Logo Parlement Buxellois

Commission des Affaires intérieures : réunion du 18 juillet 2023

09:32 § 101 → Vidéo
Partager

Présidence : M. Guy Vanhengel, président.

Voorzitterschap: de heer Guy Vanhengel, voorzitter.

Partager
09:33 § 105 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende het optreden van de Brusselse politiezones in de handhaving van verkeersregels en de vluchtmisdrijven.

Demande d'explications de M. Arnaud Verstraete

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les interventions des zones de police bruxelloises en matière de respect des règles de circulation et de délits de fuite.

Partager
09:34 § 107 → Vidéo
Partager

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Het gaat er soms driest aan toe op de Brusselse wegen: snelheidsduivels, steeds meer incidenten van verkeersagressie en een recordaantal vluchtmisdrijven. Bestuurders voor wie alles en iedereen moet wijken, komen helaas al te vaak voor. Het gewest moet dan ook duidelijk maken dat zulke praktijken hier niet welkom zijn en er gepaste sancties tegenoverstellen. Dan wordt er meteen gedacht aan boetes als oplossing. Daarom gaf u een aantal jaar geleden aan dat het gewestelijk verwerkingscentrum (GVC) zou worden uitgebreid tot veertien voltijdse medewerkers, zodat alle boetes sneller verwerkt zouden kunnen worden. TEST URL2

Een aantal politiezones hanteren echter ook andere sancties, zoals administratieve inbeslagnames van de wagen waarmee het misdrijf wordt gepleegd. Bestuurders die hun wagen misbruiken als een wapen en een reëel gevaar vormen voor hun omgeving, moeten immers uit het verkeer gehaald worden. Ik denk daarbij aan een recent voorval in Schaarbeek, waarbij een fietsster meermaals opzettelijk aangereden werd door een bestuurder, die vervolgens vluchtmisdrijf pleegde. Daarnaast zijn straatracers bijvoorbeeld ook vaak veelplegers die zich door boetes niet laten tegenhouden. We moeten dus zoeken naar een manier om een gedragsverandering af te dwingen met andere methodes zoals de definitieve of tijdelijke inbeslagname van hun wagen. Zulk rijgedrag leidt immers al te vaak tot ongevallen en aanrijdingen met andere weggebruikers.

Uit nieuwe cijfers blijkt nu dat ook vluchtmisdrijf helaas steeds vaker voorkomt. Uit cijfers van Vias Institute blijkt dat Brussel van de drie gewesten koploper is op dat vlak. Zo wordt maar liefst 1 op 7 voetgangers en zelfs 1 op 5 fietsers koudweg aan zijn lot overgelaten na aanrijdingen in Brussel. Dat is hallucinant.

Vorig jaar werd er na 16% van de ongevallen met letsel of overlijden vluchtmisdrijf gepleegd. Achteraf kan 85% van de daders worden geïdentificeerd. Dat betekent echter ook dat 15% er zonder gevolgen van afkomt. Dat is opmerkelijk, aangezien er overal camera's hangen in Brussel. Bij incidenten met zulke ernstige gevolgen zou je toch denken dat die gebruikt kunnen worden.

Vias Institute linkt het hoge aantal vluchtmisdrijven in Brussel aan het hoge aantal bestuurders (11%) dat aangeeft minstens een keer per maand onder invloed achter het stuur te kruipen. Ook dat is een opmerkelijk cijfer. Daarbovenop komt dan nog dat de pakkans in Brussel lager ligt. De kans dat een bestuurder gecontroleerd en gesanctioneerd wordt bij overtredingen is gewoon te laag.

M. Arnaud Verstraete (Groen).- Les excès de vitesse, l'agression routière et les délits de fuite sont de plus en plus fréquents à Bruxelles. La Région doit clairement faire comprendre que ces pratiques ne sont pas les bienvenues. Il y a quelques années, vous aviez indiqué que le nombre d'employés à temps plein au centre régional de traitement (CRT) serait étendu à quatorze, afin d'accélérer le traitement des amendes.

Les conducteurs qui se livrent à des rodéos urbains sont souvent des récidivistes, qui ne se laissent pas dissuader par une amende. Il faut donc trouver d'autres méthodes pour imposer un changement de comportement, comme la saisie temporaire ou définitive du véhicule.

En outre, les derniers chiffres de l'Institut Vias indiquent une augmentation des délits de fuite, en particulier à Bruxelles. L'an dernier, 15 % des contrevenants n'ont pu être identifiés, ce qui est étonnant dans une ville où les caméras sont omniprésentes.

L'institut établit un lien entre le nombre élevé de délits de fuite et le pourcentage important de conducteurs (11 %) qui déclarent prendre le volant sous influence au moins une fois par mois. De plus, le risque d'être pris en flagrant délit est plus faible à Bruxelles.

Partager
09:37 § 109 → Vidéo
Partager

Vorig jaar vernamen we dat de politiezones, safe.brussels en Brussel Mobiliteit elkaar zullen ontmoeten om praktijken en ervaringen uit te wisselen. Dat is een goede zaak aangezien deze materie natuurlijk niet alleen de politie aanbelangt en vaak ook een zaak is voor meerdere politiezones in het hele gewest. Die zones hebben hun eigen manieren van handhaving en bestraffing. Een eengemaakt beleid inzake administratieve inbeslagnames is dan ook iets waar wij achter staan en wat alleen maar kan bijdragen tot veiliger verkeer in het gewest.

Het regeerakkoord voorziet tenslotte dat de middelen van het Fonds voor verkeersveiligheid zullen verdeeld worden in functie van de inspanningen die elke zone levert op het vlak van handhaving en bestraffing. Dat is van belang om politiezones verantwoordelijkheid voor hun verkeersveiligheidsbeleid bij te brengen. Hoe meer werk ze verrichten en hoe meer resultaten ze boeken, des te meer middelen ze zullen krijgen.

Wat is de stand van zaken rond een uniform beleid voor alle politiezones inzake administratieve inbeslagnames? Hoeveel auto's zijn er vorig jaar per politiezone in beslag genomen? Hoeveel meldingen van verkeersagressie zijn er vorig jaar geregistreerd? Hoe verklaart u het grote verschil in de vluchtmisdrijfstatistieken tussen de drie gewesten?

Hoe verklaart u dat 15% van de plegers van vluchtmisdrijf niet kunnen worden geïdentificeerd? Welke maatregelen neemt u om dat cijfer weg te werken? Worden de alomtegenwoordige camerabeelden gebruikt om de daders op te sporen?

Wat is de stand van zaken in het overleg tussen de politiezones, safe.brussels en Brussel Mobiliteit? Wat mogen we concreet verwachten?

Hoeveel van de veertien voltijdse medewerkers voor het gewestelijk centrum voor verwerking van verkeersovertredingen zijn reeds aangeworven? Hoe wordt deze personeelsuitbreiding geëvalueerd?

Hoever staat u met de herverdeling van de middelen uit het verkeersveiligheidsfonds in functie van de handhavingsinspanningen die de politiezones leveren om de verkeersveiligheid te verbeteren? Wanneer wordt de herverdeling doorgevoerd en hoe groot zouden de verschillen in de toegekende middelen zijn op basis van de huidige situatie?

En 2022, nous apprenions que les zones de police, safe.brussels et Bruxelles Mobilité allaient se rencontrer pour échanger leurs pratiques. Nous soutenons le principe d'une politique unifiée en matière de saisies administratives, qui est tout bénéfice pour la sécurité routière.

Enfin, l'accord de gouvernement prévoit que les moyens du Fonds de la sécurité routière (FSR) soient répartis entre les zones de police en fonction des efforts de contrôle et de sanction.

Qu'en est-il d'une politique uniforme en matière de saisies administratives ? Combien de véhicules ont été saisis par zone de police et combien de signalements d'agression routière ont été enregistrés l'an dernier ? Comment expliquez-vous les disparités entre les statistiques des délits de fuite des trois Régions ?

Pourquoi 15 % des auteurs de délits de fuite n'ont-ils pu être identifiés ?

Où en est la concertation entre les zones de police, safe.brussels et Bruxelles Mobilité ?

Combien de collaborateurs à temps plein ont été engagés au CRT et comment ce renforcement du personnel sera-t-il évalué ?

Où en est la redistribution du FSR ?

Partager
09:39 § 111 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Ik sluit me aan bij de vragen van de heer Verstraete en wil specifiek ingaan op de levensgevaarlijke straatraces, die bijna dagelijks plaatsvinden in Brussel. De regering ziet verkeersveiligheid als een prioriteit, maar volgens mij gebeurt er te weinig om straatraces consequent tegen te gaan. In het Actieplan verkeersveiligheid wordt er gepleit voor betere samenwerking tussen gemeenten en politiezones om het fenomeen te bestrijden.

Het is logisch dat de politiezones samenwerken om de verkeersveiligheid in het hele gewest te verzekeren, maar in de praktijk komt daar niets van in huis. Dat kwam sterk tot uiting in het antwoord dat ik van minister Van den Brandt kreeg naar aanleiding van een eerdere vraag. Zo hanteert elke politiezone zijn eigen methode om straatracers en snelheidsduivels te bestraffen. Zelfs de registratie van het aantal straatracers en overtredingen gebeurt volledig verschillend. Dat maakt een gewestelijke aanpak bijzonder moeilijk, terwijl die net tot een oplossing kan leiden. Ik hoop dat u die visie deelt.

Welke specifieke maatregelen neemt u om straatraces en snelheidsduivels tegen te gaan? Gaan de maatregelen verder dan het plaatsen van betonblokken op de weg? Neemt u ook structurele maatregelen? Werden er de voorbije jaren nieuwe sancties ingevoerd voor straatracers? Worden die sancties in het hele gewest toegepast, of slechts in een beperkt aantal gemeenten? Bent u van plan om de politiezones en gemeenten tot betere samenwerking te dwingen, onder andere om straatraces te voorkomen? Welke stappen zet u daartoe?

Waarom gebruikt niet elke politiezone camerabeelden om straatracers en snelheidsduivels op te sporen, te beboeten of hun rijbewijzen in te trekken? Wat heeft het overleg tussen Brussel Mobiliteit, de politiezones en safe.brussels over het delen van praktijken en ervaringen en het overwegen van nieuwe sancties voor straatracers en snelheidsduivels opgeleverd?

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Le plan d’action régional de sécurité routière (PASR) plaide en faveur d'une meilleure collaboration entre les communes et les zones de police dans la lutte contre les rodéos urbains, qui n'est absolument pas mise en œuvre.

C'est ce qui ressort clairement de la réponse de Mme Van den Brandt à une précédente question.

Quelles mesures spécifiques et structurelles prenez-vous pour lutter contre les rodéos urbains et les fous du volant, à part la pose de blocs de béton sur la route ? De nouvelles sanctions ont-elles été instaurées ces dernières années pour lutter contre les rodéos urbains ? Sont-elles appliquées dans toute la Région ou seulement dans certaines communes ? Avez-vous l'intention d'obliger les zones de police et les communes à mieux coopérer ?

Pourquoi toutes les zones de police n'utilisent-elles pas les images des caméras pour traquer les contrevenants ? Qu'est-il ressorti de la concertation entre Bruxelles Mobilité, les zones de police et safe.brussels ?

Partager
09:41 § 113 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De vragen van de heer Verstraete zijn heel terecht. Ik sluit me er graag bij aan. Verkeersagressie is ontoelaatbaar, en toch maakt die deel uit van het dagelijkse leven in Brussel. Volgens mij wordt daar nog altijd veel te weinig aan gedaan. De heer Verstraete wijst erop dat een wagen soms als wapen wordt ingezet, en dat moet worden bestraft. De politiezone Antwerpen heeft op dat vlak de eerste stappen gezet met de onmiddellijke inbeslagname van wagens, bijkomende boetes en dergelijke meer. De regering moet nieuwe maatregelen nemen om agressieve, hardleerse en gevaarlijke bestuurders onmiddellijk en streng te bestraffen en te raken waar het pijn doet. Net als op zoveel andere domeinen is er echter geen uniform politiebeleid in Brussel. Ik vind het opmerkelijk dat een eengemaakt Brussel wel deel uitmaakt van het partijprogramma van heel wat partijen, maar dat diezelfde partijen er in de praktijk na jarenlang bestuur niet in slagen om op dat vlak eenvoudige stappen te zetten.

Nochtans bestaat er een gemeenschappelijk algemeen politiereglement voor de negentien Brusselse gemeenten. Mijnheer de minister-president, dat zou onder uw toezicht tot stand moeten zijn gekomen, maar dat is niet gebeurd. U hebt daar louter als een secretaris akte van genomen en dat volledig overgelaten aan de negentien burgemeesters die de wet niet hebben nageleefd. Er is dus wel degelijk een instrument om een uniform beleid te voeren. De vraag is waarom dat niet wordt gebruikt.

Voorts wil ik nog een aantal elementen aanstippen. Vanaf zonsondergang hoor je de straatgeluiden van onder meer zware motoren alleen maar toenemen. Luxewagens die eerder thuishoren op een circuit, krijgen soms schijnbaar vrij spel in de Brusselse straten. Ook is er het probleem van de trouwstoeten waarin er nog altijd heel agressief wordt gereden. Dat is zeker het geval in het trouwseizoen. Mensen worden ostentatief lastiggevallen en straten worden versperd. Er wordt zelfs in de tegengestelde richting gereden. Ik heb zaken meegemaakt die je niet voor mogelijk houdt.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Bien qu'inadmissible, l'agression routière fait partie de la vie quotidienne à Bruxelles, où elle est trop peu combattue. À l'image de la zone de police d'Anvers, le gouvernement doit adopter de nouvelles mesures pour punir immédiatement et sévèrement les intéressés. Comme dans tant d'autres domaines, il n'y a pas de politique policière uniforme à Bruxelles, même si elle est inscrite dans le programme de nombreux partis.

Il existe pourtant un règlement général de police commun aux dix-neuf communes, que vous auriez dû superviser, Monsieur le Ministre-Président, mais dont vous vous êtes déchargé sur les dix-neuf bourgmestres, qui n'ont pas respecté la loi.

En outre, le soir venu, les nuisances sonores dues aux grosses motos et aux voitures de luxe sont en constante augmentation. À cela s'ajoutent les cortèges de mariage, qui circulent parfois de manière très agressive.

Partager
09:44 § 115 → Vidéo
Partager

Een ander element is de impact van drugs. Zoals we weten, winnen drugs terrein in onze straten en dus onvermijdelijk ook in het verkeer. Welke stappen zet u om extra aandacht te besteden aan de schadelijke gevolgen van drugs in het verkeer?

Ten slotte zijn er de straten zelf. De inrichting van de openbare ruimte is van die aard dat ze op vele plaatsen tot conflicten leidt. Het verkeer is er bijna per definitie onveilig en lokt onvermijdelijk een vorm van agressie uit. Uiteraard gaat het om een gedeelde bevoegdheid, waarvoor de bevoegde minister nog veel werk op de plank heeft, maar toch wil ik u vragen wat u doet om de verkeerssituatie zo veilig mogelijk te maken?

Par ailleurs, comment luttez-vous contre le phénomène croissant de conduite sous influence ?

Enfin, l'aménagement de l'espace public génère des conflits à de nombreux endroits. Il s'agit certes d'une compétence partagée, mais que faites-vous pour sécuriser au maximum le trafic ?

Partager
09:45 § 117 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Uw vragen houden voornamelijk verband met de bevoegdheden van minister Elke Van den Brandt. Mijn antwoord is dan ook hoofdzakelijk gebaseerd op de gegevens die ik van haar gekregen heb. Bijkomende vragen kunt u beter tot haar richten.

Te snel rijden en ander gevaarlijk gedrag in het verkeer vallen onder actie 5 van het Actieplan verkeersveiligheid: "Crimineel gedrag in het verkeer wordt opgespoord en effectief op een gerichte en passende manier aangepakt."

Voor meer informatie over de inbeslagname van voertuigen en cijfers over roekeloos rijgedrag in Brussel, verwijs ik naar het antwoord van mevrouw Van den Brandt op 4 juli in de commissie Mobiliteit, op de mondelinge vraag van mevrouw Rochette over straatraces in Brussel en de samenwerking tussen de gemeenten en de politiezones.

De cijfers van de politiezones zijn moeilijk te interpreteren. In sommige gevallen hebben vermeldingen van straatraces en verkeersagressie betrekking op dezelfde incidenten. Die moeilijkheid is als aandachtspunt opgenomen in het Actieplan verkeersveiligheid. Het doel is om de gegevensverzameling te standaardiseren om zo de handhaving doelgerichter te maken.

Het is niet altijd even eenvoudig om de dader van een vluchtmisdrijf te identificeren. Dat kan te wijten zijn aan verschillende factoren: er is geen beschrijving van het voertuig; er werd geen nummerplaat genoteerd; er waren geen getuigen aanwezig doordat de feiten zich voordeden op een verlaten weg of tijdens de nacht; er zijn geen camerabeelden beschikbaar of de dader reed met een valse nummerplaat.

Bovendien moeten de plaats en het tijdstip van de aanrijding bekend zijn. Vaak merken slachtoffers, wanneer het gaat om lichte schade, niet onmiddellijk iets op en stellen ze de schade pas vast nadat ze een verplaatsing hebben gemaakt. Een groot tijdsbestek en het niet kennen van de locatie van de aanrijding maken de identificatie van de dader moeilijker en in sommige gevallen zelfs onmogelijk.

Het is op basis van de analyses van Vias Institute, waarnaar u verwijst, niet mogelijk om de cijfers op te splitsen per politiezone. Die cijfers moeten overigens met voorzichtigheid worden geanalyseerd, want er is niet per se bij alle vluchtmisdrijven een gemotoriseerd voertuig betrokken. Vluchtmisdrijven kunnen ook gepleegd worden door bestuurders van steps of fietsen, die volgens de Wegcode als voertuigen worden beschouwd.

Bij de vaststelling van een verkeersongeval met vluchtmisdrijf, wordt systematisch nagegaan of er camerabeelden beschikbaar zijn. Er zijn op het grondgebied van het gewest heel wat wegencamera's. Daarbij speelt ook een factor geluk.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Vos questions concernant surtout les compétences de ma collègue Elke Van den Brandt, je m'en tiendrai aux éléments communiqués par celle-ci et vous invite à lui adresser vos questions complémentaires.

La lutte contre les excès de vitesse et autres comportements dangereux dans le trafic relève de l'action 5 du plan d’action régional de sécurité routière (PASR).

Pour plus d'informations sur la saisie de véhicules et les chiffres relatifs à la conduite dangereuse, je vous renvoie à la réponse de Mme Van den Brandt du 4 juillet à une question orale de Mme Rochette.

Il est difficile d'interpréter les chiffres émanant des zones de police, car les mêmes incidents ne sont pas toujours qualifiés de la même manière. C'est pourquoi l'objectif de standardiser la collecte de données et de rendre plus efficaces les mesures à mettre en œuvre pour faire respecter les règles est inscrit dans le PASR.

Il n'est pas non plus toujours simple d'identifier les auteurs de délits de fuite.

L'analyse de l'Institut Vias ne permet pas de ventiler les chiffres par zone de police. Ces chiffres doivent aussi être analysés avec prudence, vu que les délits de fuite ne concernent pas toujours un véhicule motorisé.

En cas de délit de fuite, il est systématiquement vérifié si des images de caméra sont disponibles, mais leur utilité dépend de certains facteurs, comme l'orientation de la caméra.

Partager
09:49 § 119 → Vidéo
Partager

Zo moet de camera op het juiste ogenblik op de plaats van het ongeval zijn gericht. Op parkeerterreinen van supermarkten en in parkeergarages maken camera's vaak bruikbare beelden. Ook dashcambeelden zijn vaak nuttig.

Uiteindelijk worden de meeste vluchtmisdrijven opgelost aan de hand van verklaringen van getuigen die de nummerplaat aan het slachtoffer hebben bezorgd. Daardoor kan er onmiddellijk onderzoek op het aanrijdende voertuig uitgevoerd worden en worden nagegaan of het op het ogenblik van de feiten in de buurt was.

Informatie over het overleg tussen de betrokken instanties heb ik eerder in het antwoord op een parlementaire vraag gegeven. Het gewestelijk verwerkingscentrum telt elf medewerkers, van wie er twee in april 2023 zijn gestart. In september komt er een twaalfde collega bij. Het centrum kampt net als de andere verkeerscentra met groot personeelsverloop. De nieuwe directie, die sinds januari 2023 aan het roer staat, stelt alles in het werk om het team uit te breiden.

Alle politiezones krijgen een zevende van de gewestelijke subsidies voor verkeersveiligheid, behalve politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene, die twee zevende krijgt.

De politiezones brengen jaarlijks verslag uit over het gebruik van de subsidies en de controleresultaten. Die informatie wordt sinds 2022 opgevraagd. Brussel Mobiliteit heeft tot nu toe van de politiezones geen verzoeken tot wijziging gekregen. Op korte termijn verandert er dus niets.

Ik zal de cijfers die u vraagt, aan het commissiesecretariaat bezorgen.

Enfin, la plupart des délits de fuite sont résolus grâce aux témoins qui ont noté le numéro de plaque.

J'ai déjà fait le point sur la concertation entre les différentes entités concernées en réponse à une précédente question parlementaire. Le centre régional de traitement comptera douze personnes en septembre, mais la nouvelle direction met tout en œuvre afin de renforcer l'équipe existante.

Quant aux subsides régionaux, une clé de répartition d'un septième est appliquée pour toutes les zones, sauf celle de Bruxelles-Capitale / Ixelles, qui en reçoit deux septièmes. Depuis 2022, elles doivent toutes rendre compte annuellement de l’utilisation des subsides et des résultats des contrôles effectués et cela ne devrait pas changer à court terme.

Les chiffres que vous demandez seront transmis au secrétaire de commission.

Partager
09:51 § 121 → Vidéo
Partager

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Een ketting is zo sterk als haar zwakste schakel. Verkeersveiligheid vergt een ketenaanpak waarbij iedereen op zijn niveau alles doet om de Brusselaars te beschermen tegen wandaden zoals straatracen of verkeersagressie. Naast de bevoegdheden van Elke Van den Brandt inzake mobiliteit en infrastructuur spelen ook de politiezones een sleutelrol en hebt uzelf daarbij een coördinerende rol op grond van uw bevoegdheden inzake bestuur, preventie en veiligheid. We moeten op elk niveau de situatie bekijken met de bevoegde personen in kwestie.

Het is goed dat er systematisch camerabeelden worden ingezet om daders op te sporen. Het blijft wel opvallend dat zoveel daders niet gevonden worden, namelijk 15%. U merkte op dat vluchtmisdrijven in principe ook gepleegd kunnen worden door een fietser of stepgebruiker, maar die kans is eerlijk gezegd klein. Als we lezen dat bij één op zeven ongevallen met voetgangers de voetganger aangereden en achtergelaten wordt, dan gaat het duidelijk in hoofdzaak over auto's.

Uit uw antwoord begrijp ik dat u geen initiatief hebt genomen om de verdeling van de middelen uit het Verkeersveiligheidsfonds onder de politiezones aan te passen op basis van hun prestaties, zoals nochtans voorzien was.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Dat is niet mijn bevoegdheid. Verkeersveiligheid evenmin. Ik heb geen rechtstreeks contact met de politiezones over verkeersveiligheid.

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Ik hoop dat u op die manier de verantwoordelijkheid niet van u afschuift. U hebt toch een bevoegdheid inzake veiligheid.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Verkeersveiligheid is iets anders.

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Voor Groen is en blijft dit een prioriteit. Waar wij aan de slag gaan, zullen we er alles aan doen om die te verbeteren. Hopelijk kunnen we ook van uw kant rekenen op alle mogelijke inspanningen.

M. Arnaud Verstraete (Groen).- La sécurité routière concerne différentes compétences et chaque ministre doit agir à son niveau.

L'utilisation systématique des images de caméra est une bonne chose. Cependant, il est frappant de constater que 15 % des contrevenants - principalement des automobilistes - ne sont pas retrouvés.

Votre réponse indique que vous n'avez pris aucune initiative en vue de répartir les moyens du Fonds de sécurité routière en fonction des performances des zones de police.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Cela ne dépend pas de moi, pas plus que la sécurité routière.

M. Arnaud Verstraete (Groen).- Pour Groen, c'est une priorité, et j'espère que vous ferez le maximum de votre côté.

Partager
09:54 § 127 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Wij deden dezelfde vaststelling na het antwoord van minister Van den Brandt, namelijk dat de cijfers van de politiezones moeilijk te interpreteren zijn. Het zou de bedoeling zijn om de gegevens te standaardiseren, maar ik heb nog niet gehoord op welke manier dat zal gebeuren en welke stappen er zullen worden genomen. Ik zal in het najaar de vraag nog eens stellen aan de minister van Mobiliteit.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Je reviendrai à l'automne sur la question de la standardisation des collectes de données au niveau des zones de police.

Partager
09:55 § 129 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- In tegenstelling tot mijn collega's ben ik niet tevreden met uw antwoord, mijnheer de minister-president. Er lijken in het Brussels Gewest andere regels te gelden dan in de rest van het land. Nochtans is het verkeersreglement in heel België van toepassing.

In het Brussels Gewest ontbreekt de handhaving, wat een gevoel van straffeloosheid teweegbrengt. Handhaving is essentieel. U zegt dat verkeersveiligheid niet tot uw bevoegdheden behoort, maar dat begrijp ik niet. Verkeersveiligheid is immers onlosmakelijk verbonden met veiligheid en preventie.

Het politiereglement biedt u bovendien een instrument om in te grijpen en een uniform beleid te voeren. U doet dat niet, terwijl de wet u die mogelijkheid biedt en u zelfs uitdrukkelijk die opdracht geeft. Uw uitspraak dat verkeersveiligheid niet tot uw bevoegdheden zou behoren, klopt dus gewoonweg niet. U moet zorgen voor een uniforme en krachtige handhaving, zodat het gevoel van straffeloosheid, dat aan de basis ligt van een hele reeks Brusselse problemen, eindelijk kan worden bestreden. Uit uw antwoord blijkt dat u zelfs niet een eerste stap zet in de richting van een dergelijk uniform handhavingsbeleid. Dat betreur ik ten zeerste, want zo zullen de Brusselse problemen nooit opgelost geraken.

- Het incident is gesloten.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Votre réponse me déçoit. Le Code de la route belge ne semble pas s'appliquer à la Région bruxelloise.

Vous prétendez que la sécurité routière n'est pas de votre ressort, alors qu'elle est indissociable de la sécurité et de la prévention.

De plus, le règlement de police vous permettrait de mettre en œuvre une politique uniforme, pour enfin combattre le sentiment d'impunité qui règne en Région bruxelloise, mais vous n'en faites rien.

- L'incident est clos.

Partager
09:57 § 133 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van mevrouw Els Rochette

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de evaluatie en opvolging van het dialoogproject politie-jongeren.

Question orale de Mme Els Rochette

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'évaluation et le suivi du projet de dialogue entre les jeunes et la police.

Partager
09:57 § 135 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Politiewerk speelt zich voor een groot deel af in de openbare ruimte. Net die openbare ruimte is ook het speelveld van Brusselse jongeren. Pleintjes of straathoeken zijn hun leefwereld, waar ze basketten, skaten of gewoon met elkaar optrekken.

Die twee groepen, politiemensen en Brusselse jongeren, komen elkaar vaak tegen. En het komt meermaals voor dat ze met elkaar botsen. De relatie tussen politie en jongeren kan veel beter. De vraag is hoe. Een voetbalmatch tussen jongeren en politie zal niet volstaan. Want, aldus een Brusselse straathoekwerker: "Dat hebben we al vaak gedaan. Enkel politieagenten en jongeren die al overtuigd zijn en openstaan voor dialoog doen aan zoiets mee. Op het terrein verandert er niets."

In 2021 startte op initiatief van voormalig staatssecretaris Smet een vernieuwend project om de relatie tussen jongeren en de politie in de politiezone Zuid te verbeteren. Het gaat om een langlopend dialoogproject waaraan verschillende partners en overheden meewerkten: jeugdorganisatie JES, de politiezone Zuid, de gemeenten Sint-Gillis, Vorst en Anderlecht, de VGC, de VGC-Jeugdraad en safe.brussels. In 2022 vervoegden ook de vzw Alba en onderzoeker Mattias De Backer het project.

Er werd aan vier aspecten gewerkt: zorgen voor positieve beeldvorming van jongeren, politie en jeugdwerkers ten aanzien van elkaar; de kennis en vaardigheden van de politie over hoe ze moet omgaan met jongeren verbeteren; jongeren informeren over hun rechten en verantwoordelijkheden ten opzichte van de politie en het perspectief van jongeren in het lokale politiebeleid integreren.

Op 24 mei 2023 vond een publieksmoment plaats om de resultaten voor te stellen. Er is in de eerste plaats veel geleerd over hoe een dergelijk project moet worden opgezet. Zo moet de tijd worden genomen om eventuele angsten en bezorgdheden te bespreken en moet de inhoud van de gesprekken door de deelnemers zelf worden bepaald

Problemen in de relatie tussen politie en jongeren vergen nog veel dialoog maar het is ook tijd voor concrete acties. Het project gaf daartoe een aanzet door onder meer gemeentelijke overlegplatforms in te richten tussen jeugdwerkers, straathoekwerkers en politie.

Een onafhankelijke, externe begeleider werd als bemiddelaar ingeschakeld. Dat was erg nuttig om het platform procesmatig en inhoudelijk in goede banen te leiden, want het water tussen de betrokkenen was erg diep. Het standpunt van een jeugdorganisatie in een dergelijke dialoog is immers gekleurd. Ze kiest de kant van de jongeren. Een van de voornaamste conclusies van het project was ook dat de verzuring ten aanzien van de politie het hardst voelbaar is bij jeugdwerkers. Individueel zijn jongeren vaker bereid tot dialoog.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Le travail de la police se déroule en grande partie dans l'espace public, qui est précisément le terrain de jeu des jeunes. Ils se croisent donc, et s'affrontent parfois.

Pour améliorer leurs relations, un projet de dialogue collaboratif a été lancé en 2021 dans la zone de police Midi. Il a impliqué aussi bien des acteurs associatifs qu'institutionnels de la zone de police et de la Région. Un chercheur s'y est également joint.

Ses axes de travail ont été : améliorer l'image que les jeunes, la police et les animateurs de jeunesse ont les uns des autres, former la police à aborder les jeunes, informer les jeunes sur leurs droits et responsabilités envers la police et intégrer la perspective des jeunes dans la politique de la police locale.

Les résultats de ce projet ont été présentés fin mai.

Il faut poursuivre ce dialogue, mais il est aussi temps d'entreprendre des actions concrètes. À cette fin, dans le cadre du projet, des plateformes de concertation communales, regroupant des animateurs de jeunesse, des travailleurs de rue et des policiers, ont été créées.

Partager
10:00 § 137 → Vidéo
Partager

Jeugdwerkers en politiemensen getuigden alleszins dat ze positieve gevolgen merkten. De mentaliteit is wel degelijk ten goede veranderd, maar er werd ook opnieuw bevestigd dat herhaaldelijke identiteitscontroles een grote bron van frustratie zijn bij jongeren van kleur. Ze voelen zich al dan niet terecht geviseerd en wantrouwen de politie.

Het gewest bepaalt evenwel niet de richtlijnen voor de politie die de risico's op discriminatie en willekeur zo veel mogelijk beperken. Alleen de federale minister van Binnenlandse Zaken en de gemeenten die het toezicht op de politiezones uitoefenen, kunnen de operationele politieprocedures aanpassen. Het gewest kan zijn steentje bijdragen via de voortgezette opleidingen voor politieagenten. In de aanbevelingen die geformuleerd zijn na het project, staan er ook elementen in verband met de opleiding: zorg voor tools met betrekking tot dilemmatraining voor agenten, de sociale context maar ook de psychologie van Brusselse jongeren, een goede begeleidershouding in de opleiding van agenten.

Bent u op de hoogte van de resultaten en de aanbevelingen van het project? Wat is uw analyse? Hoe gaat het gewest met de aanbevelingen aan de slag?

Hoe zal het project verduurzaamd worden? Zal het gewest, in het bijzonder safe.brussels, middelen uittrekken om het proefproject voort te zetten of uit te breiden naar andere politiezones? Welke initiatieven neemt u om het gemeentelijk en bovenlokaal overleg tussen jeugdwerkers en de politie, en de verdere ontwikkeling van tools te continueren?

Hoe evolueren de voortgezette opleidingen voor politieagenten? Is er aandacht voor bijvoorbeeld de leefwereld van jonge Brusselaars of het tegengaan van etnisch profileren? Op welke manier stuurt het gewest die keuze? Monitort u de verschuivingen? Wat zijn uw bevindingen? Merkt u dat de kwestie van het etnisch profileren en transparante controles sinds 2020 meer aandacht krijgt?

Les participants ont tous constaté des effets positifs et une évolution des mentalités.

Il a néanmoins été répété que des jeunes ont, à tort ou à raison, le sentiment d'un profilage ethnique des contrôles d'identité et se méfient de la police. À cet égard, seules la ministre fédérale de l'Intérieur et les communes qui ont la tutelle des zones de police peuvent adapter les procédures opérationnelles de la police pour de minimiser les risques de discrimination et d'arbitraire. La Région peut aussi agir par le biais de la formation continue des policiers.

Connaissez-vous les résultats et les recommandations du projet ? Quelle est votre analyse ? Quelles suites y donnera la Région ?

Comment le projet sera-t-il pérennisé ? Des fonds seront-ils alloués à sa poursuite ou à son extension à d'autres zones de police ? Que faites-vous pour poursuivre la concertation entre les animateurs de jeunesse et la police, ainsi que le développement d'outils ?

Comment évolue la formation continue des policiers ? Y est-on davantage attentif, par exemple, au cadre de vie des jeunes Bruxellois ou à la lutte contre le profilage ethnique ? Comment la Région l'oriente-t-elle ?

Partager
10:03 § 139 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De relatie tussen de burger en de ordediensten is een prioritair thema voor safe.brussels en zijn partners.

Na de goedkeuring door het Brussels Parlement van de resolutie die gericht is op het verbeteren van de relatie tussen burgers en ordediensten en tussen ordediensten en burgers op 18 december 2020, werd deze uitdaging expliciet opgenomen in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan van het gewest. De achterliggende doelstelling was om de opvolging te verankeren van de aanbevelingen die geformuleerd werden ten aanzien van het gewest.

Safe.brussels is actief betrokken bij de uitvoering en opvolging van het dialoogproject politie-jongeren van de vzw JES sinds de opstart van het project in het voorjaar van 2021. Samen met politiezone Zuid, de gemeenten Anderlecht, Sint-Gillis en Vorst, de VGC-Jeugdraad en de Brusselse jongeren betracht safe.brussels middels dit project de relatie tussen jongeren en de politie in politiezone Zuid te versterken en goede praktijken te identificeren die veralgemeend kunnen worden op het niveau van het gewest. Om dit mogelijk te maken, maakt safe.brussels deel uit van de bovenlokale expertisegroep die in het leven werd geroepen om de voortgang van het project op te volgen. Bovendien nam safe.brussels deel aan verschillende overlegmomenten van de operationele werkgroep die de werkzaamheden van het project op het terrein aanstuurde.

De eindvergadering van de bovenlokale werkgroep, die tot doel heeft een balans en een overzicht op te stellen van de resultaten en de aanbevelingen van het project, is ingepland in september. Safe.brussels zal daarna de resultaten en aanbevelingen analyseren om vervolgacties te identificeren en in te plannen.

Safe.brussels heeft zich bij de opstart van het project geëngageerd om de resultaten en aanbevelingen voor te stellen aan de werkgroep Burger-Politie, die in september 2021 in het leven werd geroepen door safe.brussels om een antwoord te bieden op de aanbevelingen die opgenomen werden in de resolutie van het parlement.

De werkgroep bestaat uit de referentiepersonen van de zes politiezones en de negentien gemeenten en heeft als doel om ervaringen en praktijken ter verbetering van de relatie tussen de burger en de politie toe te lichten, en om gezamenlijke acties mogelijk te maken. Binnen die overlegstructuur zal overlegd worden hoe de resultaten en aanbevelingen verduurzaamd kunnen worden.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Après l'approbation de la résolution visant l'amélioration des relations entre citoyens et forces de l'ordre, safe.brussels a intégré ce défi dans le plan global de sécurité et de prévention 2021-2024.

Depuis le début, safe.brussels a été activement associé à la mise en œuvre et au suivi du projet de dialogue entre police et jeunes de l'ASBL JES. Il fait ainsi partie du groupe d'expertise supralocal créé pour suivre son avancement et il a participé à plusieurs concertations du groupe de travail qui l'a piloté sur le terrain. Le groupe supralocal doit tenir une dernière réunion en septembre pour dresser le bilan du projet et émettre des recommandations. Sur cette base, safe.brussels planifiera les actions de suivi nécessaires.

Le groupe de travail est constitué des personnes de référence des six zones de police et des dix-neuf communes.

Partager
10:05 § 141 → Vidéo
Partager

In het kader van het project politie-jongeren van de vzw JES zijn twee applicaties in ontwikkeling die getest worden door jongeren, politieagenten en jeugdwerkers. Ook de Algemene Inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie is daarbij betrokken. Het gaat om Hold It, een applicatie rond rechten en plichten voor jongeren, en Respect, een applicatie die zich toespitst op de wederzijdse communicatie tussen politie en jongeren.

Bij een positieve evaluatie zal ik de ontwikkeling en uitbreiding van die applicaties binnen het Brussels Gewest steunen. In het kader van de jaarlijkse projectoproep voor de verenigingen van safe.brussels kan het project ook verlengd worden. Safe.brussels mikt op een verlenging van de projecten die in 2022 financiële steun ontvingen, mits een positieve evaluatie en de goedkeuring van de begroting. Voor 2023 is er bijgevolg nog geen verdere informatie beschikbaar.

In dit kader ondersteunt safe.brussels reeds het project 'Je kiffe Bruxelles: Aan de slag met jongeren in de grootstad' van JES. Het project is gericht op een verbetering van de relatie tussen de jongeren, de politie en de jeugdsector aan de hand van een tweedaagse opleiding, die de Brusselse politie vertrouwd moet maken met de metropolitane en hyperdiverse context van Brussel en met de wereld van de jongeren, en die hun tools moet geven om te interageren met de stedelijke doelgroep. De resultaten van het dialoogproject kunnen ongetwijfeld die opleiding versterken.

Het is aan de Brusselse politiezones om officieel een aanvraag in te dienen bij de Gewestelijke en Intercommunale Politieschool (GIP) om voorgezette opleidingen over die thematiek te organiseren. Tot nu toe hebben ze dat niet gedaan, maar alle politiezones hebben wel toegang tot opleidingen die door de andere provinciale politiescholen in het land worden aangeboden. Daardoor bestaan er ook erkenningsdossiers die daarvoor in aanmerking kunnen komen en in de toekomst eventueel kunnen worden georganiseerd door de GIP.

Dans le cadre du projet de dialogue, des jeunes, des policiers et des animateurs de jeunesse testent deux applications. L'une, Hold It, porte sur les droits et devoirs des jeunes et l'autre, Respect, sur la communication entre la police et les jeunes. Si l'évaluation s'avère positive, je soutiendrai le développement de ces applications. Le projet pourrait également être prolongé dans le cadre de l'appel à projets annuel de safe.brussels pour les associations.

Dans ce cadre, safe.brussels soutient déjà un autre projet de l’ASBL JES qui vise à améliorer les relations avec les jeunes par le biais d'une formation destinée aux policiers, que les résultats du projet de dialogue pourront certainement enrichir.

Les zones de police sont libres de demander une formation continue sur ce thème à l'École régionale et intercommunale de police ou à d'autres écoles de police provinciales, mais jusqu'à présent, aucune demande n'a été formulée en ce sens.

Partager
10:08 § 143 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Het is fijn om te horen dat het proefproject goed loopt. De bovenlokale expertisegroep komt in september samen en zal feedback geven aan de werkgroep die zich over de relatie tussen jongeren en de politie buigt.

Ik kijk uit naar de resultaten van de tests met de twee applicaties, waar we veel uit kunnen leren. Als de resultaten positief zijn, zult u de uitrol ervan ondersteunen.

In de jaarlijkse projectoproep van safe.brussels wordt ook aandacht besteed aan de relatie tussen jongeren en politie. Het stemt me gelukkig dat politie, jongeren en beleid zich het probleem aantrekken.

- Het incident is gesloten.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Il est bon d'entendre que le projet pilote se déroule bien. Je suis curieuse de voir ce que donneront les applications.

Enfin, je suis ravie de constater que l'ensemble des protagonistes se préoccupe des relations entre les jeunes et la police.

- L'incident est clos.

Partager
10:10 § 147 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van mevrouw Lotte Stoops

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de toestand in de Kaaienwijk.

Question orale de Mme Lotte Stoops

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la situation dans le quartier des Quais.

Partager
10:10 § 149 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Mijn vraag is opmerkelijk actueel. Allicht hebt u in Bruzz gelezen dat de toestand die we met onze vragen probeerden te voorkomen, op en rond het IJzerplein dagelijkse realiteit is.

In de Kaaienwijk gaat het van kwaad naar erger. Buurtbewoners hebben de onveiligheid en de overlast al meermaals aangekaart, maar helaas zonder effect. Grote groepen mannen die dag en nacht de speeltuin en het parkje bezet houden, dronkenschap, drugsgebruik en -handel, wildplassen, geluidsoverlast, vechtpartijen, agressie en intimidatie van de buurtbewoners zijn achter de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) schering en inslag. Veel bewoners zijn bang om door hun eigen buurt te wandelen en gezinnen met jonge kinderen durven niet naar de speeltuin.

Eind mei viel een eerste gewonde nabij metrostation IJzer, ter hoogte van de Hooikaai. Eergisteren viel er nog een slachtoffer. Voor veel mensen is de maat vol.

De voorbeelden tonen aan dat de buurt in een negatieve spiraal zit en voor veel mensen is de toestand onhoudbaar geworden. De problemen breiden zich uit naar de belangrijke wandel- en fietsroute van het centrum naar het noorden van Brussel, Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek, Jette, Laken en Neder-Over-Heembeek. Het is dan ook uitermate belangrijk dat er gecoördineerd actie wordt ondernomen.

De burgemeester van de stad Brussel Philippe Close zegt dat er voldoende politie aanwezig is en dat het alcoholverbod strikt wordt gehandhaafd. De proactieve politieaanwezigheid zou zich weerspiegelen in het aantal processen-verbaal dat sinds begin dit jaar is opgesteld.

Op het terrein zien omwonenden echter wat anders. Volgens hen heeft het alcoholverbod er alleen toe geleid dat de mensen die voor overlast zorgen, een pleintje verder zitten. Er zou te weinig politie zijn om het verbod effectief af te dwingen, iets wat op zijn beurt de vele druggebruikers en -verkopers in de hand werkt.

Meer politieaanwezigheid kan een groot deel van de problematiek verhelpen, maar het is duidelijk dat de mensen op straat ook hulp nodig hebben. Louter handhaven zet geen zoden aan de dijk. De verschillende beleidsniveaus wijzen naar elkaar om de toestand te verhelpen. Daarmee zijn de buurtbewoners natuurlijk niet geholpen en het geeft aanleiding tot heel wat frustratie. Een gecoördineerde aanpak is nodig om de buurt opnieuw leefbaar te maken en verdere drama's te vermijden. Politie, gemeente, gewest, buurtwerkers en hulpverleners moeten overleg plegen. De vraag is natuurlijk wie het initiatief neemt.

Met deze vraag probeer ik te bekijken hoe we uw coördinerende veiligheidsrol transversaal en concreet kunnen interpreteren.

Mme Lotte Stoops (Groen).- La situation va de mal en pis dans le quartier des Quais : occupation permanente de la plaine de jeux et du petit parc par des groupes d'hommes, ivresse, trafic et consommation de drogues, nuisances sonores, bagarres, agression et intimidation des riverains sont devenus monnaie courante derrière le Théâtre royal flamand.

Après un premier blessé, fin mai, près de la station de métro Yser, une autre victime était à déplorer avant-hier. Pour beaucoup, la coupe est pleine. Le quartier s'enfonce dans une spirale négative et les problèmes s'étendent à l'itinéraire cyclable et piéton qui relie le centre au nord de Bruxelles.

Le bourgmestre de la Ville de Bruxelles, Philippe Close, affirme que la police est présente en nombre suffisant et que l'interdiction d'alcool est strictement appliquée. Pourtant, sur le terrain, les riverains constatent tout autre chose. L'interdiction d'alcool n'a fait que déplacer les nuisances et la police serait trop peu présente pour faire respecter la mesure.

Si plus de présence policière peut résoudre une grande partie du problème, il est évident que les gens en rue ont aussi besoin d'aide. C'est d'une approche coordonnée dont le quartier a besoin : police, commune, Région, agents de proximité et assistants sociaux doivent se concerter. Reste à savoir qui prend l'initiative.

Partager
10:13 § 151 → Vidéo
Partager

U bent ongetwijfeld op de hoogte van de problematische situatie in de Kaaienwijk. Hebt u daarover al coördinerend overleg gepleegd met onder andere burgemeester Close en andere uitvoerende mandatarissen, zoals minister Van den Brandt?

Hebt u contact met de preventiedienst Bravvo van de stad Brussel, buurtwerking- en hulpverlenersorganisaties?

Hoe kan er worden gezorgd voor een gecoördineerde aanpak zodat iedereen rond de tafel gaat zitten en er actie wordt ondernomen?

Avez-vous déjà organisé une concertation avec le bourgmestre Close ou d'autres titulaires de mandat exécutif, comme la ministre Van den Brandt ?

Êtes-vous en contact avec le service de prévention Bravvo de la Ville de Bruxelles ou avec d'autres organisations ?

Comment mettre en place une approche coordonnée ?

Partager
10:13 § 153 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik ben natuurlijk op de hoogte van de situatie, die van heel nabij wordt gevolgd, met coördinatie van de plaatselijke overheden en in overleg met onder meer de preventiedienst Bravvo.

In dat verband moet u wel weten dat de plaatselijke overheid geen specifiek beroep op safe.brussels heeft gedaan. Bij problemen in andere wijken zoals de Noordwijk en de wijk van het Zuidstation was dat wel het geval, omdat daar veel meer betrokken partijen waren en men met een grote verscheidenheid aan problemen werd geconfronteerd.

Safe.brussels staat steeds ter beschikking van de plaatselijke overheden en de preventie- en veiligheidsactoren die daartoe een vraag formuleren. Wij zijn bereid om op te treden, maar als de politie geen vragende partij is, ondernemen wij geen actie.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La situation est suivie de très près, sous la coordination des autorités locales et en concertation avec le service de prévention Bravvo, entre autres. Cependant, les pouvoirs locaux n'ont pas fait appel à safe.brussels. L'organisme se tient à la disposition des autorités locales et des acteurs de prévention et de sécurité qui en formulent la demande. Nous n'intervenons pas d'initiative.

Partager
10:14 § 155 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Uw antwoord is heel kort. Ik zal er bij andere beleidsniveaus op aandringen dat die vraag wordt geformuleerd. We kunnen de inwoners niet aan hun lot overlaten. Het betreft heel verschillende bevoegdheden: dakloosheid, personen zonder verblijfsvergunning, zware verslavingsproblematiek of mentale problemen en vaak een combinatie daarvan. Daarom is samenwerking de enige oplossing. Safe.brussels staat in voor repressiemaatregelen, maar er is meer nodig. Het recept van de 'war on drugs' - verbieden, bestraffen, criminaliseren en de inzet van de politie - kennen we sinds de drugswet van 1921. Meer dan een eeuw later is duidelijk dat dat recept niet werkt, want anders zou het probleem al opgelost zijn.

(Opmerkingen van de heer Vervoort, minister-president)

Alleen repressie is geen antwoord. Er is ook hulp nodig. Sublink is een heel goed project dat erop gericht is de overlast in de MIVB-stations aan te pakken en alle betrokken actoren samen te brengen, waaronder New Samusocial.

(Opmerkingen van de heer Vervoort, minister-president)

Ik kan alleen maar blijven hameren op het belang van samenwerking. Ook de gebruiksruimtes zijn bijvoorbeeld een mogelijkheid om veel breder te kunnen helpen. Die ruimtes hebben niets te maken met een gedoogbeleid, zoals een bepaald commissielid vaak zegt. Het gaat erom dat een aantal andere actoren, zoals straathoekwerkers en de politie, meer op het terrein aanwezig zijn. U kunt Sublink en meer en kleinere gebruikersruimtes met een betere begeleiding ook inzetten in de Kaaienwijk. Er zijn heel veel zaken mogelijk, maar daarvoor is er samenwerking nodig.

- Het incident is gesloten.

Mme Lotte Stoops (Groen).- J'interpellerai à d'autres niveaux pour que cette demande soit formulée. Nous ne pouvons abandonner les habitants à leur sort. La situation recouvre des compétences très diverses : sans-abrisme, personnes sans titre de séjour, assuétudes ou problèmes mentaux. C'est pourquoi une collaboration est la seule solution.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

La répression seule n'est pas une réponse. Le projet Sublink, mis en place pour lutter contre les nuisances dans les stations de la STIB, permettrait d'aider ces personnes.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

De même, les salles de consommation pourraient garantir une aide plus globale.

- L'incident est clos.

Partager
10:17 § 161 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van mevrouw Els Rochette

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de taxilicenties en de numerus clausus.

Question orale de Mme Els Rochette

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les licences de taxi et le numerus clausus.

Partager
10:17 § 163 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Bezoldigd personenvervoer is een belangrijke pijler in het Brusselse mobiliteitsaanbod. In de nieuwe taxiordonnantie die op 9 juni 2022 is goedgekeurd, werden de nieuwe principes vastgelegd, met regelgeving die klantvriendelijker is en rekening houdt met de nieuwe technologieën. Sinds 21 oktober 2022 is de nieuwe regelgeving van kracht voor alle taxi's, zowel de klassieke taxi's als de verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder (VVB).

Toch heerst er in de sector nog veel frustratie. Dat vernamen we in de bijzondere commissie Uber. Tot op vandaag is er veel onvrede en sociale onrust. Voor veel Brusselaars vormt het rijden met een taxi hun inkomensbron, zeker voor nieuwkomers en mensen met een lage scholingsgraad. Chauffeurs willen weten welk aandeel van de groeiende mobiliteitsmarkt ze mogen innemen en of ze in de toekomst nog van hun job kunnen blijven leven.

Er rijden in Brussel veel chauffeurs rond met een Vlaamse of Waalse licentie. Brussel heeft die chauffeurs nodig om aan de mobiliteitsvraag te voldoen. Dankzij vereenvoudigde procedures moeten ze snel en gemakkelijk kunnen overschakelen naar een Brusselse vergunning.

De numerus clausus voor standplaatstaxi's bedraagt 1.425, voor straattaxi's 1.825. De geldigheidsduur van de vergunningen, tot nu toe 7 jaar voor taxi's en 5 jaar voor VVB's, wordt vervangen door een eengemaakte, verlengbare termijn van 7 jaar.

Bij de invoering van de nieuwe regelgeving in 2022 was er veel werk. Brussel Mobiliteit heeft een achterstand opgelopen in het toekennen van de licenties. Is die achterstand ingelopen? Indien niet, hoe komt dat dan? Is er een compensatie geweest voor chauffeurs die door die achterstand meerdere maanden niet hebben kunnen werken?

De numerus clausus zal om de twee jaar geëvalueerd worden, voor het eerst in 2025. Wat zijn de tussentijdse vaststellingen? Konden alle aanvragen voor vergunningen worden gehonoreerd? Indien niet, komt er een vervroegde herevaluatie van het aantal vergunningen? Op basis van welke parameters? Wie maakt die analyse?

Wat is de stand van zaken over de vereenvoudigde procedures om chauffeurs met een Vlaamse of Waalse licentie te laten overschakelen naar een Brusselse? Zijn er wijzigingen in de procedures doorgevoerd? Zo ja, met welk effect? Is er een grote instroom? Wat is de doorlooptijd voor de overschakeling op een Brusselse licentie?

Hoever staat de geplande versoepeling van de voorwaarden voor nieuwe chauffeurs om een bekwaamheidsattest te krijgen? Wat is er veranderd aan de voorwaarden?

Zijn er al resultaten merkbaar?

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- La nouvelle ordonnance « Taxis » et la réforme entrée en vigueur fin octobre s’appliquent à tous les types de taxis, y compris les services de location de voitures avec chauffeur. Bruxelles Mobilité, chargée de sa mise en œuvre, a-t-elle rattrapé son retard dans l’attribution des licences ? Les chauffeurs ont-ils bénéficié d’une compensation si leur activité a été entravée ?

La frustration et le malaise social perdurent au sein du secteur, comme nous l’avons constaté durant la commission spéciale Uber. Les Bruxellois qui gagnent leur vie en tant que chauffeurs de taxi sont nombreux, et ils souhaitent des garanties pour leur avenir.

De nombreux conducteurs titulaires d'une licence flamande ou wallonne circulent à Bruxelles et sont censés bénéficier de procédures d'octroi d'une licence bruxelloise. Celles-ci ont-elles finalement été simplifiées ? Les demandes sont-elles en hausse, et quel en est le délai ?

La période de validité des licences est désormais uniformisée à sept ans pour tous les services de taxis. Si l'évaluation bisannuelle du quota de véhicules est insuffisante pour honorer toutes les demandes de licences, une réévaluation anticipée aura-t-elle lieu ?

Par ailleurs, les modalités pour les nouveaux chauffeurs qui doivent obtenir leur certificat de capacité ont-elles effectivement été assouplies ?

Partager
10:20 § 165 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De inwerkingtreding van een nieuwe regelgeving in een sector die zo complex is als de taxisector, vereist de invoering van strenge en gedetailleerde processen. Sinds de hervorming heeft mijn administratie een grondige analyse van de nieuwe regelgeving moeten uitvoeren, nieuwe richtlijnen en procedures moeten vastleggen, tools moeten invoeren die een grote hoeveelheid aanvragen kunnen verwerken en haar personeel moeten opleiden om de nieuwe regels doeltreffend toe te passen.

Dat proces vergde uiteraard veel tijd en middelen. Sinds de inwerkingtreding van de ordonnantie van 9 juni 2022 betreffende de taxidiensten heeft mijn administratie bijvoorbeeld meer dan 1.200 vergunningen behandeld en afgeleverd voor straattaxi's, meer dan 700 vergunningen voor standplaatstaxi’s verlengd en meer dan 2.200 bekwaamheidsattesten behandeld en afgeleverd.

De continuïteit van de beroepsactiviteit vormde de basis voor de methodologie van Brussel Mobiliteit. Om ervoor te zorgen dat de actoren van de sector in optimale omstandigheden kunnen blijven werken, gaf Brussel Mobiliteit in de eerste plaats voorrang aan de uitreiking van de bekwaamheidsattesten en de overgang van de VVB-licenties (verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder) naar licenties voor straattaxi's. Geen enkele exploitant onderbrak zijn activiteit. Ik herinner er ook aan dat taxilicenties automatisch werden omgezet in vergunningen voor standplaatstaxi's.

Vervolgens konden alle chauffeurs die in het bezit waren van een bekwaamheidsattest van een Brusselse exploitant, hun activiteit voortzetten tijdens de overgangsperiode. De continuïteit van de activiteiten van de chauffeurs is een leidraad voor onze nieuwe hervorming. Dankzij de ordonnantie konden VVB-exploitanten met een Brusselse vergunning binnen drie maanden na de inwerkingtreding van het Taxiplan een nieuwe vergunning voor straattaxi’s aanvragen. De ordonnantie bood hen ook de mogelijkheid taxidiensten te blijven presteren, terwijl de overgangsaanvraag werd verwerkt.

De hervorming van de bekwaamheidsattesten heeft het kwalificatieproces om taxichauffeur te worden vereenvoudigd. Zo hebben we de verplichte voorafgaande informatiebijeenkomst en het eindexamen afgeschaft. De chauffeur moet slagen voor een situatiebeoordelingstest en een persoonlijkheidsvragenlijst. We hebben ook een overgangsregeling ingevoerd voor VVB-chauffeurs met twee jaar nuttige ervaring. Het besluit van 6 oktober 2022 betreffende taxidiensten voorziet immers in een erkenning van de ervaring en een snelle toegang tot het bekwaamheidsattest. Die chauffeurs zijn vrijgesteld van het kwalificatieproces. Sinds de inwerkingtreding van de hervorming heeft mijn administratie meer dan 2.200 bekwaamheidsattesten uitgereikt.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Une nouvelle réglementation, dans un secteur aussi complexe, engendre une charge de travail considérable pour l’administration, qui met en œuvre de nouveaux outils et procédures, et forme son personnel, tout en répondant en priorité aux demandes de certificats de capacité et de licences de taxis de rue, ainsi qu’au renouvellement des licences de taxis de station. Pour rappel, la conversion des licences de taxis en licences de taxis de station est automatique.

Tous les chauffeurs détenteurs d’un certificat de capacité d’un opérateur bruxellois ont ainsi poursuivi leur activité durant cette transition. Cela constitue d'ailleurs l’un des principes directeurs de la nouvelle réforme. Conformément à l’ordonnance, les chauffeurs LVC (location de voitures avec chauffeur) titulaires d’une licence bruxelloise ont pu demander une nouvelle licence de taxi de rue, dans un délai de trois mois suivant l’entrée en vigueur du plan taxis, tout en continuant leur activité durant cette période.

La réforme du certificat de capacité a simplifié la procédure pour les nouveaux chauffeurs, qui sont désormais soumis uniquement à un test de jugement situationnel et à un questionnaire de personnalité. Les chauffeurs LVC justifiant d'au moins deux années d’expérience en sont exemptés. Depuis fin octobre 2022, 2.200 certificats de capacité ont été délivrés.

Partager
10:24 § 167 → Vidéo
Partager

Chauffeurs met minder dan twee jaar ervaring moeten slagen voor het kwalificatieproces. Aangezien het aantal plaatsen voor die testen momenteel beperkt is door de IT-infrastructuur en de huidige markt, werkt mijn administratie aan een nieuw testformaat dat sneller is en beter aansluit bij de realiteit op het terrein. Vanaf augustus zullen er meer plaatsen beschikbaar zijn en zal inschrijven enkele weken op voorhand mogelijk zijn voor een groter aantal kandidaten.

De regering werkt ook aan een hervorming van het toegangsproces om de toegang tot het beroep te vergemakkelijken, maar ook om het proces te moderniseren en aan te passen aan nieuwe thema's.

De vergunningsaanvragen voor nieuwe actoren die toegang willen krijgen tot de sector, zijn momenteel nog in behandeling.

De ordonnantie voorziet niet in een overgang voor exploitanten met een Waalse of een Vlaamse vergunning. Iedere persoon kan een vergunning aanvragen om een taxidienst uit te baten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De exploitanten met een taxivergunning van het Waals of het Vlaams Gewest kunnen uiteraard hun activiteiten voortzetten in overeenstemming met hun eigen regelgeving.

Gelet op de complexiteit van de procedure voor het verlenen van vergunningen, die is gebaseerd op een numerus clausus met subcategorieën en een wachtlijst, heeft mijn administratie een streng toezicht- en controlesysteem ingevoerd om ervoor te zorgen dat de vergunningsaanvragen transparant en doeltreffend worden behandeld. Er werden ook informaticatools ontwikkeld om bepaalde delen van het proces te automatiseren en de behandelingstijd van de aanvragen te verkorten. Dankzij de invoering van het gewestelijke platform begin juni is vorige maand begonnen met de IT-analyse van de ingediende aanvragen.

De laatste menselijke controles van elk dossier zijn aan de gang en de eerste vergunningen zullen volgens het tijdschema van Brussel Mobiliteit eind juli verleend kunnen worden.

Overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie beschikt de exploitant over een termijn van zes maanden vanaf de datum van afgifte van de vergunning om een voertuig te registreren. Als dat niet gebeurt, is de vergunning automatisch nietig. Pas zes maanden nadat alle beschikbare vergunningen zijn afgegeven, zal het exacte aantal voertuigen op de weg gekend zijn, waarna er een evaluatie kan worden gemaakt.

Overeenkomstig artikel 53 van de ordonnantie is de regering bevoegd om de doelstellingen en evaluatiemodaliteiten van de ordonnantie vast te leggen, met inbegrip van de sociaal-economische toereikendheid van de numerus clausus.

Mon administration travaille sur un format de test plus efficace. Dès le mois d’août, davantage d’inscriptions seront possibles, plusieurs semaines à l’avance. Pour faciliter l’accès à la profession, le gouvernement travaille par ailleurs sur une réforme de la procédure. Quant aux nouveaux acteurs qui souhaitent intégrer le secteur, leur demande est à l’étude.

Aucun transfert de licence n’est prévu par l’ordonnance, mais les exploitants titulaires d’une licence flamande ou wallonne peuvent continuer à exercer leur activité conformément à leur réglementation et demander une licence bruxelloise, comme tout un chacun.

Bruxelles Mobilité a mis en place un système strict pour traiter efficacement et en toute transparence les diverses demandes de licence, soumises à un quota. Certaines étapes ont été informatisées, avec l’introduction début juin de la plateforme régionale.

Le nombre exact de véhicules en circulation ne sera connu et évalué que six mois après que toutes les autorisations auront été délivrées, étant donné que l’exploitant dispose de ce délai maximum pour immatriculer un véhicule, après réception de son autorisation. L’article 53 de l’ordonnance habilite effectivement le gouvernement à arrêter les objectifs et les modalités d’évaluation de cette réforme, y compris l'adéquation socioéconomique des quotas de véhicules .

Partager
10:27 § 169 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Er wordt aan de vereenvoudiging en de informatisering van de procedures gewerkt. Helaas is dat niet eerder gebeurd, want het heeft tot onduidelijkheid en vertraging geleid.

Staan er nog veel mensen op de wachtlijst voor een licentie?

(Opmerkingen van de heer Vervoort, minister-president)

De belangrijkste vraag is of er voldoende taxi's zijn. Als de evaluatie pas in 2025 volgt, kunnen zich vroeg of laat problemen voordoen.

- Het incident is gesloten.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Malheureusement, la numérisation des procédures n'a pas eu lieu plus tôt, ce qui a causé du retard. La liste d'attente des licences est-elle encore longue ?

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

Sans évaluation d'ici 2025, le nombre de taxis risque d'être insuffisant.

- L'incident est clos.

Partager
10:29 § 175 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de inrichting van safe spaces in de Brabantwijk.

Question orale de M. Mathias Vanden Borre

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la création de « safe places » dans le quartier Brabant.

Partager
10:29 § 177 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De Brabantwijk wordt al jaren geteisterd door criminaliteit. Drugshandel is er schijnbaar normaal en ook uitbuiting, mensenhandel en geweld zijn sterk aanwezig. Buurtbewoners, pendelaars en handelaars moeten in onveilige en onwaardige omstandigheden werken en leven omdat de overheid tekortschiet.

Een vijftiental handelaars neemt sinds midden mei deel aan het project Safe Place. Dat is een tijdelijk toevluchtsoord voor slachtoffers van straatintimidatie of van een reële en onmiddellijke dreiging, dat kenbaar gemaakt wordt met een sticker. Handelaars vangen het slachtoffer op en bieden ondersteuning en een luisterend oor. Ondertussen wordt de politie verwittigd.

Eigenlijk kunnen we die safe places zien als een soort van buurtinformatienetwerk voor zelfstandigen, maar dan met het grote verschil dat de handelszaken een basisfunctie van de politie moeten uitvoeren, namelijk slachtofferonthaal. Het is enigszins positief dat handelaars zich inzetten voor de veiligheid van hun wijk, maar eigenlijk vind ik safe places als alternatieve vorm van politionele slachtofferopvang niet goed.

Handelaars hebben immers geen opleiding gekregen over hoe ze met slachtoffers van seksueel of fysiek geweld moeten omgaan. Dat lijkt me delicate taak. Daarnaast is zorgen voor een veilige openbare ruimte de eerste kerntaak van een overheid. Helaas leven we in een maatschappij waar mensen geen ontzag meer hebben voor mensen in een uniform.

Worden de handelaars op die manier niet blootgesteld aan de dreiging van geweld? Wat kunnen zij ondernemen als de verdachte het slachtoffer tot in de zaak volgt? Hoe kan de handelaar zich dan verdedigen? De politie heeft immers het monopolie op het gebruik van geweld.

Ik bewonder de inzet van de handelaars voor de veiligheid en leefbaarheid van hun wijk, maar de safe places gaan verder dan een buurtinformatienetwerk. Het project is het signaal dat de lokale politie haar basisfuncties niet kan garanderen en dat de Brabantwijk eigenlijk een no-gozone is.

Oproepen van de deelnemende handelszaken zouden voorrang krijgen. Krijgen ze ook voorrang bij de noodcentrales? Hoe gaat dat precies in zijn werk? Safe.brussels keert voor het project een subsidie uit in het kader van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Die bedroeg 55.000 euro in 2023. Komt er een evaluatie van het project? Hoeveel middelen heeft de politiezone Brussel-Noord vrijgemaakt?

Als een safe place te maken krijgt met agressie of dreiging als gevolg van de opvang van een slachtoffer, moet die contact opnemen met de hulpdiensten via het noodnummer 101 of de app 112, maar dat volstaat niet. In welke mate worden de handelaars begeleid, ondersteund en beschermd in de opvang van slachtoffers? Hoeveel slachtoffers werden al opgevangen in safe places?

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Le quartier Brabant est en proie à la criminalité depuis des années. Les habitants, les navetteurs et les commerçants doivent y vivre ou y travailler dans des conditions dangereuses en raison des carences des pouvoirs publics.

Une quinzaine de commerçants participent au projet Safe Place depuis la mi-mai, en offrant un refuge temporaire (signalé par un autocollant) aux victimes de harcèlement de rue ou d'une menace réelle et immédiate, le temps que la police arrive.

S’il est plutôt positif que les commerçants s'engagent pour la sécurité de leur quartier, il n’est pas normal qu’ils doivent accueillir des victimes à la place de la police. En effet, ils ne disposent d’aucune formation à cet effet. Par ailleurs, comment peuvent-ils se défendre si le suspect suit la victime dans le magasin, sachant que l’usage de la force est réservé à la police ?

J'admire l'engagement des commerçants en faveur de la sécurité de leur quartier, mais le projet va au-delà d'un réseau d'information de quartier : il est le signal que la police locale ne peut assurer ses fonctions de base et que le quartier Brabant est en fait une zone de non-droit.

Les appels des commerces participants sont-ils prioritaires dans les centrales d'urgence ? Safe.brussels verse un subside au projet dans le cadre du plan global de sécurité et de prévention. Le projet sera-t-il évalué ? Quel est le montant débloqué par la zone de police Bruxelles-Nord ?

Dans quelle mesure les commerçants sont-ils guidés et protégés dans leur mission ? Combien de victimes ont déjà été accueillies dans des « safe places » ?

Partager
10:32 § 179 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik ben zo vrij om u in de eerste plaats te verwijzen naar mijn antwoord op de actualiteitsvraag van de heer Lootens-Stael met hetzelfde onderwerp in de plenaire zitting van 17 mei jongstleden.

Safe.brussels geeft hiervoor geen subsidie, maar steunt de politiezones financieel in het kader van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Het gaat hier dus niet over een aparte subsidie van het project in kwestie. De invoering van de prioritaire adressen en de infosessies die aan de handelaars worden gegeven, kaderen in de normale werking van de politiezone.

Infosessies worden gegeven door de dienst slachtofferbejegening van de politiezone Brussel-Noord en de directie van het lokale commissariaat. De dienst slachtofferbejegening zorgt tevens voor de verdere psychosociale opvolging van personen die zich aanbieden in een safe place, ook al hebben ze geen officiële klacht willen neerleggen, maar wel hun gegevens overhandigd. Tot op heden zijn er nog geen slachtoffers in safe places opgevangen.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je vous renvoie à ma réponse à la question d'actualité de M. Lootens-Stael du 17 mai dernier.

Safe.brussels n'octroie aucun subside à cette initiative en particulier, mais soutient financièrement les zones de police dans le cadre du plan global de sécurité et de prévention.

Des sessions d'information aux commerçants sont données par le service d'assistance aux victimes de la zone de police Bruxelles-Nord et la direction du commissariat local. À ce jour, aucune victime n'a été accueillie dans une « safe place ».

Partager
10:34 § 181 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Als er zich tot op heden niemand heeft aangemeld, komt dat volgens mij doordat er weinig vertrouwen bestaat in het project. Dit is een noodgreep van een overheid die de controle over de situatie op het terrein volledig kwijt is. Enkel handhaving, met desnoods 24/7-politieaanwezigheid, is het antwoord om weer grip op de straten te krijgen. Het is zeer ver gekomen als een kerntaak van de overheid wordt gedelegeerd aan handelaars, die het signaal krijgen dat de overheid de situatie niet langer onder controle heeft en dat ze het zelf maar moeten oplossen. Het had nooit zover mogen komen. De situatie is het gevolg van een jarenlange opeenstapeling van problemen en het ontbreken van enige aanpak. Ook het totaal verwaarloosde probleem van de prostitutie in deze wijk heeft daartoe bijgedragen. De meerderheid heeft nu een resolutie voorgelegd, maar die vertoont ontzettend grote gebreken. Zo wordt de zone in de resolutie zelfs niet afgebakend en inzake repressie bevat ze nauwelijks echte beleidsmaatregelen.

Ik vrees dus dat dit een doekje voor het bloeden is en dat de structurele problemen niet aangepakt worden. Het is gewoon wachten op het volgende zware incident. Ik verwijs naar de laffe moord op een agent minder dan een jaar geleden.

- Het incident is gesloten.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Si personne ne s'y est présenté, je pense que c'est parce que les gens ne font pas assez confiance au projet.

Les pouvoirs publics ont perdu le contrôle de la situation sur le terrain et seule une présence permanente de la police peut remédier à la situation.

La résolution de la majorité présente de très grandes lacunes. Elle ne délimite même pas la zone concernée et ne contient que peu de vraies mesures. Ce n'est qu'un emplâtre sur une jambe de bois.

- L'incident est clos.

Partager
10:35 § 185 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van mevrouw Bianca Debaets

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de veiligheidsproblematiek rond het Zuidstation.

Demande d'explications de Mme Bianca Debaets

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les problèmes de sécurité autour de la gare du Midi.

Partager
10:36 § 187 → Vidéo
Partager

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Ik hoor de heer Vanden Borre daarnet het woord no-gozone gebruiken. Het lijkt erop dat in Brussel steeds meer wijken stilaan verworden tot no-gozones. Ik gebruik dat woord niet graag, maar het gaat om buurten waar de bewoners bang zijn en waar pendelaars nog amper durven te komen. We mogen dat niet zomaar laten gebeuren.

De omgeving rond het Zuidstation is vandaag nog niet aan bod gekomen. Nog niet zo lang geleden pleitte de korpschef van de politiezone Zuid voor de oprichting van een geïntegreerd comité. Tijdens een interview met BX1 sprak hij over een eenheid van commando. Dat is opmerkelijk, want dat is voornamelijk een vraag van de oppositie in dit parlement. Nu ook de mensen op het terrein hetzelfde vragen, hoop ik dat de regering dat serieus neemt en daarmee aan de slag gaat.

Niet alleen de politie, maar ook de hulpdiensten trekken overigens aan de alarmbel. U hebt allicht ook de open brief van DoucheFlux gelezen. Die brief was ondertekend door elf hulporganisaties die dagelijks aanwezig zijn op het terrein, zoals 't Eilandje en Straatverplegers, en zeggen dat ze de situatie niet meer aankunnen.

Daarin stelde de directeur van DoucheFlux dat zijn medewerkers vroeger gemiddeld drie keer per maand met geweld te maken kregen, maar dat dat de laatste zes tot twaalf maanden zwaar verergerd is. Hij zei ook: "Als er messen worden getrokken en flessen worden gebroken om medewerkers mee aan te vallen, dan wordt dit een andere job die de onze niet meer is." De hulporganisaties kunnen niet meer instaan voor de veiligheid van hun personeel. Zo ver is het gekomen in een aantal Brusselse wijken. De werken rond het Zuidstation verhogen de veiligheid ook niet. Het lijkt daar een grijze schemerzone. Aangezien de werken nog een tijd zullen duren, zal de situatie nog verergeren.

Bevestigen de cijfers waarover u beschikt, dat de situatie rond het Zuidstation de afgelopen zes tot twaalf maanden opvallend verslechterd is? Welke maatregelen zijn al van kracht om de situatie te verbeteren?

Hebben u en safe.brussels overleg gehad met de betrokken politiezone, de federale politie, Brussel Mobiliteit of de betrokken burgemeesters?

Steunt u het idee van een geïntegreerd comité van de politie en eenheid van commando?

Hebt u contact gehad met DoucheFlux en de andere organisaties om na te gaan hoe de situatie van hun werknemers kan worden verbeterd? Dat zou bij uitbreiding ook de buurtbewoners en de pendelaars ten goede komen.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- De plus en plus de quartiers bruxellois, dont celui de la gare du Midi, deviennent des zones de non-droit. Nous ne pouvons pas laisser faire.

Selon le chef de corps de la zone de police Midi, une des solutions passerait par la création d'un comité intégré. Le quartier a besoin d'une unité de commandement, a-t-il déclaré dernièrement. C'est précisément ce que réclame l'opposition au sein de ce Parlement.

La police n'est pas la seule à tirer la sonnette d'alarme. Vous avez probablement lu la carte blanche signée par plusieurs associations bruxelloises du secteur social et de la santé, dont DoucheFlux. Elles sont confrontées à une explosion des faits de violence et ne peuvent plus garantir la sécurité de leur personnel. Et les travaux autour de la gare du Midi ne font que renforcer ce sentiment d'insécurité.

Les chiffres dont vous disposez confirment-ils que la situation autour de la gare du Midi s'est considérablement détériorée au cours des six à douze derniers mois ? Quelles mesures ont-elles déjà été prises pour améliorer la situation ?

Vous êtes-vous, avec safe.brussels, concertés avec la zone de police Midi, la police fédérale, Bruxelles Mobilité ou les bourgmestres concernés ?

Soutenez-vous l'idée d'un comité intégré et d'une unité de commandement ?

Avez-vous pris contact avec DoucheFlux et les autres associations en vue de répondre à leur appel à l'aide ?

Partager
10:39 § 189 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Au risque de manquer d'originalité, je suis d'avis que nous menons encore une fois des débats sur des sujets pour lesquels nous ne sommes pas compétents. J'ai malheureusement manqué la première intervention concernant le délit de fuite, qui est une question purement judiciaire.

Monsieur le Président, j'en appelle à votre sagesse et à votre expérience, vous qui siégez au Bureau et êtes vice-président de ce Parlement. Pourrait-on procéder à un tri plus sérieux et rester dans les compétences de cette commission ? Nous avons ces débats tous les trois mois. Si nous devons trouver des sujets pour faire passer le temps, efforçons-nous au moins de rester dans nos compétences. Mon souhait est qu'à la rentrée, nous nous efforcions de travailler en accord avec les textes de loi qui fondent cette Région, en restant dans le champ de nos compétences.

Je souhaite réagir sur le fond à l'intervention de Mme Debaets. Elle nous parle de la gare du Midi, mais elle aurait tout aussi bien pu évoquer la gare Centrale et la gare du Nord, voire la gare du Nord à Paris, car ce phénomène est international. Les grandes gares attirent généralement les problèmes de petite délinquance et les personnes en errance. Elle a évoqué la problématique de l'accroissement de la violence, liée à la présence de personnes sans abri, et elle a indiqué que DoucheFlux a dû fermer durant quelques jours, car l'ASBL ne parvenait plus à gérer la situation. Sauf erreur de ma part, ces éléments ne relèvent pas de la compétence spécifique du ministre-président, mais concernent plutôt l'aide sociale et l'intervention, liées à la compétence du membre du Collège réuni M. Maron.

Je ne comprends pas non plus la réflexion du chef de corps de la zone de police Midi, qui en appelle à une unité de commandement. Or, la gare du Midi n'est située que sur la zone de police Midi. Les deux communes concernées sont Anderlecht et Saint-Gilles, pour lesquelles le chef de corps est responsable, avec la commune de Forest. Cette intervention a peut-être été sortie de son contexte.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

Le modèle qu'apprécie Mme Debaets est le modèle parisien, avec un préfet et un commandement unique pour les zones de police. Lorsqu'on arrive à la gare du Nord à Paris, on observe toutefois que l'armée continue à en assurer la surveillance, ainsi que la gendarmerie et la police nationale. La police municipale n'y est pas compétente. À Bruxelles, normalement, les polices zonales ne devraient pas s'occuper des problèmes qui surviennent à l'intérieur des gares. La police des chemins de fer existe, mais elle est totalement délaissée par la ministre de l'Intérieur, tout comme le reste de la police fédérale.

Au lieu d'interpeller le ministre-président, ne pourrait-on pas imaginer que Mme Debaets, lorsqu'elle se rend à un congrès du cd&v, en profite pour interpeller la ministre de l'Intérieur pour l'avertir du manque cruel de policiers de terrain à Bruxelles ? Ce manque s'explique par le fait que nous ne recrutons pas et que nous ne bénéficions pas du soutien du pouvoir fédéral pour remplir les cadres. Certes, l'intervention de Mme Debaets est tout à fait intéressante, comme d'habitude, mais elle s'adresse à la mauvaise personne.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Volgens mij debatteren we hier eens te meer over onderwerpen die niet onder de bevoegdheid van het Brussels Gewest vallen.

Mijnheer de voorzitter, kunt u er bij het Bureau niet voor pleiten om de vragen wat strenger te selecteren, zodat we geen zaken bespreken waarvoor deze commissie niet bevoegd is?

Mevrouw Debaets, u hebt het over het Zuidstation, maar het zou net zo goed over Brussel-Centraal of het Noordstation kunnen gaan, want het betreft een internationaal fenomeen. Grote stations trekken nu eenmaal kleine criminaliteit en daklozen aan. Het geweld neemt toe en DoucheFlux moest enkele dagen de deuren sluiten omdat het de situatie niet meer onder controle kreeg. Volgens mij vallen die problemen onder welzijnszorg, wat een bevoegdheid is van collegelid Maron.

Voorts begrijp ik de opmerking van de korpschef van de politiezone Zuid over de eenheid van commando niet. Het Zuidstation ligt volledig in de politiezone waarvoor hij verantwoordelijk is. Misschien is die opmerking uit haar context gerukt.

(Opmerkingen van minister-president Vervoort)

Het model waarvoor mevrouw Debaets pleit, is dat van de stad Parijs, met één politieprefect voor de hele stad. Welnu, in het Parijse Gare du Nord zie je toch ook zowel het leger als de gendarmerie en de nationale politie patrouilleren? De lokale politie komt daar niet. In Brussel moeten de lokale politiezones zich echter wel bezighouden met de problemen die zich in de treinstations voordoen. Er is weliswaar een spoorwegpolitie, maar die wordt verwaarloosd door federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden.

Mevrouw Debaets, in plaats van minister-president Vervoort te interpelleren, kunt u misschien beter op het volgende cd&v-congres federaal minister Verlinden wijzen op het schrijnende personeelstekort bij de Brusselse politie. Uw vraag is interessant, maar u stelt ze zoals gebruikelijk aan de verkeerde persoon.

Partager
10:43 § 193 → Vidéo
Partager

M. le président.- Monsieur Ghyssels, nous siégeons ensemble au Bureau élargi qui traite de la recevabilité des questions et de leur renvoi aux commissions.

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je n'ai pas votre poids, Monsieur le Président !

(Sourires)

M. le président.- S'agissant de votre demande d'intervention, vous trouverez en moi un allié pour poser à nouveau la question et pour que soit opéré un tri plus strict.

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je me sens déjà plus fort.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

M. le président.- On peut vous inviter, si vous le souhaitez. Cela dit, le gouvernement est toujours dûment représenté.

De voorzitter.- Mijnheer Ghyssels, u zit ook in het Uitgebreid Bureau, dat over de ontvankelijkheid van vragen oordeelt.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Ik heb niet zoveel invloed als u, mijnheer de voorzitter!

(Vrolijkheid)

De voorzitter.- U vindt in mij in elk geval een bondgenoot om vragen strenger te selecteren.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Dat sterkt mij in mijn overtuiging.

(Opmerkingen van de heer Vervoort, minister-president)

De voorzitter.- Mijnheer Vervoort, we kunnen u ook uitnodigen als u dat wenst. De regering is echter altijd goed vertegenwoordigd in het Uitgebreid Bureau.

Partager
10:43 § 195 → Vidéo
Partager

M. Sadik Köksal (MR).- Je remercie Mme Debaets pour ses questions relatives à l’insécurité galopante au sein et autour de la gare du Midi. La sécurité est une condition déterminante pour une meilleure qualité de vie de nos citoyennes et citoyens, mais également pour celle des personnes qui arrivent dans notre capitale. Il ne me paraît pas concevable de mener des politiques visant à attirer des familles dans la Région et de vouloir préserver la classe moyenne sans investir dans la sécurité de nos quartiers.

À la mi-mai, nous pouvions lire dans la presse, comme l’un de nos collègues l’a rappelé, que le commissaire en chef de la zone Midi plaidait pour une unité de commandement à l'intérieur et autour de la gare du Midi. Une autre demande, émanant du bourgmestre d’Anderlecht, était d’engager 100 nouveaux policiers, ce qui lui permettrait de disposer de 35 policiers supplémentaires par jour.

Enfin, la piste de l’ouverture d’un commissariat au sein de la gare est également à considérer. Actuellement, elle dispose de quelques locaux de police, mais ceux-ci sont fermés au public.

En 2009 déjà, Charles Piqué, alors ministre-président, menait des négociations à ce sujet avec le ministre de l’Intérieur de l’époque. L’installation d’un commissariat de police au sein de la gare du Midi était cependant retardée en raison d’un protocole d’accord qui liait la police fédérale à la SNCB-Holding.

Près de quinze années plus tard, où en sont les discussions concernant la possibilité d’installer un commissariat de police à l'intérieur de la gare ? Le dossier est-il toujours sur la table ? Quelle est la position de la ministre de l’Intérieur ? Qu’en est-il concernant le protocole d’accord susmentionné ? Compte tenu des tensions quotidiennes dans le quartier, il est vital que les polices locale et fédérale collaborent de façon sereine et pérenne. Pouvez-vous nous faire un état des lieux de ces échanges et de ces collaborations ?

De heer Sadik Köksal (MR).- Midden mei pleitte de korpschef van politiezone Zuid voor een eenheid van commando binnen en rond het Zuidstation. Daarnaast vroeg de burgemeester van Anderlecht om honderd extra politieagenten, zodat hij dagelijks 35 extra agenten zou kunnen inzetten.

Voorts moeten we de mogelijkheid overwegen om een commissariaat in het Zuidstation onder te brengen. De politie beschikt er wel over enkele lokalen, maar daar kan het publiek niet terecht. In 2009 is al overwogen om een dergelijk commissariaat te openen, maar dat plan liep vertraging op door een protocolovereenkomst tussen de federale politie en de NMBS-holding.

Hoever staan de besprekingen over een politiecommissariaat in het Zuidstation? Wat is het standpunt van federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden over die kwestie? Hoe zit het met de protocolovereenkomst?

Gezien de spanningen in de Zuidwijk is het belangrijk dat de lokale politie en de federale politie samenwerken. Kunt u een overzicht van die samenwerking schetsen?

Partager
10:46 § 197 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ma position se situe à mi-chemin de celles de mes deux collègues des groupes PS et cd&v.

Je pense que le plan global de sécurité et de prévention comprend un volet sur la mobilité et la sécurité routière, de même que sur la sécurité autour des infrastructures, dont les gares. Une réflexion est donc en place. À mon sens, safe.brussels et vous-même, en votre qualité de ministre, disposez donc de compétences et de leviers.

Je rejoins mon collègue socialiste sur l’importance de la responsabilité de la ministre de l’Intérieur. Des auditions ont, je pense, été organisées au sein de la commission de la Mobilité sur la sécurité dans les gares et dans les métros, et la responsabilité indubitable de la police du rail a été soulignée – une responsabilité qu’elle n’assume pas. Des recommandations ont été formulées et il serait souhaitable qu’elles nous soient transmises : cela nous rappellera les responsabilités de l’échelon fédéral.

Je vous ai interpelé il y a quelque temps sur les normes KUL. La ministre de l’Intérieur devait les revoir lors de cette législature. Elle s’est engagée à réaliser une première étude et c’est chose faite. Vu ses conclusions, il a été décidé de mener une deuxième étude, qui devait en principe être achevée cet été. Avez-vous eu des retours sur cette seconde étude ?

Plus que d’études, Bruxelles a besoin de moyens. J’invite dès lors instamment le membre du cd&v ici présent à insister auprès de la ministre de l’Intérieur pour accélérer ces études et octroyer des moyens supplémentaires à Bruxelles.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Het Globaal Veiligheids- en Preventieplan gaat onder meer over de veiligheid in en rond infrastructuur, zoals stations en dergelijke. Volgens mij bent u wel degelijk bevoegd. Mijn standpunt houdt het midden tussen dat van de PS en dat van de cd&v.

Tijdens hoorzittingen bleek dat de spoorwegpolitie de veiligheid in trein- en metrostations moet garanderen. Ze neemt die verantwoordelijkheid echter niet op zich. Er zijn aanbevelingen geformuleerd. Ik zou die graag ontvangen, zodat ik een helder beeld heb van de verantwoordelijkheden van de federale regering.

Federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden zou tijdens deze regeerperiode de KUL-norm herzien. Op basis van een eerste studie besliste ze dat er een tweede studie was. Die moest deze zomer klaar zijn. Hebt u informatie daarover?

Brussel heeft in de eerste plaats extra middelen nodig. Mevrouw Debaets, het zou goed zijn als u er bij minister Verlinden op aandringt dat ze werk maakt van de studies en Brussel meer middelen toekent.

Partager
10:48 § 199 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Het is interessant dat de heer Ghyssels opmerkt dat de Brusselse overheid niet 'competent' is. Hij bedoelde natuurlijk 'niet bevoegd'. In het Nederlands heeft 'competentie' echter twee betekenissen. De eerste is 'bevoegdheid', maar ik denk niet dat het hier om een bevoegdheidsprobleem gaat. De tweede betekenis is 'bekwaamheid'. Dat is waar het schoentje volgens mij knelt in Brussel: iedereen is bevoegd, maar niemand neemt zijn verantwoordelijkheid en ik beschouw dat als een teken van onbekwaamheid.

De vragen van mevrouw Debaets waren heel duidelijk. Ze hadden geen betrekking op de situatie in het Zuidstation, maar op de situatie in de buurt rond het station. De bevoegdheidsverdeling op dat vlak is heel duidelijk. Bij de zesde staatshervorming hebben de collega's van de PS onderhandeld over een aantal bevoegdheden, maar die worden niet uitgevoerd. Het probleem is niet dat we niet bevoegd zijn, maar dat we er niet in slagen om de wetgeving toe te passen en te handhaven. Dat is waar het maar al te vaak misloopt in Brussel.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Les questions de Mme Debaets portaient sur l'insécurité dans les alentours de la gare du Midi. La répartition des compétences y est très claire. Lors de la sixième réforme de l'État, le fait est que le Parti socialiste a négocié un certain nombre de compétences mais qu'elles ne sont pas mises en œuvre.

Comme toujours à Bruxelles, le problème n'est pas que nous ne sommes pas compétents, mais bien que nous ne parvenons pas à appliquer et à faire respecter la législation, ce qui est un signe d'incompétence. En néerlandais, le mot « competentie » a d'ailleurs deux significations.

Partager
10:50 § 201 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En français aussi, le mot « compétence » a deux sens. Pour ce qui est du second, comme vous n'avez encore rien géré dans votre vie, il faudra attendre que cette occasion se présente à vous pour que vous puissiez démontrer votre éventuelle compétence. Pour l'heure, vous n'avez que la compétence de la parole.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ook in het Frans heeft het woord 'compétence' twee betekenissen: bevoegdheid en bekwaamheid. Aangezien u nog nooit ergens bevoegd voor bent geweest, kunt u ook niet bewijzen dat u bekwaam bent.

Partager
10:50 § 203 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Van begin 2023 tot eind mei heeft de politiezone Zuid naast haar dagelijkse werk 238 beveiligingsacties in de Zuidwijk uitgevoerd. Ze heeft daarvoor het equivalent van 1.600 politieagenten ingezet, die samen 6.700 uren hebben gepresteerd.

Door middel van meer nachtelijke patrouilles en specifieke acties rond het Zuidstation wil ze een antwoord bieden op de toenemende criminaliteit in de buurt. Het gaat om grootschalige multidisciplinaire acties die erop gericht zijn verschillende soorten veiligheidsproblemen te bestrijden. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de gemeentelijke netheidsdienst, de spoorwegpolitie en de dienst Vreemdelingenzaken. Daarnaast vonden ook specifieke acties plaats om nachtlawaai aan te pakken. Al die acties worden voortgezet.

Om de veiligheids- en leefbaarheidsproblemen het hoofd te bieden, gaat de politie te werk op basis van een indeling in hotspots. De Zuidwijk is een van de acht prioritaire hotspots in de zone. Daarnaast zijn er nog een vijftigtal andere kleine tot middelgrote hotspots.

In 2022 werd een centrale contactpersoon of een single point of contact (SPOC) aangesteld, die deel uitmaakt van de buurtwerking van de politiezone. Die contactpersoon fungeert niet alleen als aanspreekpunt voor de buurtbewoners, maar ook voor andere doelgroepen, zoals de hoteluitbaters in de Zuidwijk, met wie er trouwens een platform werd opgericht. Hij centraliseert alle informatie en klachten over de veiligheid en de leefbaarheid van de wijk. Op basis daarvan wordt in samenspraak met de bevoegde partners beslist om bepaalde interventies of acties op touw te zetten.

Op 15 juni ging een Zomerplan van start voor een periode van drie maanden, tot en met 11 september. Dat plan moet zorgen voor een maximale zichtbare aanwezigheid van de politie in de wijk, die er zal optreden tegen overlast.

De politie is een schakel in de veiligheidsketen. Om de veiligheids- en leefbaarheidsproblemen in de Zuidwijk op een doeltreffende manier aan te pakken, is het dus nodig om een geïntegreerd en integraal beleid te voeren en alle spelers van de veiligheidsketen daarbij te betrekken.

(poursuivant en néerlandais)

Depuis le début de cette année et jusqu’à la fin du mois de mai, la zone de police Midi a mené 238 actions de sécurité dans le quartier du Midi, en plus de son travail quotidien. Elles ont été mises en œuvre en étroite collaboration avec le service communal de propreté, la police fédérale des chemins de fer et l’Office des étrangers. Des actions visant à réduire les nuisances sonores nocturnes ont également été organisées. Toutes ces actions sont poursuivies.

En la matière, la police applique une approche par « points chauds » (hotspots). Le quartier du Midi constitue un des points chauds prioritaires au sein de la zone.

En 2022, un point de contact unique (single point of contact, SPOC) a été désigné dans le cadre du travail de proximité de la zone de police. Il centralise toutes les informations et plaintes, afin de mettre en place ensuite des opérations ciblées.

Le 15 juin dernier, un plan d’été a été lancé pour une période de trois mois. L’objectif est d’assurer une présence visible maximale de la police et de réduire les nuisances.

La police est un maillon de la chaîne de sécurité. Pour lutter efficacement contre les problèmes de sécurité dans le quartier du Midi, il faut mener une politique intégrée et intégrale impliquant tous les acteurs de cette chaîne.

Partager
10:53 § 205 → Vidéo
Partager

Safe.brussels neemt deel aan het overleg met de politiezone Zuid over de veiligheidsproblemen in en rond het Zuidstation. Dat overleg is nog volop aan de gang. Ik kan nu dus nog niet zeggen of het al dan niet nuttig zou zijn om een geïntegreerd comité van de politie op te richten.

Des discussions sont en cours entre safe.brussels et la zone de police Midi concernant ces problèmes d’insécurité. Je ne prononcerai donc pas à ce stade sur la pertinence d'un comité de police intégré.

Partager
10:53 § 207 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Lorsque M. De Landsheer évoque une unité de commandement, vous pensez à moi, mais lui pense à lui ! Il imagine pouvoir gérer - y compris dans l'unité de commandement - la police fédérale. C'est sa vision, une vision policière des choses, avec un chef pour l'ensemble.

(Remarques de M. Talhi)

Je peux comprendre l'opinion exprimée, mais je vous assure que c'est dans ce sens-là qu'il l'entend.

(verder in het Frans)

Wanneer de heer De Landsheer het over een eenheid van commando heeft, dan bedoelt hij dat er één politiechef zou zijn die alle eenheden aanstuurt, met inbegrip van de federale politie.

(Opmerkingen van de heer Talhi)

Ik kan u garanderen dat hij dat bedoelt.

Partager
10:54 § 213 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Ik heb ook samen met het lid van het Verenigd College Alain Maron de codirecteur van DoucheFlux ontvangen op mijn kabinet, naar aanleiding van zijn open brief. Voor het overige verwijs ik naar het antwoord van collegelid Maron op 8 juni jongstleden in de commissie voor de Gezondheid van de Verenigde Vergadering op een vraag van de heer Pepijn Kennis.

(poursuivant en néerlandais)

J'ai reçu le codirecteur de DoucheFlux à mon cabinet en présence de mon collègue Alain Maron.

Partager
10:54 § 215 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Dire que rien n'est fait est faux, il existe un déficit en matière d'effectifs, notamment au sein de la police des chemins de fer. La police locale est bien consciente du fait que si rien n'est fait à l'intérieur, les choses vont également se passer à l'extérieur et inversement. Il importe de traiter l'intérieur et l'extérieur de la gare de la même manière. Des actions spécifiques sont menées.

J'ai été frappé par une déclaration du président de la République française Emmanuel Macron à propos de l'organisation des Jeux olympiques à Paris en 2024. Or, il se pose un problème de sécurité à la gare du Nord. Il a donc décidé de mobiliser suffisamment de moyens pour provoquer un « effet waouh » en plus des travaux d'aménagement. Rien ne sera réglé, mais il veut faire que sorte que les millions de personnes - participants comme spectateurs - qui sortent de la gare du Nord aient l'impression d'être dans la plus belle zone du monde. Lorsque j'ai entendu cela, je me suis dit qu'il s'agissait d'une vision très française, très jacobine. L'« effet waouh », c'est très bien, mais si l'on veut travailler dans la durée et régler les problèmes, ce n'est pas suffisant. On sait bien que l'approche comporte une importante dimension psychosociale, raison pour laquelle Alain Maron est également interrogé. Cette dimension psychosociale de plus en plus prégnante est notamment liée à la consommation de stupéfiants qui exercent une action sur le fonctionnement cérébral.

(verder in het Frans)

Het klopt niet dat er niets gebeurt. Er is echter een tekort aan manschappen, in het bijzonder bij de spoorwegpolitie. De lokale politie is zich ervan bewust dat het geen zin heeft om de situatie alleen binnen in het station aan te pakken, maar niet daarbuiten, of omgekeerd. Er vinden specifieke acties plaats.

Ik vernam dat de Franse president Macron naar aanleiding van de olympische spelen in Parijs in 2024 massaal veel middelen wil inzetten in en rond het Parijse Gare de Nord. Ik vind dat een nogal typisch Franse benadering. We moeten ervoor opletten dat we niet louter aan symptoombestrijding doen. Er is een aanpak nodig die deels op psychosociaal welzijn gericht is, onder andere in verband met druggebruik. Om die reden krijgt ook het lid van het Verenigd College Alain Maron vragen.

Partager
10:57 § 217 → Vidéo
Partager

Il est clair que nous sommes confrontés à un problème dont l'ampleur nous dépasse. Si nous pouvions régler cela entre nous, ce serait plus simple.

Je voulais toutefois signaler que des mesures sont prises et des moyens, dégagés. Les zones de police travaillent avec professionnalisme en collaboration avec l'ensemble des acteurs.

Het probleem is te groot voor het Brussels Gewest alleen. Het zou veel eenvoudiger zijn als we het intern konden regelen.

Er worden echter wel degelijk maatregelen genomen en middelen uitgetrokken. De politiezones werken professioneel met de andere spelers samen.

Partager
10:57 § 219 → Vidéo
Partager

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Ik wil u danken dat u bij de feiten bent gebleven en dat u zich, in tegenstelling tot sommige collega's, niet hebt laten verleiden tot uitspraken over bevoegdheidsniveaus en dergelijke, die ons nergens toe leiden. Ik ben ook blij met de tussenkomst van de heer Mouhssin, die het veiligheidsplan wel degelijk gelezen heeft, want daar staat inderdaad een hele passage in over het veiliger en aangenamer maken van de stationsomgeving. Daarover ging ook mijn vraag, die inderdaad niet alleen op het station zelf betrekking had, maar op de hele buurt daarrond. Misschien kunt u er een exemplaar van aan uw collega bezorgen. Het is ook online beschikbaar, mijnheer Ghyssels. Dan kunt u het nog eens nalezen.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- J'invite M. Ghyssels à lire le plan global de sécurité et de prévention plutôt que de se perdre dans des déclarations sur les niveaux de compétences. Il y est question de rendre l'environnement de la gare plus sûr et plus agréable.

Le plan est consultable en ligne, Monsieur Ghyssels.

Partager
10:58 § 223 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Je peux aussi vous le transférer par courriel si vous le souhaitez.

(verder in het Frans)

Ik kan het u ook e-mailen.

Partager
10:58 § 225 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

U hebt het over 238 veiligheidsinterventies. Is dat een enorme stijging of niet ten opzichte van vorig jaar? Volgens de organisaties op het terrein, zoals DoucheFlux, is het geweld het afgelopen jaar enorm toegenomen, onder meer door de drugsproblematiek, maar het zou nuttig zijn om na te gaan of dat ook wordt weerspiegeld in de cijfers. Misschien kunt u die aan het commissiesecretariaat bezorgen.

Er wordt opnieuw gepleit voor meer middelen en manschappen. Wij hebben die boodschap al vaak gehoord en kunnen die deels volgen, maar we moeten er eerst voor zorgen dat mensen in Brussel willen komen werken. Het is nu al een probleem om de huidige personeelskaders in te vullen. Als je als agent dagelijks wordt beschimpt, bedreigd of fysiek aangevallen, is het natuurlijk niet gemakkelijk om mensen te vinden die in Brussel willen komen werken. We moeten eerst de veiligheid en de fysieke en mentale integriteit van de agenten garanderen alvorens we een discussie over nog meer manschappen kunnen voeren.

Het laatste punt is de drugproblematiek. Die is natuurlijk ruimer dan het Zuidstation alleen. We hebben allemaal kunnen lezen dat er opnieuw twee mensen zwaar zijn aangevallen in de wijk rond het station IJzer. Ook in dat verband vraag ik me af wat u daaraan zult doen. U pleit ervoor om het zoveelste drugcentrum op te richten, maar wat verandert dat fundamenteel? In zo'n centrum kunnen mensen op een veilige manier drugs gebruiken en psychosociale begeleiding krijgen, maar nadat ze drugs hebben gebruikt, dwalen ze opnieuw stoned in de straten rond. Dat is niet de oplossing. Ik hoop dat u dat snel zult inzien.

(poursuivant en néerlandais)

Vous parlez de 238 actions de sécurité. S'agit-il d'une augmentation considérable par rapport à l'année dernière ? Selon les associations sur le terrain, il y a eu une énorme augmentation de la violence l'année dernière. Il serait utile de vérifier si cela se reflète dans les chiffres.

Ces associations demandent une fois encore plus de moyens, matériels comme humains. Nous les rejoignons en partie mais il faut pour cela trouver des policiers qui veulent venir travailler à Bruxelles. Nous peinons déjà à remplir les cadres du personnel. Il faut d'abord assurer l'intégrité physique et mentale des policiers avant de discuter d'une augmentation des effectifs.

Enfin, la problématique des drogues ne se limite bien sûr pas à la gare du Midi. Quand allez-vous réaliser qu'ouvrir des « salles de shoot » ne suffit pas ?

Partager
11:01 § 229 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- L'exemple de Paris cité par le ministre-président est éloquent. C'est l'État français qui se charge de la gare internationale. La gare du Midi accueille 50.000 navetteurs par jour et est une gare internationale. L'État fédéral devrait donc intervenir.

Lors des récentes émeutes qu'a connues la France, 45.000 policiers ont été mobilisés sur une longue période. Si nous arrivions à mobiliser un dixième de cet effectif, ce serait déjà exceptionnel. Notons aussi les moyens matériels considérables qui ont été déployés en France. Les policiers y disposent de matériel que nous n'avons pas pour assurer le maintien de l'ordre. Il faut en être conscient.

Je partage l'avis de Mme Debaets sur la nécessité de protéger et de faire respecter nos policiers, mais cela signifie que le parquet doit suivre les dossiers. Or il est totalement débordé et ne parvient plus à instruire la moindre affaire dans les temps. La Région bruxelloise est donc victime de la faillite de l'État dans ses fonctions régaliennes. Telle est la réalité et on l'oublie trop souvent dans cette commission.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Het Zuidstation is een internationaal station, waar dagelijks 50.000 pendelaars aankomen. Daar moet de federale staat ingrijpen.

In Frankrijk waren tijdens de rellen 45.000 agenten langdurig gemobiliseerd. Hier slagen we er uitzonderlijk eens in om een tiende van dat aantal op te roepen. De Franse politie beschikt bovendien over meer materieel.

Politieagenten moeten beschermd en gerespecteerd worden, maar dan moet het parket ook kunnen vervolgen. Het probleem is echter dat het parket overbelast is. Het Brussels Gewest is met andere woorden het slachtoffer van de falende federale overheid.

Partager
11:02 § 231 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je peux comprendre l'intérêt du matériel, mais je pense que la France dispose d'un matériel qui est quasiment un matériel de guerre pour la gestion de l'espace public. À mon avis, c'est un élément constitutif de l'extrême violence qui s'y déchaîne lors des manifestations.

En Belgique, nous avons une tradition de gestion de l'espace public exemplaire. Les policiers, en particulier ceux de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles, savent gérer les manifestations. Certes, les images semblent parfois un peu tronquées. Lors de matches de la dernière Coupe du monde de football, par exemple, on a pu avoir l'impression que Bruxelles était en feu. En réalité, la gestion policière a permis que les événements se déroulent sur un espace de 200 mètres. On peut bien entendu discuter du choix tactique de cette zone, mais cela a permis d'en protéger d'autres, comme Plaisirs d'hiver.

Ce dont nous n'avions toutefois pas conscience à l'époque, c'était le fait que les batteries de trottinettes étaient d'extraordinaires bombinettes. Depuis lors, une gestion des trottinettes a été mise en place par le centre de crise. Les zones sont désormais vidées en fonction du risque.

Le centre de crise fonctionne donc bien. Contrairement à ce que nous pouvons observer en France, nous n'arrivons pas à des situations d'extrême violence.

Je voulais donc rendre hommage également à nos policiers.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het materieel dat Frankrijk inzet voor de beveiliging van de openbare ruimte, heeft veel weg van oorlogstuig. Volgens mij draagt dat bij aan het buitensporige geweld tijdens manifestaties.

België is een voorbeeld als het op het beheer van de openbare ruimte aankomt. De politie weet hoe ze tijdens manifestaties moet optreden. De beelden wekken soms een andere indruk, maar in werkelijkheid laat de politie binnen een beperkte zone een en ander de vrije loop om andere zones te beschermen.

Het crisiscentrum werkt goed en buitensporig geweld zoals in Frankrijk komt hier niet voor.

Ik wil de politie bij deze dan ook complimenteren.

Partager
11:04 § 233 → Vidéo
Partager

M. Sadik Köksal (MR).- Le message envoyé par le chef de la zone de police Midi est important. Des démarches doivent être entreprises vis-à-vis du pouvoir fédéral, et pas seulement pour la gare du Midi, mais pour les autres gares également. Je vous invite à prendre l'initiative. Nous ne voulons pas d'un « effet waouh » mais visons l'efficacité sur le terrain.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

De heer Sadik Köksal (MR).- De boodschap van de korpschef van politiezone Zuid is belangrijk. U moet actie ondernemen, en niet alleen voor het Zuidstation, maar ook voor de andere stations. Er zijn doeltreffende maatregelen nodig.

(Opmerkingen van de heer Vervoort, minister-president)

Partager
11:05 § 239 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Il est bon de rappeler que l'espace public est bien géré à Bruxelles en cas de manifestation. Lorsqu'on voit les débats fédéraux et les propositions de certains bourgmestres visant à limiter les droits individuels en interdisant à certaines personnes de manifester - ce qui est un vrai recul -, il me paraissait important de rappeler au sein de notre commission que nous disposons d'outils efficaces et que nous ne sommes pas la France.

Ensuite, dans le cadre des Jeux olympiques, puisque vous parliez de 2024, la politique parisienne consistera à déporter les pauvres en Bretagne. La Ville de Bruxelles a développé son propre outil en interdisant la mendicité. Selon moi, il y a donc des similitudes entre les façons de penser du bourgmestre et du président français.

Dans votre réponse, j'ai entendu une chose que mon collègue n'a pas entendue, à savoir qu'il y a un problème d'effectifs au sein de la police du rail à Bruxelles. Si l'on fait ce constat, il est nécessaire que les groupes présents ici tiennent le même discours au niveau fédéral. Pour l'instant, d'aucuns attaquent le ministre-président, qui détient les leviers de la coordination en matière de prévention - surtout - et de sécurité, mais au niveau fédéral, c'est le silence total. Aucune question n'est posée à la Chambre sur la norme KUL !

La ministre de l'Intérieur ne fait rien et, je bats la coulpe du groupe Ecolo, nous ne tapons pas assez du poing sur la table à ce niveau. Je me demande si la commission ne doit pas proposer une résolution pour demander davantage de moyens dans nos gares et l'actualisation plus rapide de la norme KUL, car la fin de la législature approche et rien n'a encore été fait.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Het is goed dat u eraan herinnert dat het beheer van de openbare ruimte in Brussel bij manifestaties goed verloopt.

Ik wijs erop dat de stad Parijs in het kader van de Olympische Spelen zijn armen naar Bretagne wil deporteren. De stad Brussel heeft bedelen verboden. Beide maatregelen wijzen volgens mij toch op eenzelfde denkwijze.

U zei dat de spoorwegpolitie in Brussel te weinig personeel heeft. Als dat klopt, moeten de fracties in de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers hetzelfde discours houden als hier in het Brussels parlement. Dat hebben ze tot nu echter niet gedaan.

Federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden onderneemt helemaal niets. Ecolo moet op federaal niveau meer ondernemen. Misschien moet de commissie een voorstel van resolutie indienen om meer middelen en een snellere herziening van de KUL-norm te vragen.

Partager
11:08 § 243 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Als we het dan toch over algemene beschouwingen hebben, heb ik vandaag opnieuw zeer opmerkelijke zaken gehoord. Ik hoorde de heer Ghyssels zeggen dat Brussel het slachtoffer is van het failliet van de staat. Dat is niet niks voor een lid van de meerderheid van een zogenaamde beleidspartij die al meer dan dertig jaar het beleid hier uitzet. Zo'n citaat zal ik nog gebruiken in debatten. Het lijkt alsof de heer Ghyssels de handdoek in de ring gooit. Het is goed dat de minister-president toch enigszins bijstuurt en corrigeert, namelijk dat het niet zozeer bij de politie is dat het misloopt in dit gewest. De politie doet er alles aan om haar taak op te nemen, maar die kan het natuurlijk nooit alleen redden.

Ik verwijs naar het interview met voormalig staatssecretaris Smet in De Standaard van vorig weekend, waarin hij zegt dat illegaliteit een van de grootste, zo niet de grootste bedreiging is voor Brussel. Hij pleit voor het externaliseren van het asiel- en migratiebeleid, opvang buiten de EU en dergelijke meer. Hier moet ook een deel van de oplossing worden gezocht voor zaken die al decennialang mislopen in Brussel. Alleen met een fundamenteel andere aanpak zullen we voor de problemen die ons hier boven het hoofd groeien, de kentering kunnen inzetten.

- Het incident is gesloten.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Je suis abasourdi de voir M. Ghyssels, membre d'un parti au pouvoir depuis plus de 30 ans, jeter l'éponge et affirmer que Bruxelles est victime de la faillite de l'État. Le ministre-président a corrigé ce point de vue, en rappelant que ce n'est pas au niveau de la police que le bât blesse. Cette dernière fait tout ce qu'elle peut pour assurer ses missions mais ne peut y arriver seule.

Dernièrement, l'ancien secrétaire d'État Pascal Smet a déclaré que la présence importante d'illégaux à Bruxelles constituait la plus grande menace pour la Région. Il plaide pour l'externalisation de la politique d'asile et de migration. Si l'on veut s'attaquer aux problèmes qui gangrènent notre Région, il faut mettre en place une approche totalement différente en la matière.

- L'incident est clos.

Partager
11:10 § 247 → Vidéo
Partager

Question orale de M. David Weytsman

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'utilisation de logiciels d'intelligence artificielle par la police.

Mondelinge vraag van de heer David Weytsman

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de inzet van software met kunstmatige intelligentie door de politie.

Partager
11:10 § 249 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- Il y a quelques semaines, une pétition visant à interdire la reconnaissance faciale à Bruxelles a été déposée devant le Parlement bruxellois. Il me semble d’ailleurs que notre commission a entendu plusieurs personnes et posé une série de bonnes questions. Inquiètes des risques de discrimination ou de libertés bafouées, plusieurs associations se sont réunies derrière le slogan « Protect My Face » (Protégez mon visage). Elles réclament l’interdiction pure et simple de la reconnaissance faciale dans l’espace public de la capitale.

Depuis plusieurs années, les caméras de surveillance se sont répandues dans l’espace public, à tel point qu’on n’y prête plus attention. Pourtant, ces caméras sont particulièrement utiles, notamment pour la chaîne judiciaire.

Dans le même temps, les avancées technologiques ont été fulgurantes, et la qualité et la précision des logiciels ont progressé à toute vitesse. À travers le monde, de nombreuses autorités publiques utilisent les caméras de reconnaissance faciale et l’intelligence artificielle pour le meilleur, mais également, parfois, pour le pire : repérage d’individus suspectés d’avoir commis une infraction, recherche de personnes ou d’enfants portés disparus, analyse de l’humeur des citoyens dans certaines villes chinoises - vous l’aurez compris, il s’agit ici du pire -, analyse de comportements inciviques en rue, etc. Le nombre de possibilités d’utilisation, dans l'espace tant public que privé, donne le vertige.

Nous le savons, les algorithmes évoluent plus vite que les lois. En Belgique, aucun cadre légal n’existe pour réglementer l’utilisation de la reconnaissance faciale dans l’espace public. En 2022 - cela a été discuté dans notre commission -, la police fédérale a été épinglée parce que deux policiers avaient utilisé un logiciel de reconnaissance faciale américain (Clearview) à 78 reprises, alors qu’aucun cadre légal belge ne le permettait. L’Organe de contrôle de l'information policière (COC) avait alors recommandé l’arrêt de l’utilisation de ce logiciel. Des essais avaient également été effectués à l’aéroport de Bruxelles en octobre 2019, en toute illégalité selon mes informations.

Il n’est pas toujours facile de réussir l'équilibre entre, d’une part, la crainte de voir s’installer une société de type « Big Brother  » et, d'autre part, la nécessité et la responsabilité qui est la nôtre de doter la Région bruxelloise des outils les plus performants pour être en mesure de traquer les prédateurs ou de retrouver des personnes disparues ou en danger, par exemple.

De heer David Weytsman (MR).- Enkele weken geleden is er bij het parlement een petitie ingediend om gezichtsherkenning in Brussel te verbieden uit vrees voor discriminatie en vrijheidsschennis.

Sinds enkele jaren zijn camera's in de openbare ruimte zo gewoon dat we er geen aandacht meer aan besteden. Toch zijn die camera's bijzonder nuttig, vooral voor het rechtssysteem.

De technologische evolutie is duizelingwekkend. De kwaliteit en de nauwkeurigheid van de software zijn razendsnel vooruitgegaan. Over de hele wereld gebruiken overheidsinstanties gezichtsherkenningscamera's en artificiële intelligentie, onder meer voor het opsporen van personen die verdacht worden van een misdrijf, voor het zoeken naar vermiste personen of voor het analyseren van onbeschaafd gedrag op straat. Het aantal mogelijke toepassingen is indrukwekkend.

Algoritmen evolueren sneller dan wetten. In België is er geen wettelijk kader om het gebruik van gezichtsherkenning in openbare ruimten te regelen. In 2022 werd de federale politie op de korrel genomen omdat twee politieagenten de Amerikaanse gezichtsherkenningssoftware Clearview hadden gebruikt, terwijl geen enkele Belgische wet dat toelaat.

Het is niet altijd gemakkelijk om een evenwicht te vinden tussen de angst voor een bigbrothermaatschappij en de noodzaak om het gewest te voorzien van de meest doeltreffende hulpmiddelen om daders op te sporen of vermiste personen terug te vinden.

Partager
11:12 § 251 → Vidéo
Partager

On le sait, un cadre juridique pour l’intelligence artificielle est en cours d’élaboration au niveau européen, mais celui-ci, présenté en avril 2021, ne sera pas adopté avant plusieurs mois.

Qu’en est-il des équipements sur le territoire régional bruxellois ? Quelles sont les capacités des caméras disposées dans la capitale ? Permettent-elles la reconnaissance faciale ? Si oui, quel pourcentage d’entre elles sont équipées de ce système ? Combien d'entre elles peuvent être utilisées avec de tels algorithmes, dans le cadre de vos compétences ou de la coordination avec les communes et les zones de police ?

En particulier, au niveau de la police dont vous avez indirectement la charge ou de la prévention, quelles sont les règles en matière d’utilisation d’intelligence artificielle et de logiciels de reconnaissance faciale ?

Avez-vous connaissance de l’utilisation de telles caméras ou de tels logiciels sur le territoire bruxellois ?

Le cadre juridique sera entre autres européen, mais Bruxelles prévoit-elle également de légiférer sur cette question ?

Momenteel wordt er een Europees wettelijk kader voor artificiële intelligentie uitgewerkt, maar dat zal nog enkele maanden op zich laten wachten.

Hoeveel camera's in Brussel maken gezichtsherkenning mogelijk? Hoeveel camera's kunnen met dergelijke algoritmen worden uitgerust?

Wat zijn de regels voor het gebruik van artificiële intelligentie en gezichtsherkenningssoftware?

Worden dergelijke camera's of software in Brussel gebruikt?

Zal Brussel ook een eigen regelgeving opstellen, naast de Europese?

Partager
11:14 § 253 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Concernant vos questions sur l’utilisation de logiciels d’intelligence artificielle par la police à des fins de reconnaissance faciale, rassurez-vous : aucune caméra déployée sur le territoire de la Région ne fait usage d’une telle fonctionnalité, car le cadre législatif actuellement en vigueur en Belgique ne le permet pas. Il est donc interdit aux particuliers, mais aussi aux pouvoirs publics et, partant, à la police, de se servir de caméras de surveillance à reconnaissance faciale.

Aujourd'hui, les logiciels d’intelligence artificielle sont utilisés pour l’analyse d’images enregistrées afin de simplifier les recherches, et ce, par l’application de filtres isolants. Vous l’avez probablement vu durant votre visite. Il s'agit là d'une utilisation admise.

Par ailleurs, le recours au dispositif ANPR pour la reconnaissance des plaques d’immatriculation des voitures est une autre application connue de l’intelligence artificielle. Il s’agit toutefois d’un usage indirect ; l’identité du conducteur peut être contestée.

Comme l’a récemment rappelé la ministre de l’Intérieur, un cadre juridique pour l’intelligence artificielle est en cours d’élaboration au niveau européen. Ce projet de loi sur l'IA réglementera, notamment, l’utilisation des caméras à reconnaissance faciale. Présenté en avril 2021, il ne sera pas adopté avant plusieurs mois, voire l’année prochaine – qui sera particulière au niveau européen également.

J’estime qu’une approche européenne s’impose, qui assure – ainsi que vous l’avez dit – un juste équilibre entre l’exercice des droits et des libertés, et la gestion de la sécurité. Où fixer les limites ? Il ne nous appartient pas de les définir. Vous avez cité deux cas extrêmes ; la vérité est toujours entre les deux.

Il y a quelques années, une firme indienne était venue me présenter un système de reconnaissance faciale et m’avait expliqué son fonctionnement. C’était assez effrayant.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Momenteel is het in België niet alleen voor particulieren, maar ook voor overheidsinstanties, en dus voor de politie, verboden om bewakingscamera's met gezichtsherkenning te gebruiken.

Artificiële intelligentie wordt wel gebruikt om opgenomen beelden te analyseren en zoekopdrachten te vereenvoudigen door het toepassen van filters. Een dergelijk gebruik is toegestaan.

Een andere bekende toepassing van artificiële intelligentie is automatische nummerplaatherkenning. Dat is echter een indirecte toepassing: de identiteit van de bestuurder kan worden betwist.

Europa werkt momenteel inderdaad aan een wettelijk kader voor artificiële intelligentie. Dat zal met name het gebruik van gezichtsherkenningscamera's regelen. De tekst zal echter pas over minstens enkele maanden worden aangenomen.

Een Europese aanpak is nodig om het juiste evenwicht te garanderen tussen het uitoefenen van rechten en vrijheden en het handhaven van de veiligheid.

Partager
11:16 § 255 → Vidéo
Partager

Ces systèmes sont vraiment d'une efficacité redoutable. Avec ce type de dispositif, on sait où cela commence mais on ignore où cela va s'arrêter. C'est tout l'enjeu des discussions qui auront lieu au niveau européen.

Gezichtsherkenningssystemen zijn angstaanjagend effectief. We weten waar dergelijke systemen beginnen, maar niet waar ze stoppen. Dat is waar de discussies op Europees niveau over gaan.

Partager
11:17 § 257 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- Ces questions méritent d'être posées, puisque des expériences pilotes sont en effet menées dans des villes françaises.

Vous avez répondu très clairement sur l'utilisation de caméras avec un logiciel embarqué permettant la reconnaissance faciale. Vos réponses sur l'utilisation d'un filtre et d'une analyse ex post me semblent en revanche moins claires.

Une visite a eu lieu, manifestement, mais je n'y ai pas participé et je ne sais pas de quoi il en retourne.

(Remarques de M. le président)

Ce filtre et cette analyse sont-ils accessibles à certains services bruxellois, comme Bruxelles Propreté, pour détecter les comportements délictueux ?

De heer David Weytsman (MR).- We moeten ons daar zeker over buigen. In sommige Franse steden worden er bijvoorbeeld al proefprojecten uitgevoerd.

U hebt duidelijk aangegeven dat het gebruik van camera's met gezichtsherkenning verboden is. Uw antwoorden over het gebruik van filters bij de analyse van beelden vind ik echter minder duidelijk. Kunnen bepaalde diensten, zoals Net Brussel, dergelijke filters gebruiken om wangedrag op te sporen?

Partager
11:18 § 267 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Ce système est utilisé uniquement par les policiers, dans le cadre de leurs compétences légales. Aucun autre service ne l’utilise. Je suppose que la démonstration que vous avez vue est celle du parc Royal.

Aujourd'hui, retrouver « l'homme au chapeau » de l'attentat à l’aéroport de Zaventem ne prendrait que très peu de temps. Il suffirait d'introduire le paramètre « chapeau ». Une caméra enregistre en permanence et, en fonction du ciblage, le filtre traite tous les paramètres. In fine, il reste quelques personnes qui correspondent au signalement. C’est ainsi que fonctionne le système au centre de crise. Mais il ne s’agit pas de reconnaissance faciale.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Dat systeem wordt alleen gebruikt door de politie, in het kader van haar wettelijke bevoegdheden.

Vandaag zou het maar weinig tijd kosten om 'de man met de hoed' van de aanslag op de luchthaven van Zaventem te vinden. Het volstaat om 'hoed' als filter in te voeren. Zo werkt het systeem in het crisiscentrum. Dat is echter geen gezichtsherkenning.

Partager
11:19 § 269 → Vidéo
Partager

M. David Weytsman (MR).- À propos de la reconnaissance des comportements potentiellement dangereux, j'ai visité une ville qui utilise un système d'intelligence artificielle pour repérer les actes délictueux comme les dépôts clandestins. Ce système est capable non seulement de reconnaître un comportement, mais aussi de déterminer le lieu de résidence de son auteur, ce qui permet d'y envoyer la police. Un tel système a-t-il été mis en place en Région bruxelloise ?

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Non.

M. le président.- Si tant de jeunes portent des sweatshirts à capuche, ce n'est pas sans raison.

(Remarques)

- L'incident est clos.

De heer David Weytsman (MR).- Ik heb een stad bezocht die kunstmatige intelligentie gebruikt om wangedrag zoals illegaal vuilnis storten op te sporen, maar ook om de woonplaats van de dader te achterhalen, zodat de politie kan worden gestuurd. Bestaat een dergelijk systeem in Brussel?

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Neen.

De voorzitter.- Er is een reden waarom zoveel jongeren hoody's dragen.

(Opmerkingen)

- Het incident is gesloten.

Partager
11:20 § 277 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Sadik Köksal

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'encodage des p.-v. pour violences envers les femmes.

Mondelinge vraag van de heer Sadik Köksal

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de registratie van processen-verbaal voor geweld tegen vrouwen.

Partager
11:21 § 279 → Vidéo
Partager

M. Sadik Köksal (MR).- L’action 7 du plan bruxellois de lutte contre les violences faites aux femmes a trait à l’encodage optimal des procès-verbaux, y compris dans une vision genrée sensibilisée à cette problématique. Prévenir et combattre la violence à l’encontre des femmes, notamment la violence domestique, exige que les politiques reposent sur des données probantes. Il est donc indispensable de collecter auprès des zones de police des données systématiques et comparables.

Au niveau policier, les données enregistrées dans les procès-verbaux par les services de police, locale et fédérale, alimentent la Banque de données nationale générale (BNG), et reflètent les faits criminels déclarés et enregistrés. Les données sont ventilées par sexe de l’agresseur et localisation géographique. Malgré la « loi BNG » du 18 mars 2014 qui prévoit un élargissement, il n’existe à ce stade pas de données sur le sexe des victimes.

Est-il possible d’avoir un état des lieux de l'action ? De quelle manière l’École régionale et intercommunale de police (ERIP) et safe.brussels participent-ils à la mise en œuvre de cette loi ? De façon plus large, pouvez-vous me communiquer les formations dispensées par l’ERIP en matière de violences genrées durant cette législature ? Sont-elles aussi disponibles en néerlandais ?

Pouvez-vous nous donner plus d’informations sur l’intégration de ladite action au plan d'action national de lutte contre toutes les formes de violence basée sur le genre, comme mentionné dans le rapport intermédiaire basé sur l’état des lieux relatif aux actions du plan bruxellois de lutte contre les violences faites aux femmes ?

De heer Sadik Köksal (MR).- Actie 7 van het Brussels Plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen heeft te maken met een betere registratie van processen-verbaal. Om geweld tegen vrouwen te bestrijden, moeten beleidsmakers immers beschikken over correcte en vergelijkbare gegevens.

De gegevens die de politiediensten registreren, gaan naar de algemene nationale gegevensbank. De gegevens worden opgesplitst volgens het geslacht van de dader en de geografische locatie, maar nog niet volgens het geslacht van de slachtoffers, hoewel dat op grond van een wet uit 2014 wel zou moeten.

Hoe dragen de Gewestelijke en Intercommunale Politieschool (GIP) en safe.brussels bij tot de uitvoering van die wet? Welke opleidingen verstrekt de GIP over gendergerelateerd geweld? Zijn die ook beschikbaar in het Nederlands?

Hoe sluit deze actie aan bij het nationale actieplan tegen gendergerelateerd geweld?

Partager
11:22 § 281 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La Région ne détient pas la compétence en matière de définition des données enregistrées dans les procès-verbaux par les services de police, ni de formation des effectifs de police à l’enregistrement de ces données. Néanmoins, comme j’ai déjà pu le souligner, ces points d’attention rejoignent ce qui a été prévu par le SPF Intérieur dans le cadre du plan d’action national de lutte contre les violences basées sur le genre 2021-2025, et ce, à la demande spécifique de la Région bruxelloise. La disponibilité de statistiques par sexe concernant les victimes figure parmi les engagements de la police fédérale, notamment grâce au programme i-Police.

Si l'enregistrement structuré d'une personne physique - suspect, victime ou autre - sur le serveur ISLP est généralement effectué en exportant les informations du registre national, incluant de fait le genre enregistré sous l'une des trois catégories (féminin, masculin ou indéterminé), ces données ne sont actuellement pas répercutées dans la Banque de données nationale générale (BNG) et ne sont pas exploitées dans le cadre de rapports publics de la police fédérale. Par conséquent, elles ne sont pas disponibles pour les analyses statistiques réalisées par l’Observatoire bruxellois pour la prévention et la sécurité de safe.brussels.

Par ailleurs, dans le cadre du plan national que j’ai évoqué, il est également question d’avancer sur l’intégration de la dimension de genre au niveau des formations. À notre niveau, Brusafe a organisé une journée d'étude sur le sujet le 6 décembre 2022 en présence de la secrétaire d'État à l'Égalité des chances. Il a été décidé que cette journée serait réitérée annuellement. Il en va de même pour d'autres dispositifs plus ciblés tels qu’une formation itinérante auprès des institutions du secteur. De plus, des sessions d’information dans les zones de police sont aussi programmées.

Pour le surplus, je vous renvoie à mon exposé en commission de l'Égalité des chances du 4 octobre 2022, où j’ai eu l’occasion de rappeler les initiatives mises en place dans le cadre de l’exécution du plan relatif aux violences intrafamiliales. J’ajoute que la réforme du Code pénal sexuel du 21 mars 2022, où la notion de consentement est centrale, est désormais abordée de manière approfondie dans la formation des policiers.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het Brussels Gewest heeft geen bevoegdheden in verband met de door de politie geregistreerde gegevens of opleidingen over die aangelegenheid. De betrokken punten zijn echter op verzoek van het Brussels Gewest in het nationaal actieplan over gendergerelateerd geweld opgenomen. Dankzij de federale politie zijn er statistieken over slachtoffers beschikbaar waarin een onderscheid wordt gemaakt volgens gender.

De gegevens over gender worden momenteel echter niet in de a lgemene nationale gegevensbank (ANG) opgenomen en evenmin gebruikt voor openbare verslagen van de federale politie. Ze kunnen dus niet worden geanalyseerd door safe.brussels.

In het kader van het nationale plan is het overigens ook de bedoeling om in de opleidingen aandacht te besteden aan gender. Brusafe organiseerde op 6 december 2022 een studie over het onderwerp en besliste om die jaarlijks te herhalen. Daarnaast staan er opleidingen voor instellingen uit de sector en informatiesessies voor de politiezones op het programma.

Voor het overige verwijs ik naar mijn uiteenzetting in de commissie voor Gelijke Kansen van 4 oktober 2022. Ik voeg daar nog aan toe dat het hervormde seksueel strafrecht voortaan uitgebreid aan bod komt in de opleidingen van politieagenten.

Partager
11:25 § 283 → Vidéo
Partager

Enfin, les présentations de l'ASBL Rainbow Cops, interrompue pendant la crise sanitaire, ont été replanifiées en 2023 et fournissent des explications nécessaires en matière de fouille en fonction du genre. Lors de ces présentations, la rédaction des procès-verbaux en matière de délits de haine est également réabordée.

M. Sadik Köksal (MR).- Je trouve dommage que le public n'ait pas accès aux données, existantes, mais non publiées, relatives au genre des victimes. Je prends acte des différentes actions développées du sein de safe.brussels et de l'École régionale et intercommunale de police concernant la formation et la sensibilisation de nos agents de police ainsi que de la formation itinérante menée dans les zones de police.

- L'incident est clos.

Ten slotte geeft de vzw Rainbow Cops sinds 2023 opnieuw presentaties en informatie over gendergericht fouilleren. Ook het opstellen van pv's in verband met haatdelicten komt aan bod.

De heer Sadik Köksal (MR).- Het is jammer dat het grote publiek de gegevens over het gender van de slachtoffers niet kan raadplegen. Ik onthoud dat er verscheidene acties lopen inzake de opleiding en bewustmaking van politieagenten.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:26 § 289 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Sadik Köksal

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la participation des services relevant des compétences de la Région de Bruxelles-Capitale aux cellules de sécurité intégrale locales en matière de radicalisme, d'extrémisme et de terrorisme (CSIL-R).

Mondelinge vraag van de heer Sadik Köksal

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de betrokkenheid van gewestelijke diensten bij lokale geïntegreerde veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC-R).

Partager
11:26 § 291 → Vidéo
Partager

M. Sadik Köksal (MR).- Le mercredi 6 juin dernier, au Parlement de la Fédération Wallonie-Bruxelles, le décret organisant la participation des services relevant des compétences de la Communauté française aux cellules de sécurité intégrale locales en matière de radicalisme, d'extrémisme et de terrorisme (CSIL-R) était voté en séance plénière. À la suite des recommandations de la commission d’enquête parlementaire sur les attentats terroristes du 22 mars 2016, les cellules de sécurité intégrale locales en matière de radicalisme, d'extrémisme et de terrorisme ont été créées par la loi du 30 juillet 2018. Ce projet de décret constitue par conséquent l’instrument juridique nécessaire à la participation des services relevant des compétences de la Communauté française aux CSIL-R. L’invitation à la CSIL-R n’étant pas soumise à l’obligation de secret vis-à-vis de la personne faisant l’objet de la CSIL-R, il est donné la possibilité au gestionnaire de dossier qui détient les éléments concrets d’information de préparer la concertation de cas avec cette personne.

Concernant l’accord de coopération interfédéral, le cabinet de la ministre Verlinden a récemment repris contact avec le cabinet du ministre wallon Christophe Collignon début mai, indiquant qu’une concertation avec le cabinet de la Justice, afin de finaliser l’accord de coopération entre l’autorité fédérale, les Régions et les Communautés, était en cours. En sus de cela, un groupe de travail interfédéral doit être convoqué très prochainement.

Monsieur le Ministre-Président, avez-vous également été contacté par la ministre de l’Intérieur concernant l’accord de coopération interfédéral ? Qui y représentera la Région au nom du gouvernement ? Qu’en est-il de la protection, quant au secret professionnel, des employés régionaux bruxellois ainsi que d'autres instances de pouvoir public au sein de notre Région, s'ils sont amenés à témoigner dans une CSIL-R ? La Région a mis à disposition des communes une capacité de coordination, mais son utilisation dépend de la volonté des autorités locales de s’en saisir et de modifier au niveau fédéral la législation sur le flux d’informations policières.

En 2021 et 2022, comment cette capacité de coordination s’est-elle traduite dans les faits ? Quelles sont les initiatives prises au niveau de la Région pour s’assurer du bon fonctionnement des CSIL-R au sein des communes bruxelloises ?

De heer Sadik Köksal (MR).- Op 6 juni heeft de Federatie Wallonië-Brussel een decreet aangenomen over de deelname van de diensten die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen aan de lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme (LIVC-R). Dat decreet zorgt ervoor dat er informatie kan worden uitgewisseld, zelfs als die onder het beroepsgeheim valt.

Begin mei deelde het kabinet van federaal minister Verlinden aan het kabinet van Waals minister Collignon mee dat er overleg gaande was met het kabinet van de minister van Justitie om het interfederale samenwerkingsakkoord af te ronden. Bovendien zou er zeer binnenkort een interfederale werkgroep worden samengeroepen.

Heeft de minister van Binnenlandse Zaken ook contact met u opgenomen over het interfederale samenwerkingsakkoord? Wie zal het Brussels Gewest vertegenwoordigen?

Hoe zit het met de bescherming van het beroepsgeheim wanneer Brusselse ambtenaren worden opgeroepen om te getuigen in een LIVC-R?

Het gewest heeft een coördinatiecapaciteit ter beschikking gesteld van de gemeenten. Hoe is die in 2021 en 2022 in de praktijk gebracht? Welke initiatieven heeft het gewest genomen om ervoor te zorgen dat de LIVC-R's goed functioneren in de Brusselse gemeenten?

Partager
11:28 § 295 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Safe.brussels, qui participe à la Taskforce nationale mensuelle, a été informé le 31 mars dernier qu’une réunion serait organisée par le gouvernement fédéral pour relancer les travaux sur l’accord de coopération avec la cellule de sécurité intégrale locale (CSIL). Cette réunion, à laquelle des représentants de mon cabinet étaient présents, a été organisée tout récemment et les documents doivent encore être finalisés par l’autorité fédérale. La capacité de coordination mise à disposition par la Région que vous évoquez fait partie de ces travaux, et les discussions sont en cours.

Pour le surplus, comme vous le savez, safe.brussels poursuit ses efforts de soutien aux acteurs locaux, notamment par le biais de la plateforme régionale radicalisation-polarisation qui réunit, pour chaque session, les représentants et experts des zones et communes bruxelloises (ou d'autres représentants désignés par les communes), ainsi que les services du directeur coordinateur bruxellois et divers experts.

La première session de 2023 a été intégralement consacrée aux CSIL-R, avec la présentation du décret flamand par l’Association des villes et communes flamandes (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, VVSG), ainsi qu’un exercice de mappage des partenaires organisé par le département CVE (Countering Violent Extremism, lutte contre l’extrémisme violent) de l’Organe de coordination pour l'analyse de la menace (OCAM).

Par ailleurs, dans le cadre de sa collaboration avec le réseau de prise en charge des extrémismes et des radicalismes violents, créé par le gouvernement de la Fédération Wallonie-Bruxelles, safe.brussels a organisé, le 31 mars dernier, une formation à l’outil Alvéole, qui a pour objectif de travailler la concertation de cas et peut être proposé comme appui pour l’organisation des CSIL-R. À ce sujet, je vous renvoie à ma réponse apportée à la demande d’explications de Mme Czekalski en commission des Affaires intérieures du 23 mai dernier.

S'agissant de la protection du secret professionnel, il n’y a pas d’ordonnance spécifique pour les acteurs régionaux. Dans le cas des CSIL-R, les dispositions relatives au secret professionnel restent d’application.

Pour votre dernière demande relative au bon fonctionnement des CSIL-R, permettez-moi de vous renvoyer à ma réponse fournie à la question orale de Mme Czekalski en commission du 10 janvier 2023 concernant l’opérationnalité des cellules de sécurité intégrale locales en Région bruxelloise.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Safe.brussels kreeg op de nationale taskforce van 31 maart te horen dat de federale overheid een vergadering zou organiseren om het samenwerkingsakkoord over de lokale integrale veiligheidscellen (LIVC's) nieuw leven in te blazen. De coördinatiecapaciteit die beschikbaar is gesteld door het gewest maakt deel uit van die besprekingen.

Los daarvan zet safe.brussels zijn inspanningen voort om lokale spelers te ondersteunen, met name via het gewestelijk platform radicalisering-polarisering. De eerste vergadering van dat platform in 2023 was volledig gewijd aan de LIVC's, met een presentatie van het Vlaamse decreet en een mappingoefening.

Bovendien organiseerde safe.brussels op 31 maart een opleiding over de tool Alvéole, die ontworpen is voor casusoverleg en eveneens kan worden gebruikt in het kader van de LIVC's. Voor meer uitleg verwijs ik naar mijn antwoord op de vraag om uitleg van mevrouw Czekalski in de commissie van 23 mei 2023.

Wat de bescherming van het beroepsgeheim betreft, is er geen specifieke ordonnantie voor de gewestelijke instanties. De federale bepalingen met betrekking tot het beroepsgeheim blijven dus van toepassing voor de LIVC-R's.

Voor de goede werking van de LIVC-R's verwijs ik u naar mijn antwoord op de mondelinge vraag van mevrouw Czekalski in de commissie van 10 januari 2023.

Partager
11:31 § 297 → Vidéo
Partager

M. Sadik Köksal (MR).- La Communauté française a décidé de ne pas attendre, étant donné l'inertie qu'elle a constatée depuis un long moment. Qu'en est-il aujourd'hui en Région bruxelloise ? Le secret professionnel n'étant pas couvert par une ordonnance, nous ne sommes pas en mesure d'avancer. Nous pouvons toujours attendre que l'accord interfédéral soit conclu avec d'autres entités, mais si cela prend encore un, voire deux ans, est-ce vraiment pertinent ?

En Région bruxelloise, ne pouvons-nous pas progresser, à l'instar de la Communauté française, afin de couvrir les membres du personnel qui pourraient être amenés à révéler des informations dont ils disposent ?

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Pour être clair, l'accord de coopération est indispensable pour assurer la mise en œuvre de la protection du secret professionnel.

- L'incident est clos.

De heer Sadik Köksal (MR).- De Franse Gemeenschap heeft besloten om niet op het interfederale samenwerkingsakkoord te wachten. Kunnen we dat voorbeeld niet volgen en nu al personeelsleden beschermen die ertoe gebracht zouden kunnen worden om informatie te onthullen?

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het samenwerkingsakkoord is essentieel om het beroepsgeheim te waarborgen.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:32 § 303 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de schietpartijen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Question orale de M. Mathias Vanden Borre

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les fusillades dans la Région de Bruxelles-Capitale.

Partager
11:32 § 305 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Helaas is het toenemende wapengeweld in Brussel een thema dat al meermaals aan bod is gekomen. Tijdens het tweede weekend van juni openden onbekenden twee nachten op rij het vuur op een woning in Sint-Jans-Molenbeek. Bij de tweede schietpartij belandden meerdere kogels in de woonkamer van een bejaard koppel, dat naast de aangevallen woning woont en op dat moment aanwezig was. Gelukkig raakte niemand gewond.

Burgemeester Moureaux van Sint-Jans-Molenbeek maakt zich naar aanleiding van het incident grote zorgen over de toename van het wapengeweld en de drugshandel in Brussel en België. Ze herhaalde haar vraag om extra politiepersoneel bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Vorig jaar waren er in Brussel meer dan twintig ernstige incidenten met vuurwapens of messen. In minstens een geval viel daarbij een dode. Het viel me echter op dat de statistieken niet duidelijk zijn. Soms lijkt er sprake van meer slachtoffers.

Naar aanleiding van het drugsgeweld in Brussel en Antwerpen werd een plan opgesteld voor de aanpak van de drugscriminaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het plan moet nog verder uitgewerkt worden, maar er zou qua beeldvorming en strategische analyses al een aantal acties ondernomen zijn. Het is de bedoeling om op korte termijn ook andere doelstellingen te realiseren op het vlak van de politionele reactie na drugsgerelateerd geweld en inzake de gerichte multidisciplinaire, administratieve en gerechtelijke aanpak, partnerschappen en opleidingen.

Eind vorig jaar werd ook beslist om het Kanaalplan voor de aanpak van extremisme, terrorisme en radicalisme voort te zetten. Het wordt echter aangepast om het optimaal te doen aansluiten bij de bestrijding van radicalisme en terrorisme. De aanpak van het Kanaalplan is deels herbruikbaar voor de strijd tegen de drugscriminaliteit, bijvoorbeeld voor ondersteunende criminaliteitsfenomenen, zoals wapenhandel, vervalste documenten en illegale economische activiteiten.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- À la suite de fusillades ayant visé une habitation de Molenbeek-Saint-Jean en juin dernier, la bourgmestre Catherine Moureaux, inquiète de l'intensification de la violence armée et du trafic de drogues en Belgique, a réitéré sa demande d'effectifs policiers au ministère de l'Intérieur. Bruxelles a connu l'an passé plus de vingt incidents graves impliquant des armes blanches ou à feu, dont un entraînant un décès. Mais les statistiques du nombre de victimes ne sont pas claires.

L'élaboration du plan contre la criminalité liée à la drogue en Région bruxelloise se poursuit, et une série d'actions auraient déjà été entreprises au niveau de la cartographie et des analyses stratégiques. À court terme, l'ambition est d'atteindre divers objectifs concernant la réponse policière à la violence liée à la drogue, une approche ciblée, multidisciplinaire, administrative et judiciaire ainsi que les partenariats et formations.

À la fin de l'année passée, il a en outre été décidé de poursuivre le plan fédéral contre la radicalisation et le terrorisme dans la zone du canal. L'approche de ce plan peut être adoptée pour combattre la criminalité liée à la drogue.

Partager
11:34 § 307 → Vidéo
Partager

Er werden aan de federale gerechtelijke politie van Brussel tot op heden geen specifieke bijkomende middelen toegekend voor het arrondissementele drugsplan, maar een akkoord met de bevoegde federale ministers voorziet in een versterking met 88 voltijdsequivalenten tegen het einde van de regeerperiode.

Verder zei u dat de federale politie nood heeft aan een Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum (ARIEC), maar dat het gewest die taak pas op zich kan nemen als het over de nodige politiegegevens beschikt. U wacht daarvoor nog altijd op een wijziging van de federale wetgeving. Volgens u zou de federale regering ook in andere arrondissementen nieuwe dergelijke centra openen.

Hoeveel incidenten met vuurwapens en messen vonden dit jaar al plaats in het gewest? Hoeveel daarvan kunnen gelinkt worden aan de georganiseerde criminaliteit?

Werd het arrondissementele drugsplan al versterkt met extra agenten? Hoeveel van de 88 beloofde agenten zijn al aan de slag?

Welke acties met betrekking tot beeldvorming werden er al ondernomen? Wat brachten die aan het licht? In welke mate werd de georganiseerde criminaliteit actief in kaart gebracht?

Welke acties werden op korte termijn ondernomen op het vlak van politionele reactie na druggerelateerd geweld?

Hoe zit het met de aanpassingen aan het Kanaalplan? Zijn die ondertussen afgerond? Wordt het aangepast Kanaalplan al uitgevoerd?

Hoe zit het met de komst van een Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum voor Brussel? Wanneer komt die federale wetswijziging er die ervoor zorgt dat het gewest toegang heeft tot de politionele gegevensbanken?

La police judiciaire fédérale n'a pas reçu de moyens supplémentaires, mais un accord avec les ministres fédéraux compétents doit fournir 88 équivalents temps plein avant la fin de la législature.

Vous avez indiqué que la police fédérale avait besoin d'un centre d’information et d’expertise d’arrondissement (CIEAR), mais que la Région ne pourrait s'en charger que si elle disposait des données policières nécessaires, ce qui ne peut se faire sans une modification de la législation fédérale.

Combien d'incidents impliquant des armes blanches et à feu ont eu lieu cette année en Région bruxelloise ? Combien sont liés au crime organisé ?

Combien des 88 agents promis renforcent déjà le plan de lutte contre la drogue au niveau des arrondissements ?

Quelles actions de cartographie du crime organisé ont été lancées et qu'ont-elles révélé ?

Quelles mesures policières ont été prises à court terme pour s'attaquer à la violence liée aux drogues ?

Les adaptations du plan fédéral canal sont-elles en vigueur ?

Où en est la création d'un CIEAR bruxellois ? À quand la modification de la législation fédérale qui permettra à la Région d'accéder aux données policières nécessaires ?

Partager
11:36 § 309 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Sinds 2021 houdt de Brusselse federale politie cijfers bij over het aantal schietpartijen op de openbare weg of op publiek toegankelijke plaatsen in het Brussels Gewest. In september 2022 werd die follow-up uitgebreid met een rapportering over druggerelateerd geweld. Die rapportering is gebaseerd op de processen-verbaal van de lokale politiezones en maakt het mogelijk om een eerste beeld te krijgen van de (zware) geweldsdelicten in het drugsmilieu.

In 2023 werden tot nu toe negentien feiten vastgesteld. Om een mogelijke link met de georganiseerde criminaliteit aan te tonen, is verder onderzoek nodig. Er zijn momenteel noch voor het land, noch voor het gewest volledige cijfers over ernstig druggerelateerd geweld beschikbaar.

De criminele organisaties worden jaarlijks in kaart gebracht in het jaarrapport over de georganiseerde criminaliteit. De algemene directie van de federale gerechtelijke politie is bezig met de uitbouw van het kenniscentrum ‘Crimorg’, dat moet helpen om die beeldvorming te verbeteren. De algemene perceptie van de politie is wel dat het drugsgeweld overal in het land in ernst is toegenomen.

Op vraag van de federale minister van Binnenlandse Zaken hebben de Brusselse politiediensten eind 2022, met het oog op de aanpak van druggerelateerd geweld, een Brussels drugsplan opgesteld. Verschillende werkgroepen buigen zich nog over de uitwerking van dat plan. Het drugsplan is gebaseerd op de volgende elementen: preventie, informatie en beeldvorming, politionele reactie, multidisciplinaire aanpak, partnerschappen en opleidingen.

De uitvoering van de politionele en gerechtelijke onderdelen van het Kanaalplan wordt gevolgd door een operationele stuurgroep, onder voorzitterschap van de directeur-coördinator van Brussel en de korpschef van de politiezone Brussel-West. Bijna zeven jaar na de start zijn het Kanaalplan en de bijhorende bepalingen (operationele maatregelen, monitoring en personeelsuitbreiding) geleidelijk geïntegreerd in de dagelijkse werking van de politiediensten.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Depuis 2021, la police judiciaire fédérale de Bruxelles comptabilise les tirs sur la voie publique en Région bruxelloise. Ces chiffres sont complétés depuis 2022 par ceux des zones de police locales sur la violence liée aux drogues. L'année 2023 a connu dix-neuf faits de violences graves liées à ce milieu, mais, pour faire le lien avec le crime organisé, il faudrait creuser l'analyse. Or, nous manquons de données.

Le rapport annuel sur le crime organisé cartographie déjà les organisations criminelles. Crimorg, le centre de connaissances que met sur pied la direction générale de la police judiciaire, affinera ce travail. La police ressent cependant déjà une nette augmentation de la violence liée aux drogues dans tout le pays.

Fin 2022, à la demande du ministre fédéral de l'Intérieur, les services de police bruxellois ont élaboré un plan bruxellois de lutte contre la drogue.

Sous le suivi du groupe de pilotage présidé par le directeur-coordinateur administratif de Bruxelles et le chef de corps de la zone de police Bruxelles-Ouest , les services de police ont bien intégré l'exécution policière et judiciaire du plan canal fédéral lancé il y a près de sept ans.

Partager
11:39 § 311 → Vidéo
Partager

Om beter in te spelen op de huidige uitdagingen op het vlak van radicalisering en terrorisme in bepaalde gebieden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft de stuurgroep de architectuur van het Kanaalplan geherdefinieerd. Er werden vier portefeuilles afgebakend: de lokale bestuurlijke aanpak, de gerechtelijke aanpak, de operationele aanpak en het informatiebeheer, en de arrondissementele bestuurlijke aanpak. De doelstellingen en de uitvoering worden uitgewerkt in overlegplatformen, die worden aangestuurd door de portefeuillehouder. Het strategische comité, samengesteld uit de burgemeesters en korpschefs van de betrokken gemeenten, de directeurs-coördinators en de gerechtelijk directeurs van Brussel en Halle-Vilvoorde, de procureur des Konings en het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse , is op 15 februari 2023 samengekomen en heeft de nieuwe architectuur van het Kanaalplan goedgekeurd.

Op 1 juli 2023 stond de teller van het aantal gerekruteerde voltijdsequivalenten bij de federale gerechtelijke politie van Brussel op 34.

De bestuurlijke aanpak op arrondissementeel niveau wordt in de eerste plaats aangestuurd door de lokale bestuurlijke overheden. De federale overheid buigt zich momenteel over een wet om lokale overheden meer slagkracht te geven in de aanpak van structuren die de georganiseerde misdaad faciliteren.

Die wet moet ook het pad effenen voor de oprichting van een Arrondissementeel Informatie- en Expertisecentrum (ARIEC) bij de directeur-coördinator van de federale politie. Inmiddels zijn de eerste mensen in dienst getreden die het centrum concreet vorm moeten geven. Het ARIEC zal een coördinerende en ondersteunende rol vervullen.

Pour mieux répondre à la radicalisation et au terrorisme dans certaines zones, le groupe de pilotage a redéfini l'architecture du plan canal selon quatre portefeuilles : administrations locales, approche judiciaire, approche opérationnelle et gestion de l'information et enfin arrondissements administratifs. En février dernier, cette nouvelle architecture a été approuvée par le comité stratégique rassemblant les bourgmestres et chefs de corps des communes concernées, les directeurs-coordinateurs , les directeurs judiciaires de Bruxelles et Hal-Vilvoorde, le procureur du Roi et l' Organe de coordination pour l'analyse de la menace.

Au 1er juillet 2023, la police judiciaire fédérale de Bruxelles avait déjà recruté 34 équivalents temps plein.

L'approche au niveau des arrondissements administratifs est gérée en premier lieu par les autorités locales ; le niveau fédéral prépare une loi visant à intensifier leur force de frappe et à créer un centre d’information et d’expertise d’arrondissement pour épauler le directeur-coordinateur.

Partager
11:41 § 313 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Uw antwoord bevat een aantal positieve elementen. Zo ben ik heel blij met de aankondiging dat er een Brussels plan in opmaak is voor de bestrijding van de drugsproblematiek. Ik ben altijd al van mening geweest dat het drugsprobleem veel ernstiger moet worden aangepakt in het Brussels Gewest. In het begin van de regeerperiode werd het probleem enigszins weggewuifd, maar ik merk nu dat de geesten zijn gerijpt en dat het drugsprobleem, dat een van de grootste veiligheidsuitdagingen in Brussel vormt, eindelijk wordt aangepakt via een globaal plan. Het lijkt mij dan ook interessant dat het plan aan het parlement wordt voorgesteld en dat we nader geïnformeerd worden over de toepassing ervan.

Een tweede positief element is het Kanaalplan. Dat plan heeft vorm gekregen onder toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en heeft een sterke basis gecreëerd die al heel wat vruchten heeft afgeworpen in verschillende domeinen. Het is positief dat het plan wordt voortgezet, aangezien een van de centrale doelstellingen is om over verschillende politiezones en gemeenten heen samen te werken. Ik ben dus heel benieuwd naar de nieuwe versie.

U zegt dat er 34 voltijdsequivalenten (VTE) in dienst zullen worden genomen. Dat is minder dan de helft van de beloofde 88 VTE's. Er moeten voor het einde van de regeerperiode dus nog meer dan 50 VTE's worden aangeworven om die belofte waar te maken. Ik hoop dat daar zo snel mogelijk werk van wordt gemaakt, want de nood is groot. Antwerpen kampt met hetzelfde probleem. De federale gerechtelijke politie moet absoluut worden versterkt om meer slagkracht te hebben.

Een laatste element is het federale wetsvoorstel inzake 'gewapend bestuur'. De eerste versie werd verguisd door de burgemeesters, onder wie Philippe Close en Bart De Wever. Zij merkten op dat het wetsvoorstel veel bijkomende obstakels opwerpt en hen zou belemmeren in hun werk.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ce serait une bonne chose que ce plan bruxellois de lutte contre la drogue soit présenté au parlement.

Par ailleurs, le plan canal lancé par Jan Jambon a déjà montré son efficacité dans différents domaines. Sachant qu'il vise notamment à renforcer la collaboration entre les différentes zones de police et communes, je ne peux que me réjouir qu'il soit poursuivi. Je suis curieux de découvrir sa nouvelle version.

Les 34 équivalents temps plein engagés jusqu'ici représentent moins de la moitié des 88 promis. La fin de la législature approche, le temps presse. La police judiciaire fédérale a grand besoin d'être renforcée.

Enfin, la première version de la proposition de loi fédérale sur l’approche administrative a été décriée par les bourgmestres Close et De Wever, entre autres, qui estimaient qu'elle entravait leur action.

Partager
11:44 § 315 → Vidéo
Partager

Ik hoop dat de geesten ook rijpen in de federale regering en dat die eindelijk stappen zet om de lokale overheden te versterken en meer instrumenten te geven. Ik hoop, mijnheer de minister-president, dat u daar ook toe bijdraagt en dat u ook uw rol opneemt inzake het gewapend bestuur. Dat is een taak die het gewest volgens mij grotendeels moet overnemen van de lokale besturen.

- Het incident is gesloten.

J'espère que le gouvernement fédéral veillera enfin à mieux outiller les autorités locales et que vous assumerez votre rôle en matière d’approche administrative.

- L'incident est clos.

Partager
11:44 § 319 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Hicham Talhi

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant le certificat de capacité des chauffeurs de taxi et la sécurité des clients.

Mondelinge vraag van de heer Hicham Talhi

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende het bekwaamheidsattest voor taxichauffeurs en de veiligheid van de klanten.

Partager
11:44 § 321 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je fais une entorse au règlement en utilisant une partie de mon temps de parole pour regretter que M. le ministre-président, dans sa réponse à la question orale de M. Köksal sur les féminicides, n'ait pas fait suffisamment référence aux éléments pratiques contenus dans la nouvelle loi « stop féminicide ».

(Remarques de M. Ikazban)

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je rendrai hommage à l'ancienne secrétaire d'État fédérale en charge de l'Égalité des genres, Mme Sarah Schlitz, le moment venu.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik wil een deel van mijn spreektijd gebruiken om te zeggen dat ik betreur dat de minister-president in zijn antwoord op de vraag van de heer Köksal over femicide niet voldoende heeft verwezen naar de nieuwe wet ter zake.

(Opmerkingen van de heer Ikazban)

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik zal te zijner tijd hulde brengen aan voormalig federaal staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz.

Partager
11:45 § 327 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- La sécurité des clients des chauffeurs de taxi de rue et de station est une priorité absolue pour mon groupe.

Contrairement à ma collègue Els Rochette qui vous a interrogé précédemment sur le sujet, notre priorité n’est pas d’avoir le plus de taxis possible à Bruxelles, mais d’en compter en nombre suffisant. Son intervention m’a donc surpris.

Je tiens à rappeler que les chauffeurs du secteur du transport rémunéré de personnes exercent une mission de service public délégué. En conséquence, les exigences de connaissance de la langue et de probité sont le minimum pour pouvoir garantir un service sûr et de qualité aux habitants et surtout aux touristes à Bruxelles.

Pour assurer la continuité du service, la nouvelle ordonnance permet, de manière dérogatoire et transitoire, aux anciens chauffeurs LVC qui démontrent deux ans d’expérience en cette qualité dans les cinq années précédant le 21 octobre 2022 de bénéficier d’un certificat de capacité.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- De veiligheid van de taxiklanten is een absolute prioriteit voor de Ecolofractie.

In tegenstelling tot mevrouw Els Rochette is het niet onze prioriteit om zoveel mogelijk taxi's in Brussel te hebben, maar om er genoeg te hebben.

Taxichauffeurs voeren een openbare dienstverleningsopdracht uit. Daarom zijn talenkennis en integriteit een minimumvereiste.

Om de continuïteit van de dienstverlening te garanderen, staat de nieuwe ordonnantie bij wijze van overgangsregeling toe dat voormalige VVB-chauffeurs met minstens twee jaar ervaring een bekwaamheidsattest krijgen.

Partager
11:46 § 329 → Vidéo
Partager

Cette disposition devra être évaluée et le renouvellement des certificats devra, pour des raisons d'équité, de contrôle de qualité et de sécurité, se faire dans les mêmes conditions pour les taxis de station. Sont ainsi requis, un extrait du casier judiciaire, un permis belge ou étranger de catégorie B, une attestation d'aptitude médicale valide et délivrée en application de la réglementation fédérale, et une preuve de maîtrise minimale du français de niveau A2 ou autre.

S'agissant des conditions que je viens de citer, le parcours de qualification doit être organisé par Bruxelles Mobilité qui, aujourd'hui, ne remplit pas sa mission de service public et met en péril de nombreux chauffeurs voulant passer des examens, ainsi que les sociétés qui ne peuvent pas engager et ne peuvent donc pas remplir leur obligation de mise à disposition du public des véhicules et des licences qu'elles détiennent.

Cette situation est inadmissible et la solution ne peut absolument pas passer par des critères de condition d'accès à la baisse au détriment de la qualité et de la sécurité du service. Alors que de nombreux groupes politiques sont intervenus ici pour évoquer la grande importance de la sécurité des femmes dans les transports en commun, les taxis et les services de location de voitures avec chauffeur (LVC), ces mêmes collègues sont encore intervenus aujourd'hui dans cette commission pour réclamer une réduction des critères de sélection des chauffeurs.

Je ne comprends pas cette position schizophrénique ; soit on veut la sécurité pour les femmes qui prennent les taxis, auquel cas les exigences les plus hautes dans le recrutement de nos chauffeurs, quels qu'ils soient, sont indispensables, soit ce n'est plus une priorité et on demande au sein de cette commission un abaissement des critères. C'est ce que j'ai entendu dans une question posée aujourd'hui et je le regrette profondément.

Avez-vous connaissance des difficultés des chauffeurs de taxi de station à prendre rendez- vous ? Si oui, quelles initiatives avez-vous prises pour augmenter la capacité d’accueil des chauffeurs de taxi de station depuis janvier ? Si non, estimez-vous que Bruxelles Mobilité remplit ses missions ?

Combien de chauffeurs de taxi de station ont-ils passé les examens du parcours de qualification depuis janvier 2023, avec une ventilation pour chaque mois, y compris le mois de juin ?

Une externalisation du parcours de qualification est-elle à l’étude ? Si non, pourquoi ?

Combien de certificats de capacité ont-ils été retirés à des chauffeurs à la suite de contrôles ou de plaintes en 2023 ?

Votre administration a-t-elle reçu comme consigne de votre cabinet de prolonger sans examen préalable les certificats de capacité reçu par les chauffeurs LVC ?

Om redenen van eerlijkheid, kwaliteitscontrole en veiligheid moeten die attesten worden vernieuwd onder dezelfde voorwaarden als voor standplaatstaxi's, namelijk een blanco strafblad, een Belgisch of buitenlands rijbewijs B, de voltooiing van een kwalificatietraject enzovoort.

Het kwalificatietraject moet door Brussel Mobiliteit worden georganiseerd, maar dat doet zijn werk niet, waardoor veel chauffeurs het examen niet kunnen afleggen en bedrijven problemen hebben om chauffeurs aan te nemen en hun openbare dienstverleningsopdracht te vervullen.

Die situatie is onaanvaardbaar en het verlagen van de toegangscriteria mag in geen geval als oplossing worden aangevoerd. Dat zou immers ten koste van de kwaliteit van de dienstverlening en de veiligheid gaan.

Veel fracties beweren dat ze bekommerd zijn om de veiligheid van vrouwen in het openbaar vervoer en in taxi's, maar hebben vandaag opnieuw gepleit voor een verlaging van de selectiecriteria voor chauffeurs. Dat houdt geen steek.

Bent u op de hoogte van de problemen die taxichauffeurs ondervinden bij het maken van een afspraak? Welke initiatieven hebt u sinds januari genomen om het aantal standplaatstaxi's te verhogen? Vindt u dat Brussel Mobiliteit zijn opdrachten naar behoren vervult?

Hoeveel taxichauffeurs zijn sinds januari 2023 maandelijks geslaagd voor het bekwaamheidsexamen?

Overweegt u om het kwalificatietraject uit te besteden?

Hoeveel bekwaamheidsattesten zijn er in 2023 ingetrokken na controles of klachten?

Heeft de administratie instructies gekregen om de bekwaamheidsattesten van voormalige VVB-chauffeurs zonder voorafgaand onderzoek te verlengen?

Partager
11:49 § 335 → Vidéo
Partager

Persoonlijk feit

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Ik wil even rechtzetten dat ik in mijn vraag over de numerus clausus nooit gezegd heb dat er zoveel mogelijk taxi's in Brussel moeten zijn, maar wel dat er voldoende taxi's moeten zijn zodat de Brusselaars en toeristen een goede dienstverlening kunnen genieten.

Fait personnel

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Dans ma question sur le numerus clausus, je n'ai jamais dit que Bruxelles devait compter un maximum de taxis, mais qu'il devait y en avoir suffisamment pour offrir un bon service aux Bruxellois et aux touristes.

Partager
11:50 § 341 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Mon administration organise les tests de sélection en ses locaux. Les places disponibles pour ces tests - 32 par semaine - sont rapidement réservées. Des séances massives, ouvertes à 1.200 candidats, ont été organisées l’été dernier. Ces tests permettent de devenir chauffeur de taxi de station ou de rue, sans distinction.

Je dispose des chiffres relatifs aux candidats chauffeurs de taxi inscrits aux tests de sélection de janvier à juin 2023. Je les communiquerai au secrétariat de la commission en fin d'intervention.

Des procédures ont été mises en place afin d’accélérer la délivrance des certificats de capacité aux chauffeurs. Un premier allégement du parcours de qualification a été organisé sur la base de l’arrêté du 6 octobre 2022 supprimant la séance d’information et l’examen psychologique.

Par ailleurs, mon administration a délivré plus de 2.250 certificats de capacité depuis l’entrée en vigueur du plan taxis.

Malgré la simplification du parcours, la demande de chauffeurs reste très importante et les offres d’emploi demeurent sans réponse. Le secteur fait face à des difficultés organisationnelles, des listes d’attente et une pénurie de main-d’œuvre.

Cette situation a incité mon gouvernement à réfléchir à une suppression des tests pour faciliter l’accès au métier de chauffeur de taxi. Les chauffeurs devront toujours satisfaire aux conditions de moralité, de détention du permis de conduire et de connaissance minimale du français et du néerlandais.

L’avant-projet d’arrêté a été approuvé en deuxième lecture la semaine dernière et le texte a été soumis à la section de législation du Conseil d’État. À partir de la rentrée, dès que le Conseil d'État aura rendu son avis, la procédure d’accès au certificat de capacité sera réorganisée sur la base de l'arrêté.

Comme en Flandre et en Wallonie, le certificat de capacité pourra dès lors être délivré aux candidats chauffeurs bruxellois disposant des documents suivants : permis de conduire datant de deux ans minimum, attestation linguistique de niveau A2, attestation d'aptitude médicale et extrait de casier judiciaire.

Outre cette procédure simplifiée, le projet d’arrêté prévoit que tous les chauffeurs devront suivre une séance d’information et de sensibilisation relative aux publics fragilisés. Cette séance abordera également la gestion de clients difficiles, en se basant, par exemple, sur le témoignage de chauffeurs expérimentés. Elle constituera par ailleurs une occasion de rappeler les éléments de la réglementation applicable aux taxis et les dispositions du Code de la route pertinents pour les nouveaux chauffeurs.

Afin d'éviter les écueils rencontrés lors de la mise en place de la procédure précédente, Bruxelles Mobilité organisera ces séances de sensibilisation à destination de tous les chauffeurs à distance, notamment par le biais de vidéos.

L’élaboration du cadre pédagogique sera pilotée par Bruxelles Mobilité et réalisée avec les administrations compétentes (dont equal.brussels), les acteurs associatifs et le secteur des taxis.

Enfin, aucun retrait de certificat de capacité n’a eu lieu en 2023. Aucun certificat de capacité n’est prolongé sans examen préalable. Tous les cinq ans, à compter de la date de réception de son certificat de capacité, le chauffeur devra communiquer spontanément les documents précités à l’administration.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Brussel Mobiliteit organiseert de selectieproeven in zijn gebouwen. De beschikbare plaatsen voor die proeven (32 per week) zijn snel volgeboekt. Vorige zomer werden er grootschalige proeven georganiseerd voor 1.200 kandidaten. Ik zal de cijfers over het aantal kandidaten aan het commissiesecretariaat bezorgen.

Er zijn procedures ingevoerd om de uitreiking van de bekwaamheidsattesten te versnellen. Zo heeft het besluit van 6 oktober 2022 de voorlichtingsbijeenkomst en het psychologisch onderzoek afgeschaft.

De administratie heeft sinds de inwerkingtreding van het Taxiplan meer dan 2.250 bekwaamheidsattesten uitgereikt.

Ondanks de vereenvoudiging van het proces blijft de vraag naar chauffeurs echter erg hoog en raken vacatures niet ingevuld. Daarom overweegt de regering om de proef af te schaffen. De regering heeft het voorontwerp van besluit vorige week in tweede lezing goedgekeurd en voorgelegd aan de Raad van State. Het is de bedoeling om de procedure in het najaar aan te passen.

Net als in Vlaanderen en Wallonië zal het dan mogelijk zijn om het bekwaamheidsattest uit te reiken aan kandidaat-chauffeurs die in het bezit zijn van de volgende documenten: een rijbewijs van minstens twee jaar oud, een taalattest van niveau A2, een getuigschrift van medische geschiktheid en een blanco strafblad.

Daarnaast zullen alle chauffeurs een informatie- en bewustmakingsbijeenkomst over kwetsbare groepen moeten bijwonen. Daarin zullen ze onder meer leren hoe ze met moeilijke klanten moeten omgaan. Het is ook een gelegenheid om nieuwe chauffeurs te herinneren aan de regels die van toepassing zijn op taxi's, met inbegrip van de verkeersregels. Brussel Mobiliteit zal die informatiebijeenkomsten op afstand organiseren.

In 2023 werden geen bekwaamheidsattesten ingetrokken of zonder voorafgaand onderzoek verlengd. Om de vijf jaar moeten chauffeurs spontaan de bovengenoemde documenten aan de administratie voorleggen.

Partager
11:53 § 343 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je suis très inquiet. Je comprends votre objectif légitime de garantir une continuité du service. Par contre, je ne comprends pas ce traitement différencié pour les chauffeurs de taxi et les chauffeurs LVC. Si je suis votre raisonnement, il faudrait aussi un projet d’ordonnance pour agir de la même façon avec les chauffeurs de la STIB, en leur disant que les examens seront les mêmes. On leur demande leur permis, on leur donne une petite séance d’information et on leur demande leur niveau de connaissance linguistique (niveau A2). On pourrait le faire, mais on ne le fait pas. À la STIB, les exigences restent plus élevées et les tests psychotechniques sont maintenus.

Dans les deux cas, il s'agit de services publics délégués. Or, pour les uns, on prévoit une vidéo informative sans examen ni aucune possibilité de vérifier si le candidat a bien compris, alors que pour les autres, on garde un cadre plus strict.

J'y vois une grave erreur qui créera des problèmes de sécurité. Je refuse d’y être impliqué, car ce dispositif présente des risques pour les usagers, plus particulièrement pour les usagères.

- L'incident est clos.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Het is legitiem dat u de continuïteit van de dienstverlening wilt garanderen. Ik begrijp het verschil in behandeling tussen taxichauffeurs en VVB-chauffeurs echter niet. Als ik uw redenering doortrek, zou u bovendien de regels moeten veranderen voor de MIVB-chauffeurs. Die oefenen immers ook een opdracht van openbare dienstverlening uit.

Ik betreur dat de eisen worden verlaagd, aangezien dat veiligheidsrisico's met zich mee kan brengen voor de klanten, in het bijzonder voor vrouwelijke klanten.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:55 § 349 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Christophe Magdalijns

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la transparence dans le recensement des communautés et lieux de culte reconnus et non reconnus.

Question orale jointe de M. Ahmed Mouhssin

concernant la situation de l'Exécutif des musulmans de Belgique.

Mondelinge vraag van de heer Christophe Magdalijns

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de transparantie in de telling van erkende en niet-erkende gemeenschappen en gebedshuizen.

Toegevoegde mondelinge vraag van de heer Ahmed Mouhssin

betreffende de situatie van de Belgische Moslimexecutieve.

Partager
11:55 § 353 → Vidéo
Partager

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Il y a quelques semaines, nous nous sommes adressés à vous ainsi qu'à vos services dans le but d’obtenir de plus amples informations sur les rapports officiels et officieux que votre ministère et vous-même entretenez avec les différents cultes subventionnés.

En outre, notre intérêt s’est également porté sur le recensement des communautés et des lieux de culte reconnus et non reconnus, tout en vous interrogeant sur les moyens d’action et les méthodes employées pour établir un cadastre au plus près des réalités. Vous avez ventilé vos réponses par culte, en suivant une structure tout à fait similaire, ce qui constitue une preuve rassurante de l'égalité de traitement portée à l’ensemble des cultes. À vous lire, « l’ordonnance du 10 décembre 2021 prévoit bien une procédure d’enregistrement. Cette procédure vise à enregistrer les communautés culturelles locales et non les bâtiments. Il est ainsi prévu que chaque organe représentatif de chaque culte reconnu renseigne annuellement les communautés locales de son obédience. Cette disposition concerne tant les communautés reconnues que celles qui ne le sont pas ou pas encore. Pour les communautés reconnues, il s’agit de vérifier que les données régionales concordent avec les données de l’organe représentatif. Il s’agit également de s’assurer que les données relatives à la dénomination, aux gestionnaires, à l’adresse sociale de la communauté et du bâtiment affecté à l’exercice du culte sont à jour. Pour les communautés non reconnues, il s’agit, en cas de demande de reconnaissance, de pouvoir vérifier que la condition requise par l’article 4 de ladite ordonnance est bien rencontrée, à savoir une existence de la communauté depuis au moins trois ans ».

Ainsi, en guise de récapitulatif, en 2023 :

- l’organe représentatif du culte protestant renseigne treize communautés reconnues, et aucune communauté non reconnue ;

- l’organe représentatif du culte israélite renseigne neuf communautés reconnues, et aucune communauté non reconnue ;

- l’organe représentatif du culte musulman n’a pas pu vous répondre. On sait à ce jour que vingt-six communautés locales islamiques sont reconnues. Vu cette absence de réponse, vous ne disposez pas encore d’informations et de données chiffrées complètes sur l’ensemble des communautés non reconnues. Toutefois, dix dossiers de demande de reconnaissance sont en cours ;

- l‘organe représentatif du culte orthodoxe renseigne vingt-quatre communautés reconnues, et aucune communauté non reconnue ;

- l’organe représentatif du culte catholique renseigne nonante-cinq communautés reconnues, et trois communautés non reconnues ;

- l’organe représentatif du culte anglican renseigne une seule communauté reconnue.

Il va de soi, au regard de vos réponses, que nous sommes en droit de nous interroger sur la façon dont l’ordonnance précitée s’applique concrètement. Nous pouvons déjà dresser un premier bilan de cette ordonnance, que nous avons votée en 2021.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Uit een recent antwoord van u op een vraag betreffende de geloofsgemeenschappen leid ik af dat die laatste allemaal op gelijke voet worden behandeld.

In de ordonnantie van 10 december 2021 wordt er verwezen naar een registratieprocedure voor de plaatselijke gemeenschappen. Per religie moet het representatieve orgaan jaarlijks de plaatselijke gemeenschappen registreren. Dat geldt voor zowel erkende als niet-erkende gemeenschappen. Voor erkende gemeenschappen moet worden nagegaan of de gegevens van het gewest met die van het representatieve orgaan overeenstemmen en of de benaming, de beheerders, het adres en het gebouw correct geregistreerd zijn. Voor niet-erkende gemeenschappen moet bij een erkenningsaanvraag kunnen worden nagegaan of de gemeenschap minstens drie jaar bestaat, wat een van de erkenningsvoorwaarden is.

Alle geloofsgemeenschappen gaven hun gegevens door, met uitzondering van de moslimgemeenschap. Er zijn geen gegevens over de niet-erkende islamitische gemeenschappen beschikbaar. Wel lopen er tien erkenningsdossiers.

De ordonnantie is in 2021 goedgekeurd en het wordt stilaan tijd om de balans op te maken.

Partager
11:58 § 355 → Vidéo
Partager

Quels sont les moyens à votre disposition pour faire en sorte que tous les organes représentatifs des cultes respectent leurs obligations ?

Compte tenu des circonstances actuelles, quand et comment l’organe représentatif du culte musulman régularisera-t-il sa situation ? Les choses sont complexes, notamment leurs rapports avec l'État fédéral. Soulignons donc que ce n'est pas de votre responsabilité.

Quels actes ont-ils été posés par vos services à cette fin ? De quand date votre dernière demande à l’organe représentatif du culte en question de bien vouloir communiquer les informations nécessaires ?

Hoe zorgt u ervoor dat de representatieve organen hun verplichtingen nakomen?

Wanneer en hoe bezorgt de moslimgemeenschap haar gegevens? Ze heeft een moeilijke verhouding met de federale overheid, wat buiten uw verantwoordelijkheid valt.

Wat ondernam u om aan de gegevens van de moslimgemeenschap te komen? Wanneer vroeg u voor het laatst om die gegevens?

Partager
11:59 § 357 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- C'est l'occasion de souligner la reconnaissance - enfin ! - du bouddhisme. Il serait donc intéressant de savoir combien d'établissements représentant des convictions philosophiques non confessionnelles sont installés sur le territoire régional. On table sur une égalité de traitement entre les cultes et les organisations comme le bouddhisme ou la laïcité organisée. J'espère qu'un jour, tous seront traités de la même manière au niveau régional bruxellois, mais c'est là un autre sujet !

Mon intervention porte sur la situation actuelle de l'Exécutif des musulmans de Belgique (EMB). M. Magdalijns, en évoquant l'absence de communication et d'information, souligne l'une des difficultés existant aujourd'hui avec l'EMB. Lors de la commission des Affaires intérieures du 23 mai dernier, vous y avez fait référence, en mentionnant une période de difficulté depuis l'arrêté royal du 29 septembre 2022 relatif au retrait de sa reconnaissance. Vous avez aussi évoqué une impasse, soulignant que certains acteurs pourraient « jouer la montre en laissant le dossier se dégrader ». On constate qu'ils y sont quelque peu parvenus.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ik zou ook een lans willen breken voor de erkenning van de boeddhistische gemeenschap. Het zou interessant zijn om een beeld te krijgen van de niet-confessionele etablissementen in het Brussels Gewest. Ik pleit ook voor een gelijke behandeling van godsdiensten en andere overtuigingen, waaronder het boeddhisme.

Het gebrek aan communicatie en informatie is een van de grote problemen met de Belgische Moslimexecutieve sinds haar erkenning is ingetrokken. Mijnheer Magdalijns, u beweerde op 23 mei dat sommige instanties een verrottingsstrategie hanteren in dit dossier. Ze lijken daarin te zijn geslaagd.

Partager
12:00 § 363 → Vidéo
Partager

En Belgique, la séparation de l'Église et de l'État est un principe démocratique fondamental visant à protéger les droits de tous les citoyens. Ce principe suppose également une autonomie certaine pour les différentes communautés religieuses, y compris la communauté musulmane : elles doivent pouvoir gérer leurs affaires internes sans ingérence indue de l'État.

Par ailleurs, l'accord de coopération du 2 juillet 2008 a institué en Belgique la Commission d'information et de concertation pour les cultes. Cette instance facilite la coordination entre le gouvernement fédéral belge et les entités fédérées pour l'élaboration et la mise en œuvre de mesures relatives aux cultes.

La décision du ministre fédéral chargé des Cultes, Vincent Van Quickenborne, de créer un « Conseil musulman de Belgique » sans consultation préalable de la communauté musulmane a suscité des réactions diverses. D’aucuns l’ont perçue comme une ingérence, s’interrogeant sur le respect du principe de séparation de l'Église et de l'État.

En septembre 2022, un jugement du tribunal de première instance de Bruxelles a établi une ingérence dans la gestion du culte musulman, soulignant des décisions et déclarations du ministre de la Justice. Il serait intéressant de comprendre la nature des interactions entre le gouvernement et les représentants des communautés religieuses.

Une concertation préalable a-t-elle eu lieu entre l'État fédéral et les Régions avant que cette décision soit prise ?

La Commission d'information et de concertation a-t-elle été consultée sur cette question ? Comment évaluez-vous le travail de cette commission jusqu'à présent ?

Il serait en outre utile de savoir qui est, aujourd'hui, l'interlocuteur officiel de la Région pour la communauté musulmane en Belgique : l'EMB ou le Conseil musulman de Belgique ? J’ai rédigé cette question avant que le Conseil d’État rende sa décision. La situation a donc été clarifiée dans l’intervalle.

Il serait également pertinent de comprendre le rôle de l'ASBL Association de gestion de la Grande mosquée de Bruxelles. Est-elle toujours l'interlocuteur privilégié de la Région pour la reconnaissance de la Grande mosquée, sachant que la Région y a un représentant ? Comment la transition s’opérera-t-elle ?

De scheiding van kerk en staat is een democratisch basisbeginsel. Het houdt in dat geloofsgemeenschappen hun interne aangelegenheden mogen regelen zonder inmenging van de overheid.

Daarnaast verwijs ik naar de informatie- en overlegcommissie voor de religies, die de coördinatie tussen de federale regering en de deelregeringen bij het opstellen en uitvoeren van maatregelen met betrekking tot de religies nastreeft.

De beslissing van federaal minister van Justitie Van Quickenborne om een moslimraad op te richten zonder voorafgaand overleg met de moslimgemeenschap kwam volgens sommigen op inmenging neer. In september 2022 bevestigde de rechtbank van eerste aanleg van Brussel die interpretatie.

Vond er voorafgaand overleg plaats tussen de federale regering en de gewestregeringen plaats?

Werd de informatie- en overlegcommissie vooraf geraadpleegd? Hoe beoordeelt u de werkzaamheden van die commissie?

Wie is nu eigenlijk de officiële gesprekspartner die de moslimgemeenschap vertegenwoordigt ten aanzien van het Brussels Gewest?

Is de vzw Association de gestion de la Grande mosquée de Bruxelles nog steeds de bevoorrechte gesprekspartner van het gewest met betrekking tot de erkenning van de Grote Moskee? Het gewest heeft immers een vertegenwoordiger voor het beheer van die moskee.

Partager
12:03 § 365 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je débuterai mon intervention par la situation de l’ Exécutif des musulmans de Belgique (EMB) .

Le 15 juin dernier, l’arrêté royal portant reconnaissance d'un organe représentatif provisoire du culte islamique en Belgique a été publié au Moniteur belge. Outre l’instauration du Conseil musulman de Belgique comme organe représentatif provisoire du culte islamique en Belgique, l’arrêté en question abroge également les dispositions insérées dans l'arrêté royal du 29 septembre 2022 relatif au retrait de la reconnaissance de l'EMB, qui confiaient au bureau de celui-ci la continuité du service public.

L’arrêté royal désignant l’ASBL Conseil musulman de Belgique (CMB) comme organe représentatif provisoire du culte islamique en Belgique est entré en vigueur le 26 juin dernier. Le ministre de la Justice a pris cette décision sans concertation préalable avec les entités fédérées. La Commission d’information et de concertation pour les cultes n’a donc pas été consultée.

Le dimanche 11 juin, en soirée, mon cabinet a reçu un courriel du cabinet du ministre de la Justice nous informant de son intention d’envoyer une communication à l’EMB pour « annoncer que l’ASBL Conseil musulman de Belgique sera reconnue en tant qu'organe représentatif temporaire. Le groupe disposera de deux ans pour organiser des élections transparentes ».

Une réunion de la Commission d’information et de concertation était prévue de longue date, quelques jours plus tard, le 15 juin. C’est lors de cette réunion que nous avons appris que l’arrêté royal susmentionné allait être publié au Moniteur belge dans la journée.

Comme je l’ai précisé précédemment, sur la base de la décision du gouvernement fédéral et selon l’arrêté royal du 12 juin dernier, le CMB est désormais l’interlocuteur officiel des autorités publiques et donc de la Région de Bruxelles-Capitale.

Le 30 juin, à la suite de notre demande, le ministre de la Justice nous a transmis, ainsi qu’à l’ensemble des entités fédérées, les coordonnées de contact, d’une part, de l’administration du culte islamique et, d’autre part, du CMB, lequel ne dispose pas encore d’adresse mail générique, mais peut être contacté via sa présidente.

Je constate donc, sur l’ensemble du dossier du retrait de la reconnaissance de l’EMB, que la Commission d’information et de concertation a uniquement servi de lieu d’information a posteriori des entités fédérées concernant les mesures prises par le ministre de la Justice.

Pour ce qui concerne l’ASBL Association de gestion de la Grande mosquée de Bruxelles et son articulation dans ce processus de transfert d’organe représentatif de l’EMB vers le CMB, je suis actuellement dans le même questionnement que vous et en attente d’éclaircissements de la part du ministre de la Justice.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Op 15 juni 2023 verscheen het koninklijk besluit tot erkenning van een voorlopig representatief orgaan voor de islamitische eredienst in België in het Belgisch Staatsblad. Naast de oprichting van de Moslimraad van België houdt het besluit ook de opheffing in van de bepalingen betreffende de intrekking van de erkenning van de Belgische Moslimexecutieve, op basis waarvan haar bureau de dienstverlening kon voortzetten.

Sinds 26 juni 2023 is de Moslimraad van België het voorlopige vertegenwoordigende orgaan van de islam in België. Federaal minister van Justitie Van Quickenborne nam die beslissing zonder voorafgaand overleg met de deelstaten. Tijdens de vergadering van de Informatie- en overlegcommissie op 15 juni 2023 vernamen we dat de tekst in de loop van diezelfde dag in het Belgisch Staatsblad zou verschijnen. Als gevolg daarvan is de Moslimraad van België momenteel de officiële gesprekspartner van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Informatie- en overlegcommissie heeft dus uitsluitend gediend om de deelregeringen achteraf van de beslissingen van de federale minister op de hoogte te brengen.

Wat de vzw Association de gestion de la Grande mosquée de Bruxelles betreft, zit ik met dezelfde vragen als u. Ik wacht op meer informatie van federaal minister Van Quickenborne.

Partager
12:06 § 367 → Vidéo
Partager

Concernant le recensement des communautés islamiques reconnues et non reconnues, malgré les difficultés auxquelles est confronté l’organe représentatif du culte islamique, son administration a continué à fonctionner afin de nous fournir les informations demandées. Le 5 juin, ses services nous ont transmis la liste des communautés islamiques en Région de Bruxelles-Capitale. Celle-ci renseigne 26 communautés reconnues, 10 demandes en suspens et 30 communautés qu’il convient d’enregistrer.

En ce qui concerne les moyens à disposition pour faire en sorte que tous les organes représentatifs respectent leurs obligations - ce qui, en l’espèce, est le cas -, l’article 3, § 1 de l’ordonnance organique de la gestion des intérêts matériels des communautés cultuelles locales reconnues du 10 décembre 2021 impose aux organes représentatifs une information annuelle. Cette obligation s’insère dans un processus global d’organisation des communautés cultuelles locales qui ont demandé et obtenu leur reconnaissance auprès de l’autorité régionale.

L’autorité régionale n’a aucune compétence en ce qui concerne les organes représentatifs eux-mêmes. En dehors des courriers de rappel, je ne dispose dès lors d’aucun moyen de coercition. Au pire, dans l’hypothèse d’une inaction prolongée de l’organe représentatif, je pourrais constater qu’au moins une des conditions de reconnaissance d’une communauté locale - à savoir être inscrite au registre - n’est plus remplie. Dans cette hypothèse extrême, il pourrait être fait application de l’article 5 de l’ordonnance. Il m’incomberait alors, conformément au § 2 de celui-ci, de prévenir l’organe représentatif de la procédure de retrait de reconnaissance des communautés cultuelles locales concernées.

Vu les informations que je viens de vous communiquer, nous sommes très loin de cette extrémité. Je suis toujours partant pour les évaluations mais, ici, je propose que nous attendions encore un peu, d'autant que l'actualité est mouvante. Cela fait à peine six mois que le système est mis en place !

Ondanks de problemen heeft het representatieve orgaan het gewest wel de gevraagde informatie bezorgd. Op de op 5 juni 2023 ontvangen lijst van moslimgemeenschappen in Brussel staan 26 erkende gemeenschappen, 10 waarvoor een aanvraag loopt en 30 die geregistreerd moeten worden.

De organieke ordonnantie 2021 verplicht de representatieve organen om jaarlijks die informatie te verstrekken. De gewestregering beschikt echter over geen enkele bevoegdheid wat de representatieve organen betreft. Buiten herinneringen verzenden, kan ik weinig doen. In het ergste geval, als een representatief orgaan langdurig nalaat de betrokken informatie te bezorgen, kan ik vaststellen dat er aan minstens een van de erkenningsvoorwaarden niet langer is voldaan. Dan kan de procedure voor de intrekking van de erkenning van de betrokken gemeenschappen starten.

Van een dergelijke situatie is echter hoegenaamd geen sprake. Ik ben voor evaluaties, maar ik stel voor dat we nog even wachten. Het nieuwe systeem bestaat immers nauwelijks zes maanden.

Partager
12:08 § 369 → Vidéo
Partager

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Nous en savons désormais un peu plus concernant la situation et la gestion en affaires courantes par l'administration représentative du culte musulman, qui est effectivement en difficulté. Chacun aura son interprétation des choses.

Le bouddhisme a été reconnu dernièrement et l'hindouisme vient frapper à la porte. Cela engendrera sans doute des dépenses supplémentaires. S'agissant de la laïcité organisée dont je suis l'un des représentants au sein de cette commission ainsi que l'atteste mon vote de l'ordonnance en 2021, je tiens à rappeler le principe de séparation des « Églises » et de l'État. Il ne s'agit ni d'un culte ni d'une croyance et il n'y a aucune référence mystique. Nous parlons donc de choses différentes. Même Bouddha a été sujet à une révélation - la révélation de la souffrance - qui confère un caractère mystique au bouddhisme qu'on ne trouve pas dans la laïcité, laquelle est bien ancrée dans le temps et le réel.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Uw antwoord brengt wat meer duidelijkheid over de situatie en het beheer van de lopende zaken bij het representatieve orgaan van de islam. Iedereen heeft zijn eigen kijk op die zaak.

Als vertegenwoordiger van de vrijzinnigen wil ik overigens het belang van de scheiding tussen kerk en staat nog eens benadrukken. Vrijzinnigheid is geen religie of geloof en kent geen mystieke referenties. Dat is dus heel wat anders.

Partager
12:09 § 371 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- J'ai pu voir, lors de certains rituels de la laïcité organisée, des gens se promener avec des flambeaux !

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Je ne fais pas de théologie...

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Nous avons un représentant de la laïcité organisée qui s'exprime au sein du Parlement. Je trouve cela étonnant, dans le cadre de la séparation de l'Église et de l'État. Mais soit.

Simplement, l'ordonnance votée demandait aussi de communiquer certaines informations dans le cadre des conceptions philosophiques non confessionnelles. À partir du moment où l'on pose une question sur les cultes, il convient d'également aborder ces mouvements. Sans doute poserai-je la même question que M. Magdalijns, mais sous l'angle des conceptions philosophiques non confessionnelles.

Pour le reste, j'entends que nous devons avancer sur la question de l'Exécutif des musulmans de Belgique et de la Grande mosquée. Je sais que vous deviez avoir des échanges avec le secrétaire d'État fédéral Mathieu Michel au mois de juillet.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le secrétaire d'État a reporté la réunion.

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- J'en prends acte, mais c'est regrettable. On ne peut tenir un discours sur le fait de reconnaître des lieux de culte et repousser des rendez-vous lorsqu'il s'agit de s'organiser pour assurer et financer le maintien en l'état du patrimoine fédéral. C’est vraiment problématique. Je vous adresserai une question écrite pour m'informer de la date de la prochaine réunion.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ik heb vrijzinnigen al in optochten met fakkels zien optrekken!

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Ik doe niet aan theologie ...

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- U vertegenwoordigt de vrijzinnigen en doet daar in het parlement uitspraken over. Dat is opmerkelijk.

In de ordonnantie was er sprake van het meedelen van gegevens over niet-confessionele levensbeschouwingen. Dan moeten we het ook over die bewegingen hebben.

Voorts moeten we de kwestie rond de Belgische Moslimexecutieve en de Grote Moskee aanpakken. Ik weet dat u daarover in juli met federaal staatssecretaris Michel overlegt.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Hij heeft de vergadering uitgesteld.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Dat betreur ik. Ik zal u in een schriftelijke vraag naar de nieuwe datum van het overleg vragen.

Partager
12:12 § 381 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La force du rituel tient à ce que celui-ci peut revêtir ou non une dimension mystique. Telle est ma vision de la laïcité, qui a de multiples visages. Certains laïques croient que la dimension mystique ne fait pas partie intégrante de la laïcité, mais cette conception n’est pas la mienne. Je défends toutefois autant ma laïcité que la leur.

La force de la laïcité, c'est son ouverture ; sa faiblesse, l'absence d'un corpus commun, et cette liberté nous amène à des visions différentes. Je suis souvent irrité de lire certaines définitions de la laïcité qui ne correspondent pas à ma conception, car certaines peuvent devenir le paravent d’idées extrêmes. Je le vis cependant de manière sereine et je revendique toujours mon droit à la différence.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De vrijzinnigheid kent vele gezichten. Sommige vrijzinnigen vinden de mystieke dimensie wel belangrijk. De grote kracht van de vrijzinnigheid is haar openheid en haar zwakheid schuilt in het gebrek aan een gemeenschappelijk corpus. Dat levert uiteenlopende visies op, waar soms extreme ideeën achter schuilgaan. Dat doet echter niets af aan het recht op verscheidenheid.

Partager
12:14 § 383 → Vidéo
Partager

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Le principe de liberté est précisément ce qui caractérise la laïcité. Nous ne voudrions pas d'un cadre à caractère dogmatique, qui lierait l'ensemble des personnes se revendiquant de la laïcité. Nous sommes entièrement d'accord sur ce point.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Bien entendu. Certaines personnes laïques, d'ailleurs, ne se reconnaissent pas à travers une quelconque appellation, et vont jusqu'à dénoncer une certaine instrumentalisation.

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- C'était bien le sens de mon propos.

Ensuite, je pense qu'il ne faut pas confondre, d'une part, le caractère mystique de certains cultes ou pratiques et, d'autre part, la symbolique que certains souhaitent mettre dans la laïcité, voire parfois dans les opinions politiques. On sait bien que certains se choisissent un flambeau, en politique, avec des significations nauséabondes. Il existe clairement une symbolique derrière la pratique quotidienne du principe de la laïcité et, par ailleurs, un caractère mystique qui appartient à certains, et nous ne le contestons pas.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Ik ben het ermee eens dat die vrijheid net kenmerkend is voor de vrijzinnigheid.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Natuurlijk. Sommige vrijzinnigen kunnen zich trouwens niet vinden in welke benaming dan ook en wijzen elke instrumentalisering af.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Dat is wat ik bedoel.

We mogen het mystieke karakter van bepaalde religies niet verwarren met de symboliek die sommigen aan de vrijzinnigheid willen koppelen als ze het over fakkels hebben.

Partager
12:15 § 389 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Lorsqu’il s’agit de philosophie ou de culte, je ne m’interroge pas sur ce qui sous-tend une pensée, un foulard ou un flambeau. Le dogmatisme peut être décelé un peu partout. Il existe autant de diversité chez les juifs et les musulmans que chez les laïcs.

Dès lors qu’un groupe décide d’être financé par l’État dans le cadre des cultes et de la philosophie, tous doivent être traités de la même manière. Chacun, ensuite, vit individuellement sa foi ou sa philosophie comme il l’entend, mais l’État doit être neutre. Or, j'estime qu’aujourd’hui, le traitement des philosophies et des cultes est différent, ce qui suscite des questions. Je ne comprends pas pourquoi le bouddhisme, le protestantisme, l’islam et la laïcité organisée seraient traités différemment.

À mon sens, nous devons envisager de tout ramener au niveau régional. Comme nous avons rapatrié certains cultes du niveau local au niveau régional, nous devons ramener les philosophies du niveau fédéral au niveau régional. Nous payons, nous décidons.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Pour les bouddhistes, la décision est en cours : le dossier a été envoyé au Conseil d’État le 17 mars et est encore à l’examen.

- Les incidents sont clos.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Dogmatisch denken vind je overal.

Groepen die zich door de staat laten financieren in het kader van een religie of levensbeschouwing, moeten gelijk worden behandeld. Iedereen beleeft zijn religie of levensbeschouwing op zijn manier, maar de staat moet neutraal blijven. Dat is vandaag niet het geval en dat roept vragen op. Ik zie niet in waarom boeddhisten, protestanten, moslims of vrijzinnigen anders behandeld zouden moeten worden.

Voor mij moet die bevoegdheid volledig naar het gewest komen. Wie betaalt, beslist.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De Raad van State onderzoekt het dossier over de erkenning van het boeddhisme momenteel nog.

- De incidenten zijn gesloten.

Partager
12:17 § 395 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Ahmed Mouhssin

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant le suivi et la mise en œuvre du plan global de sécurité et de prévention 2021-2024.

Mondelinge vraag van de heer Ahmed Mouhssin

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de follow-up en de uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan 2021-2024.

Partager
12:17 § 397 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Depuis la réforme de l’État et, principalement, la loi spéciale du 6 janvier 2014, l’architecture de la sécurité en Région bruxelloise a été redessinée. La Région bruxelloise s’est vu confier d’importantes responsabilités en matière de prévention et de sécurité.

Pour soutenir de manière pérenne la mise en œuvre de ces nouvelles responsabilités, le gouvernement bruxellois a mis en place Bruxelles Prévention et Sécurité (BPS), devenu depuis safe.brussels. L’accord de gouvernement bruxellois 2014-2019 charge celui-ci de rédiger le plan régional de sécurité, rebaptisé plan global de sécurité et de prévention (PGSP). Celui-ci traduit cette vision stratégique de l’avenir de la sécurité en Région bruxelloise en fixant les priorités régionales en matière de sécurité et de prévention. Il offre un cadre de référence stratégique à l’ensemble des acteurs du secteur en Région de Bruxelles-Capitale.

En tant qu'organisme centralisant les matières concernées, BPS a été chargé de la rédaction du PGSP et assure la coordination de sa mise en œuvre en rendant compte des mesures exécutées aux autorités compétentes.

Le nouveau PGSP 2021-2024 s’inscrit dans la trajectoire du premier plan 2017-2020, à la mise en œuvre duquel BPS et ses partenaires ont travaillé. Ce plan s'appuie sur neuf thématiques prioritaires : l'intégrité physique et psychique des personnes, la polarisation et la radicalisation, les drogues et les assuétudes, la traite et le trafic des êtres humains, les atteintes aux biens, la mobilité et la sécurité routière, l’environnement et les incivilités, le trafic et la fraude, et enfin, la gestion de crise et la résilience.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Sinds de jongste staatshervorming en de bijzondere wet van 6 januari 2014 heeft het gewest belangrijke bevoegdheden inzake preventie en veiligheid gekregen.

Om de uitvoering van die nieuwe bevoegdheden te ondersteunen, richtte de regering Brussel Preventie & Veiligheid op, dat ondertussen safe.brussels is geworden.

Safe.brussels is onder meer belast met het opstellen van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP) en het coördineren van de uitvoering ervan. Het brengt ook verslag over de uitgevoerde maatregelen uit aan de bevoegde overheden.

Het nieuwe GVPP 2021-2024 is opgebouwd rond negen prioritaire thema's, waaronder fysieke en psychische menselijke integriteit en polarisering en radicalisering.

Partager
12:19 § 399 → Vidéo
Partager

Le PGSP est un projet ambitieux, qui nécessite un suivi régulier. Trois organes sont responsables de la mise en œuvre de son suivi et de son évaluation, à savoir le Conseil régional de sécurité (Cores), le comité de coordination et les groupes de travail thématiques.

Les groupes de travail thématiques se réunissent chaque année et se concentrent sur neuf thématiques. Leur objectif principal est de suivre les mesures et les initiatives organisées dans ce cadre, en collaboration avec les délégués des différents partenaires concernés. Étant donné que le PGSP arrive déjà à échéance dans un an, il est important de faire le point sur son évaluation et ses avancées.

Tous les groupes de travail ont-ils été créés ? Quelle en est la composition ? Comment fonctionnent-ils ?

Le suivi politique se fait au niveau du Cores, qui doit se réunir plusieurs fois par an à cette fin. Un comité de coordination prépare les travaux de ce conseil. Comment le Cores réalise-t-il l'évaluation du plan et comment ses remarques sont-elles intégrées en vue d'une meilleure mise en œuvre du PGSP 2021-2024 ?

Quels nouveaux outils d’évaluation ont-ils été mis en œuvre, par rapport à l’ancien plan ?

Quelles avancées ont-elles été constatées dans le cadre du PGSP 2021-2024 ? Quels sont les écueils rencontrés dans sa mise en œuvre pour chacune des thématiques ?

Les partenaires de safe.brussels, à savoir les communes et les zones de police, doivent proposer des projets dans le cadre stratégique fixé par la mesure. Des projets ont-ils effectivement été proposés par certains partenaires de safe.brussels ? Le cas échéant, comment ont-ils été mis en œuvre ?

Het toezicht op de uitvoering van het plan gebeurt door de Gewestelijke Veiligheidsraad, het Coördinatiecomité en de thematische werkgroepen. Aangezien het GVPP al over een jaar ten einde loopt, is het belangrijk om een balans op te maken.

Zijn alle werkgroepen opgericht? Wat is hun samenstelling? Hoe werken ze?

Het politieke toezicht wordt uitgevoerd door de Gewestelijke Veiligheidsraad. Hoe evalueert de raad het plan en op welke manier is er rekening gehouden met zijn opmerkingen?

Welke nieuwe evaluatietools zijn er ingevoerd in vergelijking met het vorige plan?

Welke vooruitgang is er geboekt in het kader van het GVPP 2021-2024? Welke obstakels zijn er ondervonden bij de uitvoering van elk van de thema's?

Hebben de gemeenten en politiezones projecten voorgesteld binnen het strategische kader van het plan? Hoe werden die uitgevoerd?

Partager
12:21 § 401 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Dans le cadre du suivi du plan global de sécurité et de prévention (PGSP) 2017-2020, des réunions de coordination thématiques ont été organisées annuellement pour faire le point sur la mise en œuvre des différentes mesures sur la période de l'année donnée.

Lors de son élaboration, une nouvelle manière de suivre les mesures a été introduite, basée sur une approche par projet qui a permis de répondre de manière pragmatique à des objectifs opérationnels spécifiques. Ces projets sont suivis au sein de diverses plateformes thématiques, dont la composition et la fréquence varient, dans le but de faciliter la coopération avec plus de cent acteurs impliqués dans le paysage de la prévention, de la sécurité et de la gestion des crises en Région bruxelloise.

Citons par exemple la plateforme régionale radicalisation-polarisation, les groupes de travail violences intrafamiliales ou citoyen-police, ou encore la nouvelle plateforme drogues et addictions, qui a vu le jour au début de l'année 2023. Traditionnellement, ces plateformes sont composées de représentants des communes, des zones de police, des acteurs régionaux concernés ou de représentants du tissu associatif, complétés par des experts.

La coordination de ces cénacles thématiques est bien évidemment assurée au sein de safe.brussels par la désignation de référents thématiques. Cette nouvelle méthode de travail, qui se veut agile et flexible, rationalise la mobilisation des partenaires et repose sur un suivi basé sur des plans annuels de mise en œuvre qui décrivent l'état d'avancement des mesures du PGSP.

Dans ce contexte, l'année 2021 a été une année de transition au cours de laquelle les différents instruments d'appui pour permettre ce suivi ont été adaptés compte tenu de la situation induite par le Covid-19, qui a nécessité un ajustement drastique des mécanismes de concertation.

Pour ces raisons, il a été choisi de fusionner les plans annuels de mise en œuvre pour la période 2021 et 2022 sur une base unique : un document qui est actuellement finalisé et qui sera mis à la disposition des autorités compétentes. Les plans annuels de mise en œuvre élaborés dans le cadre du suivi et de la mise en œuvre du PGSP sont présentés au Conseil régional de sécurité (Cores) afin qu'il puisse assumer son rôle de suivi, d'orientation et d'évaluation du plan. Tous les acteurs ont ainsi la possibilité de faire des commentaires, qui seront soit intégrés dans la mise en œuvre du plan actuel, soit pris en considération dans l'élaboration du prochain PGSP.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Om de uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan (GVPP) te beoordelen, zijn thematische platforms opgericht, waarvan de samenstelling en vergaderfrequentie varieert. Voorbeelden zijn het gewestelijk platform radicalisering-polarisering, de werkgroepen Huiselijk Geweld en Burger-Politie, en het nieuwe platform drugs en verslavingen. Die platforms bestaan traditioneel uit vertegenwoordigers van de gemeenten, de politiezones, de betrokken gewestelijke instanties of vertegenwoordigers van verenigingen, aangevuld met deskundigen.

De coördinatie van die thematische platforms wordt binnen safe.brussels verzekerd door de aanstelling van thematische referenten.

De monitoring gebeurt aan de hand van jaarlijkse uitvoeringsplannen die de voortgang van de maatregelen van het GVPP beschrijven.

Wegens de coronacrisis moesten de verschillende ondersteuningsinstrumenten voor de monitoring worden aangepast. Daarom werd beslist om de jaarlijkse uitvoeringsplannen voor 2021 en 2022 samen te voegen in één document, waaraan momenteel de laatste hand wordt gelegd.

De jaarlijkse uitvoeringsplannen worden voorgelegd aan de Gewestelijke Veiligheidsraad. De opmerkingen worden ofwel verwerkt in de uitvoering van het huidige plan, ofwel in aanmerking genomen bij het volgende plan.

Partager
12:24 § 403 → Vidéo
Partager

Le suivi concret du PGSP se fait au niveau des mesures thématiques, en recherchant les partenaires appropriés ou par le lancement de projets, à l'initiative de safe.brussels.

L'importance du suivi et de l'évaluation sont intégrés dans cette stratégie. Lors du développement des projets, l’évaluation est prise en compte et, en ce qui concerne les communes par exemple, des informations sont systématiquement collectées sur les ambitions et les réalisations des activités subventionnées par safe.brussels qui contribuent à la réalisation du PGSP. En d'autres termes, l'évaluation par les partenaires et la communication des résultats sont activement encouragées.

Le PGSP fait lui-même l'objet d'une révision à mi-parcours, basée sur le processus de mise en œuvre et les éventuels résultats déjà obtenus, et ce afin de contribuer à assurer et à ajuster, le cas échéant, la réalisation des ambitions du plan. Cet examen à mi-parcours est en cours.

Le principal défi pour safe.brussels dans le suivi et la mise en œuvre du PGSP est de pérenniser les canaux d'information et d'échange avec les partenaires, pour permettre la collecte d'informations sur l'avancement de tous les projets, activités et contributions.

Compte tenu de la diversité de ces différentes contributions au plan, un outil de suivi très flexible et numérisé devrait être développé à terme, en tenant compte des exigences de sécurité qui s'y rattachent.

Les premiers résultats dans le cadre de la mise en œuvre du PGSP, pour la période 2021-2022, seront présentés aux membres du Cores avant la fin de l'année.

Safe.brussels hecht veel belang aan de monitoring en de evaluatie van de projecten. In het geval van de gemeenten wordt er systematisch informatie verzameld over de resultaten van de activiteiten die safe.brussels subsidieert en die bijdragen tot de verwezenlijking van het GVPP. Evaluatie door de partners en communicatie over de resultaten worden actief aangemoedigd.

Het GVPP zelf wordt onderworpen aan een tussentijdse evaluatie om indien nodig het proces te kunnen bijsturen. Die tussentijdse evaluatie is momenteel aan de gang.

De belangrijkste uitdaging voor safe.brussels bestaat erin te zorgen voor permanente informatie-uitwisseling met de partners. Gezien de vele bijdragen aan het GVPP moet er een zeer flexibel en digitaal monitoringinstrument worden ontwikkeld.

De uitvoeringsresultaten voor de periode 2021-2022 zullen voor het einde van het jaar aan de leden van de Gewestelijke Veiligheidsraad worden voorgesteld.

Partager
12:25 § 405 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Je déposerai des questions écrites sur les plans annuels.

Il serait bon d'avoir une réflexion sur le rôle du Conseil régional de sécurité , comme je l'ai déjà suggéré précédemment. À l'origine, il a été créé comme lieu de coordination pour le plan global de sécurité et de prévention. Or, pendant la crise sanitaire, il a joué un rôle très différent et nécessaire. Nous n'en avons pas tiré les leçons et n'avons pas changé de manière légale son rôle. Cette modification est pourtant indispensable pour le contrôle parlementaire et pour le bon fonctionnement de nos institutions. C'est un exercice auquel il faudra se plier dans les prochaines années.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ik zal schriftelijke vragen over de jaarlijkse uitvoeringsplannen indienen.

De Gewestelijke Veiligheidsraad werd onder meer opgericht om het GVPP te coördineren. Tijdens de gezondheidscrisis speelde hij echter een heel andere rol. De wettelijke rol moet daaraan aangepast worden, want dat is essentieel voor de parlementaire controle en de goede werking van de instellingen.

Partager
12:26 § 407 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les partis intéressés pourraient intégrer ce point, non pas dans leur programme électoral, mais dans les demandes de modification de l'architecture post-2024, puisqu'elle nécessite une adaptation de la loi fédérale. Il ne devrait pas faire l'objet de grands marchandages.

Comme vous l'avez rappelé, le point de départ du Conseil régional de sécurité est très limité, ne serait-ce que dans sa composition initiale. Nous avons adapté de facto cet outil pour en faire un véritable lieu de concertation et de coordination en matière de sécurité et de prévention en Région bruxelloise. Nous continuons d'ailleurs à travailler par visioconférence car le nombre d'acteurs est trop élevé.

- L'incident est clos.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Dat vereist een aanpassing van de federale wetgeving.

De opdracht en de samenstelling van de Gewestelijke Veiligheidsraad waren oorspronkelijk inderdaad heel beperkt. We hebben het instrument de facto aangepast om er een echt forum voor overleg en coördinatie inzake veiligheid en preventie van te maken, waarbij vele spelers betrokken zijn.

- Het incident is gesloten.

Partager
12:28 § 411 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van de heer Arnaud Verstraete

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende preventieve aanhoudingen van Brusselse jongeren.

Demande d'explications de M. Arnaud Verstraete

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les arrestations préventives de jeunes Bruxellois.

Partager
12:28 § 413 → Vidéo
Partager

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Dominiek Lootens-Stael

betreffende preventieve aanhoudingen bij risico's op rellen en plunderingen.

Demande d'explications jointe de M. Dominiek Lootens-Stael

concernant les arrestations préventives en cas de risques d'émeutes et de pillages.

Partager
12:28 § 415 → Vidéo
Partager

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- We hebben allemaal de vreselijke beelden gezien van de grootschalige rellen en vernielingen in Frankrijk naar aanleiding van de dood van Nahel, die op 27 juni doodgeschoten werd door een politieagent bij een verkeerscontrole. Uit vrees voor het overwaaien van dergelijke rellen vanuit Parijs naar Brussel ging de Brusselse politie over tot de preventieve aanhouding van jongeren. Er zijn dan ook beelden van jongeren die rustig op een bankje zaten, bijvoorbeeld aan het Muntplein, of onderweg waren naar school om hun rapport op te halen en plots geboeid werden afgevoerd naar een politiebusje. Volgens hen gebeurde dat zomaar, zonder reden en zonder uitleg.

Preventieve aanhoudingen zijn mogelijk als de politie vermoedt dat iemand een gevaar kan vormen voor de openbare orde of een misdrijf gaat plegen, maar dan moet er wel sprake zijn van duidelijke aanwijzingen in verband met de intenties van een persoon. Het is met andere woorden een instrument dat omzichtig gehanteerd moet worden en als die duidelijke aanwijzingen ontbreken, lopen minderjarigen die niets verkeerds gedaan hebben, het risico om op onzachte wijze opgepakt te worden. Dat leidt op zijn beurt tot een diepgaand geschonden vertrouwen in de ordediensten, terwijl dat vertrouwen noodzakelijk is bij betrokken onschuldige personen. Martien Schotsmans, directeur van het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens, zei daarover: "Een algemeen of vaag vermoeden volstaat niet om mensen preventief van hun vrijheid te beroven."

Het is niet de eerste keer dat die techniek gebruikt werd. In mei 2023 werd de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene door het Brusselse hof van beroep zelfs veroordeeld voor de aanhouding van 22 activisten van Extinction Rebellion in 2019. Die activisten hadden toen materiaal bij zich dat de politie deed vermoeden dat zij iets beraamden, maar volgens de rechter waren de arrestaties illegaal en arbitrair. De aanwezigheid van dat materiaal volstond volgens de rechter dus niet om iemand preventief op te pakken. Toch gebeurt nu hetzelfde en zelfs op een grotere schaal. Vrijdag werden 94 personen administratief aangehouden, onder wie 80 minderjarigen; zaterdag waren het er nog eens 35. Uiteindelijk waren er 200 aanhoudingen in totaal.

M. Arnaud Verstraete (Groen).- Le décès de Nahel le 27 juin dernier, lors d'un contrôle routier, a provoqué des émeutes et des destructions à grande échelle en France. Craignant qu'elles ne se propagent dans notre Région, la police bruxelloise a récemment procédé à des arrestations préventives - et parfois arbitraires - de jeunes.

L'arrestation préventive est un outil qui doit être utilisé avec prudence, et uniquement s'il existe des indications claires que l'ordre public est menacé ou qu'un délit pourrait être commis. Sans quoi des mineurs qui n'ont rien fait de mal courent le risque d'être arrêtés sans ménagement. Il en résulte une perte de confiance profonde dans les forces de l'ordre.

En mai 2023, la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles a été condamnée par la cour d'appel de Bruxelles pour l'arrestation arbitraire et illégale de 22 activistes d'Extinction Rebellion en 2019. Pourtant, la situation se reproduit aujourd'hui, et à plus grande échelle, puisque pas moins de 200 jeunes ont été arrêtés ces derniers jours.

Partager
12:30 § 417 → Vidéo
Partager

De politie heeft ook al naar buiten gebracht dat negen jongeren daadwerkelijk een aanslag beraamden op een politiecommissariaat. Dat lijkt er dus op te wijzen dat minstens een deel van de aanwijzingen klopten en dat aanhoudingen in die gevallen gerechtvaardigd waren.

Het is een echte verdienste van de Brusselse politie dat de rellen niet zijn overgewaaid. Zij staat voor een heel moeilijke uitdaging en toch gaat ze die dag in, dag uit aan. Daarvoor verdient ze alle lof.

Toch is het noodzakelijk dat we ons buigen over de gehanteerde methodes, zeker gezien het broze vertrouwen tussen de Brusselse jongeren en de politie. We moeten dat vertrouwen herstellen en dat zal niet vanzelf gaan. Belangrijk daarvoor zijn een betere wijk- en gemeenschapswerking van de politie, waarbij tussenpersonen het eerste aanspreekpunt vormen.

Ten slotte moet er ook een maatschappelijk debat komen over de rol van de ouders en de omgeving van de jongeren. In een communicatie van 5 juli spreekt de politie over professioneel profileren of daderprofilering in plaats van etnisch profileren. Korpschef Michel Goovaerts wees ook op het belang van de dialoog met de ouders en zei dat arrestaties daar een gelegenheid toe bieden, omdat de ouders dan hun kinderen moeten komen ophalen.

Les arrestations étaient justifiées dans certains cas, puisqu'il s'est avéré que neuf jeunes avaient planifié une attaque contre un commissariat de police.

La police a manifestement réussi à éviter des émeutes, mais il convient néanmoins d'examiner les méthodes utilisées, car nous devons rétablir la confiance des jeunes envers elle. Pour ce faire, il importe de renforcer la police de proximité.

Enfin, un débat public gagnerait à être ouvert sur le rôle des parents et l'entourage des jeunes. Pour le chef de corps Michel Goovaerts, le moment où les parents viennent chercher les jeunes arrêtés constitue, par exemple, une occasion d'entamer le dialogue.

Partager
12:32 § 419 → Vidéo
Partager

Welke aanwijzingen waren er om over te gaan op preventieve aanhoudingen?

Moet er een aanwijzing zijn voor elke jongere die wordt aangehouden? Is dat de standaardprocedure? Op welke gronden wordt dat intern goedgekeurd? Welk gevolg is er gegeven aan de uitspraak van het Brussels hof van beroep? Hoe komt het dat de methode toch opnieuw werd toegepast?

Hoe worden preventieve aanhoudingen op een dergelijke grote schaal gerijmd met mensen- en kinderrechten in dit geval?

Hoe zijn de contacten tussen de politie en de verschillende gemeenschappen en wijken? Werden de 'groene hesjes' of de zogenaamde grote broers ingeschakeld?

De politie gaf zelf aan dat nabespreking met ouders en betrokken jongeren essentieel is. Is dat al gebeurd met alle aangehouden jongeren en wat zijn de resultaten? Zijn er geen andere manieren om de ouders te betrekken dan via een arrestatie?

Welke initiatieven plant de regering om het vertrouwen tussen politie en jongeren te herstellen en te versterken op langere termijn?

Op welke manier werd u geïnformeerd en geconsulteerd over en betrokken bij de toepassing en afhandeling van de preventieve aanhoudingen?

Strookt die manier van werken met de preventie- en veiligheidsbeleidslijnen van safe.brussels?

Sur quelles indications les arrestations préventives ont-elles reposé ? Quelle suite a-t-elle été donnée à l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles ? Comment des arrestations d'une telle ampleur sont-elles conciliées avec le respect des droits humains et de l'enfant, et avec les directives de safe.brussels ?

Comment se déroulent les contacts entre la police et les différents quartiers et communautés ?

La police a-t-elle pu discuter avec les parents et les jeunes arrêtés ? Faut-il vraiment une arrestation pour rencontrer les parents ?

Comment le gouvernement compte-t-il rétablir la confiance des jeunes envers la police ?

Dans quelle mesure avez-vous été consulté et impliqué dans les arrestations préventives ?

Partager
12:34 § 421 → Vidéo
Partager

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Het jammere overlijden van een minderjarige delinquent in Nanterre zorgde voor dagen en nachten chaos in de Franse steden, waarbij de brandstichtingen, moordpogingen op politieagenten en plunderingen haast niet meer te tellen waren.

Ook in Brussel organiseerden minderjarige relschoppers zich vrij snel om anarchie te zaaien en criminele feiten te plegen. Gelukkig bleef het relatief rustig in de hoofdstad, met dank aan de politiediensten en hun professionele aanpak. Een van de gebruikte technieken was het preventief aanhouden van jongeren van wie het vermoeden bestond dat ze zouden kunnen overgaan tot relschoppen.

Zo werden er op enkele dagen een tweehonderdtal personen preventief aangehouden, tot grote verontwaardiging van de linkse pers en de aanverwante mensenrechtenactivisten waarnaar collega Verstraete al verwees. "Het zijn altijd jongeren uit bepaalde buurten, altijd jongeren met een bepaalde huidskleur. Toeval?” Hier citeer ik een bekende mensenrechtenadvocaat in de media.

Dat bepaalde advocaten, journalisten of politici tot deze conclusie komen wijst op een malaise binnen de samenleving. Elke Brusselaar met een klare geest weet dat amok, onrust of plunderingen vaak ontstaan in de wijken waar bepaalde etnische groepen al lang geen minderheid meer zijn.

Wie in die wijken controles organiseert, maakt automatisch, wiskundig zelfs, meer kans om amokmakers tegen te komen. Maar dat mag dus klaarblijkelijk niet gezegd worden van zij die de politie zo graag beschuldigen van etnisch profileren. Of moeten we nu ook quota invoeren en bejaarden of zwangere vrouwen beginnen controleren om zo de harde realiteit van het falende integratiebeleid te verdoezelen?

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Le décès regrettable d'un mineur délinquant à Nanterre a provoqué des scènes de chaos en France. Très vite, des mineurs se sont organisés à Bruxelles pour créer des émeutes et commettre des actes criminels. Heureusement, nous n'avons déploré aucun incident majeur, grâce au professionnalisme des forces de police, qui ont procédé à l'arrestation préventive de quelque 200 jeunes.

Des activistes des droits humains et des journalistes de gauche reprochent à la police de faire preuve de profilage ethnique en s'en prenant toujours aux jeunes des mêmes quartiers et d'une couleur de peau spécifique, mais cela ne fait que refléter le malaise qui règne au sein de la société. Faut-il introduire des quotas et commencer à contrôler les personnes âgées ou les femmes enceintes pour dissimuler la dure réalité de l'échec de la politique d'intégration ?

Partager
12:37 § 423 → Vidéo
Partager

Eén zaak is duidelijk: de preventieve aanhoudingen hebben ertoe bijgedragen dat de Franse chaos niet naar onze stad is overgewaaid. Het is gebleken dat men recht en orde op het grondgebied kan vrijwaren wanneer de wil daartoe leeft.

Helaas heeft Brussel in het verleden ook plunderingen, brandstichtingen en rellen gekend, bijvoorbeeld tijdens de EK-voetbalmatchen van Marokko of tijdens de Black Lives Matter-betogingen. Toen moesten burgers lijdzaam toekijken hoe hun bezittingen vernield werden, de politie geviseerd werd of de wet tijdelijk niet meer bestond. Ik hoop dat deze regering in de toekomst niet zal aarzelen om de kaart van recht en orde te trekken. Veiligheid is een recht van ons allemaal!

Welke maatregelen werden er getroffen gedurende de nachten van onrust in Frankrijk om het overwaaien van de chaos naar de Belgische hoofdstad te vermijden?

Hebben de preventieve aanhoudingen een positieve bijdrage geleverd aan het voorkomen van rellen, brandstichtingen en plunderingen?

Is de regering van plan om het instrument van preventieve aanhoudingen uit te breiden naar elke escalerende situatie waarbij een risico bestaat op willekeurig geweld en grove storingen van de openbare orde? Zal ze dat middel meer gebruiken om met succes de dreiging van rellen en wanorde zo snel mogelijk de kop in te drukken en op die manier escalatie te voorkomen?

Les arrestations préventives ont clairement démontré leur efficacité, mais Bruxelles a déjà connu des pillages, des incendies criminels et des émeutes par le passé. J'espère que le gouvernement n'hésitera plus à jouer la carte de l'ordre public, car la sécurité est un droit pour tous !

Quelles mesures ont-elles été prises pour éviter que la rébellion en France ne s'étende à la capitale belge ?

Le gouvernement a-t-il l'intention d'étendre l'arrestation préventive à toute situation d'escalade ?

Partager
12:39 § 425 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- In de eerste plaats wil ik de politie bedanken voor het uitstekende werk. Veel mensen hebben met een ontzettend bang hart gekeken naar wat er in Frankrijk is gebeurd. De beelden waren ontstellend. Meteen ontstond de vrees dat de rellen naar Brussel zouden overslaan, zoals ook in het verleden gebeurde.

"Het is mede dankzij de preventieve aanhoudingen dat we de rust in de hoofdstad konden bewaren," zegt Ilse Van de keere, woordvoerster van de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene. "Zowel vrijdag- als zaterdagavond waren er oproepen op sociale media om de openbare orde te verstoren, waardoor we ingegrepen hebben. Bij enkele personen die aangehouden werden, troffen we onder meer bivakmutsen en allerlei soorten wapens aan. Van politiecollega's uit Frankrijk horen we dat ze het betreuren dat men het systeem van preventieve aanhouding daar niet kent."

Een preventieve aanhouding is mogelijk wanneer een samenscholingsverbod is uitgesproken of wanneer op sociale media oproepen circuleren om de openbare orde te verstoren. Het gaat dus niet om willekeur, maar om een vorm van administratieve aanhouding, waarbij agenten iemand tijdelijk van zijn vrijheid kunnen beroven omdat er wordt gevreesd dat hij of zij de openbare orde zal verstoren. Met andere woorden: de feiten zijn nog niet gepleegd, maar men vreest wel dat de persoon daartoe in staat is. Nogmaals: het gaat niet om willekeur, de mensen zijn gekend bij de politie.

Er is bovendien een duidelijk kader. De vrijheidsberoving mag maximaal twaalf uur duren. De politie kan de persoon vroeger vrijlaten als de dreiging verdwenen is. Als een persoon die preventief is aangehouden, nadien toch nog strafbare feiten pleegt, kan de administratieve aanhouding in een gerechtelijke aanhouding worden omgezet.

Er zijn inderdaad veel minderjarigen preventief aangehouden. "Dat is iets wat men bij de rellen in Frankrijk ook vaststelt", zegt de politiewoordvoerster. "Net als bij de meerderjarigen nemen we minderjarigen mee naar het commissariaat, waar hun identiteit wordt gecontroleerd, een pv wordt opgesteld en de ouders worden gecontacteerd om de kinderen op te halen."

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Je voudrais saluer l'excellent travail de la police, qui a fait en sorte que les émeutes survenues en France ne se propagent pas chez nous. « C'est notamment grâce aux arrestations préventives que nous avons pu maintenir la paix dans la capitale », a déclaré la porte-parole de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles.

L'arrestation préventive n'est pas un acte arbitraire mais une forme d'arrestation administrative, qui permet aux agents de priver temporairement une personne de sa liberté parce qu'ils craignent qu'elle ne trouble l'ordre public.

En outre, le cadre est clairement défini : la privation de liberté ne peut excéder douze heures et la police peut libérer la personne plus tôt si la menace a disparu. Si une personne arrêtée préventivement commet des infractions par la suite, l'arrestation administrative peut être transformée en arrestation judiciaire.

De nombreux mineurs ont été arrêtés à titre préventif à Bruxelles. Une fois que leur identité est vérifiée, un rapport de police est établi et les parents sont contactés.

Partager
12:41 § 427 → Vidéo
Partager

Het gaat dus niet om etnische profilering, maar om daderprofilering en blijkbaar heeft dat in Brussel gewerkt. Collega's, u mag niet vergeten dat de politie onder de bevoegdheid van de burgemeester staat. In dit geval is dat Philippe Close. Het is met andere woorden een politieke beslissing en ik steun hem daar volmondig in.

Collega Verstraete, had u hetzelfde gedaan? Uit uw vraag leid ik af van niet. Met u als burgemeester van Brussel was de schade waarschijnlijk niet te overzien. Het is een hypothetische vraag, maar ik wil ze wel stellen. Wat had u gedaan? Was u opgedraaid voor de schade die tijdens nieuwe rellen zou zijn aangericht? Dat u er hier omheen praat in het parlement, bevordert het vertrouwen niet.

(Samenspraak)

Mijnheer de minister-president, was u betrokken bij de ordehandhaving? Was u aanwezig in het gewestelijke coördinatiecentrum? Was u betrokken bij de politieke beslissingen om de politie aan te sturen en preventieve aanhoudingen te verrichten? Welke stappen zijn daarin gezet? Kunt u toelichten welke rol u tijdens het weekend in kwestie hebt gespeeld?

Is er een evaluatie van de acties die toen hebben plaatsgevonden?

Il ne s'agit donc pas de profilage ethnique, mais de profilage des délinquants, et cette méthode semble avoir fonctionné à Bruxelles.

Monsieur Verstraete, qu'auriez-vous fait en tant que bourgmestre ? Auriez-vous payé pour les dégâts causés lors de nouvelles émeutes ?

(Rumeurs)

Monsieur le Ministre-Président, quel rôle avez-vous joué dans le maintien de l'ordre ainsi que dans les décisions ayant entraîné les arrestations préventives ?

Une évaluation des actions entreprises a-t-elle été effectuée ?

Partager
12:43 § 431 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Cette question nous rappelle l'importance du contrôle démocratique, de l'état de droit et des libertés individuelles. Je n'aimerais pas être à la place de M. Close et avoir le soutien du Vlaams Belang et de la N-VA en matière de sécurité. Arrêter 200 jeunes de manière préventive en nous faisant croire que c'est normal, anodin.

Lors des précédentes questions abordées aujourd'hui, le ministre-président a rappelé le rôle de la police dans la désescalade, la manière de faire de la prévention, d'être dans une situation tout autre qu'en France, où la police est armée comme s'il s'agissait de militaires. Nous refusons un maintien de l'ordre de ce type. Il faut s'interroger sur le profilage ethnique des personnes arrêtées. Bien sûr, si vous n'avez jamais été arrêté et privé de liberté pendant douze heures alors que vous n'avez absolument rien à vous reprocher, vous pouvez considérer, comme M. Vanden Borre, que cette arrestation est un fait anodin. Non, ce n'est pas anodin dans un état de droit ! Cela l'est peut-être dans l'État futur souhaité par M. Vanden Borre et j'en suis profondément choqué. Le Délégué général aux droits de l'enfant est également intervenu à ce sujet.

Il convient réellement de s'interroger sur la politique de maintien de l'ordre menée par la Ville de Bruxelles, en particulier par son bourgmestre M. Philippe Close. Arrêter 200 mineurs pour aboutir au constat que neuf d'entre eux présentaient des éléments concrets de violence (pétards ou armes en leur possession) !

Par ailleurs, depuis le 1er mars 2023, le pouvoir fédéral a strictement encadré le menottage des mineurs. Or, dans les images largement relayées, le menottage était systématique alors qu'il n'y avait pas de danger. Il doit y avoir résistance ou violence manifeste, ce qui n'était pas le cas.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- De kwestie toont nog maar eens aan hoe belangrijk democratische controle, de rechtsstaat en de individuele vrijheid zijn. Ik zou niet in de schoenen van de heer Close willen staan en door het Vlaams Belang en de N-VA worden toegejuicht voor mijn veiligheidsbeleid. Preventief tweehonderd jongeren oppakken is niets wat we normaal moeten vinden.

Die manier van ordehandhaving wijzen we af en we moeten ons afvragen of de etnische profilering van de ingerekende jongeren wel door de beugel kan. Wie nog nooit zonder reden is opgepakt en twaalf uur vastgezet, kan natuurlijk net als collega Vanden Borre vinden dat dat allemaal niet zo veel voorstelt, maar in een rechtsstaat gaat die redenering niet op!

Sinds 1 maart 2023 heeft de federale regering trouwens strikte regels uitgevaardigd voor het handboeien van minderjarigen, maar blijkbaar zijn er ook nu weer jongeren geboeid afgevoerd zonder dat ze verzet boden of gewelddadig waren.

Partager
12:45 § 433 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Il est de plus en plus fréquent que nous refassions dans cette commission le débat du conseil communal de la Ville de Bruxelles. À l'heure des commissions mixtes, qui plaisent à tout le monde, peut-être devrions-nous envisager, en fin de séance, d'organiser de temps à autre une commission mixte des Affaires intérieures du Parlement bruxellois et du conseil communal de la Ville de Bruxelles ? Nous devons être originaux, créatifs, nous rapprocher des citoyens, mais aussi des conseillers communaux.

À chaque question liée au maintien de l'ordre, on refait le même débat. Dommage que les intervenants venus poser leurs questions n'aient pas assisté à toute la séance.

(Rumeurs)

Nous avons eu l'occasion de discuter de la différence fondamentale du maintien de l'ordre à Paris et à Bruxelles. À Bruxelles, on parle de gestion négociée de l'espace public. Les débats reviendront à chaque fois. Car tous les trois mois, il y aura une nouvelle manifestation, avec des voitures et des trottinettes brûlées.

Je ne connais pas les informations dont disposait le bourgmestre. Je note que M. Vanden Borre, qui critique toujours le bourgmestre de la Ville de Bruxelles, félicite ici la police. Or c'est une gestion concertée. Y a-t-il eu trop ou pas assez d'arrestations administratives ? J'admets qu'il semble y en avoir eu beaucoup, d'après ce que j'entends, mais quand on gère un tel événement, on doit se baser sur des informations non scientifiques, celles qui remontent du terrain. Tout se décide en concertation avec la police. Si la situation avait débordé, on aurait reproché au bourgmestre de ne pas avoir pris ses responsabilités et à la police de ne pas avoir fait son travail.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- De commissie Binnenlandse Zaken doet hoe langer hoe vaker de debatten van de gemeenteraad van de stad Brussel over. Zou het een idee zijn om af en toe een gemengde commissie te organiseren? Telkens als het over ordehandhaving gaat, komen dezelfde vragen. Jammer dat niet alle sprekers de hele vergadering hebben bijgewoond.

(Rumoer)

Het valt me op dat collega Vanden Borre, die altijd kritiek heeft op de burgemeester van de stad Brussel, nu lovende woorden over de politie spreekt, maar handhaving gebeurt in overleg. Het lijkt alsof er veel administratieve aanhoudingen zijn gebeurd, maar in zulke gevallen moeten we het doen met onwetenschappelijke informatie van op het terrein. Als het uit de hand was gelopen, zouden we de burgemeester nu een gebrek aan verantwoordelijkheidszin aanwrijven.

Partager
12:47 § 437 → Vidéo
Partager

Au moins, nous avons abouti à un résultat. Certes, le résultat parfait aurait été qu'aucun incident ne survienne, mais tout le monde a probablement compris aujourd'hui que cela n'est plus possible. Des individus ont pris leurs responsabilités et ont fait leur travail. Ils sont ensuite critiqués au sein de cette commission, alors que nous ne disposons même pas d'éléments.

Sauf erreur de ma part, le ministre-président, qui est interpellé à cet égard, ne peut pas contrôler et sanctionner un bourgmestre sur cette matière. Le contrôle est judiciaire ou administratif, à travers le Conseil d’État. Il s'agit d'une prérogative propre au bourgmestre, qui valide immédiatement les arrestations qui sont ordonnées par un officier de police judiciaire. Cette procédure est tout à fait spécifique, étant donné qu'elle inclut une atteinte aux libertés. De même, lorsqu'on interdit préventivement une manifestation, un contrôle de l'ordre judiciaire ou du tribunal administratif s'opère. Quoi qu'il en soit, tout cela ne relève pas de notre compétence. Encore une fois, Monsieur le Président, nous débattons ici de sujets certes intéressants sur le plan philosophique, mais qui sortent du champ de cette commission. Mon collègue M. Verstraete a démarré avec le délit de fuite, qui est purement judiciaire et n'a rien à faire dans cette commission. Nous devons rester dans notre cadre.

Je suis convaincu qu'il importe d'améliorer les relations entre la police et les citoyens, à de nombreux d'égards. Notre commission y a d'ailleurs travaillé, donnant lieu à toute une série de résolutions, qui sont difficiles à mettre en place.

Toutefois, je ne demande qu'à apprendre. M. Verstraete a effectivement déclaré qu'il est en mesure de justifier que le sujet du délit de fuite entre dans le cadre de notre compétence. Nous verrons quelle réponse y apporte le ministre-président.

De aanpak heeft in ieder geval wat opgeleverd. Mensen hebben hun verantwoordelijkheid genomen en krijgen nu kritiek, terwijl we niet over alle informatie beschikken.

Tenzij ik me vergis, gebeurt de juridische of administratieve controle van het handhavingsbeleid van de burgemeester door de Raad van State. Aangezien in zulke gevallen de vrijheid wordt ingeperkt, gaat het om een erg specifieke procedure. Het is in geen geval een gewestelijke bevoegdheid, al is het een filosofisch interessant debat.

Partager
12:49 § 439 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik wil eerst duidelijk maken dat uw vragen meestal betrekking hebben op de operationele bevoegdheden en beslissingen van de bevoegde plaatselijke overheden. De vermelde uitspraak is al onderzocht door de plaatselijke overheden. In die context heb ik geen bevoegdheid om instructies te geven aan de politiediensten over preventieve aanhoudingen, waarvan de procedure en de toepassing worden geregeld door de federale Wet op het politieambt.

Voor het overige stonden de politieteams onder leiding van de korpschef van de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene van het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum voortdurend in contact met het terrein, met winkeliers, bewoners enzovoort, om de gepaste initiatieven te nemen. Het is niet aan mij om commentaar te leveren op operationele voorzieningen die zijn getroffen onder leiding van de korpschef en de bevoegde burgemeester.

Verder wijs ik erop dat het initiatief voor de nabespreking met de ouders en de jongeren bij de sanctionerende ambtenaar en het jeugdparket ligt.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Tout d'abord, je précise que je ne suis pas habilité à donner instruction aux forces de police de procéder à des arrestations préventives, dont la procédure et l'application sont régies par la loi fédérale sur la fonction de police.

Il ne m'appartient pas non plus de commenter les dispositions opérationnelles prises sous la direction du chef de corps et du bourgmestre compétent.

Par ailleurs, je souligne que le dialogue avec les parents et les jeunes incombe au fonctionnaire sanctionnateur et au parquet de la jeunesse.

Partager
12:50 § 441 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Nous avons beaucoup parlé de l'amélioration des relations entre les jeunes et la police. Quant aux arrestations administratives, j'en ai ordonné régulièrement en tant que bourgmestre. Cette mesure est démocratique, car elle est mise en œuvre sous la responsabilité politique du bourgmestre.

En vertu des compétences dont il est chargé - salubrité, sécurité publique, tranquillité, etc. -, un élu a le pouvoir d'ordonner une arrestation administrative. C'est sans doute là une situation unique au monde. Il ne s'agit pas d'une mesure générale préventive qui verrait des policiers cueillir des gens à leur domicile au petit matin au motif qu'une manifestation est annoncée.

(verder in het Frans)

Als burgemeester heb ik geregeld mensen administratief laten aanhouden. Dat is een democratische maatregel, die onder de politieke verantwoordelijkheid van de burgemeester wordt genomen.

Partager
12:52 § 443 → Vidéo
Partager

L'arrestation administrative et l'arrestation préventive sont deux notions très différentes. Le critère justifiant une arrestation administrative est celui du risque mesuré qu'un désordre, un délit, puisse être commis, par exemple lors d'une manifestation. L'arrestation administrative est sous la responsabilité politique du bourgmestre, en coordination avec les officiers présents sur le terrain, et fait toujours l'objet d'une gestion négociée.

À l'époque où j'étais bourgmestre, je signais tous les matins un registre dans lequel toutes les arrestations administratives étaient mentionnées, endossant de ce fait la responsabilité de l'arrestation administrative. Cela signifie également qu'un bourgmestre peut être amené à devoir rendre compte des actes qu'il a posés au conseil communal, au travers d'interpellations. C'est là le cheminement normal au sein d'une instance démocratique.

Een administratieve aanhouding en een preventieve aanhouding zijn twee heel verschillende dingen. Een administratieve aanhouding is gerechtvaardigd als er een risico op ordeverstoring of vergrijp bestaat. Ze gebeurt onder de politieke verantwoordelijkheid van de burgemeester en in samenspraak met de politie op het terrein.

Partager
12:53 § 445 → Vidéo
Partager

Toutefois, en cas de suspicion d'abus, des voies de recours existent. Des plaintes peuvent en effet être déposées si l'on estime que les procédures n'ont pas été respectées, notamment concernant l'utilisation de colsons. Cela fait partie d'un processus démocratique de contrôle de l'action policière.

À cet égard, il ne m'appartient évidemment pas de me substituer aux personnes compétentes.

En ce qui concerne les événements eux-mêmes, comme toujours, j'ai été tenu informé en permanence du déroulement de la situation au travers du centre de crise régional bruxellois . Nous disposons donc des moyens de communication nécessaires.

Nous nous sommes vite rendu compte que tous ces appels ne donnaient rien et qu'au fur et à mesure des rapports de situation (sitrep), le ballon se dégonflait très rapidement. Concernant les appels qui étaient faits régulièrement, les effectifs nécessaires ont été mis en place le deuxième jour, pour se rendre compte qu'ils ne servaient à rien. Ils ont été réduits progressivement et, le troisième jour, nous sommes arrivés à la conclusion qu'ils étaient devenus inutiles. Et rien ne s'est passé.

Je pense donc que la situation a été gérée comme il se doit. S'agissant des responsabilités, c'est un autre débat dans lequel je ne souhaite pas entrer.

Bij een vermoeden van misbruik kan een klacht worden ingediend. Dat is een onderdeel van het democratische proces om het optreden van de politie te controleren. In die zin mag ik geen uitspraken doen in de plaats van de bevoegde instanties.

Zoals altijd heeft het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum me voortdurend op de hoogte gehouden van de gebeurtenissen. De nodige manschappen zijn uitgestuurd, maar na drie dagen bleken de gemoederen bedaard te zijn. Uiteindelijk is er niets gebeurd.

Volgens mij is alles naar behoren verlopen. Over de verantwoordelijkheden wil ik het niet hebben.

Partager
12:55 § 447 → Vidéo
Partager

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Tijdens zijn antwoord op eerdere vragen over de rellen in Frankrijk gaf de minister-president aan dat de situatie daar zo uit de hand is gelopen onder meer omdat de politie tot de tanden gewapend was.

Op de website van safe.brussels staat dat de instelling door de staatshervorming onder meer bevoegd is voor de coördinatie van het veiligheidsbeleid, de observatie en registratie van criminaliteit, maar ook voor het uitwerken van een gewestelijk veiligheidsplan en het opstellen van richtlijnen. Bij die richtlijnen lezen we onder andere dat er aandacht moet zijn voor een inclusieve aanpak. Ik citeer: "Zo kan de impact worden gegarandeerd en kunnen we ongewenste neveneffecten zoals etnische profilering vermijden." Daarom vond ik het relevant om daarover een debat te voeren.

M. Arnaud Verstraete (Groen).- Le ministre-président a indiqué précédemment que la situation a notamment dégénéré en France parce que la police était armée jusqu'aux dents.

Safe.brussels est chargé, entre autres, de la coordination de la politique de sécurité, de l'élaboration d'un plan régional de sécurité et de la définition de lignes de conduite axées sur une approche inclusive, d'où ma question.

Partager
12:56 § 449 → Vidéo
Partager

Voor alle duidelijkheid herhaal ik dat de politie in die moeilijke context van de rellen knappe resultaten heeft voorgelegd, net zoals hun werk in het algemeen knappe resultaten oplevert in moeilijke omstandigheden.

Dat neemt niet weg dat er over deze methode een debat nodig is. Als je ziet dat slechts negen personen effectief de intentie bleken te hebben om een aanslag te plegen en daar materiaal voor hadden, dan blijven er nog 191 over voor wie dat onduidelijk blijft. We moeten op z'n minst de vraag stellen of we die aanpak systematisch kunnen hanteren. Sommigen pleiten voor een veralgemening. Ik wil situaties vermijden zoals in de film 'Minority Report', waarin mensen preventief werden opgepakt zonder dat ze per se iets hadden misdaan of iets van plan waren. Ook al is dit misschien niet de beste plaats voor zo'n debat, ik vond het toch waardevol er hier een discussie over te hebben.

Je reconnais que la police s'est montrée efficace, mais cela n'enlève rien à la nécessité de débattre de la méthode. Hormis les neuf personnes qui avaient effectivement l'intention de commettre des actes délictueux, il en reste 191 pour lesquelles la situation n'est pas claire. Je voudrais éviter que l'on arrête des personnes de manière injustifiée.

Partager
12:57 § 451 → Vidéo
Partager

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Ik ben al bijna dertig jaar parlementslid en bijna dertig jaar zijn er PS'ers die proberen om de verantwoordelijkheid voor alles wat met veiligheid te maken heeft, af te schuiven op een ander beleidsniveau.

Hoe meer bevoegdheden het Brussels Gewest in de loop der jaren kreeg, hoe meer sommigen het debat over veiligheid proberen weg te duwen. We zullen nog vaak over rellen en onrust debatteren. De voorbije jaren is er geen werk gemaakt van probleembeheersing en nu loopt het uit de hand. Allicht zal het in de toekomst van kwaad naar erger gaan. Ook dat is een verwezenlijking van de PS, mijnheer Ghyssels.

Het Brussels Gewest is intussen grotendeels bevoegd voor veiligheid, al was het maar voor de coördinatie van de veiligheidsinstanties.

Het gaat altijd over etnisch profileren, maar met etnisch profileren heeft het niets te maken. Het gaat om risicobeheersing. Ik ben ook ooit preventief aangehouden, omdat ik een affiche bij mij had. Ik was op weg naar een manifestatie. Ik deed niets verkeerd met die affiche en had niet de intentie om rel te schoppen. Ik was niet van plan om vandalisme te plegen of brand te stichten, maar ik werd preventief aangehouden en ik herinner me dat een oudere persoon in mijn buurt ook werd aangehouden, hoewel die man er niets mee te maken had. Hij had geen donkere huidskleur en er was geen sprake van etnisch profileren. Het was gewoon collateral damage.

De voorzitter.- Moraal van het verhaal: mensen blijven misschien beter uit uw buurt.

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Dat is een mogelijke conclusie.

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Depuis 30 ans, le PS ne cesse de rejeter la responsabilité de la sécurité à un autre niveau de pouvoir, et ce, alors que la Région bruxelloise a obtenu toujours plus de compétences en la matière. Les problèmes n'ont pas été gérés ces dernières années et, aujourd'hui, ils sont hors de contrôle.

On parle tout le temps de profilage ethnique, mais il s'agit en l'occurrence de maîtrise des risques. J'ai un jour été arrêté de manière préventive parce que je portais une affiche en vue d'une manifestation, je n'avais nullement l'intention de provoquer une émeute. Une personne âgée de mon quartier a également été arrêtée, et elle n'avait pas la peau foncée. Il s'agissait donc d'un simple dommage collatéral.

M. le président.- Morale de l'histoire : il vaut mieux rester éloigné de vous.

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang).- Peut-être.

Partager
12:59 § 455 → Vidéo
Partager

De moraal van het verhaal is ook: er wordt niet aan etnische profilering gedaan, er wordt aan schadebeperking gedaan. Ik ben blij dat de politie die techniek hier heeft gehanteerd. Ik weet niet of dat een idee was van burgemeester Close. Het kan net zo goed een idee van de politie zelf geweest zijn. In ieder geval heeft burgemeester Close er de politieke dekking voor gegeven en daar wil ik hem voor bedanken, ook al weet ik niet zeker of hij mijn ruggensteun prominent op Facebook zal plaatsen.

De politie heeft dus goed werk geleverd. Ik hoop dat justitie zal volgen, want alleen als de relschoppers vervolgd worden, zullen we uiteindelijk resultaat boeken. Anders is het werk van de politie aan het einde van de rit niet zo zinvol geweest. Ik hoop dat de Brusselse regering ook inzake justitie de nodige stappen zal zetten, van een beleid van seponeren naar een beleid van vervolging. Dan zullen we misschien, collega Ghyssels, in de toekomst minder hoeven te debatteren over rellen of zelfs over volksopstanden zoals in Frankrijk. Laten we hopen dat het hier nooit zover komt. Enkel een krachtdadig beleid kan dergelijke zaken de kop indrukken.

Je me réjouis que la police ait recouru aux arrestations préventives à Bruxelles. Le bourgmestre Philippe Close a assuré la couverture politique nécessaire et je l'en remercie.

La police a fait du bon travail et j'espère que la justice pourra faire le sien. Alors peut-être, Monsieur Ghyssels, n'aurons-nous plus à débattre autant d'émeutes ou même de soulèvements populaires tels que ceux observés en France.

Partager
13:01 § 457 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je ne doute pas qu'au regard du débat que nous avons eu aujourd'hui, votre approche aurait été différente, même si vous avez exercé la compétence de bourgmestre dans votre commune et que vous avez procédé, en cas de nécessité, à quelques arrestations administratives.

En l'occurrence, la situation est d'un tout autre ordre. Je rappelle que la rue Neuve est la rue la plus fréquentée de Bruxelles : 45.000 personnes l'empruntent en moyenne chaque jour. Arrêter 200 personnes alors que des milliers de personnes sont là pour manger un morceau ou faire des emplettes me semble être totalement disproportionné. On n'arrête pas les gens devant chez eux.

Personnellement, j'ai rencontré un jeune qui fêtait sa réussite scolaire en ville avec des amis. Pour cette personne, une arrestation administrative et le fait de devoir être récupéré par ses parents au commissariat, c'est un choc et cela procure un sentiment d'injustice, d'humiliation et de discrimination. Cela ne s'efface pas en lui disant que tout compte fait, il n'y a rien et qu'il peut rentrer chez lui. C'est le genre d'action qui détruit la confiance que le citoyen devrait avoir à l'égard de notre police.

Il convient de veiller à une certaine proportionnalité lorsque de telles mesures sont prises. Quand vous vous faites arrêter pour la première fois dès l'âge de quatorze ans et que vous êtes à plusieurs reprises privé de liberté pendant douze heures au cours de votre vie, on peut difficilement parler de proportionnalité ! Si vous n'êtes pas concerné, il n'y a pas de problème. En revanche, si vous l'êtes - ce qui est le cas d'un public particulier à Bruxelles -, cela crée un sentiment de frustration et d'injustice.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik weet zeker dat u voor een andere aanpak had gekozen, ook al was u eerder burgemeester en hebt u toen opdracht gegeven tot enkele administratieve aanhoudingen.

Dit valt daar niet mee te vergelijken. Zo'n 200 mensen oppakken in een drukke straat lijkt me buiten elke proportie. Ik sprak met een jongere die met vrienden vierde dat hij geslaagd was op school. Dat zijn ouders hem op het politiekantoor moesten komen ophalen, zorgde voor een gevoel van onrechtvaardigheid, vernedering en discriminatie.

Maatregelen moeten in verhouding tot het risico staan. Als je als veertienjarige voor het eerst wordt opgepakt en later nog meermaals twaalf uur lang wordt vastgezet, is er geen sprake meer van proportionaliteit. Zoiets leidt tot frustratie en het gevoel dat je onrecht wordt aangedaan.

Partager
13:03 § 459 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je ne cherche pas à éluder quelque débat que ce soit en matière de sécurité ou de maintien de l'ordre, mais nous devons veiller à rester dans le cadre de nos compétences.

Lorsque j'étais bourgmestre, il m'est arrivé de devoir signer des actes d'arrestation administrative. Il s'agissait cependant de cas d'ivresse publique et non de manifestants. Je dois toutefois reconnaître que Forest est une commune plutôt calme.

Je ne sais pas ce que j'aurais fait à la place de M. Close. Il est facile de crier aux dysfonctionnements quand on ne connaît pas le dossier et que l'on considère les choses de l'extérieur. Lorsque je prenais une décision en matière de police qui déplaisait à mes partenaires de majorité, le premier échevin me demandait généralement d'en parler.

Si certains commissaires déplorent les décisions prises par la Ville de Bruxelles, je leur suggère de demander au premier échevin d'interpeller le bourgmestre. Cela nous éviterait d'avoir au sein de notre commission des discussions qui n'y ont pas leur place.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Ik wil het best over ordehandhaving hebben, maar we mogen onze bevoegdheden niet te buiten gaan.

Ik weet niet wat ik in de plaats van burgemeester Close had gedaan. De beste stuurlui staan aan wal. De commissieleden die het niet eens zijn met de beslissingen van het Brusselse stadsbestuur, kunnen de eerste schepen vragen om de burgemeester te interpelleren. Dat voorkomt nutteloze discussies in deze commissie.

Partager
13:05 § 461 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Het is goed dat de minister-president het wettelijk kader nogmaals duidelijk heeft geschetst en erop wijst dat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de burgemeester. Ik herinner de minister-president en ook de heer Ghyssels er echter voor de zoveelste keer aan dat er een zesde staatshervorming geweest is, waarbij wel degelijk bevoegdheden werden toegekend aan het gewest en aan de minister-president, in zijn rol van gouverneur, waardoor hij bij grote evenementen zelfs operationele taken kreeg toegewezen.

Mijnheer de minister-president, u kunt dus meer doen. U kunt besluiten nemen en u kunt rechtstreeks ingrijpen, maar u weigert dat te doen. Tijdens de covidcrisis bijvoorbeeld hebben we nochtans vastgesteld dat u wel bereid was om dat te doen en hebt u politiebesluiten uitgevaardigd, nietwaar?

(Instemming van minister-president Vervoort)

Ziet u wel, mijnheer Ghyssels! Er is wel degelijk een wettelijk kader.

(Opmerkingen van de heer Ghyssels)

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Je remercie le ministre-président d'avoir rappelé le cadre juridique et souligné qu'il s'agit avant tout de la responsabilité du bourgmestre.

Je vous rappelle cependant, Monsieur le Ministre-Président, que depuis la sixième réforme de l'État, vous êtes habilité à intervenir directement, mais vous refusez de le faire. Pourtant, lors de la crise sanitaire, par exemple, vous avez adopté des arrêtés de police, n'est-ce pas ?

(Assentiment du ministre-président Vervoort)

Vous voyez, Monsieur Ghyssels, il existe bel et bien un cadre juridique !

(Remarques de M. Ghyssels)

Partager
13:06 § 467 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Dans ce cas, je dois faire le constat que l’autorité compétente est défaillante et me substituer à elle, tout en motivant mon intervention, et les choses se font dès lors sous ma responsabilité. Voilà pour le cadre légal. Quoiqu’il en soit, je n’ai jamais dû constater cela, dans le chef d'aucun bourgmestre bruxellois.

Dans le contexte du Covid-19, c’était autre chose. Dans notre pays, je reconnais que nous avons tous, toutes autorités confondues, quelque peu tordu les règles. Nous devions assumer une situation totalement inédite.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- In dat geval moet ik tot het besluit komen dat de bevoegde instantie tekortschiet, moet ik in haar plaats optreden en mijn interventie rechtvaardigen. Bij de Brusselse burgemeesters is het nooit zover gekomen.

De coronacontext was anders. Toen hebben alle instanties de regels enigszins naar hun hand gezet omdat we met een ongekende toestand te maken kregen.

Partager
13:07 § 471 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Mijnheer de minister-president, het is goed dat u daaraan herinnert.

Mijnheer Ghyssels, ik hoop dat u wakker wordt in 2023 en niet blijft steken in de jaren negentig.

De leden van Ecolo en Groen blazen tegelijk warm en koud. Ze steunen zogezegd de politie, maar tegelijkertijd halen ze hun beslissingen voortdurend onderuit: negen beslissingen waren volgens de ecologisten blijkbaar terecht en over 191 beslissingen kan die conclusie niet worden getrokken. In die gevallen trekken ze dus de beslissing van de politie en de burgemeester in twijfel. Het helpt niet om naar een sciencefictionfilm te verwijzen. In onze rechtstaat bestaat een wettelijk kader voor preventieve aanhoudingen. Met zulke halfslachtige politieke reacties als Ecolo en Groen nu tentoonspreiden, zullen de problemen nooit opgelost geraken.

- Het incident is gesloten.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Monsieur Ghyssels, il est temps de vous réveiller.

Les membres d'Ecolo et de Groen disent soutenir la police mais ils contestent en même temps les décisions de la police et du bourgmestre. Ce n'est pas avec ce genre d'attitude que les problèmes seront résolus.

- L'incident est clos.

Partager
Traduction
Sync
Agenda
Orateurs