De Europese wetgeving leidde ertoe dat de eigen wetten meer voorwaarden oplegden aan Belgische ondernemers dan aan buitenlandse.

In Vlaanderen werd daarom de vestigingswet voor de gereglementeerde beroepen afgeschaft met ingang van 1 januari 2018. Vijftien beroepen, zoals bakker, kapper en opticien, kunnen door iedereen in Vlaanderen uitgeoefend worden, ook als hij of zij de beroepskennis daarvoor niet kan bewijzen. Ook het getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer is niet langer vereist om een onderneming op te starten. Wallonië heeft ook al minstens vijf beroepen geliberaliseerd.

In Brussel is de vestigingswet niet afgeschaft, maar zijn de voorwaarden om toegang tot het beroep te krijgen voor de niet-Belgische ondernemers met een EU-nationaliteit sterk aangepast. Het volstaat voor die personen om een erkend bekwaamheidsattest, certificaat of diploma voor te leggen om zich in de Kruispuntbank van Ondernemingen te kunnen inschrijven. Als ze dat niet hebben, moeten ze een minimum aan praktijkervaring kunnen aantonen.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Depuis la sixième réforme de l'État et le transfert de la compétence liée à la loi d'établissement, les Régions sont libres de fixer les conditions générales relatives aux connaissances de base en matière de gestion d'entreprise et aux 27 professions artisanales réglementées. Mais depuis l'entrée en vigueur, en mars 2017, d'une directive européenne permettant d'exercer une profession protégée dans toute l'Union européenne, les entrepreneurs belges sont soumis à des conditions plus sévères que leurs homologues étrangers.

Cette iniquité a incité la Flandre à supprimer la loi d'établissement le 1er janvier 2018, et la Wallonie à libéraliser cinq professions au moins.

À Bruxelles, il suffit aux entrepreneurs non belges de nationalité européenne de présenter une attestation de compétence reconnue, un certificat ou un diplôme, ou encore de justifier d'un minimum d'expérience pratique, pour s'inscrire à la Banque-carrefour des entreprises .

Partager
10:18 § 211 → Vidéo
Partager

Heel wat inwoners van Brussel hebben een buitenlandse nationaliteit. Volgens het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse ging het op 1 januari 2020 om 429.500 inwoners, of ongeveer 35,3% van de bevolking. De 283.494 Europeanen vormen de grootste groep buitenlandse inwoners. Omgerekend zijn twee op de drie buitenlanders in Brussel mensen met een EU-nationaliteit.

De vestigingsvoorwaarden moeten gemoderniseerd worden. De drempel om in deze stad een beschermd beroep uit te oefenen is vandaag nog altijd hoger voor Belgen dan voor niet-Belgen met een EU-nationaliteit. Ook moeten we vermijden dat Brusselaars naar Vlaanderen verhuizen om een beroep uit te oefenen dat in Brussel gereglementeerd is. Het referentiecriterium in Vlaanderen is namelijk de woonplaats of het hoofdkantoor, niet de plaats waar de economische activiteit wordt uitgeoefend. Zoals u zelf aangaf tijdens een debat op 4 december 2019, betekent dat dat twee winkels die in Brussel naast elkaar gelegen zijn, niet noodzakelijk aan dezelfde regels hoeven te voldoen om hun activiteiten uit te oefenen.

De N-VA is voorstander van alle maatregelen die de concurrentie en de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt en het ondernemerschap bevorderen. De cijfers in Brussel zijn gekend, ik zal ze niet herhalen. We moeten ervoor zorgen dat de Brusselaars aan de slag gaan en hun talenten kunnen gebruiken. Zo kan de liberalisering van die beroepen ook meer kansen bieden aan werkloze jongeren voor wie de huidige vestigingswet een drempel kan zijn om een ondernemersberoep uit te oefenen.

De wet afschaffen is echter alleen aangewezen als we garanderen dat wie het beroep uitoefent, dat op een behoorlijke manier doet. De Vlaamse overheid heeft daarom met elke sector en in overleg met de Unie van Zelfstandige Ondernemers afspraken gemaakt over de manier waarop die kwaliteit het best kan worden verzekerd. In 2019 liep in Brussel een proefproject met kappers. Daaruit bleek dat het interessant is om een theoretische erkenning van de competenties te vervangen door een praktijkexamen en op die manier een bewijs van beroepsbekwaamheid te verdienen.

Selon l' Institut bruxellois de statistique et d'analyse, au 1er janvier 2020, 429.500 habitants de la Région bruxelloise étaient d'origine étrangère. Deux sur trois viennent d'un pays de l'Union européenne.

Les conditions d'établissement doivent être modernisées et le seuil d'exercice d'une profession protégée doit être baissé pour les Belges. Cela permettra d'éviter que des Bruxellois ne déménagent en Flandre pour y exercer une profession réglementée à Bruxelles, et favorisera l'accès des jeunes chômeurs à l'entreprenariat.

Cependant, cette loi ne peut être abolie que si nous garantissons une certaine qualité dans l'exercice de la profession, comme s'en est assurée la Flandre à travers des accords avec chaque secteur et en concertation avec l' union flamande des entrepreneurs indépendants .

Un projet pilote avec des coiffeurs a été mené à Bruxelles en 2019, qui a démontré l'intérêt de remplacer une reconnaissance théorique des compétences par un examen pratique débouchant sur une attestation de compétence.

Partager
10:20 § 213 → Vidéo
Partager

Ik begrijp dat de EU-richtlijn tegen 2025 moet worden toegepast. In 2019 kon u nog niets vertellen over de plannen van de regering, maar die zou in 2020 een beslissing nemen.

Heeft de regering plannen om de voorwaarden voor de beroepstoegang te wijzigen? Raadpleegt ze de sectoren en werkgeversorganisaties?

Overweegt de regering om de vereisten inzake kennis van bedrijfsbeheer te versoepelen of te schrappen?

Wat waren de uiteindelijke resultaten van het proefproject met kappers? Lopen er nog meer proefprojecten?

De grote aanwezigheid van EU-burgers en de Europese richtlijn hebben verregaande gevolgen voor de gereglementeerde beroepen in het gewest. Heeft de regering al stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat de eigen onderdanen niet worden gediscrimineerd?

Hoe wilt u voorkomen dat Brusselaars naar Vlaanderen verhuizen om een beroep uit te oefenen dat in Brussel is gereglementeerd?

La directive européenne doit être appliquée d'ici 2025. Le gouvernement envisage-t-il de modifier les conditions d'accès à la profession ? Consulte-t-il les secteurs et les organisations patronales ? Envisage-t-il d'assouplir ou de supprimer les exigences en matière de connaissance de la gestion d'entreprise ?

Quels ont été les résultats du projet pilote avec les coiffeurs ? Y a-t-il d'autres projets pilotes en cours ?

Le gouvernement a-t-il déjà pris des mesures pour que les Bruxellois de nationalité belge ne soient pas discriminés dans l'accès aux professions réglementées ?

Comment comptez-vous dissuader les Bruxellois de s'installer en Flandre pour y exercer une profession réglementée à Bruxelles ?

Partager
10:23 § 215 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- La loi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de l'entreprise indépendante impose, en son article 4, paragraphe 1er : "Toute PME, personne physique ou personne morale, qui exerce une activité exigeant une inscription au registre du commerce ou de l’artisanat doit prouver les connaissances de gestion de base."

Avant de se lancer, un candidat-entrepreneur doit donc prouver qu’il dispose de connaissances de gestion de base suffisantes et ce, uniquement en Région bruxelloise.

En 2018, le gouvernement flamand a décidé que la preuve des connaissances en gestion de base n’était plus une obligation à remplir pour se lancer en tant qu’indépendant. Par un décret datant du 18 mai 2018, la Flandre a, en effet, décidé d’abroger les dispositions légales relatives aux connaissances de base de la gestion d’entreprise.

Pour ce faire, le gouvernement flamand s’est basé sur la directive européenne 2005/36/CE relative à la reconnaissance des qualifications professionnelles qui prévoit des conditions plus souples pour démarrer une activité commerciale dans l’Union Européenne, l’objectif étant évidemment de permettre une plus grande circulation des indépendants afin qu'ils puissent s'installer et établir leurs activités dans un autre État membre. Forte de ces considérations européennes, la Flandre a estimé qu'un indépendant européen pourrait s'installer en Flandre sans avoir à produire ce diplôme. Des conditions additionnelles comme la preuve de connaissances en gestion lui compliquent la tâche, d’où le projet flamand de supprimer cette condition. De plus, la Belgique, ou plus précisément la Région bruxelloise et la Région wallonne encore quelques mois, était le seul pays européen à exiger une telle attestation de gestion d’entreprise pour la création d’un commerce.

De heer David Weytsman (MR).- Sinds de programmawet van 10 februari 1998 moet elke ondernemer die een zaak wil starten, bewijzen dat hij de grondbeginselen van bedrijfsbeheer onder de knie heeft. Dat geldt enkel in het Brussels Gewest, want in 2018 heeft Vlaanderen die voorwaarde voor starters laten vallen. Daarvoor baseerde het Vlaams Gewest zich op de Europese richtlijn 2005/36/CE, die erop gericht is soepele voorwaarden te scheppen voor zelfstandigen die in een andere lidstaat aan de slag willen. Met zijn strikte regelgeving in verband met het ondernemersattest stond België lange tijd alleen in Europa, en staat het Brussels Gewest nu jammer genoeg helemaal alleen.

Partager
10:25 § 217 → Vidéo
Partager

Mme la secrétaire d'État, quelle est votre analyse de la pertinence d’un tel dispositif ? Je serai clair, je ne le trouve pas aussi pertinent qu'il a pu l'être par le passé, car j'estime qu'il constitue une entrave à la création d'activités. Mon groupe réfléchit d'ailleurs à un projet qui vous sera soumis afin de supprimer cette entrave. Pour ce faire, je voudrais obtenir de vous quelques informations chiffrées.

Combien de personnes ont présenté cet examen entre 2018 et 2021 ? Quel est le taux d’échec et de réussite ? Lorsqu’un candidat échoue à l’examen, de quel accompagnement peut-il bénéficier pour l'aider à réussir ?

Pendant la crise du Covid-19, la passation de cet examen a été compliquée. Pour différentes raisons pratiques, comme l'impossibilité d'obtenir des informations par téléphone ou les files d'attente, de nombreuses personnes n'ont pas pu passer cet examen alors qu'elles avaient un projet de création d'entreprise ou de commerce. Alors que le but de cette proposition était d'être une aide, elle est devenue un véritable frein à l'entrepreneuriat.

Depuis la crise du Covid-19, la capacité d’accueil pour pouvoir passer l’examen aurait baissé. Aujourd’hui, il y aurait bien plus de demandes qu’il n’y aurait d’offres de formations : aux alentours de sept candidats par examen, contre quinze avant la crise sanitaire. Beaucoup de personnes n’arrivent même pas à s’inscrire aux examens tant les places sont convoitées. Votre cabinet est-il au courant de ce problème ? Quelles mesures ont été prises afin d'y remédier ?

Avez-vous réalisé une évaluation de ce système, comme de celui résultant de la réforme flamande de 2018 ? Si oui, quels constats ont-ils été faits et quelles recommandations pourriez-vous proposer ?

Disposez-vous d’un étalonnage au niveau européen relatif à cette condition du diplôme de connaissances de gestion de base ? Comment expliquez-vous le fait que l’on soit encore le seul pays européen à imposer une telle mesure ? À mon avis, nous pourrions trouver une voie médiane entre l'obligation de produire un tel diplôme quand on se lance dans la création d'entreprise et la solution d'un accompagnement renforcé. Nous devons encore en discuter au sein de mon groupe, mais nous pourrions imaginer une obligation de gestion quand on engage davantage de personnel, car, dans ce cas, le créateur n'est pas seulement responsable pour lui-même, mais aussi pour des tiers.

Toutefois, avant de revenir vers vous avec des propositions concrètes, je souhaite d'abord vous entendre.

De verplichting is eerder een hindernis dan een hulpmiddel voor startende ondernemingen. Mijn fractie bereidt dan ook een alternatief voor.

Hoeveel personen hebben tussen 2018 en 2021 de proef afgelegd om het attest te verkrijgen? Hoeveel kandidaten slaagden voor de proef? Is er begeleiding voor wie niet slaagt?

Tijdens de coronacrisis werd het allemaal nog moeilijker voor mensen die een onderneming wilden starten. Sinds de crisis is de vraag erg groot, groter dan het aanbod van opleidingen. Velen kunnen zich daardoor zelfs niet inschrijven voor de proef. Hoe zal uw kabinet dat verhelpen?

Hebt u het systeem al geëvalueerd? Wat vindt u van de Vlaamse aanpak? Hoe komt het dat enkel in België het systeem nog wordt gehandhaafd?

Ik zou pleiten voor een tussenoplossing, iets tussen de strenge verplichting van een attest en doorgedreven begeleiding. Een zekere verplichting is wellicht te verantwoorden als de startende ondernemer personen in dienst neemt, want vanaf dan is hij ook voor hen verantwoordelijk.

Partager
10:28 § 219 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Je commencerai par un bref rappel historique des deux réglementations.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Ik zal starten met een kort historisch overzicht van de regelgeving.

Partager
10:28 § 221 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Sinds 1958 is voor de toegang tot bepaalde gereglementeerde beroepen een bepaalde commerciële en professionele kennis nodig. De omkadering van die beroepen werd voor het laatst hervormd in 1998. Toen werd de toegang tot de gereglementeerde beroepen geactualiseerd en uitgebreid. Bovendien werd er beslist dat elke kmo die een commerciële of ambachtelijke activiteit uitoefent, eerst een basiskennis van bedrijfsbeheer moet aantonen.

(poursuivant en néerlandais)

Le cadre d'accès aux professions réglementées a été fixé en 1958 et actualisé pour la dernière fois en 1998. À cette occasion, il a été décidé que chaque PME exerçant une activité commerciale ou artisanale doit préalablement prouver ses connaissances de base en gestion.

Partager
10:29 § 223 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Il y a donc deux régimes : les professions réglementées et la gestion de base.

(verder in het Frans)

Er is dus een basiskennis bedrijfsbeheer vereist.

Partager
10:29 § 225 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Die kennis kan aangetoond worden aan de hand van een diploma, een certificaat, praktijkervaring of door een examen af te leggen voor een centrale examencommissie die Brussel Economie en Werkgelegenheid organiseert.

Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten bevoegd voor het vaststellen van de voorwaarden voor de toegang tot het beroep, met uitzondering van de beroepen in de gezondheidszorg en in de intellectuele dienstverlening. Die bevoegdheid omvat dus de toegang tot bepaalde beroepen en de basiskennis inzake bedrijfsbeheer.

(poursuivant en néerlandais)

À cet effet, un diplôme, une expérience pratique ou la réussite d'un examen devant un jury central organisé par Bruxelles Économie et emploi (BEE) sont pris en considération.

Depuis la sixième réforme de l'État, les Régions exercent la compétence pour les conditions d'accès à la profession, à l'exception des conditions d'accès aux professions des soins de santé et aux professions intellectuelles prestataires de services.

Partager
10:30 § 227 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Comme vous l’avez dit, depuis 2018, ces conditions ont été supprimées en Flandre.

J'en viens au cadre européen.

(verder in het Frans)

In 2018 heeft Vlaanderen het verplichte attest geschrapt.

De Europese regelgeving ziet er als volgt uit.

Partager
10:30 § 229 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

De richtlijn 2005/36/EG over de erkenning van beroepskwalificatie zoals gewijzigd door richtlijn 2013/55/EU werd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omgezet door het koninklijk besluit van 17 augustus 2007. In die richtlijn wordt de afschaffing van de toegangsvoorwaarden tot het beroep niet opgelegd, maar worden alleen de regels vastgelegd voor de erkenning van de titels en van de praktijkervaring die in de andere lidstaten zijn verworven.

Het belangrijkste criterium van de richtlijn is het land waarin de beroepskwalificaties worden verworven. De nationaliteit van de houder is van ondergeschikt belang. Zo geniet een persoon met de Belgische nationaliteit die zijn beroepskwalificatie bijvoorbeeld in Frankrijk heeft verworven, dezelfde voordelen als een persoon met de Franse nationaliteit die zijn beroepskwalificatie in datzelfde land heeft verworven. Volgens de richtlijn moet bovendien een onderscheid worden gemaakt naargelang het beroep al dan niet ook in het land van oorsprong gereglementeerd is.

Er is geen termijn bepaald voor 2025. De richtlijn werd al volledig omgezet en toegepast voor de beroepen in kwestie.

(poursuivant en néerlandais)

La directive EU 2005/36, telle que modifiée par la directive 2013/55, a été transposée en Région de Bruxelles-Capitale par l’arrêté royal du 17 août 2007. Elle n’impose pas la suppression de l’accès à la profession, mais fixe les règles pour la reconnaissance des titres et de l’expérience pratique acquis dans les autres État membres.

Son principal critère est le pays dans lequel les qualifications professionnelles ont été acquises. La nationalité du titulaire n'a qu'une importance secondaire. En outre, une distinction doit être faite selon que la profession en question est réglementée ou non dans le pays où les qualifications professionnelles ont été acquises.

La directive a déjà été intégralement transposée et appliquée pour les professions en question.

Partager
10:32 § 231 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Concernant le cadre législatif dans les autres pays européens, le régime néerlandais - dont le régime belge s'était inspiré en 1958 - a été supprimé en 2001. Un régime similaire existait aussi au Luxembourg, mais il a fait l'objet d'une simplification en 2018, les exigences générales en matière de gestion de base ayant alors été supprimées. Il semble qu'il n'existe aujourd'hui plus aucun système comparable dans les pays limitrophes. La tendance est en effet à la suppression de ces systèmes.

À Bruxelles, l'examen des connaissances en gestion de base a attiré 2.221 candidats en 2018, 2.256 en 2019, 2.057 en 2020 et 2.086 en 2021. Ce chiffre est donc assez stable. Les taux d'échec et de réussite sont également constants (respectivement 52 % et 48 %).

Le rôle du secrétariat des examens du jury central est limité à la planification et à l'organisation des examens pour l'accès à la profession des professions réglementées. Comme indiqué sur le site internet, aucun cours ni aucune formation ne sont dispensés directement par Bruxelles É conomie et emploi. En cas d'échec, les candidats sont réorientés vers les organismes d’accompagnement de la Région, tels que hub.brussels , les guichets d'économie locale, les secrétariats sociaux, etc. Plusieurs autres organismes bruxellois proposent des cours de formation à cet examen, comme l'Enseignement de promotion et de formation continue, l'Espace formation PME ou microStart .

La capacité d'accueil de la salle d'examen a en effet été réduite en raison des mesures sanitaires : de 21 places en janvier 2015 à 10 à 12 places en mars 2020. Toutefois, très peu de candidats se sont présentés pendant la crise sanitaire. En 2021, à la suite du déménagement vers l'Iris Tower, des examens informatisés ont été organisés exclusivement en distanciel. La capacité optimale de surveillance de ces examens était de sept candidats par session.

(verder in het Frans)

Nederland schrapte het systeem al in 2001 en Luxemburg vereenvoudigde zijn systeem in 2018.

In het Brussels Gewest namen in 2018 2.221 kandidaten deel aan de proef; in 2019 waren dat er 2.256, in 2020 2.057 en in 2021 2.086. Ook het slaagpercentage is vrij stabiel: 52%.

Het examensecretariaat van de Centrale Examencommissie beperkt zich tot het organiseren van examens voor de toegang tot gereglementeerde beroepen. Brussel Economie en Werkgelegenheid biedt zelf geen opleidingen aan. Als een kandidaat faalt, wordt hij naar de verschillende gewestelijke begeleidingsdiensten gegidst.

Door de gezondheidscrisis was de capaciteit van de examenzaal inderdaad sterk beperkt, maar er waren in die periode ook erg weinig kandidaten. In 2021 werden uitsluitend elektronische examens op afstand georganiseerd.

Partager
10:34 § 233 → Vidéo
Partager

Actuellement, une salle informatique pouvant accueillir quinze candidats est disponible au sein de l'Iris Tower. L'agenda des examens du jury central est complet jusqu'au mois d'août 2022. À partir de septembre, les examens en présentiel reprendront parallèlement aux examens à distance.

Les candidats qui ne parviennent pas à sélectionner une date lors de leur inscription à l'examen reçoivent un formulaire à compléter. Ils sont ensuite inscrits dans une base de données et une date leur est attribuée dans les meilleurs délais, en fonction des places disponibles.

In de Iris Tower is nu een zaal beschikbaar voor elektronische examens. Omdat de agenda van de examencommissie tot augustus vol zit, zullen pas vanaf september examens in die zaal georganiseerd worden, parallel met examens op afstand.

Partager
10:35 § 235 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Uit het proefproject betreffende het kappersberoep blijkt dat de theoretische examens voor de centrale examencommissie niet aangepast zijn aan de realiteit van de kandidaat-ondernemers. Het slaagpercentage voor de praktijkexamens ligt dan ook veel hoger dan voor de theoretische examens.

De kosten voor het afleggen van de praktijkexamens vormen echter een knelpunt. Voor alle gereglementeerde beroepen samen worden die kosten op 14 miljoen euro geraamd.

In 2019 heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid uitgebreid overleg gepleegd met de sectoren die betrokken zijn bij de toegang tot het beroep, namelijk met de vertegenwoordigers van de sectoren, de zelfstandigen en de kmo's. Die zullen ook in de toekomst betrokken blijven bij het overleg.

(poursuivant en néerlandais)

Le projet pilote relatif à la profession de coiffeur a démontré que les examens théoriques ne sont pas adaptés à la réalité des candidats entrepreneurs.

L'inconvénient réside dans le surcoût lié à l'organisation des examens pratiques, estimé à 14 millions d'euros pour l’ensemble des professions réglementées.

En 2019, Bruxelles Économie et emploi a mené une concertation approfondie avec les représentants des secteurs concernés par l'accès à la profession. Ils continueront à être impliqués dans le processus de concertation.

Partager
10:36 § 239 → Vidéo
Partager

Binnenkort zal ik een voorstel over de toegangsvoorwaarden voor gereglementeerde beroepen aan de regering voorleggen. Daarbij moet er rekening worden gehouden met het einde van de crisis en de noodzaak om de consument te beschermen. Momenteel heeft de regelgeving betrekking op 26 beroepen met verschillende kenmerken en met een ander risico voor de consument. Daarom is een gedifferentieerde aanpak nodig. Het voorstel zal ook rekening moeten houden met de validering van de competenties.

Une proposition concernant les conditions d’accès aux professions réglementées sera bientôt soumise au gouvernement. Elle devra tenir compte du contexte de sortie de crise, de la nécessité d’assurer la protection du consommateur et de la validation des compétences.

Partager
10:37 § 241 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Nous travaillons à la rédaction d'une proposition qui sera soumise au gouvernement pour l'accès aux professions. Comme je l'ai dit, nous souhaitons examiner le contenu de ces professions et le résultat ne sera sans doute pas identique d'une profession à l'autre, notamment en raison du degré de danger inhérent à chaque métier.

Les connaissances en gestion de base ont également fait l’objet d’une analyse et d’une évaluation approfondie de la part de Bruxelles Économie et emploi . La réforme flamande de 2018 est l'un des éléments qui a été pris en considération lors de l’évaluation, tout comme le contexte européen, des études académiques existantes et des réformes récentes du droit des entreprises et du droit des sociétés.

L’évaluation réalisée démontre qu’une réforme du régime est nécessaire. La mesure Favor 17 de la stratégie de transition économique Shifting Economy, prévoit d’améliorer la politique d’accès à la profession et à la gestion de base au profit des entrepreneurs. Nous travaillons donc à la modernisation du cadre législatif et règlementaire bruxellois afin :

- de favoriser l’esprit d’entreprise ;

- de stimuler la création d’entreprises ;

- de créer des conditions équitables pour les candidats entrepreneurs bruxellois ;

- de renforcer la position de la Région notamment comme hub entrepreneurial ;

- de faciliter l’accès à l’entrepreneuriat des personnes habituellement les plus éloignées du monde de l’entreprise. En effet, l’entrepreneuriat peut être une source d’émancipation et un facteur d’insertion socioprofessionnelle ;

- de simplifier les démarches administratives pour les candidats entrepreneurs.

Tout cela, en veillant à ce que les futurs entrepreneurs aient tous les outils à disposition pour réussir leurs projets et que les consommateurs soient bien protégés. Une proposition sera bientôt soumise au gouvernement, afin de fixer une orientation politique claire et un calendrier de réforme. Nous devons faire en sorte que la Région bruxelloise continue à assurer les conditions favorables à l’établissement des entreprises, que ce soit pour favoriser l’emploi ou participer à la bonne santé sociale, économique et financière de Bruxelles.

En définitive, nous travaillons comme vous à l'élaboration d'un texte que j'espère pouvoir présenter très prochainement au gouvernement avant de vous le présenter.

(verder in het Frans)

We werken aan een voorstel over de toegang tot de gereglementeerde beroepen. Zo heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid de vereiste basiskennis inzake bedrijfsbeheer geëvalueerd. Het heeft daarbij rekening gehouden met de Vlaamse regelgeving, het Europese kader, allerlei academische studies en de recente hervorming van het ondernemings- en vennootschapsrecht.

Uit die evaluatie bleek dat een herziening van het systeem noodzakelijk is, conform maatregel 17 uit Shifting Economy, de Brusselse strategie inzake economische transitie. We willen de ondernemersgeest bevorderen, de creatie van ondernemingen stimuleren, gelijke voorwaarden scheppen voor Brusselse kandidaat-ondernemers, en zo de positie van het gewest als hub voor ondernemers versterken.

Ondernemen kan een hefboom tot emancipatie en socioprofessionele inschakeling zijn. Daarom willen we de toegang zeker ook vergemakkelijken voor mensen die traditioneel ver van de ondernemerswereld staan. Ook willen we de administratieve stappen voor de kandidaat-ondernemers vereenvoudigen.

Partager
10:39 § 243 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Uw antwoord bevat bijzonder weinig concreets. U schetst de historiek en het overzicht. Dat is interessant en ik zal nagaan waar ik de deadline van 2025 vandaan heb, want dat was blijkbaar een vergissing. Maar dat was niet de essentie van mijn vraag. De hamvraag is immers wat de Brusselse regering precies wil doen met die 26 gereglementeerde beroepen en de basiskennis bedrijfsbeheer.

Over dat laatste zegt u dat er een hervorming en een modernisering nodig is en u formuleert daarbij een hele reeks doelstellingen waar ik mij zeker in kan vinden. U stelt dat het ondernemerschap meer gepromoot moet worden enzovoort. Dat is allemaal mooi, maar u rept met geen woord over de essentie, namelijk de vraag of die voorwaarde afgeschaft wordt of niet. U geeft ook aan dat er een hervorming komt, maar wanneer dan? Wat houdt die dan precies in?

Over de gereglementeerde beroepen zit ik nog steeds met dezelfde vragen. U geeft aan dat het overleg sinds 2019 aan de gang is en dat de sectoren daarbij betrokken zijn en blijven, maar wanneer zal dat overleg iets opleveren? Overweegt u om sommige beroepen van de lijst van gereglementeerde beroepen te halen? Hoe is het mogelijk dat het overleg al sinds 2019 aan de gang is, maar zich nog steeds in een analysefase bevindt? Het wordt tijd dat er schot in de zaak komt. Vlaanderen heeft dat allemaal al tijdens de vorige regeerperiode geregeld.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Votre réponse dresse un historique et une vue d'ensemble certes intéressants, mais qui ne répondent pas à l'essence de ma question.

La condition liée aux connaissances de base en gestion sera-t-elle supprimée ? Quand la réforme évoquée interviendra-t-elle ? En quoi consistera-t-elle exactement ?

Comment expliquez-vous qu'une concertation amorcée en 2019 se trouve encore au stade de l'analyse ? Envisagez-vous de retirer certains métiers de la liste des professions réglementées ?

Partager
10:42 § 245 → Vidéo
Partager

Brussel moet daar snel werk van maken. U zult een voorstel aan de regering voorleggen en die moet daarmee akkoord gaan. Wat is de deadline? Wanneer komt de hervorming er?

Is het de bedoeling om een aantal beroepen niet te reglementeren of blijven ze allemaal gereglementeerd? Ik ben niet tegen consumentenbescherming, maar als ik hoor spreken over het risico voor de consument, dan vrees ik dat heel wat beroepen restrictief zullen worden gereglementeerd en vrij ontoegankelijk zullen blijven.

Quelle est la date limite pour la présentation de votre proposition au gouvernement ?

Comptez-vous soustraire certaines professions à une réglementation qui s'avère souvent trop restrictive, même s'il importe de garantir la protection des consommateurs ?

Partager
10:43 § 247 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- Le constat est interpellant. J’ignorais que chaque année, jusqu’à 2.000 personnes étaient concernées. Ce chiffre est considérable, mais je n’en suis finalement pas surpris : sur le terrain, et particulièrement dans les quartiers les plus populaires, jeunes et moins jeunes nous en parlent régulièrement. Nous allons rédiger une proposition d’ordonnance ; nous la comparerons peut-être à vos propres avancées.

Je ne me doutais pas non plus que le taux d’échec pouvait atteindre 50 %. Comment allons-nous accompagner ces jeunes pour qu'ils repassent éventuellement les examens, d'ici à la mise en œuvre de votre projet ? Les organismes vers lesquels vous les redirigez ne visent pas tous la formation.

Vu la fracture numérique, je m’interroge aussi sur l’obligation d’utiliser un PC pour passer des examens et suivre ce type de formation : cela peut s’avérer une solide barrière. Je connais plusieurs excellents fleuristes, entre autres dans ma famille, qui sont incapables d'utiliser un smartphone. Cela ne les empêche pas de bien connaître les principes de gestion, parfois avec un peu d’aide.

J’entends que, sur la base de la pratique, des études, d’un rapide comparatif européen révélant que nous sommes l’une des deux seules Régions de l’Union européenne à les imposer, nous allons supprimer ces barrières. Est-ce bien votre intention d’abandonner totalement ce type d’exigence de connaissances (avec un renforcement de l’accompagnement, bien entendu), ou souhaitez-vous néanmoins en maintenir une certaine forme ? Mon groupe demande résolument que ce type d’exigence soit supprimé, que l’aide et l’accompagnement soient renforcés et que les organismes que vous avez cités deviennent davantage des centres de formation.

Enfin, il reste important de souligner – même si cela relève du discours et du schéma mental de notre société – qu’une erreur, un échec, voire une faillite, sont certes des moments pénibles pour les personnes concernées, mais ils sont également riches en enseignements et doivent être valorisés.

De heer David Weytsman (MR).- Regelmatig spreken jonge en minder jonge Brusselaars ons aan, omdat ze op hinderpalen botsen wanneer ze een zaak willen beginnen. Mijn fractie zal daarom een voorstel van ordonnantie opstellen, dat we naast uw voorstellen zullen leggen.

Als bijna de helft van de kandidaten faalt voor de proef, is er meer begeleiding nodig, zodat die personen bij een tweede kans wél kunnen slagen.

De organisatie van elektronische examens kan een heuse hinderpaal vormen in een maatschappij waar de digitale kloof zo diep is.

Zult u de vereiste basiskennis van bedrijfsbeheer helemaal overboord gooien of wilt u die voorwaarde deels behouden? Mijn fractie is radicaal voor een schrapping van de proef, met een versterking van de begeleiding wel te verstaan.

Mensen die durven ondernemen, zullen ook al eens mislukken, dat hoort erbij. Een mislukking kan pijnlijk zijn, maar is ook een goede gelegenheid om te leren.

Partager
10:46 § 249 → Vidéo
Partager

Ces indépendants, ces entrepreneurs expérimentés ont droit à une deuxième, voire une troisième chance, qui doit être valorisée. Tout ceci fait partie d'un ensemble qui leur permettra de développer leur projet et de faire baisser le taux de chômage. Puisqu'il s'agit d'une activité très importante en Région bruxelloise, je vous demande de venir le plus vite possible avec une proposition. Ce sera très utile pour les Bruxellois.

Ondernemende zelfstandigen die niet meteen slagen, moeten een tweede en derde kans krijgen. Dat is tevens goed voor de gewestelijke tewerkstellingsgraad. Ik verwacht dringend voorstellen van u.

Partager
10:46 § 251 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Les textes sont en cours de rédaction et de concertation avec les partenaires sociaux.

Vous avez compris que la manière dont les examens sont organisés, voire cette réglementation elle-même, entraîne une série d'effets négatifs. Toutefois, les deux ont leur raison d'être, à savoir assurer un minimum de connaissances de gestion de base ou, pour certaines professions, s'assurer d'un minimum de sécurité, notamment pour les consommateurs. Ce point fait l'objet de discussions entre nous.

La question de l'accompagnement dans le cadre de la réforme est fondamentale. Une éventuelle suppression pure et simple doit être compensée par un accompagnement. Les nouveaux entrepreneurs et indépendants qui se lancent doivent pouvoir bénéficier de ce soutien. Il ne faut pas jeter le bébé avec l'eau du bain.

Je ne peux pas vous en dire davantage sur le contenu de la réglementation que nous proposerons, puisqu'elle est en cours de négociation avec les partenaires sociaux, notamment.

Quant à l'échéance, les textes sont quasiment rédigés. J'espère qu'ils seront adoptés par le gouvernement cette année et que vous aurez, dans le courant de l'automne, des indications plus claires sur le contenu de nos intentions.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Onze voorstellen worden momenteel in teksten gegoten en zullen vervolgens aan de sociale partners worden voorgelegd. Daarna is de regering aan de beurt. Hopelijk kan ik het parlement in het najaar meer duidelijkheid verschaffen.

De huidige proeven leiden tot ongewenste neveneffecten, maar dat neemt niet weg dat ze zinvol zijn. Een minimale kennis van bedrijfsbeheer heeft wel degelijk haar nut.

In het kader van de hervorming zal de kwestie van de begeleiding alle aandacht krijgen. Nieuwe ondernemers hebben immers voldoende steun nodig.

Partager
10:48 § 253 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- U kunt of wilt blijkbaar niet zeggen of Brussel, net als Nederland, Luxemburg en Vlaanderen, de basiskennis bedrijfsbeheer als voorwaarde zal schrappen. Dat impliceert dat er hoe dan ook een reglementering behouden blijft in Brussel, maar ook daarover kunt of wilt u nog niets kwijt. Het Brussels Gewest blijft in feite een barrière opwerpen voor mensen die willen ondernemen, anders zou u die voorwaarden gewoon schrappen zonder dat er andere regels voor in de plaats moeten komen.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Vous semblez ne pas pouvoir ou ne pas vouloir dire si Bruxelles supprimera la condition des connaissances de base en gestion d'entreprise.

La Région bruxelloise continue à contrecarrer la volonté d'entreprendre.

Partager
10:49 § 255 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- Je comprends que vous ne puissiez par répondre, d'autant que - sauf erreur de ma part -, cela ne figure pas noir sur blanc dans votre accord de majorité. Il va falloir trouver un compromis ; j'espère que celui-ci ira dans la bonne direction.

Vous ne pouvez pas me dire ce que vous allez faire, mais je peux vous dire ce que j'attends : que l'on élimine cette barrière et que l'on concentre la formation à deux moments cruciaux. Le premier au tout début, et le deuxième au bout d'un an ou deux, lorsque la toute petite PME croît quelque peu et engage une première personne, une étape charnière souvent difficile. Je pense qu'à ces deux moments clés de la vie d'une PME, une autre forme d'accompagnement et de formation sont nécessaires.

- Les incidents sont clos.

De heer David Weytsman (MR).- Ik hoop dat u de hinderpaal van de test zult wegwerken en zult zorgen voor opleiding op de sleutelmomenten in het bestaan van de kmo, namelijk bij de start en na één of twee jaar activiteit, wanneer er bijvoorbeeld een eerste werknemer in dienst wordt genomen.

- De incidenten zijn gesloten.

Partager
10:51 § 259 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van de heer Gilles Verstraeten

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de toekomst van de coöperatieve bank NewB".

Demande d'explications de M. Gilles Verstraeten

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "l'avenir de la banque coopérative NewB".

Partager
10:51 § 261 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- De coöperatieve bank NewB werd in 2011 opgericht en wilde na de financiële crisis een tegenwicht bieden via ethisch bankieren. Het bedrijf richt zich voor zijn financiering op particulieren (24.000 in 2013 en 116.584 in 2022), maar ook op middenveldorganisaties (24 in 2013 en 351 in 2022) en institutionele beleggers (11 in 2022), waaronder de Brusselse regering, die 400.000 euro investeerde via finance&invest.brussels, de Waalse overheid en de ULB.

Nadat NewB in 2019 erin slaagde 35 miljoen euro op te halen, kreeg het in 2020 een bankvergunning van de Nationale Bank van België. Sinds vorig jaar hebben de coöperanten toegang tot een zicht- en spaarrekening, betaalkaart en beleggingsproducten. Twee jaar later verkeert de bank echter in woelig water. Op 11 juni heeft de algemene vergadering de begroting voor 2022 afgekeurd. Voor de jaarrekening van 2021 werd slechts een nipte meerderheid gevonden: zes institutionele investeerders stemden voor, vijf stemden tegen en een onthield zich. NewB benadrukt in een persbericht dat bij de organisaties en de burgers het resultaat positief was over de hele lijn. Ik vind dat nogal twijfelachtige communicatie.

Omdat de goedkeuring van het budget geen wettelijke verplichting is, zal NewB geen nieuwe algemene vergadering organiseren. De bank zal wel informeren bij de investeerders waarom ze tegen hebben gestemd en "waar mogelijk proberen om eventuele aanpassingen door te voeren in de begroting". Enkele investeerders lieten vooraf al in La Libre Belgique optekenen dat ze tegen de jaarrekening van 2021 zouden stemmen wegens het zwakke commerciële beleid van de bank. Ook Pascal Paepen, econoom van de Katholieke Universiteit Leuven, ziet bij de bank weinig aandrang om geld te verdienen en zo weinig mogelijk verlies te lijden.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- La banque coopérative NewB, créée en 2011, se voulait une banque éthique, en réponse à la crise financière. Elle se concentre sur les particuliers, la société civile et les investisseurs institutionnels, dont les gouvernements bruxellois et wallon, et l'ULB.

Deux ans après de belles réussites, NewB navigue actuellement en eaux troubles. L'assemblée générale a notamment rejeté le budget 2022.

Certains investisseurs pointent une politique commerciale faible. Selon l'économiste Pascal Paepen, la banque ne cherche pas assez à enregistrer des bénéfices et limiter les pertes. Le réviseur d'entreprises a d'ailleurs rendu un avis négatif sur la continuité de la banque.

Partager
10:54 § 263 → Vidéo
Partager

Vorig jaar leed NewB een verlies van ruim 9 miljoen euro. De bedrijfsrevisor gaf een negatief advies over de continuïteit van het bedrijf. Voor dit jaar wordt zelfs een verlies van 11 miljoen euro verwacht.

NewB slaagt er blijkbaar niet voldoende in om spaargeld om te zetten in kredieten, wat door de negatieve depositorente bij de ECB tot verliezen leidt. Spaartegoeden omzetten in kredieten en een commercieel beleid voeren is overigens de basis van wat een bank zou moeten doen, ongeacht of die zichzelf ethisch noemt.

Tegen eind september moet NewB van de Nationale Bank op zoek naar 40 miljoen euro vers kapitaal. Dat kan door aan te kloppen bij de huidige aandeelhouders - de grootste investeerder, de Franse verzekeraar Monceau zal al zeker niet bijspringen - of door nieuwe aandeelhouders te vinden. Als dat niet lukt, moet NewB stoppen en zullen de coöperanten, waaronder finance&invest.brussels, een deel van of misschien al hun geld verliezen.

De realiteit is dat geld bijeenbrengen en uitlenen voor ethische banken sowieso moeilijker is, omdat ze het op een maatschappelijk verantwoorde manier moeten verwerven, via groene leningen bijvoorbeeld. In Bruzz lees ik dat NewB al sinds midden mei weet dat het 40 miljoen euro moet vinden, maar dat er nog niets is gebeurd. Het commerciële beleid loopt dus mank.

Wat is de geschatte waarde van de Brusselse participatie in NewB? Wat is de return on investment sinds de start van de bank? Wat hoopt u terug te krijgen, mocht het echt fout gaan?

En outre, NewB semble ne pas satisfaire à la fonction de base d'une banque, à savoir convertir l'épargne en crédits.

Si elle ne trouve pas 40 millions d'euros de capitaux frais avant la fin septembre, NewB devra cesser ses activités. Ses coopérateurs - dont finance&invest.brussels - pourraient alors perdre tout ou partie de leur investissement.

Les banques éthiques peinent à réunir et prêter de l'argent, parce qu'elles entendent le faire de manière socialement responsable.

Quelle est la valeur estimée de la participation bruxelloise dans cette banque ? Quel a été le retour sur investissement ? Quelle somme espérez-vous récupérer en cas de problème ?

Partager
10:56 § 265 → Vidéo
Partager

Geeft finance&invest.brussels NewB advies over het commerciële beleid? Zo ja, op welke manier?

Hoe ziet u dat project vandaag? Blijft u NewB steunen? Bent u bereid om in te gaan op een kapitaalverhoging of overweegt u een verkoop van onze participatie om zo veel mogelijk te recupereren?

Kunt u bevestigen dat het gewest niet garant staat voor de eventuele verliezen die de Brusselse coöperanten zouden lijden als de bank haar activiteiten moet stopzetten? Zijn Brusselaars daar op een of andere manier bij betrokken? Wat zou de impact in Brussel zijn als NewB failliet gaat?

Finance&invest.brussels conseille-t-elle NewB sur sa politique commerciale ?

Continuez-vous de soutenir la banque ? Consentirez-vous une augmentation de capital ou envisagez-vous une vente de notre participation ?

Quelles seraient les répercussions de la faillite de NewB sur la Région bruxelloise ?

Partager
10:57 § 267 → Vidéo
Partager

M. Thomas Naessens (Ecolo).- La pérennité de cette banque est un enjeu important dans la perspective de la transition économique que nous portons à la Région bruxelloise. Cet organisme bancaire est un réel symbole de transition économique et financière. Ses treize valeurs et sa charte sociale et environnementale le démontrent.

Contrairement aux autres institutions bancaires traditionnelles, NewB fait la part belle, entre autres, à la transparence, l'inclusion, la sécurité et la proximité, autant de points d'attention qui sont à l'opposé des perspectives des banques classiques. Je me réfère ici à notre récente résolution commune demandant une juste répartition des distributeurs de billets. Soutenir NewB revient à soutenir la transition économique et l'économie réelle.

La Région bruxelloise, outre l'aspect financier, lui apporte-t-elle son soutien à travers son expertise, ses outils ou autres ? Il me semble évident qu'en qualité de coopérateur institutionnel de NewB, il lui appartient d'accompagner le développement de cette structure bien ancrée dans les valeurs de la stratégie Shifting Economy.

De heer Thomas Naessens (Ecolo).- Het voortbestaan van NewB is van groot belang voor de economische transitie van het Brussels Gewest. Het is een bank die dertien kernwaarden en een sociaal en milieucharter hanteert.

In tegenstelling tot traditionele banken besteedt NewB aandacht aan transparantie en inclusie. In dat verband verwijs ik ook naar onze recente resolutie, waarin we een billijke spreiding van geldautomaten eisen.

Verstrekt het Brussels Gewest naast financiële steun ook expertise en hulpmiddelen aan NewB? Volgens mij spreekt het voor zich dat het gewest NewB ondersteunt, want het is een bank die de waarden van Shifting Economy hoog in het vaandel draagt.

Partager
10:58 § 269 → Vidéo
Partager

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Via de bijdrage van finance&invest.brussels is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inderdaad indirect aandeelhouder van NewB.

In tegenstelling tot Wallonië, waar de regering bijdroeg via een gedelegeerde opdracht, heeft finance&invest.brussels beslist om 400.000 euro of 1,14% van het totale bedrag van 35 miljoen euro in te brengen. In dat opzicht heeft finance&invest.brussels zijn rol gespeeld door de financieringsketen te vervolledigen.

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Par le biais de finance&invest.brussels, la Région bruxelloise est indirectement actionnaire de NewB.

Finance&invest.brussels a investi 400.000 euros sur fonds propres, soit 1,14 % des 35 millions d'euros levés par NewB.

Partager
10:59 § 271 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Nous nous inscrivons donc bien dans le cadre des missions de base de finance&invest.brussels, à savoir compléter la chaîne de financement. Il s'agissait en l'occurrence de compléter les investissements citoyens et institutionnels autres.

(verder in het Frans)

We besteden dus wel degelijk aandacht aan de kerntaken van finance&invest.brussels, dat voor financieringsoplossingen zorgt.

Partager
11:00 § 273 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Elke kapitaalinvestering in een markteconomie houdt risico's in en durfkapitaal is de kernactiviteit van finance&invest.brussels. De opdracht van een overheidsinvesteringsinstelling is risico's te nemen. Finance&invest.brussels, de Participatiemaatschappij Vlaanderen en de Waalse investeringsmaatschappij nemen elke dag risico's en dat is hun taak. Ze vergemakkelijken en vervolledigen de financieringsketen van ondernemingen. In de portefeuille van finance&invest.brussels zaten eind 2021 vijfhonderd ondernemingen, los van de gedelegeerde opdracht in het kader van de coronacrisis. Wanbetalingen zijn onvermijdelijk in de risicokapitaalsector.

In 2021 konden wegens faillissementen acht leningen van finance&invest.brussels niet terugbetaald worden, voor een totaalbedrag van 1.842.000 euro. Dat maakt deel uit van de realiteit van een investeringsmaatschappij. Dat belet niet dat finance&invest.brussels voor 2021 een positief resultaat kan voorleggen en eind 2021 een latente meerwaarde van enkele miljoen euro's op de portefeuille heeft.

Investeren in NewB geldt dus ook als een risico, maar met het opgehaalde geld zijn de plannen wel uitgevoerd, namelijk een nieuwe bank oprichten en basisbankdiensten organiseren die in overeenstemming zijn met de visie van het project: een zichtrekening, een spaarrekening, beleggingsfondsen, leningen aan particulieren en professionelen.

Momenteel staat NewB voor een belangrijke nieuwe uitdaging, namelijk om tegen het einde van de zomer nog eens 40 miljoen euro op te halen.

(poursuivant en néerlandais)

Tout investissement en capital réalisé dans une économie de marché comporte des risques et le capital-risque constitue l'activité principale de finance&invest.brussels. Fin 2021, 500 entreprises figuraient dans le son portefeuille, hors mission déléguée dans le cadre de la crise sanitaire. Les défauts de paiement sont inévitables dans le secteur du capital-risque.

En 2021, huit prêts n’ont pas pu être remboursés à finance&invest.brussels pour cause de faillite, pour un montant total de 1.842.000 euros. Néanmoins, finance&invest.brussels a présenté un résultat positif en 2021.

Par ailleurs, NewB a consacré l’argent levé aux projets prévus.

Partager
11:02 § 279 → Vidéo
Partager

NewB heeft een nieuw dossier ingediend bij finance&invest.brussels. De raad van toezicht van finance&invest.brussels moet over de investering beslissen en daarom participeert het gewest via zijn investeringsvehikel en niet via een gedelegeerde opdracht. Het is immers de rol van finance&invest.brussels om diepgaande analyses te maken. Die input is belangrijk om het financiële plan te goed te keuren.

In dit stadium is de verkoop van de participatie van finance&invest.brussels geen optie. Het gewest is niet ingedekt tegen mogelijke verliezen. Afhankelijk van wat er de komende maanden gebeurt en van het al dan niet slagen van de fondsenwerving, zal finance&invest.brussels de geraamde waarde van de participatie evalueren. Net zoals de andere coöperanten heeft finance&invest.brussels geen garantie op terugbetaling van zijn investering en heeft de investering nog niets opgeleverd.

De investering van finance&invest.brussels komt overeen met twee aandelen van categorie C van NewB. De investering is tot stand gekomen onder dezelfde voorwaarden als die van de andere aandeelhouders-coöperanten. Finance&invest.brussels is dus niet in grotere mate bij het commerciële beleid van de bank betrokken dan andere coöperanten.

En ce qui concerne les 40 millions d'euros à lever d'ici à la fin de l'été, NewB a introduit un nouveau dossier auprès de finance&invest.brussels. Il revient à son conseil de surveillance de prendre une décision.

À ce stade, la vente de la participation de finance&invest.brussels n’est pas envisageable. La Région n'est pas couverte contre les pertes. Finance&invest.brussels évaluera la valeur estimée de la participation. Elle n’a aucune garantie de récupérer son investissement, qui n’a pas encore généré de rendement.

Enfin, finance&invest.brussels n’est pas plus impliquée qu’un autre coopérateur dans la politique commerciale de la banque.

Partager
11:04 § 281 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Un nouveau dossier a été introduit par NewB auprès de finance&invest.brussels, qui est en train d'en effectuer une analyse complète en vue d'une prise de décision par son conseil d'administration.

(verder in het Frans)

NewB heeft een nieuw dossier ingediend bij finance&invest.brussels, dat een volledige analyse opstelt voordat de raad van bestuur een beslissing zal nemen.

Partager
11:04 § 283 → Vidéo
Partager

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- U beweert in feite dat u geen zeggenschap hebt over het verdere verloop en dat finance&invest.brussels zelf moet beslissen of het deelneemt aan de nieuwe kapitaalsverhoging. Ik ben geen financieel deskundige, maar het lijkt me duidelijk dat het Brussels Gewest daar beter niet aan deelneemt, vooral ook omdat een hele reeks andere grote betrokken partijen hebben aangegeven dat ze dat niet zullen doen. Het feit dat de begroting niet goedgekeurd wordt, is ook een teken aan de wand. Alle signalen wijzen erop dat het om een bank gaat die niet bankiert. Het loon van de directie is op dit moment groter dan de omzet. Dat zegt genoeg.

Het is de rol van finance&invest.brussels om af en toe risico's te nemen als er iets opduikt dat interessant kan zijn. Die risico's worden inderdaad gedekt door andere en veiligere investeringen. Volgens mij vervult het die rol goed en kan het zelfs nog groeien. Nu is finance&invest.brussels nog een beetje het kleine broertje van de Participatiemaatschappij Vlaanderen. Met die risico's heb ik dus absoluut geen probleem.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- La Région bruxelloise ferait mieux de ne pas participer à l'augmentation de capital, à l'instar de nombreuses autres parties prenantes. Tout indique que NewB ne s'occupe pas d'affaires bancaires. Le salaire de la direction est plus élevé que le chiffre d'affaires. Cela en dit long.

Le rôle de finance&invest.brussels consiste à prendre des risques lorsqu'une opportunité intéressante se présente. Ces risques sont couverts par d'autres investissements plus sûrs.

Partager
11:07 § 285 → Vidéo
Partager

Ik heb ook geen probleem met coöperatieve banken op zich. In Nederland zijn meerdere coöperatieve banken uitgegroeid tot grote, succesvolle institutionele spelers. NewB is echter niet in de haak. Een bank die niet bankiert en geen omzet genereert, is geen goede investering, hoe ecologisch en ethisch het project ook is. Het zou mij dus verbazen als finance&invest.brussels nog verder in het project meegaat. Ik zou dat in ieder geval niet doen.

- Het incident is gesloten.

La part de risques et le principe de la banque coopérative ne me dérangent absolument pas. Toutefois, NewB ne s'occupe pas d'activités bancaires et ne génère pas de chiffre d'affaires. Dès lors, finance&invest.brussels ne devrait pas soutenir davantage ce projet.

- L'incident est clos.

Partager
11:08 § 289 → Vidéo
Partager

Question orale de M. David Weytsman

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "la création d'un quartier général de l'intelligence artificielle".

Mondelinge vraag van de heer David Weytsman

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de oprichting van een hoofdkwartier voor kunstmatige intelligentie".

Partager
11:08 § 291 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- Dans votre réponse à ma question du 10 octobre 2020 concernant la création d’un quartier général de l’intelligence artificielle en Région bruxelloise, vous déclariez que le gouvernement avait accordé son soutien, en octobre, à une candidature bruxelloise introduite auprès de l’Union européenne pour constituer et cofinancer un pôle européen d'innovation numérique (PIN).

L’objectif de ces pôles est d’accompagner les secteurs privé et public dans leur transformation numérique et de valoriser les développements dans les technologies de pointe telles que l’intelligence artificielle.

Si ce PIN était sélectionné par la Commission européenne et voyait le jour, il deviendrait sans aucun doute un centre névralgique, le quartier général des initiatives bruxelloises dans le domaine de l'intelligence artificielle.

Concernant les partenariats potentiels, vous indiquiez dans votre réponse que le large consortium qui portait le projet candidat bruxellois regroupait à la fois le secteur académique (ULB et VUB), des entreprises de la fédération Agoria, des associations ou communautés de l'intelligence artificielle à Bruxelles, à savoir Sirris, le centre collectif de l’industrie technologique belge créé par Agoria, et l'espace de formation numérique BeCentral.

Le PIN est par ailleurs centré sur une technologie, celle de l'intelligence artificielle, et non sur un domaine particulier. Les acteurs de la santé désirant développer des projets ambitieux en matière d'intelligence artificielle seront donc également les bienvenus pour collaborer au futur de ce PIN qui serait hébergé par BeCentral.

De heer David Weytsman (MR).- In uw antwoord op mijn vraag van 10 oktober 2020 over de oprichting van een hoofdkantoor voor artificiële intelligentie (AI) in Brussel, zei u dat de regering de kandidatuur van het Brussels Gewest bij de Europese Unie steunde om een digital innovation hub (DIH) op te richten en mee te financieren.

Zulke hubs moeten de privésector en de overheid begeleiden bij hun digitale transitie en ontwikkelingen in artificiële intelligentie benutten. Als de DIH er komt, wordt die allicht het zenuwcentrum van de Brusselse AI-initiatieven.

De ULB en de VUB, ondernemingen die lid zijn van Agoria, Sirris, het gemeenschappelijke centrum van de technologische industrie en BeCentral maken deel uit van het consortium dat de Brusselse kandidatuur heeft ingediend.

De DIH richt zich op een technologie, namelijk artificiële intelligentie, niet op een specifiek vakgebied. Gezondheidsinstellingen met ambitieuze AI-projecten zijn dus ook welkom.

Partager
11:10 § 293 → Vidéo
Partager

Vous avez également mentionné que le plan par étapes et le déroulement de la procédure ultérieure dépendait fortement du calendrier de la Commission européenne. Le calendrier initial de la Commission européenne prévoyait d'ailleurs le lancement de ce centre au printemps 2021. Si la crise sanitaire est venue tout bousculer, vous espériez quand même pouvoir maintenir ce délai. Le choix du lieu, à savoir BeCentral, était également déterminant dans la mise en œuvre rapide de ce projet, car des formations à l'intelligence artificielle y étaient déjà organisées.

Quel est l'état des lieux de ce dossier ?

Le projet a-t-il bien été sélectionné ?

Quel budget a-t-il été alloué par la Commission européenne ?

Quelles actions ont été entreprises pour assurer le bon fonctionnement et la collaboration entre les différents partenaires que j'ai cités précédemment ?

Est-ce bien en partenariat avec BeCentral que ce projet peut avancer ?

Het verloop van de procedure hangt sterk af van de agenda van de Europese Commissie. De keuze van BeCentral als vestigingsplek werd ook gemaakt om het project snel te kunnen starten.

Hoever staat de oprichting van de hub intussen? Is het Brusselse voorstel geselecteerd? Welke middelen heeft de Europese Commissie toegekend?

Hoe verzekert u de goede samenwerking tussen de betrokken partijen? Is BeCentral een goede partij om het project vooruit te helpen?

Partager
11:11 § 295 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Votre question ayant été reportée, je suis en mesure d'offrir de nouveaux éléments d'information : d'une part, une conférence "AI, data and robotics for the common good" organisée par le FARI, a lieu en ce moment à Bozar. Elle accueille des spécialistes européens de l'intelligence artificielle. D'autre part, nous avons enfin reçu une réponse positive de la commission à notre demande relative au pôle d'innovation numérique (PIN) . Avec le FARI et le PIN, nous devenons des acteurs centraux dans le développement de ces technologies sur le plan européen, ce dont nous nous réjouissons.

Nous avions, dès 2020, déposé ce projet avec nos partenaires, et nous nous sommes engagés à le soutenir financièrement à raison de 50 % sur une durée totale de sept ans, les autres 50 % étant apportés par la Commission. La participation de la Région est évaluée à 700.000 euros par an, soit un engagement de 2,1 millions euros en 2021.

La mission du PIN étant de conseiller et de fournir des services aux entreprises, ce budget sera principalement utilisé pour les frais de personnel et les moyens de fonctionnement.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Momenteel organiseert het Artificial Intelligence for the Common Good Institute (FARI) in Bozar de conferentie AI, data and robotics for the common good. We hebben ook een positief antwoord gekregen in verband met de digital innovation hub (DIH). Dankzij de FARI en de DIH nemen we een Europese sleutelrol op in de ontwikkeling van AI.

Toen we het projectvoorstel samen met onze partners indienden, hebben we ons ertoe verbonden om het gedurende zeven jaar voor de helft te financieren. De financiering wordt op 700.000 euro per jaar geraamd. Dat geld dient hoofdzakelijk voor personeels- en werkingskosten.

Partager
11:13 § 297 → Vidéo
Partager

Le consortium est dénommé sustain.brussels et composé de BeCentral, Agoria, Sirris, l’ULB et la VUB. Nous venons de recevoir une décision de principe positive de la Commission européenne et devrions finaliser le contrat au début de l'automne 2022.

Selon la proposition, sustain.brussels se développera autour de cinq objectifs stratégiques : encourager et faciliter l’innovation au service de la transition économique, sociale et environnementale ; contribuer à la reprise économique ; renforcer le leadership bruxellois en intelligence artificielle ; devenir une passerelle vers l’Europe pour les entreprises bruxelloises, à travers notamment le rôle de réseautage entre les autres PIN européens ; et faciliter la transition numérique des entreprises et de l’industrie bruxelloises.

Pour mieux comprendre ces objectifs, prenons l'exemple d'une entreprise qui décide de rapatrier sa production de Chine vers Bruxelles. Admettons qu'elle serait intéressée par l’impression 3D, se disant que cette technologie pourrait l’aider, mais elle n’y connaît rien. Elle peut alors se tourner vers sustain.brussels. Dans une démarche de test avant investissement, le PIN pourra l’aider à tester la technologie.

En outre, dans une philosophie d'innovation durable pour une transition écologique, le PIN lui proposera aussi d’optimiser ses formes et ses modèles afin d'utiliser moins de matière tout en gardant les mêmes performances, et ce, dans le but de produire moins de déchets.

Ensuite, comme il est connecté à ses homologues européens, le PIN pourra, par exemple, faire le lien avec un pôle allemand qui organise des formations en impression 3D, afin d’aider l’entreprise à former son personnel. Enfin, une fois l’entreprise convaincue, le PIN l’aidera à obtenir des financements pour mettre en œuvre cet ambitieux projet. Voilà un exemple de l'intérêt qu'une entreprise pourrait avoir à s'adresser au PIN.

Het consortium heet sustain.brussels en bestaat uit BeCentral, Agoria, Sirris, de ULB en de VUB. De Europese Commissie heeft al een positieve principebeslissing genomen. Het contract moet tegen het begin van de herfst rond zijn.

Sustain.brussels streeft vijf strategische doelstellingen na: innovatie ten dienste van de economische, sociale en ecologische transitie stimuleren, bijdragen tot het economische herstel, de leidende rol die Brussel speelt in AI uitbreiden, dienstdoen als Europese springplank voor Brusselse ondernemingen en de digitale transitie bij Brusselse ondernemingen bevorderen.

Bovendien zal de DIH ook voorstellen doen om minder afval te produceren. Het zal ook de link vormen met buitenlandse AI-hubs, waar personeel van ondernemingen opleidingen kan gaan volgen.

Partager
11:15 § 299 → Vidéo
Partager

En résumé, sustain.brussels sera un guichet unique pour les entreprises désireuses de se numériser tout en accordant toute l'attention requise aux questions de durabilité. Il proposera des services complets, du test avant investissement aux possibilités de réseautage, en passant par les formations et le soutien dans les recherches de financement.

Le consortium démontre une expertise et une complémentarité plus que pertinentes. Innoviris, Bruxelles Économie et emploi (BEE) et hub.brussels assureront le suivi des opérations, veilleront au bon fonctionnement du consortium et seront également un support sur certains axes du PIN.

Innoviris a suivi le consortium depuis de nombreux mois. Il a pu travailler avec lui à sa structuration et va maintenant définir un cadre opérationnel pour la mise en œuvre de ce dispositif.

J’ajouterai que, dans le cadre du plan national pour la reprise et la résilience , Innoviris soutient la mise en place du FARI. Avec sustain.brussels, ils travailleront en synergie et complémentarité afin de former ensemble un pôle d’excellence en intelligence artificielle et numérique durable à Bruxelles. D’ailleurs, sustain.brussels s’installera à BeCentral, au même étage que le FARI, afin d’assurer un maximum d’interactions.

M. David Weytsman (MR).- Je me réjouis et vous félicite pour ces initiatives. J'espère que nous pourrons avancer le plus vite possible pour repositionner Bruxelles comme cheffe de file dans ces matières, avec la vocation d'inscrire l'intelligence artificielle dans une plus-value sociétale et économique intéressante.

- L'incident est clos.

Kortom, sustain.brussels wordt een aanspreekpunt voor bedrijven die willen digitaliseren en tegelijkertijd aandacht hebben voor duurzaamheid.

Het consortium heeft pertinente expertise. Innoviris, Brussel Economie en Werkgelegenheid en hub.brussels zorgen voor de follow-up van de operaties, de goede werking en ondersteuning.

Verder wil ik er nog aan toevoegen dat Innoviris de oprichting van het FARI ondersteunt. Samen met sustain.brussels werkt het samen aan een excellentiecentrum voor artificiële intelligentie en duurzame digitalisering in Brussel. Sustain.brussels zal trouwens zijn intrek nemen bij BeCentral, op dezelfde etage als het FARI, om de samenwerking te bevorderen.

De heer David Weytsman (MR).- Ik hoop dat we zo snel mogelijk vooruitgang kunnen boeken, zodat Brussel opnieuw een pioniersrol inzake AI kan spelen.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:17 § 305 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Jamal Ikazban

à M. Alain Maron, ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la transition climatique, de l'environnement, de l'énergie et de la démocratie participative,

et à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "le nouveau programme régional d'économie circulaire (PREC) et l'évaluation du plan de gestion des ressources et des déchets (PGRD)".

Mondelinge vraag van de heer Jamal Ikazban

aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

en aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "het nieuwe Gewestelijk Programma voor circulaire economie (GPCE) en de evaluatie van het Plan inzake het Beheer van Grondstoffen en Afvalstoffen (PBGA)".

Partager
11:17 § 307 → Vidéo
Partager

M. Jamal Ikazban (PS).- En décembre dernier, je vous interrogeais sur le circuit des invendus non alimentaires neufs voués à la destruction à cause d’une TVA qui n’encourage pas les pratiques commerciales durables. Des vêtements, des produits électroménagers et autres meubles qui ne trouvent pas acquéreur sont ainsi détruits au lieu d’être redistribués, avec pour conséquence, notamment, une augmentation de la trace écologique.

La Région de Bruxelles-Capitale s’est engagée dans la lutte contre le gaspillage et pour la redistribution des invendus alimentaires grâce à une exonération de taxe. Il faut espérer que pareille exonération soit instaurée pour le reste des invendus qui nous intéressent, à savoir les invendus non alimentaires. Par ailleurs, à la pandémie de Covid-19 s’est ajoutée la crise en Ukraine et ses effets désastreux sur une inflation qui explose partout en Europe, ce qui rend la question encore plus cruciale.

Même si l'exonération de la TVA relève du niveau fédéral, le programme régional d'économie circulaire (PREC) et le plan de gestion des ressources et des déchets (PGRD) , complémentaires, gardent toute leur importance dans ce domaine. Pour rappel, le PGRD vise à encadrer et stimuler la société bruxelloise vers le zéro déchet et l’économie circulaire ; le PREC, quant à lui, s’appuie sur le premier pour mettre en œuvre des activités dans le secteur des ressources et des déchets.

Le PREC 2016-2020 est arrivé à son terme avec à peine 45 % des mesures mises en œuvre, même si nous pouvons nous réjouir de la création de plus de 200 emplois directs dans le cadre de l’appel à projets Be Circular.

La stratégie Go4Brussels 2030 envisage une transition économique par la promotion des modèles de production décarbonés et de l’économie circulaire.

De heer Jamal Ikazban (PS).- Voor onverkochte voedingswaren heeft het gewest een btw-vrijstelling ingevoerd, die verspilling ontmoedigt en herverdeling aanmoedigt. Die vrijstelling hebben we ook nodig voor onverkochte non-food zoals kledij, meubelen en huishoudtoestellen. Nu worden die vaak weggegooid, wat weinig duurzaam is. De oplopende inflatie maakt de kwestie nog nijpender.

Btw is een federale bevoegdheid, maar het gewest kan ook veel doen via het Gewestelijk Programma voor circulaire economie (GPCE) en het Hulpbronnen- en Afvalbeheerplan (PBGA). De strategie Go4Brussels 2030 streeft tegen 2030 naar een circulaire economie met koolstofarme productiemodellen.

Partager
11:19 § 309 → Vidéo
Partager

Dans le cadre de la stratégie régionale de transition économique Go4Brussels 2023, vous aviez annoncé le nouveau PREC pour le printemps 2022. Or nous sommes en été. Je reviens donc vers vous avec des questions restées en suspens.

Qu’en est-il de l’évaluation à mi-parcours du PGRD ?

S'agissant du PREC, quelles ont été les réalisations sur la base des recommandations et du programme de travail émanant du circular regulation deal (Cirede) ?

Pourquoi seules 45 % des mesures ont-elles été mises en œuvre dans le cadre du PREC 2016-2020 ? Comment expliquer que, depuis 2020, nous ne disposions pas d’autre plan ?

Vous avez annoncé l'arrivée d'un nouveau PREC au printemps. Est-il prêt ? Quelles ressources y sont mobilisées contre le gaspillage ?

La question climatique est au cœur de toutes les politiques. Dès lors, des groupes de réflexion sont-ils envisagés pour dépasser les barrières juridiques et administratives qui empêchent la Région bruxelloise de s’engager réellement dans des pratiques commerciales durables, contre le gaspillage et les destructions immorales, et pour la promotion de la redistribution auprès des publics les plus fragilisés ?

Waarom zijn amper 45% van de maatregelen uit het GPCE 2016-2020 uitgevoerd? Welke aanbevelingen uit de circular regulation deal zijn gerealiseerd? U had een nieuw GPCE aangekondigd tegen het voorjaar van 2022. Is het klaar? Wat staat erin om verspilling tegen te gaan?

Hoe staat het met de tussentijdse evaluatie van het PBGA?

Komen er werkgroepen om ervoor te zorgen dat het Brussels Gewest voluit gaat voor duurzame handelspraktijken, stopt met verspilling en vernietiging, en herverdeling bevordert ten gunste van de meest kwetsbare groepen?

Partager
11:21 § 311 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Votre question est à la jonction entre les compétences économiques et environnementales. Mes réponses intègrent donc les apports de mon collègue M. Alain Maron.

Une évaluation du plan de gestion des ressources et des déchets (PGRD) a été réalisée à mi-parcours. Elle a été soumise aux parties prenantes du plan ainsi qu’au gouvernement bruxellois le 18 avril 2022. Cette évaluation est disponible sur le site de Bruxelles Environnement. Bien que la crise sanitaire soit intervenue peu après le lancement officiel du PGRD en février 2020, le rapport d’évaluation indique que le plan a respecté ses engagements depuis sa publication.

On peut citer, parmi les grandes avancées :

- la transposition des directives européennes et la définition d’objectifs ambitieux de recyclage ;

- le processus de modernisation en matière de responsabilité élargie des producteurs ;

- l’instauration d’un nouveau cadre pour la gestion des déchets de soins et de nouvelles obligations de tri ;

- la structuration de la politique de gestion des biodéchets avec l’élaboration d’un dispositif de soutien pour les parties prenantes, c'est-à-dire les citoyens, associations, CPAS et communes ;

- le développement d’un service d’accompagnement et d’une stratégie de soutien au tri pour les entreprises ;

- la validation de la feuille de route visant l’implantation d’une unité de biométhanisation en Région de Bruxelles-Capitale ;

- la stimulation soutenue de l’offre en économie circulaire ;

- la structuration de la politique de soutien aux acteurs économiques du réemploi et la validation de la feuille de route "réemploi", le 12 mai dernier.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- De tussentijdse evaluatie van het Hulpbronnen- en Afvalbeheerplan (PBGA) staat op de website van Leefmilieu Brussel en werd op 18 april 2022 aan de betrokken partners en de regering voorgelegd. Ondanks de coronacrisis werden de volgende elementen reeds uitgevoerd: de omzetting van de Europese richtlijnen, de vastlegging van ambitieuze recyclagedoelstellingen, een ruimere producentenaansprakelijkheid, het beheer van het medisch en bioafval (en de begeleiding van burgers, verenigingen, OCMW's en gemeenten in dat kader), de begeleiding van bedrijven bij het sorteren, de planning van de biomethanisatie-installatie, de stimulering van het aanbod in de circulaire economie en tot slot het stappenplan voor hergebruik (goedgekeurd op 12 mei).

In totaal werd voor meer dan 4,2 miljoen euro steun toegekend aan meer dan 260 projecten van gemeenten, OCMW's, verenigingen, handelszaken, horecazaken, bedrijven en burgercollectieven.

Om de impact van het PBGA te versterken, rekenen we op synergieën met de andere plannen en met name Shifting Economy, op de versterkte intergewestelijke samenwerking en op de samenwerking met Net Brussel.

Partager
11:23 § 317 → Vidéo
Partager

Au total, depuis le début du PGRD, plus de 4,2 millions d'euros ont été engagés pour le soutien financier de plus de 260 projets portés par des communes, CPAS, des associations, des commerces et établissements horeca, des entreprises ou des collectifs de citoyens. À mi-parcours, les indicateurs de suivi reflètent une bonne mise en œuvre des mesures, avec un état d’avancement appréciable. Néanmoins, l’enjeu de la performance de recyclage restera central dans les prochaines années.

Les synergies tissées entre les différents plans et stratégies régionales, en particulier la stratégie de transition économique, permettront de mobiliser davantage de ressources humaines et financières pour amplifier l’impact du PGRD mais aussi des autres plans qui lui sont directement liés. La collaboration interrégionale a également été renforcée ces dernières années et les collaborations avec Bruxelles Propreté seront primordiales pour la suite.

Concernant le programme régional d'économie circulaire (PREC), celui-ci s’est clôturé en 2021 avec un taux moyen de réalisation des mesures de près de 70 %. Pour plus de détails, je vous renvoie à ma réponse à la question écrite n° 544 de M. Özkara.

Les actions phares entamées dans le cadre du PREC se sont poursuivies jusqu’en 2022 et ont été intégrées dans la stratégie de transition économique. Avec cette stratégie, nous visons à atteindre une économie neutre en carbone d'ici 2050 et pour ce faire, nous réorientons les instruments économiques vers les entreprises exemplaires sur le plan social et environnemental. Le champ d'application du PREC s'étend donc à la stratégie de transition économique, qui est plus large que l'économie circulaire.

Concernant le circular regulation deal (Cirede), ce dispositif lancé dans le cadre du PREC est élargi dans la stratégie de transition économique (Shifting Economy). Il vise à identifier et à lever les barrières juridico-administratives à l’entrepreneuriat en privilégiant les nouveaux modèles d’affaires circulaires, sociaux et innovants. Ce dispositif a bien fonctionné pour le secteur de la construction et nous voulons étendre les bonnes pratiques qui en sont issues à d'autres domaines.

Het Gewestelijk Programma voor circulaire economie (GPCE) werd in 2021 afgesloten. Zoals in detail beschreven in mijn antwoord op schriftelijke vraag 544 van de heer Özkara, zijn bijna 70% van de geplande maatregelen uitgevoerd. De voornaamste actiepunten uit het programma bleven tot dit jaar doorlopen en zijn opgenomen in Shifting Economy. Met die strategie willen we tegen 2050 een koolstofneutrale economie bereiken, door economische steun te verstrekken aan bedrijven die voortrekkers zijn op sociaal en milieuvlak.

De circular regulation deal heeft goed gewerkt voor de bouwsector en we willen de good practices naar andere sectoren uitbreiden.

Partager
11:25 § 319 → Vidéo
Partager

Des efforts ont été concentrés sur deux thématiques prioritaires pour le programme de travail 2021-2022. La première est celle des biodéchets. Les travaux portent sur la valorisation à petite et moyenne échelle des déchets de cuisine et de table. La deuxième thématique concerne les bâtiments circulaires. Plus précisément, deux bases de réflexion ont été mises en avant. Il s'agit, d'une part, des règles d’occupation de l’espace public, qui limitent le tri sur chantier ou la déconstruction des bâtiments et, d'autre part, des principes constructifs, c'est-à-dire la disponibilité des matériaux, la performance technique des matériaux de réemploi et leur intégration dans des projets de construction, la démontabilité des bâtiments, etc.

Dans la stratégie Shifting Economy, le champ d’application du dispositif Cirede est élargi au-delà des thématiques liées à l’économie circulaire au sens strict, pour englober les enjeux de la transition économique.

Si la stratégie Shifting Economy vise directement les acteurs économiques au sens de l’ordonnance du 3 mai 2018 relative aux aides pour le développement économique des entreprises, la prévention du gaspillage auprès des ménages relève quant à elle de la politique environnementale de prévention de la production de déchets, qui fait l’objet du plan de gestion des ressources et des déchets. M. Maron pourra donc vous répondre avec plus de précision sur ces derniers aspects.

Het programma 2021-2022 was toegespitst op de opwaardering van keukenafval en circulaire gebouwen.

In het kader van Shifing Economy wordt de circular regulation deal breder ingevuld dan de circulaire economie alleen en wordt de strategie verruimd met de uitdagingen van de economische transitie.

Afvalpreventie is een deel van het milieubeleid. Collega Maron kan u daar meer over vertellen.

Partager
11:26 § 321 → Vidéo
Partager

M. Jamal Ikazban (PS).- Selon moi, 45 % seulement des mesures du programme régional d'économie circulaire ont été mises en œuvre ; selon vous, plus de 70 %. J'irai donc vérifier ces informations.

L'économie circulaire et la lutte contre le gaspillage sont importantes et porteuses d'emploi. Toutefois, à cause du problème de TVA évoqué au début de ma question - qui n'est pas de la compétence de la Région -, on détruit aujourd'hui les invendus neufs plutôt que de les distribuer. Avec les crises que nous avons connues, les difficultés des familles monoparentales à boucler les fins de mois, c'est immoral et scandaleux. Nous devons tout faire pour organiser la redistribution, tant pour des raisons environnementales que sociales. C'est ma préoccupation principale.

J'interrogerai également à nouveau M. Maron sur les aspects qui relèvent de sa compétence.

- L'incident est clos.

De heer Jamal Ikazban (PS).- Volgens mij is slechts 45% van het Gewestelijk Programma voor circulaire economie uitgevoerd. Volgens u is dat 70%. Ik zal nagaan of dat klopt.

De kringloopeconomie en de strijd tegen verspilling leveren veel werkgelegenheid op. Door het btw-probleem worden overschotten vandaag echter vaker vernietigd dan verdeeld. Dat is een echte schande.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:28 § 325 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Thomas Naessens

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "le développement des dark stores".

Mondelinge vraag van de heer Thomas Naessens

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de opkomst van darkstores".

Partager
11:28 § 327 → Vidéo
Partager

M. Thomas Naessens (Ecolo).- La crise sanitaire et ses confinements successifs ont accéléré l’évolution de la restauration et de la distribution alimentaire, avec une explosion du recours à la livraison à domicile qui a augmenté en Belgique de 50 % en 2021. Nous connaissions déjà le phénomène des "dark kitchens", ces restaurants qui préparent des repas pour la livraison, sans avoir pour vocation d’accueillir des clients dans leurs locaux. La plupart des grandes villes européennes (Paris, Lyon, Amsterdam, etc.) font depuis peu face au développement des "dark stores", des magasins de l’ombre qui se spécialisent dans la livraison ultrarapide de courses du quotidien en milieu urbain densément peuplé.

Le modus operandi est le suivant : les entreprises possèdent des entrepôts de petite taille qui sont agencés comme des supermarchés sans client. Les magasiniers préparent les commandes passées en ligne que des livreurs apportent ultra rapidement aux clients - certains promettant même de livrer en moins de 30 minutes - dans un périmètre assez restreint.

À grand renfort d’impressionnantes levées de fonds, les start-up se multiplient avec pour objectif de remplacer les supermarchés. En janvier 2022, plus de 80 dark stores appartenant à une dizaine d’enseignes ont été recensés sur le territoire parisien et sa proche banlieue. Certains dark stores sont déjà actifs sur le territoire de la Région bruxelloise.

Ces dark stores entraînent avec eux leur lot de nuisances pour les riverains. D’une part, ils sont en concurrence directe avec les petites épiceries et les magasins de proximité. Ce phénomène participe donc à la dévitalisation progressive des centres-villes. D’autre part, ils s’accompagnent souvent de nuisances sonores créées par le ballet continu des livreurs souvent employés de manière précaire, d'un accaparement de l’espace public, de problèmes de sécurité routière et d’un important gaspillage alimentaire.

De heer Thomas Naessens (Ecolo).- Door de coronacrisis en de opeenvolgende lockdowns zijn het restaurantwezen en de voedseldistributie in een stroomversnelling terechtgekomen. De thuisbezorging van maaltijden is in 2021 met maar liefst de helft gegroeid. Het fenomeen van dark kitchens voor maaltijdbezorging kenden we al. Sindsdien zijn er in meerdere Europese steden ook darkstores opgedoken. Dat zijn distributiecentra voor flitsbezorgers die boodschappen aan huis bezorgen. Het zijn in feite supermarkten waar geen klanten komen.

Er zijn heel wat start-ups die op die manier de concurrentie met klassieke supermarkten aangaan. In januari 2022 waren er al meer dan 80 darkstores in de Parijse regio. Ook in het Brussels Gewest duiken ze nu op.

Darkstores veroorzaken heel wat overlast voor de buurtbewoners. Ze concurreren met kleine buurtwinkels. Voorts veroorzaken ze veel geluidsoverlast omdat er voortdurend bezorgers komen en gaan. Ze nemen openbare ruimte in en veroorzaken verkeersonveiligheid en voedselverspilling.

Partager
11:30 § 329 → Vidéo
Partager

Pendant quelques mois, en France, les opérateurs de dark stores ont profité du flou juridique autour de leur activité pour se développer. Cette situation n’est pas sans rappeler la confusion engendrée par les arrivées successives, sur le marché, d’autres entreprises d’économie de plateforme en France ou à Bruxelles.

Pouvez-vous établir une liste de dark stores actifs sur le territoire bruxellois ?

Avez-vous connaissance de cas de nuisances et d'illégalités liées au développement de ces activités en Région bruxelloise ? De quelle manière agissez-vous pour encadrer le développement de telles structures et lutter contre les nuisances inhérentes à ce modèle ?

De uitbaters van darkstores profiteren van een juridisch vacuüm om hun activiteiten te ontwikkelen. Ook andere soorten platformbedrijven verstoren trouwens de markt.

Kunt u een overzicht geven van alle darkstores in het Brussels Gewest? Bent u op de hoogte van overlast en illegale toestanden? Hoe zult u de darkstores reguleren en de bijbehorende overlast aanpakken?

Partager
11:31 § 331 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Nous assistons effectivement à une évolution importante du secteur de la distribution alimentaire, qu’il convient d’observer pour assurer que l’ensemble des acteurs jouent avec les mêmes règles sociales, fiscales et urbanistiques, dans le respect des objectifs sociaux et environnementaux que nous nous sommes fixés.

Je me permets de rappeler tout d’abord les limites de mes compétences et leviers par rapport à cette question. Les communes sont en effet en première ligne pour déterminer la vision du développement économique de leur territoire, même si la Région peut évidemment venir en soutien en promouvant certains types d’entreprises aux externalités positives.

Il existe aussi des leviers permettant d’orienter la dynamique commerciale. Je pense ici à des leviers fiscaux ou sociaux et à des mesures destinées à garantir l’ordre public, qui peuvent être mises en place via les zones de police. Rien de cela ne relève de mes compétences.

Le pouvoir fédéral dispose aussi d’importants leviers. Je pense à la fiscalité, à la régulation du statut social des livreurs, au soutien à l’économie collaborative régénérative et de partage ainsi qu’à la régulation des commerces dont le nombre est contingenté, comme les pharmacies, qui dépendent d’une législation fédérale adoptée par les ministères fédéraux de la santé et de l’intérieur.

Les leviers dont je dispose sont principalement incitatifs. Ils reposent sur des outils d’accompagnement, d’hébergement et de financement qui permettent de soutenir les entrepreneurs bruxellois et les entrepreneuses bruxelloises dans leurs développements. Ces différents outils doivent leur permettre de tendre vers l’exemplarité sociale et environnementale à l’horizon 2030. Dans le cas qui nous occupe, il s’agit d’encourager les projets qui portent une attention particulière au statut des livreurs et livreuses, aux horaires de travail et à la qualité des produits proposés, de même qu'à l’intégration de ces activités dans le tissu urbain.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- De voedseldistributiesector maakt inderdaad een ingrijpende evolutie door. We moeten erop toezien dat de nieuwkomers de sociale, fiscale en stedenbouwkundige regels naleven, alsook de sociale en milieudoelstellingen die de regering vooropstelt.

Het zijn vooral de gemeenten die op de economische ontwikkeling van hun grondgebied moeten toezien, al kan ook het Brussels Gewest een bescheiden rol spelen. Er kunnen fiscale of sociale maatregelen worden genomen, of maatregelen om de openbare orde te handhaven. Voor dat alles ben ik echter niet bevoegd. Ook de federale overheid kan een duit in het zakje doen, onder meer op het gebied van fiscaliteit, het sociale statuut van flitsbezorgers enzovoort.

De maatregelen die ik kan nemen, zijn vooral van stimulerende aard. Ik denk daarbij aan de financiële ondersteuning van ondernemers die nog in een ontwikkelingsfase verkeren.

Tegen 2030 wilt het gewest met zijn milieu- en sociale beleid een voorbeeldfunctie vervullen. Daarom geven we met betrekking tot darkstores de voorkeur geven aan projecten waar bezorgers een behoorlijk statuut hebben, er aandacht gaat naar de werktijden en de kwaliteit van de producten en aan de integratie van de activiteiten in de buurt.

Partager
11:32 § 333 → Vidéo
Partager

En ce qui concerne l’inspection économique régionale, les services de Bruxelles Économie et emploi me disent n’avoir jamais été amenés à traiter des dossiers relatifs à des "dark stores".

Il est par ailleurs difficile de dresser une liste des "dark stores" présents sur le territoire bruxellois : ce type de commerce ne fait pas l’objet d’une définition officielle et ne possède donc pas de code NACE spécifique permettant une identification grâce à l'enregistrement à la Banque-carrefour des entreprises.

Néanmoins, d’après les chiffres qui m’ont été transmis par hub.brussels, trois acteurs étaient présents à Bruxelles dans le secteur des dark stores, avec cinq points de départ connus : Gorillas, Frichti (qui a fusionné avec Gorillas) et DingDong. Gorillas, qui a racheté Frichti, ont très récemment annoncé leur départ de Bruxelles, moins d’un an après leur arrivée ; reste DingDong.

Par ailleurs, les acteurs de la vente en ligne sont toujours plus nombreux à offrir une livraison rapide : en moins de 3h, soit loin des 10 minutes promises par Gorillas. Cependant, la tendance est au raccourcissement du temps de livraison, y compris chez les acteurs fournissant des produits de qualité et garantissant une qualité de travail à leurs collaborateurs et livreurs, comme eFarmz ou Kazidomi. Nous devons suivre attentivement cette solide évolution dans le secteur de la distribution alimentaire.

J’aimerais vous rappeler le soutien de la Région de Bruxelles-Capitale au modèle des entreprises coopératives plus respectueuses du statut des livreurs. De nombreux outils ont été développés pour soutenir le développement d’entreprises d’économie sociale, parmi lesquels l’accompagnement de Coopcity, le soutien d’Innoviris via le programme "Prove your social innovation", les différents appels à projets d’économie sociale et démocratique, et le renforcement de CoopUs qui capitalise les entreprises coopératives. La Région soutient en outre le projet "Bike Delivery" qui permet aux commerces bruxellois de faire livrer leurs marchandises en vélo cargo dans des conditions de travail respectueuses des livreurs, et ce, pour un coût similaire aux formules de livraison existantes.

Brussel Economie en Werkgelegenheid heeft nog geen dossiers over darkstores moeten behandelen. Het is moeilijk om een overzicht te geven van de darkstores in het gewest, omdat er geen officiële omschrijving van bestaat. Er is evenmin een NACE-code waarmee je ze kunt opzoeken in de Kruispuntbank van Ondernemingen. Volgens de cijfers die ik van hub.brussels ontving, zijn er in het gewest drie darkstores actief, namelijk Gorillas, Frichti en DingDong. Frichti werd echter door Gorillas overgenomen en dat laatste bedrijf heeft zijn vertrek uit het gewest aangekondigd. Alleen DingDong zal dus overblijven.

Er zijn steeds meer onlinebedrijven die flitsbezorging aanbieden. Levertijden moeten steeds korter worden, ook bij bedrijven die kwaliteitsproducten verkopen en hun personeel in behoorlijke omstandigheden laten werken.

Het Brussels Gewest steunt bedrijven die hun bezorgers een behoorlijk statuut aanbieden. We hebben al veel maatregelen genomen om bedrijven uit de sociale economie te steunen. We steunen ook Bike Delivery, een project waar de bezorgers per bakfiets leveren en behoorlijke werkomstandigheden genieten.

Partager
11:35 § 335 → Vidéo
Partager

M. Thomas Naessens (Ecolo).- Je m'attendais à cette réponse. Vous savez que je reconnais le travail que vous menez en matière de poursuite des valeurs écologiques et sociales. Les communes disposent de leviers pour mettre en œuvre le développement territorial économique ; l'État fédéral en a d'autres. Même si cette problématique est actuellement minime dans la Région de Bruxelles-Capitale, elle s'inscrit dans l'air du temps. Des études passionnantes sont menées à cet égard à Paris, entre autres. Bruxelles est susceptible d'être concernée aussi. Ne nous appartient-il pas de nous tourner vers les communes et de tirer la sonnette d'alarme au niveau fédéral ?

Pour prendre l'exemple des distributeurs de billets, il a été tenu compte de la densité de la population, mais très peu du contexte urbain. Or, la problématique des dark stores ne peut se développer qu'en contexte urbain. Dès lors, il est crucial d'insister, au niveau fédéral, sur l'urgence de baliser, sans quoi nous allons nous retrouver face à une nouvelle économie de plateforme qui va exploser et créer de multiples problèmes. Je vous invite à vous pencher sur l'étude de l'APUR menée à Paris qui révèle des impacts édifiants à plusieurs niveaux.

- L'incident est clos.

De heer Thomas Naessens (Ecolo).- Ik waardeer uw inzet voor sociale en milieudoelstellingen. Hoewel het probleem met darkstores momenteel nog zeer beperkt is in het Brussels Gewest, zullen we er wellicht vaker mee te maken krijgen. Moeten we de aandacht van de gemeenten en de federale overheid niet op de problematiek vestigen?

Darkstores kunnen zich enkel in steden ontwikkelen. We moeten er bij de federale overheid op aandringen dat ze ingrijpt, anders krijgen we te maken met een wildgroei van darkstores en onnoemelijk veel problemen.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:37 § 339 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Michaël Vossaert

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "le soutien régional aux restaurants et cafés bruxellois face à la hausse importante des prix de l'alimentation".

Mondelinge vraag van de heer Michaël Vossaert

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de gewestelijke steun voor Brusselse restaurants en cafés in het licht van de aanzienlijke stijging van de voedselprijzen".

Partager
11:37 § 341 → Vidéo
Partager

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Je vais me permettre d'intervenir en mon nom propre depuis le siège du président.

L’inflation en Belgique est passée de 8,97 % à 9,65 % à la fin du mois de juin. L'indice des prix à la consommation a progressé en juin de 1,03 point, soit 0,85 %, et l'inflation des produits alimentaires a aussi fortement augmenté ces derniers mois pour atteindre 8,44 % en juin.

Les prix d'une série de biens et services grimpent fortement. L’alimentation est particulièrement touchée par ces hausses : huiles, farines, pâtes, café, viande de bœuf sont des produits de base dont le prix met en difficulté les ménages, mais aussi le secteur horeca, les restaurants, les cafés et autres établissements.

Alors que leur situation reste parfois difficile après cette très longue crise sanitaire, l'augmentation des prix de l’alimentation prend les restaurateurs et cafetiers de court, d’autant plus qu’elle s'accompagne d'une hausse des prix de l’énergie et des matières premières.

Dans ces conditions, la marge bénéficiaire des restaurants et cafés reste un paramètre essentiel. La hausse des prix et le contexte obligent parfois les établissements à opérer des choix douloureux tels que l’augmentation des prix, la réduction des portions ou la substitution de certains ingrédients, au risque de voir la clientèle baisser. Faute de cela, ils se retrouvent confrontés à une baisse de rentabilité en absorbant eux-mêmes une partie de ces hausses.

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- Graag neem ik in eigen naam het woord vanaf de voorzittersstoel.

De inflatie loopt hoog op en ook de voedselprijzen stijgen sterk. Die forse stijgingen hebben niet alleen gevolgen voor de gezinnen, maar ook voor de horecasector. Die kampt sowieso nog met de naweeën van de zeer lange gezondheidscrisis en als klap op de vuurpijl rijzen ook de prijzen van energie en grondstoffen de pan uit.

In zulke omstandigheden hebben horeca-uitbaters vaak geen andere keuze dan het verhogen van hun prijzen, het verkleinen van de porties of het vervangen van bepaalde ingrediënten.

Partager
11:39 § 343 → Vidéo
Partager

Je mesure l'ampleur du problème. Les secteurs qui souffrent sont nombreux et le contexte budgétaire reste compliqué. Face à cet équilibre délicat à trouver, je ne souhaite pas vous interroger sur les aides directes, les primes et les prêts, comme je l’ai fait à de nombreuses reprises. En revanche, je souhaiterais vous entendre sur des aides visant avant tout à préserver la rentabilité de ce secteur.

Plus largement, j’aimerais recevoir des chiffres précis qui corroborent les constats que je viens de dresser.

Parallèlement aux aides qui ont été mises en place pendant la pandémie de Covid-19 et celles existantes indépendamment des contextes de crise, existe-t-il des outils régionaux pour accompagner les restaurateurs et gestionnaires de café ?

En matière de formation, de coaching et de diagnostic, quelles sont les forces en présence pour venir en aide à ce secteur ?

Disposez-vous de chiffres précis sur les faillites de restaurants et cafés dans notre Région ? Pouvez-vous nous en dire davantage sur leur évolution ? Quelle est la comparaison avec les chiffres d'avant la crise sanitaire ?

Disposez-vous de chiffres précis sur la marge bénéficiaire moyenne des restaurants et cafés implantés à Bruxelles ? Qu’en est-il de son évolution ? Quelle est la comparaison avec les chiffres d'avant la crise sanitaire ?

Ik weet dat nog vele andere sectoren het moeilijk hebben en dat de begrotingssituatie niet bepaald rooskleurig is. Er werden al heel wat crisismaatregelen genomen, maar hoe denkt u de rentabiliteit van de horecasector op langere termijn te ondersteunen?

Zijn er naast de crisismaatregelen nog andere gewestelijke begeleidingsmaatregelen voor restaurant- en caféhouders?

Hoe evolueren de cijfers betreffende de faillissementen van restaurants en cafés? Kunt u de vergelijking maken met de cijfers van voor de coronacrisis?

Hoe verhouden de gemiddelde winstmarges van restaurants en cafés zich tot de cijfers van voor de gezondheidscrisis?

Partager
11:41 § 345 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- La hausse du prix des matières premières est effectivement préoccupante. Elle pose également la question de la relocalisation de l’activité productive à Bruxelles et, plus globalement, en Belgique et en Europe. Notre part ne pourra évidemment pas être à elle seule significative, mais nous nous engageons résolument dans cette direction avec la stratégie Shifting Economy.

En ce qui concerne l’accompagnement par la Région, je citerai d’abord le travail de hub.brussels auprès des commerçants. Lors de la crise sanitaire, des programmes de coaching spécifique sur l’optimisation financière ont été mis à la disposition des restaurants et cafés. Y étaient abordées l’analyse financière de l’entreprise ainsi que l’évaluation et l'optimisation des coûts fixes et de la rentabilité. Les participants bénéficiaient d’environ trois heures de coaching dispensées par des experts financiers.

Bruxelles Économie et emploi propose également une prime à la formation qui permet aux micro-, petites et moyennes entreprises de renforcer leurs compétences pour améliorer, à la carte, leur fonctionnement et leur compétitivité.

Le service 1819 de hub.brussels est disponible pour répondre en première ligne à toute question, notamment de la part des restaurants et cafés en difficulté. Ses conseillers et conseillères répondent au téléphone et par courriel, mais aussi sur rendez-vous au guichet physique installé chaussée de Charleroi.

Pour un accompagnement plus poussé, ils renvoient vers les structures adaptées : les guichets d’économie locale et le Centre pour entreprises en difficulté de Brussels Enterprises Commerce and Industry (BECI), qui offre un panel de soutiens, dont le dispositif de médiation et de procédure de réorganisation judiciaire. L’objectif de ce dernier est de contribuer au maintien de l’activité en donnant accès aux outils de prévention de faillite.

Le service 1819 fait par ailleurs la promotion sur son site de la plateforme buysmart.brussels, qui permet de faire des achats intelligents et des économies.

Statbel, l’office belge de statistiques, détaille hebdomadairement le nombre de faillites en Belgique avec une répartition par Région, par activité économique et par forme juridique. Les chiffres mensuels permettent quant à eux une classification croisée, avec en complément la taille des entreprises.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- De prijsstijgingen zijn zorgwekkend en illustreren de noodzaak om een deel van de productieactiviteiten weer naar Europa en België te halen. Wij dragen daartoe bij met de strategie Shifting Economy.

Tijdens de gezondheidscrisis bood hub.brussels café- en restauranthouders begeleiding voor de optimalisering van hun financiën.

Daarnaast kunnen kmo's een premie krijgen van Brussel Economie en Werkgelegenheid voor een gepersonaliseerde opleiding om hun werking en concurrentiepositie te verbeteren.

Café- en restauranthouders in moeilijkheden kunnen ook terecht voor eerstelijnsadvies bij de dienst 1819 van hub.brussels. Die kan hen doorverwijzen naar gespecialiseerde instanties, zoals de lokale economieloketten en Brussels Enterprises Commerce and Industry (BECI).

Ten slotte kunnen ondernemers op buysmart.brussels terecht voor een slim aankoopbeleid dat hen besparingen oplevert.

De cijfers betreffende faillissementen vindt u op de website van Statbel.

Partager
11:44 § 347 → Vidéo
Partager

Ces données sont également analysées par l' Institut bruxellois de statistique et d'analyse (IBSA) sous la tutelle de mon collègue M. Gatz. L'IBSA met à disposition de nombreuses données chiffrées, dont les mouvements d'entreprises ainsi que le nombre d'unités locales d'établissement. Ces statistiques sont présentées par activité économique et par forme juridique, à l'échelle de la Région et des communes bruxelloises.

J'en ai extrait le nombre de faillites des restaurants et cafés en Région bruxelloise ces dernières années. En 2019, nous avons dénombré 508 faillites dans le secteur de la restauration à Bruxelles, contre 250 en Région flamande et 538 en Région wallonne. En 2020, 258 faillites ont été enregistrées en Région bruxelloise, contre 707 en Région flamande et 373 en Région wallonne. En 2021, 221 faillites à Bruxelles, contre 522 en Région flamande et 264 en Région wallonne. Enfin, en mai 2022, Bruxelles avait enregistré 146 faillites dans le secteur de la restauration, contre 375 en Région flamande et 148 en Région wallonne.

La diminution du nombre de faillites est plus marquée dans la capitale que dans les deux autres Régions, même si nous nous attendons à une hausse du nombre de faillites et de demandes de médiation et de procédures de réorganisation judiciaire à la suite de la reprise des citations par l’ Office national de sécurité sociale et le SPF Finances par l'intermédiaire de la TVA.

Par ailleurs, l’IBSA et Bruxelles Économie et emploi réalisent trimestriellement une veille économique afin de suivre l’état de santé des entreprises bruxelloises. Celui-ci est en constante évolution. Ce suivi contiendra, dès le trimestre prochain, un indicateur qui permettra d’identifier les secteurs les plus exposés à la crise énergétique en Région bruxelloise.

Nous restons donc attentifs à la situation, notamment dans le cadre du suivi des task forces en matière d'économie qui incluent les partenaires sociaux, et de la plateforme d’accompagnement d’urgence.

En ce qui concerne les chiffres d'affaires, je ne sais pas s'ils sont disponibles. Nous allons effectuer des recherches et reviendrons vers vous le cas échéant.

Ook het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse stelt veel gegevens ter beschikking.

In 2019 gingen 508 horecazaken failliet in het Brussels Gewest, tegenover 250 in Vlaanderen en 538 in Wallonië. In 2020 waren er 258 faillissementen in Brussel, tegenover 707 in Vlaanderen en 373 in Wallonië. In 2021 gingen 221 zaken failliet in Brussel, tegenover 522 in Vlaanderen en 264 in Wallonië. Ten slotte stond de teller in mei 2022 op 146 horecafaillissementen in Brussel, tegenover respectievelijk 375 en 148 in Vlaanderen en Wallonië. Het aantal faillissementen zakt dus sneller in Brussel, maar we verwachten wel opnieuw een stijging aangezien de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de FOD Financiën opnieuw dagvaarden.

Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse en Brussel Economie en Werkgelegenheid houden driemaandelijks de ontwikkelingen bij betreffende de economische gezondheid van de Brusselse bedrijven. Vanaf het volgende kwartaal zullen we daaruit kunnen afleiden welke sectoren het meest lijden onder de energiecrisis.

U vroeg ook naar omzetcijfers, maar ik weet niet of die beschikbaar zijn. We zullen het nakijken.

Partager
11:46 § 353 → Vidéo
Partager

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Effectivement, pour ce qui est de la marge bénéficiaire, vous avez évoqué l'accompagnement fourni par hub.brussels en matière de coaching, d'optimisation financière, de plans d'affaires, d'allègement des coûts, etc. Il serait peut-être utile que hub.brussels réfléchisse, pendant la période actuelle qui est encore compliquée, à de nouveaux moyens d'action devant permettre d'aider directement le secteur et de tirer les leçons du passé.

Il est important que toutes les formules d'accompagnement existantes - Bruxelles Économie et emploi et le service 1819 de hub.brussels, tout comme le guichet d'économie locale et le Centre pour entreprises en difficulté  - puissent être relayées au mieux.

Ensuite, compte tenu des chiffres que vous nous avez communiqués, la variable de la procédure de réorganisation judiciaire sera à prendre en considération. Nous ferons donc le point sur cette question par rapport au secteur d'activité en tant que tel.

Pour conclure, j'ai souligné d'emblée l'importance de mettre en place un suivi, et vous y étiez d'ailleurs également attentive. J'espère donc que nous aurons, dès la rentrée, l'occasion d'entendre la Banque nationale de Belgique à propos des répercussions sur l'économie bruxelloise de la hausse des coûts de l'énergie et des biens de première nécessité dans les secteurs de l'alimentation et de la construction.

Vous avez indiqué que l'Institut bruxellois de statistique et d'analyse (IBSA) et la task force travaillaient sur la question. Le Parlement bruxellois doit être informé de la situation car, comme l'IBSA le précise, notre économie bruxelloise est davantage exposée à la hausse des prix de l'électricité et de l'énergie et plus touchée par l'augmentation des prix des matières premières, notamment dans l'horeca et le secteur des transports.

- L'incident est clos.

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- Het lijkt me nuttig dat hub.brussels de begeleiding inzake financiële optimalisering nu voortzet en zelfs nog uitbreidt. Het komt er ook op aan om de informatie over alle steunmaatregelen zo goed mogelijk te verspreiden.

Voorts is het van groot belang dat de ontwikkelingen van nabij gevolgd worden. Ik hoop dan ook dat de Nationale Bank van België na de zomer meer kan zeggen over de gevolgen van de diverse prijsstijgingen op de Brusselse economie. Het parlement moet regelmatig op de hoogte worden gehouden van de toestand, vooral omdat bepaalde sectoren in het gewest nog meer blootstaan aan prijsstijgingen.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:49 § 357 → Vidéo
Partager

Question orale de Mme Alexia Bertrand

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la transition économique et de la recherche scientifique,

concernant "la mise en place d'une stratégie 'responsabilité sociale des entreprises' (RSE) dans les PME et TPE".

Mondelinge vraag van mevrouw Alexia Bertrand

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de uitvoering van een strategie voor "sociale verantwoordelijkheid van bedrijven" (SVB) in de kmo's en zko's".

Partager
11:49 § 359 → Vidéo
Partager

Mme Alexia Bertrand (MR).- Comme vous le savez, la responsabilité sociale des entreprises (RSE) offre une série de bénéfices. Elle pousse notamment l'entreprise à innover, à adapter ses pratiques de management, à offrir des biens ou des services plus responsables et, de manière plus générale, à intégrer davantage d'enjeux sociétaux et environnementaux.

Si l’objectif de la mise en place d’une stratégie de RSE est d’améliorer l’impact social et environnemental de l’entreprise tout en dopant sa performance économique, le baromètre de l'Union des classes moyennes nous révèle que celle-ci est jugée trop contraignante et trop lourde par une vaste partie des très petites entreprises (TPE) wallonnes et bruxelloises.

Le baromètre met aussi en lumière un manque de notoriété concernant l’opportunité qu’offre l'approche de la RSE. Alors que celle-ci est bien souvent un moteur d'innovation et de motivation, plus de 50 % des patrons de TPE la perçoivent comme une contrainte supplémentaire. Ils ne sont que 26 % à mettre des mesures en place dans les domaines social et environnemental.

Enfin, il ressort également du baromètre que la méconnaissance de la RSE est un des principaux obstacles à son implantation.

Avez-vous pris connaissance de ce baromètre ? Comment expliquez-vous ces résultats ?

Quelle stratégie avez-vous mise en place pour développer la notoriété de la RSE mais aussi changer son image auprès des dirigeants des TPE et les accompagner dans ce processus ?

Quels sont les outils d'accompagnement prévus, afin de faire de la RSE un facteur de performance ?

Mevrouw Alexia Bertrand (MR).- Het verhogen van de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven (SVB) biedt heel wat voordelen. Bedrijven gaan meer innoveren, hun managementpraktijk aanpassen, meer duurzame producten en diensten aanbieden en sociale en ecologische doelstellingen nastreven.

Voor een aantal zeer kleine ondernemingen in Brussel en Wallonië is die strategie echter te belastend, zo blijkt uit de barometer van de Union des classes moyennes. Meer dan de helft van de bedrijfsleiders ziet het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) eerder als een obstakel dan als een kans.

Kent u de barometer? Hoe verklaart u de resultaten? Hoe wilt u de bekendheid en de reputatie van het maatschappelijk verantwoord ondernemen opkrikken? Voorziet u in begeleiding voor de bedrijfsleiders van zeer kleine ondernemingen?

Partager
11:51 § 361 → Vidéo
Partager

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- La responsabilité sociale des entreprises (RSE) vise à responsabiliser les entreprises quant aux effets que leurs activités produisent sur la société. Elle peut se définir comme un processus permanent d’amélioration, dans le cadre duquel les entreprises intègrent de manière volontaire, systématique et cohérente, des considérations d’ordre social, environnemental et économique dans leur gestion globale. La RSE s’appuie sur une palette d’outils - normes, standards, labels - qui permettent de mesurer la réalité de ces pratiques, leurs plus-values et d’en maximiser les effets tant pour l’entreprise que pour la société.

Le baromètre de l’ Union des classes moyennes (UCM) conclut en effet que peu d’entreprises connaissent la notion de RSE et qu’une partie importante d’entre elles considère ce mécanisme comme une contrainte supplémentaire. C'est particulièrement le cas des très petites entreprises (TPE) . Or, selon l’UCM, les dirigeants des TPE devraient y voir une opportunité de se différencier et d’innover. La RSE apporte également des avantages tels que la flexibilité organisationnelle, la proximité avec les acteurs de son milieu, la facilité d’accès à des réseaux d’acteurs, etc.

Constatant une volonté des entreprises de s'engager dans la dynamique de la RSE mais un manque de connaissances de leur part en la matière, un rendez-vous a été pris entre l’UCM et mon cabinet pour aborder les conclusions de son baromètre.

Tout comme l’UCM, j'estime fondamental de sensibiliser les entrepreneurs à l’importance d'une réflexion sur l’impact de leur activité sur leurs parties prenantes, la société et l’environnement. Il s’agit là de leur responsabilité sociétale, mais aussi d’une opportunité économique. Nous souhaitons nous adapter au mieux à la réalité des TPE.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Met de verhoging van de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven (SVB) willen we hen wijzen op de maatschappelijke impact van hun activiteiten. Het is de bedoeling dat ze op een permanente, vrijwillige en coherente manier rekening houden met sociale, ecologische en economische overwegingen. Aan de hand van een aantal labels en standaarden kan de SVB worden gemeten en bijgestuurd.

De barometer van de Union des classes moyennes geeft inderdaad aan dat de strategie te weinig bekend is en dat ze door velen, zeker in de zeer kleine ondernemingen, als een bijkomende last wordt ervaren. Daarom werd een ontmoeting belegd tussen de Union des classes moyennes en mijn kabinet. Ook ik vind dat de bedrijfsleiders erop moeten worden gewezen dat maatschappelijke verantwoordelijkheid ook economische kansen biedt.

Partager
11:53 § 363 → Vidéo
Partager

La Région de Bruxelles-Capitale porte des engagements ambitieux en matière d’impact social et environnemental avec sa stratégie de transition économique, Shifting Economy.

Notre constat est qu'un champ d’action et de sensibilisation existe en amont de l’adoption d’une stratégie de transition économique, comme une stratégie de responsabilité sociale des entreprises.

Nous devons avant tout sensibiliser et convaincre de l’opportunité économique de la démarche. Pour cela, la stratégie Shifting Economy propose de nombreuses mesures incitatives de sensibilisation, d’accompagnement et de financement. Parmi celles-ci figurent :

- la montée en compétences des acteurs publics et privés de l’accompagnement et des professions intermédiaires, comme les comptables et les notaires, avec qui nous travaillons, sur les enjeux de la transition économique ;

- le renforcement et la décentralisation du service 1819 ;

- le renforcement des guichets d'économie locale ;

- une clarification de l’offre d’accompagnement à la transition économique au moyen d'une cartographie des différents acteurs ;

- l’accès à différentes aides, telles que les aides à la consultance, qui seront majorées dès 2024 pour les entreprises de la transition économique ;

- un accompagnement et des soutiens financiers par des appels à projets tels que Be Circular et Opensoon.

Cet arsenal de mesures et bien d’autres seront intensifiées dans les prochains mois et années, et viseront à mobiliser les entreprises pour un trajet qui, jusqu’en 2030, doit les mener à l’exemplarité environnementale et sociale. À terme, pas moins de 200 millions d'euros par an seront réservés aux entreprises qui ont fait le choix de la transition économique.

Je reste par ailleurs persuadée que de nombreux entrepreneurs prennent déjà des initiatives en la matière. Connaître le nom d’une stratégie est une chose, faire évoluer ses pratiques sur le terrain en est une autre. Nous poursuivons évidemment la deuxième option, qui est la plus importante pour nos administrations et les partenaires de la Région bruxelloise qui encourageront la transition ou la responsabilité sociétale des entreprises auprès des acteurs de terrain, en premier lieu l'Union des classes moyennes, que nous rencontrerons bientôt.

Met de strategie voor economische transitie, Shifting Economy genaamd, toont het gewest grote ambities op het vlak van de sociale en ecologische impact van ondernemen. Vooraleer die strategie werkelijkheid wordt, is er echter bewustmaking nodig.

Iedereen die zich met begeleiding bezighoudt, maar ook de boekhouders en notarissen, zullen bij de bewustmaking worden betrokken. De dienst 1819 voor Brusselse ondernemers zal worden versterkt en gedecentraliseerd. Ook de lokale economieloketten zullen worden versterkt. De instellingen en consultants die ondernemers begeleiden, zullen duidelijk in kaart worden gebracht. Tot slot zijn er nog de projectoproepen Be Circular en Opensoon.

Al die initiatieven zullen de komende maanden en jaren worden versterkt, zodat de bedrijven tegen 2030 de overstap naar maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben gemaakt. Voor de bedrijven die die keuze maken, hebben we 200 miljoen euro aan middelen klaar liggen. Heel wat ondernemers zijn trouwens al op de goede weg.

Partager
11:55 § 365 → Vidéo
Partager

Mme Alexia Bertrand (MR).- Nous referons évidemment le point dans un an ou deux pour voir comment le baromètre évolue. Je serai attentive à votre stratégie de transition économique, Shifting Economy, qui est mise en place.

J'aimerais formuler deux points d'attention. D'abord, il faut veiller à ne pas faire peser trop d'obligations sur les notaires et les comptables. Je ne suis pas certaine que ce soit les bonnes professions à impliquer dans le processus. Ils peuvent, certes, sensibiliser, mais alourdir les obligations des comptables et des notaires, alors qu'il s'agit déjà de professions extrêmement réglementées, ne me semble pas opportun. C'est pourtant ce que font les gouvernements fédéral et bruxellois depuis des années. Ces obligations relèvent en réalité plutôt du secteur public et du gouvernement, mais on les impute systématiquement au secteur privé. Des notaires m'expliquaient encore récemment à quel point leur profession était devenue ultraréglementée, ralentissant les procédures, au détriment de leurs clients. C'est, en fin de compte, l'économie qui est ralentie.

Ensuite, vous dites que 200 millions d'euros sont réservés pour les entreprises qui ont fait le choix de cette transition. J'attire votre attention sur le danger de ne débloquer des moyens que pour ceux qui vont dans le sens de la transition. Je pense qu'il faut aussi en débloquer pour ceux qui n'ont pas entrepris la démarche et qu'il faut accompagner. Ne réserver ces moyens qu'à des entreprises qui ont des plans d'affaires dits soutenables ou durables selon les critères que vous avez définis (il s'agit souvent de plus petites entreprises) vous ferait courir le risque de délaisser bon nombre d'acteurs. Or, les moyennes et grandes entreprises présentent aussi un potentiel colossal de transition et de réduction des émissions de CO2, et nous devons les accompagner.

- L'incident est clos.

Mevrouw Alexia Bertrand (MR).- We zullen over één of twee jaar nagaan hoe de barometer evolueert.

Verplichtingen die eigenlijk door de overheid moeten worden vervuld, mag men niet zomaar naar de notarissen en boekhouders doorschuiven, want die zijn al overbevraagd en overgereglementeerd.

Met 200 miljoen euro wilt u kleine ondernemingen helpen die aan de economische transitie meewerken. Dat is mijns inziens te beperkend. Op die manier laat u heel wat grotere en middelgrote ondernemingen aan de zijlijn staan, terwijl ook zij op weg geholpen moeten worden in de richting van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Die bedrijven hebben een kolossaal potentieel inzake bijvoorbeeld CO2-reductie.

- Het incident is gesloten.

Partager
Traduction
Sync
Agenda
Orateurs