Logo Parlement Buxellois
Terug

Algemene beleidsverklaring

26/10/2017

TOESPRAAK VAN DE MINISTER-PRESIDENT

VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

DE HEER RUDI VERVOORT

Algemene beleidsverklaring –

BRUSSELS PARLEMENT

26 OKTOBER 2017

Mijnheer de Voorzitter,

Waarde collega's,

Dames en heren Volksvertegenwoordigers,

Ik sta hier vandaag andermaal voor u om de grote lijnen voor te stellen van het werk dat mijn regering de komende maanden zal verrichten.

Ik ga niet terugkomen op de punten die ik in september al besproken heb. Zo ga ik het niet meer hebben over de stappen die we gezet hebben op het vlak van goed bestuur en over de ongeziene politieke situatie die we in de zomer gekend hebben. De politieke toestand is inmiddels uitgeklaard. Ook hebt u intussen al een paar teksten over goed bestuur, waarover ik het vorige maand had, goedgekeurd. Er komen uiteraard nog andere teksten aan. We blijven vastberaden ijveren voor een beter bestuur. Die doelstelling hadden we bij het begin van de legislatuur trouwens al duidelijk vastgelegd in ons regeerakkoord.

Ik wil u trouwens bedanken voor de debatten die u rond dat thema voert. Op basis daarvan zullen wij - daar ben ik zeker van - regels voor goed bestuur kunnen vastleggen die duidelijker zijn en getuigen van meer ambitie dan de regels die elders met veel bombarie worden aangekondigd, zonder dat ze in teksten worden gegoten…

Begroting

Ook dit jaar kunnen wij u een begroting in evenwicht voorstellen. Ik moet toegeven dat de begrotingsopmaak niet zo gemakkelijk was. We moesten immers zeer veel middelen uittrekken om buitengewone investeringen in zowel veiligheid als mobiliteit te kunnen financieren. Dat zijn twee domeinen waarin ons Gewest snel vooruitgang moet boeken. Daarnaast moesten we echter ook de nodige middelen zien vrij te maken om de projecten, die opgenomen zijn in het regeerakkoord, verder uit te voeren.

Mijn Regering heeft duidelijke begrotingskeuzes gemaakt. Zo gaan we drie soorten buitengewone uitgaven buiten onze begrotingsdoelstelling voor 2018 houden. Daarvoor hebben we een bedrag van in totaal 275 miljoen euro gevrijwaard:

  • Eerst en vooral de kunstwerken: 31 miljoen euro voor de Leopold II-tunnel en de Hallepoorttunnel. Voor de overige investeringen in tunnels, bruggen en viaducten hebben we de investeringscapaciteit opgetrokken tot 41 miljoen euro.

  • Daarnaast komen de uitgaven om het metronet te renoveren en uit te breiden neer op 150 miljoen euro.

  • En tot slot vloeit in totaal 53 miljoen euro naar de uitzonderlijke uitgaven voor veiligheid.

Mobiliteit

Ik begin bij de mobiliteit, die van wezenlijk belang is voor onze territoriale ontwikkeling.

Eerst wil ik nog een woordje zeggen over de tunnels. Om de bereikbaarheid van de hoofdstad en de veiligheid van de weggebruikers te waarborgen, gaan we van start met de renovatie van de vier Reyerstunnels tussen de E40 en Meiser en Montgomery. De gunning van de opdracht voor de grootschalige renovatie van de Leopold II-tunnel gaat de slotfase in.

De overige uitgaven zijn opgenomen in de meerjarenplannen voor investeringen in mobiliteit, met uiteraard ons investeringsplan voor het openbaar vervoer.

Het uitgangspunt van ons mobiliteitsbeleid blijft hetzelfde : de gewoonten aanpassen om geleidelijk te evolueren van een stad voor auto’s naar een stad voor de inwoners. Met dat doel voor ogen zetten we de geplande investeringen voor de MIVB verder : de verlenging van de tramlijnen 9 en 94 is bezig, aan Erasmus is een nieuwe metrostelplaats in opbouw die het mogelijk moet maken om de metrofrequentie te verhogen, er zijn 250 hybride bussen besteld en binnenkort wordt een nieuw busplan goedgekeurd.

In het kader van onze plan om het metronet uit te breiden, hebben we afgelopen zomer de vergunning voor de verbinding tussen Bordet en Albert ingediend. Met dat structurerend project willen we de bestaande metrolijnen, die voornamelijk aangelegd zijn van west naar oost, aanvullen en zorgen voor een meer evenwichtige bediening van het Gewest, met een hoge graad van frequentie, stiptheid en comfort.

We blijven ook investeren in alternatieven voor de individuele auto door overstapparkings te creëren of in te richten. Zo zal de parking aan COOVI in 2018 klaar zijn. Daarnaast verlenen we onze steun voor autodelen en de ontwikkeling van fietspaden.

Met betrekking tot dat laatste punt wil ik verwijzen naar de vorderingen die we boeken met onze fietsprojecten op de Kleine Ring. We willen de openbare ruimte langsheen deze belangrijke verkeersader, die te lang uitsluitend voorbehouden is geweest voor de wagen, herverdelen. Niets meer, maar ook niets minder. We vertrekken vanuit een duidelijk standpunt : we kunnen de kwaliteit van de openbare ruimten maar verbeteren als we ook zorgen voor een vlottere mobiliteit. Diezelfde aanpak volgen we bijvoorbeeld ook voor de heraanleg van de Elsensesteenweg.

Voorts biedt de zesde staatshervorming ons de mogelijkheid om de rijopleiding te schoeien op een stedelijke leest. Zo zal Brussel bijvoorbeeld een verplichte EHBO-opleiding koppelen aan de rijopleiding. Dat is een primeur in België.

Tot slot zal mijn Regering verder inzetten op het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het is onze ambitie om tegen 2020 het aantal verkeersdoden op de Brusselse wegen te halveren. In dat verband ondersteunen we de politiezones bij de aanschaf van het noodzakelijke materiaal om te controleren op snelheid, bijvoorbeeld in schoolomgevingen. Via het innovatieve project “Ping if you Care” betrekken we de fietsers om een nog beter zicht te krijgen op de plekken in ons gewest waar fietsers zich onveilig voelen.

Nog een laatste woordje over mobiliteit. Ik heb u zonet toegelicht wat we allemaal doen binnen ons gewestelijk bevoegdheidskader. Maar dat volstaat niet om het probleem van onze overvolle wegen op te lossen! Om het pendelverkeer in te dijken, moeten de gewesten en de federale overheid constructief samenwerken om in het grootstedelijk gebied overstapparkings aan te leggen, het busaanbod te verhogen, het treinaanbod naar Brussel uit te breiden en de voltooiing van het GEN te versnellen. We zullen voor geen enkele van onze vragen inbinden.

Veiligheid

Een volgend thema dat ik wil aansnijden, is veiligheid. We gaan de geplande buitengewone veiligheidsinvesteringen verder uitvoeren. Daarnaast gaan we over tot de nodige aanwervingen om de personeelsformatie van Brussel Preventie en Veiligheid te vervolledigen (BPV).

Het Gewest legt zich dus volop toe op zijn bevoegdheden voor preventie en veiligheidscoördinatie, die het verworven heeft via de zesde staatshervorming. Het rust zichzelf uit met alle voorzieningen en infrastructuur die het nodig heeft om te voldoen aan zijn hoofdstedelijke behoeften.

In amper drie jaar tijd en in de zeer moeilijke context die iedereen kent, hebben we een nieuwe gewestelijke administratie in het leven geroepen die vandaag volop werkzaam is. We hebben ook een globaal preventieplan goedgekeurd, waarbij voor het eerst alle lokale, gewestelijke en federale instanties betrokken zijn. We hebben financiële middelen vrijgemaakt om van start te gaan met de uitbouw van een geïntegreerd crisis- en communicatiecentrum met de federale politie, de dienst voor brandbestrijding en dringende medische hulp, de veiligheidsantennes van de mobiliteitsdiensten en alle disciplines van de hulpverlening. En we hebben een centrum voor beeldverwerking uitgebouwd ter ondersteuning van het Brusselse cameranetwerk, dat eindelijk gecoördineerd wordt!

Mijn Regering kadert de uitoefening van haar bevoegdheden in deze nieuwe architectuur. Daarnaast heeft zij sinds het begin van de legislatuur uitzonderlijke middelen toegewezen om de capaciteit van de plaatselijke besturen te versterken. Voor preventie is op vier jaar bijna 126 miljoen euro uitgetrokken. Voor de politiezones hebben we, alleen al voor 2016, een enveloppe van 42 miljoen euro vrijgemaakt, waarbij ook rekening gehouden is met de terreurdreiging.

Mijn Regering heeft al die strategische investeringen gecoördineerd en gefinancierd. En dat is niet alles. We hebben vier structuren (brandweer, dringende medische hulp, GSOB en GIP) samengebracht in de nieuwe Gewestelijke School voor de Veiligheidsberoepen. Daaraan zijn ook doorverwijsdiensten verbonden, die ervoor moeten zorgen dat meer Brusselaars aan de slag kunnen gaan in deze belangrijke sector.

We hebben Transit omgevormd tot een gewestelijke structuur. Zo willen we een nieuwe dynamiek geven aan het gewestelijk beleid voor de bestrijding van druggebruik en verslavingen. Voor dat beleid was er een nijpend gebrek aan middelen. Bovendien kwam het enkel op de schouders van de gemeenten terecht.

Dames en heren Volksvertegenwoordigers,

Dat zijn maar enkele voorbeelden van de dynamiek waarmee we willen zorgen voor meer samenhang in de beleidsvoering. Op die manier willen we ook zaken uit handen nemen van de lokale overheden, zodat zij zich kunnen concentreren op hun werk op het terrein en zij in nauw contact kunnen staan met de bevolking.

Sinds 2014 hebben we de steun voor de politiezones en de gemeenten nóg verder opgevoerd. We zullen die lijn doortrekken en ook steun verlenen voor de uitbouw van nieuwe politieantennes en de uitrusting van de politiecommissariaten.

Ook de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH), die een duidelijker statuut, een beheersstructuur en een vereenvoudigde bevelslijn heeft gekregen, zal volop betrokken worden bij de ontwikkeling van de Brusselse veiligheidsinstrumenten. Op het vlak van civiele veiligheid zullen we streven naar complementariteit met de middelen voor de civiele bescherming.

In 2018 gaan we van start met de herinplanting van de Delta-kazerne en zullen de Brusselse kazernes verder gerenoveerd worden. Er komt een prospectie en de stafkazerne Helihaven zal na een nauwkeurige behoefteanalyse heropgebouwd of gerenoveerd worden.

Zodra we de adviesprocedure bij de toekenning van stedenbouwkundige en milieuvergunningen gestroomlijnd hebben en de personeelsbezetting van onder meer de oproepcentrale versterkt is, gaan we op basis van de risicoanalyse de implementatie van de planningsinstrumenten voor de DBDMH voltooien.

Zoals ik daarnet al zei, moesten we naast de middelen voor de buitengewone investeringen in veiligheid en mobiliteit ook middelen vrijmaken voor de verdere uitvoering van de projecten die opgenomen zijn in het regeerakkoord. Te meer omdat de hervormingen, ook al zijn ze nog niet beëindigd, vandaag al de eerste concrete resultaten opleveren.

Ik zou dan ook graag van deze gelegenheid gebruik willen maken om een paar onwaarheden te ontkrachten. Ik ga er geen doekjes om winden : de “Brussels bashing” die we soms moeten ondergaan, is eigenlijk gebaseerd op “fake news”. Dat is stuitend en geheel in tegenspraak met de onweerlegbare resultaten die we behalen.

Ik ga u een aantal zeer duidelijke voorbeelden geven:

1ste Fake news : “Van iedereen in ons land, worden de Brusselaars het zwaarst belast”. Fout!

Het is inderdaad zo dat we de onroerende voorheffing bij de fiscale hervorming in 2016 verhoogd hebben. Die stijging van gemiddeld 12,5% gaat echter gepaard met een reeks maatregelen die net tot doel hebben om de fiscale druk op alle Brusselaars te verminderen.

Zo moeten de Brusselse gezinnen, zelfstandigen en bedrijven geen gewestbelasting van 89 euro meer betalen.

Daarenboven krijgen de eigenaars die in hun eigen huis wonen, een premie van 120 euro gestort. Vanaf 2018, wanneer het gewest zelf de onroerende voorheffing gaat innen, zal dat bedrag van 120 euro rechtstreeks in mindering gebracht worden op het aanslagbiljet voor de onroerende voorheffing.

Daarnaast hebben we vanaf het inkomstenjaar 2016 (aanslagjaar 2017) de aanvullende agglomeratiebelasting van 1% op de personenbelasting afgeschaft. Vanaf het inkomstenjaar 2017 (aanslagjaar 2018) gaan we ook de gewestelijke opcentiemen verlagen, waardoor de korting uitkomt op 1,5%.

Om te weten wat deze maatregel voor ieder apart oplevert, wil ik de Brusselaars vragen hun aanslagbiljet voor de personenbelasting van 2016 te vergelijken met hun aanslagbiljet van 2017. Het verschil is overduidelijk !

De fiscale hervorming is dus voor de meeste Brusselaars, behalve dan voor de eigenaars van meerdere woningen, voordelig en zorgt voor een verhoging van hun koopkracht.

2de Fake news : “de werkloosheid in Brussel stijgt”. Fout !

Sinds deze Regering is aangetreden, is het aantal werklozen in het Brussels Gewest met meer dan 15% gedaald ! Voor de jongerenwerkloosheid ogen de cijfers zelfs nóg spectaculairder : die is nu al 52 maanden lang constant in dalende lijn ! Sinds 2014 is zij met meer dan 25% gedaald ! In 2014 bedroeg de werkloosheidsgraad bij jongeren nog 32%. In september 2017 is zij gezakt tot 26,2 %. Hetzelfde stellen we vast voor de werkloosheid in het algemeen : in 2014 bedroeg die 20,1%. In september kwam zij uit op 16,8 %.

Daarnaast stellen we een duidelijke stijging vast van de tewerkstellingsgraad. In 2017 bedraagt die 56% tegenover 52,5% in 2013.

Meer zelfs : we stellen vast dat een steeds groter percentage van de Brusselse jobs ingenomen wordt door Brusselaars zelf. In 2006 lag dat percentage op 46,7%. Vandaag is dat 51,5%. Ook dat is het keurmerk van onze strategie: de arbeidsbalans in evenwicht brengen in het voordeel van de Brusselaars.

De actieve bevolking groeit tot slot nergens in ons land zo sterk aan als in Brussel. Zij is met 3,1% toegenomen, terwijl het gemiddelde voor België 1,6% bedraagt. Die cijfers tonen aan dat de instroom op de arbeidsmarkt het grootst is in Brussel. Desondanks blijft de werkloosheid er dalen. Met andere woorden: onze strategie loont!

3de Fake news: “De bedrijven trekken weg uit Brussel”. Fout!

Een zelfstandige activiteit opstarten, zichzelf werk verschaffen, zijn eigen baas zijn : het zijn stuk voor stuk redenen waarom steeds meer Brusselaars ervoor kiezen om hun eigen bedrijf uit de grond te stampen. En ze hebben gelijk dat ze het doen, want het gaat goed met de sector. In 2016 zijn in Brussel 12.760 ondernemingen opgericht. En in 2017 zullen we, volgens de eerste schattingen, uitkomen op 15.237 opgerichte bedrijven. Belangrijker is echter het netto-saldo of het aantal actieve bedrijven die er in Brussel zijn bijgekomen, wanneer we kijken naar alle bewegingen die er geweest zijn. In 2016 bedroeg dat netto-saldo 3.961. Voor 2017 wordt het geraamd op 4.023. Dat bewijst dat we in een positieve trend zitten en dat Brussel een geschikte omgeving biedt om een bedrijf op te richten en in stand te houden. Ook deze cijfers spreken voor zich!

4de Fake news : Brussel investeert niet in onderzoek

Sinds het begin van de legislatuur zijn de Brusselse kredieten die gebruikt worden voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie met bijna 37% gestegen om in 2017 tot een budget van 63,1 miljoen euro te komen. Deze stijging is des te opmerkelijk, want het is de sterkste stijging onder de Belgische eenheden !

En dit waren slechts enkele voorbeelden. Maar ze schetsen duidelijk een beeld van de realiteit van ons Gewest dat moet opboksen tegen wijd verspreide onwaarheden die nog te weinig worden tegengesproken. Ik ga verder met mijn uiteenzetting.

Economie en werkgelegenheid

Wat de economie en de werkgelegenheid betreft, gaan we verder met het stroomlijnen van de instrumenten. Vanaf 1 januari 2018 is het Brussels Agentschap voor de Begeleiding van ondernemingen (BAOB) operationeel en klaar om haar personeel van Impulse, Atrium en BIE te ontvangen. We maken het de ondernemers gemakkelijk : één enkele structuur die alle aanvragen van de kandidaat-ondernemers verzamelt!

Het BAOB zal ook het netwerk van incubatoren en fablabs benaderen voor een betere samenhang van het begeleidingsaanbod uit de publieke, private of verenigingssector.

Wat de financiering betreft, kunnen bepaalde filialen dankzij het hervormingsplan van de GIMB tegen het einde van het jaar worden samengevoegd. Voor het onderdeel huisvesting zal citydev een strategie uitwerken waarin de band met het private aanbod, dat steeds groter wordt op ons grondgebied, wordt opgenomen.

Om het continuüm tussen onderzoek en ontwikkeling, innovatie en groei van onze ondernemingen en onze economie te verstevigen zullen Innoviris, de GIMB en het BAOB dichter bij elkaar worden gebracht.

De activiteiten van Innoviris blijven behouden, net zoals de synergieën tussen de verschillende diensten van de ION. Ook de programma’s met verschillende actoren worden voortgezet om de grenzen tussen de bedrijfs-, verenigings- en universiteitssector te vervagen.

Tegelijkertijd werken we op middellange termijn al aan de verdere integratie van ons gewestelijk beleid inzake innovatie, begeleiding en financiering om de Innovatieketen met de medewerking van alle actoren beter te ondersteunen.

We steunen innovatieve bedrijven in de vroege stadia van hun levenscyclus en versnellen hun opstartproces.

Op lange termijn zullen we een nieuw Internationaal Centrum voor uitmuntendheid in de deeltjesfysica oprichten in het kasteel Tournay-Solvay.   We hebben ook de mogelijkheid bestudeerd om in ons Gewest een Centrum voor de promotie van de wetenschappelijke cultuur neer te planten.

Om de ontwikkeling van jonge bedrijven die actief zijn in nieuwe technologieën, zoals artificiële intelligentie, virtual reality en internet der dingen, te stimuleren, zullen we naast de intensivering van de netwerken van onze bestaande incubatoren ook de implementatie van een nieuwe incubator op de site van de Kazernes steunen.

Dit streven naar optimalisering en ontsluiting ten behoeve van de Brusselaars, dit keer wat de bevoegdheden opleiding en tewerkstelling met betrekking tot onderwijs en economie betreft, zal in het begin van 2018 op dezelfde manier vorm krijgen door de opening van het Beroepenpunt, een unieke plek om uw professionele carrière te kiezen of verder te ontwikkelen.

Daarnaast zal de Gewestelijke Regering samen met het College van de Franse Gemeenschapscommissie en de VGC de 44 maatregelen van het Opleidingsplan 2020 verder uitvoeren. Al deze maatregelen, die in nauwe samenwerking met alle belanghebbende partijen en de sociale gesprekspartners zijn bedacht, geven duidelijke strategische richtsnoeren en cijfermatige doelstellingen voor de ontwikkeling van een beleid voor beroepsopleiding en erkenning van verworven vaardigheden in overeenstemming met de behoeften van de Brusselaars en van de economische actoren in ons Gewest.

Zo zullen de eerste drie opleidings- en tewerkstellingspolen waarvoor de eerste sectorale raamakkoorden sinds de totstandbrenging van dat beleid door het Brussels Gewest werden gesloten, in werking treden vanaf het najaar van 2018 : Ik heb het over de pool Technicity, de ICT-pool en de pool Vervoer/logistiek.

Een ander teken van de ontsluiting tussen de bevoegdheden Werk en Opleiding is de oprichting van het Brussels Observatorium voor Werkgelegenheid en Opleiding dat er eind 2017 komt. Het eerste onderzoek van het centrum betreft de overgang naar werk van afgestudeerden uit de beroepsopleiding.

Ten slotte zal de Regering de Alternerende opleiding sterker ontwikkelen.

Bovendien wordt in het begin van 2018 ook uitvoerig ingegaan op de structuur van het aanbod en de beschrijving van de handelsgebieden in een Commercieel ontwikkelingsschema dat ook een toekomstgerichte studie over de ontwikkeling van het Brusselse handelsapparaat bevat.

Verder willen we de laatste hand leggen aan de zogenaamde ordonnantie “werven” die een modelbegeleiding, aangepast aan de Brusselse realiteit, bijstand en schadevergoedingen ingeval van werven op de openbare weg voorziet.

Via de Strategie 2025 gaan we verder met de hervorming van de steun aan ondernemingen voor economische expansie die gericht is op de ondernemersdynamieken met de meeste hefboomeffecten. We hebben ons “Zwitsers zakmes” terug naar de fabriek gestuurd. Sommige blades zijn losgemaakt, andere verwijderd en er zijn nieuwe toegevoegd om onze tool te moderniseren en te voldoen aan de budgetbehoeften van ondernemingen.

We maken ook goede vooruitgang bij de uitvoering van de SBA, het KMO-plan voor Brussel, 77 maatregelen voor een KMO-vriendelijk gewest !

Concreet wordt 2018 het jaar van de operationele lancering van de ondernemerspakketten voor creatie en groei.

In 2018 wordt ook een “Fonds kringloopeconomie” opgericht binnen de groep Finance.brussels. En met de GIMB creëren we een gelijkwaardig product inzake sociaal ondernemerschap.

Om de oprichting van een bedrijf te bevorderen en daarbij het ondernemerschap aan te moedigen, krijgt het Gewest in 2018 een nieuwe hefboom om de zelfstandigensector te steunen. Zo zullen we werkzoekenden die zich als zelfstandige willen vestigen via een premie van € 4.000 ondersteunen.

De Regering zal nog dit jaar haar Industrieplan bepalen dat zowel voor de bestaande klassieke industrieën in het BHG als voor de nieuwe Brusselse stadsindustrie oplossingen biedt.

Ook op het gebied van buitenlandse handel heeft het Brussels beleid haar vruchten afgeworpen. De resultaten zijn tastbaar : de cijfers van de Nationale Bank van het 1ste semester 2017 tonen aan dat de Brusselse export de hoogte in is geschoten ten opzichte van de voorbije drie jaar! Zo was de export in het BHG in de loop van dit eerste semester goed voor 3,577 miljard euro. Bij wijze van vergelijking bedroeg de export in 2016 over dezelfde periode 3,015 miljard euro, dit is een stijging van + 18,6%!

Er zijn meerdere maatregelen voorzien om deze stijging nog verder te ondersteunen. De financiële steunmaatregelen voor de export werden herzien om beter te worden afgestemd op de behoeften van de KMO’s, en meer bepaald starters. Zo worden er vanaf 1 januari 2018 nieuwe stimuli geactiveerd om ervoor te zorgen dat:

  • ondernemers een opleiding kunnen volgen over de bijzonderheden van de internationale handel en dat

  • bedrijven hun potentiële klanten kunnen uitnodigen naar België.

Wat de buitenlandse investeringen betreft, richten we ons op bedrijven die getroffen zijn door de Brexit, waardoor er reeds 3 grote internationale verzekeraars hebben aangekondigd dat ze zich in Brussel willen vestigen. We zijn van plan om deze tendens nog te versterken door seminaries te organiseren in Londen en een doelgerichte promotiecampagne op te zetten. Beide projecten worden gedragen door het Brussels platform dat daartoe wordt opgericht.

Het netwerk van economische en handelsattachés van Brussel Invest & Export wordt versterkt op het Afrikaanse continent, onder meer door de creatie van een nieuwe post in Sub-Saharaans Afrika.

De integratie van Brussel Invest & Export in het BAOB vanaf januari 2018 bevestigt zijn rol van coördinator van de initiatieven met betrekking tot de promotie van de Brusselse export en de aantrekking van buitenlandse investeringen. Het BAOB zal nauw betrokken worden bij de luiken “economie” en “internationale handel”.

Het beleid inzake buitenlandse handel zal meer aandacht schenken aan de uitdagingen inzake duurzame ontwikkeling en mensenrechten, met name in termen van sensibilisering van bedrijven en het berichten aan de belanghebbende partijen van derde landen.

Het openbaar ambt

We zijn ervan overtuigd : de bestrijding van werkloosheid en armoede wordt ook uitgedragen door het Brussels openbaar ambt. Mijn Regering zal dus haar initiatieven voortzetten om meer Brusselaars in de gewestelijke administratie te krijgen, onder meer via de uitvoering van het Plan "Brusselaars in het openbaar ambt” en van het diversiteitsbeleid.

Dit diversiteitsbeleid blijft een prioriteit, zowel in het openbaar ambt als in de ondernemingen. Vorige week keurde u een ontwerp van ordonnantie goed waarmee het gebruik van praktijktesten en mistery calls is toegelaten in de strijd tegen discriminatie. Dit is niet alleen een primeur voor België, maar ook voor Europa.

De regering draagt gelijke kansen voor alle Brusselaars hoog in het vaandel. Dit jaar vormen we onze gewestelijke directie gelijke kansen om tot Equal.Brussels. Equal.Brussels wordt hét centrale aanspreekpunt voor al wat met gelijke kansen te maken heeft. We zullen ook de bestaande gendertest uitbreiden naar een echte gelijke kansentest.

We weten allemaal dat ons bestuur een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van ons Gewest. De geleidelijke reorganisatie ervan weerspiegelt onze wens om (met name door administratieve vereenvoudiging) kwaliteitsvolle diensten aan te bieden aan de burgers. De werkzaamheden om deze gewestelijke administratie te moderniseren, de hervorming van de statuten te consolideren, een nieuw sectoraal akkoord te sluiten en de administratie te vereenvoudigen worden verder versterkt.

We hebben reeds nieuwe structuren ingevoerd om de samenhang tussen het beleid inzake fiscaliteit, stedenbouw en begeleiding van ondernemingen te versterken. We hebben de specialisatie en de specificiteit van deze diensten bevorderd. Maar we zien er ook op toe dat er veel meer wordt samengewerkt voor de projecten.

In dezelfde lijn zetten we de uitvoering van het Brussels Openbaar Ambt voort. Brufop zal onder meer instaan voor de dynamisering van het proces voor de statutaire aanwervingen om onze talenten te valoriseren. Brufop zal natuurlijk de volledige uitvoering van het Strategische plan voor het gewestelijk openbaar ambt begeleiden.

Territoriale Ontwikkeling

Op het vlak van stedelijke ontwikkeling vorderen we snel met de werkzaamheden in verband met het BWRO en het GPDO. Voor het BWRO starten we na de goedkeuring ervan met de opmaak van de toepassingsbesluiten. Voor het GPDO werken we aan de samenvatting en de integratie van de opmerkingen uit het openbaar onderzoek, dat met 5000 interventies heel succesvol was.

Wat de herziene Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening betreft, zou de regering die tegen het einde van het jaar in 1ste lezing moeten goedkeuren. Dit instrument is erg belangrijk. We willen het herzien en vooral aanpassen aan de realiteit op het terrein.

Nog steeds op het niveau van de wetteksten, ronden we na de nieuwe ordonnantie over stedelijke herwaardering, die gebaseerd is op het principe van geïntegreerd beleid, de uitvoeringsbesluiten af. De besluiten over de Duurzame Wijkcontracten (DWC), de stadsvernieuwingscontracten (SVC), het Stedelijk Beleid (SB) en het besluit betreffende de creatie van de eerste “Zone voor Stedelijke Herwaardering” (ZSH) worden nu bekendgemaakt.

In de loop van het laatste trimester van 2017 en het begin van het jaar 2018 :

  • zullen we eerst en vooral de programma’s van de eerste reeks van 5 Stadsvernieuwingscontracten (SVC) goedkeuren en opstarten.

  • We zullen ook een nieuwe reeks van 3 Duurzame Wijkcontracten (DWC) lanceren

  • En we maken de eerste meerjarenprogramma’s van het “Stedelijk Beleid”, geregionaliseerde versie, operationeel samen met de 13 begunstigde gemeenten van dit programma.

Tegelijkertijd wordt de operationalisering van de 47 geconventioneerde projecten van de Europese structuurfondsen EFRO 2020 voortgezet. Terwijl het Europees gemiddelde van de overeenkomsten 38% bedraagt, heeft ons gewest een voortgangspercentage van 89%. Ik zeg het nogmaals : we staan voorop!

De komende weken zullen wij de dragers kiezen voor de projecten rond “financiële tools” die bedoeld zijn om de ondernemers met het zwakste investeringsvermogen te ondersteunen.

In 2018 zullen ook de teksten met betrekking tot de renovatiepremies en de energiepremies worden herzien.

De premies voor woningrenovatie en voor de verfraaiing van gevels zullen worden herzien om het stadsvernieuwingsbeleid te versterken en de renovatiesteun voort te zetten. Daarbij moeten wel de mogelijke neveneffecten worden beperkt en moet erop worden toegezien dat de premies voor woningrenovatie en voor de verfraaiing van gevels worden afgestemd op de energiepremie.

Voor wat betreft de 10 prioritaire polen en de kanaalzone gaat het werk goed vooruit :

  • Zo wordt de eerste ontwikkelingsfase van Josaphat, in de vorm van een concurrentiedialoog, verwacht voor november. Ik wil hier toch bij vertellen dat het onder meer gaat over 65.000 m² woningen die leven gaan brengen in deze nieuwe wijk !

  • Wij hebben zopas ook formeel de volledige site Mediapark aangekocht en de grote lijnen voor de toekomstige aanleg van dit gebied vastgelegd. De televisiestations, van hun kant, hebben hun stedenbouwkundige vergunning aangevraagd.

  • De Brusselse Regering heeft de verkleining van de E40 aan de poorten van de stad goedgekeurd. De volgende stap bestaat erin dat de autosnelweg gedeclasseerd moet worden.

  • Weldra tekenen we voor de aankoop van de site van de Kazernes. Daarmee kunnen we verder met de ontwikkeling van dit ambitieuze programma : 20.000 m² woningen voor studenten en niet-studenten, 8000m² universitaire voorzieningen, een incubator, openbare ruimten…

  • De aankoop van de site van het Weststation wordt momenteel afgerond met de Federale instellingen en ik heb goede hoop dat ook deze transactie zeer binnenkort een feit is. Parallel daarmee werken wij nauw samen met Infrabel en we zijn verheugd dat op de site de toekomstige academie van spoorberoepen komt.

  • De opening van het nieuwe ziekenhuiscomplex van Chirec is imminent en de overige ontwikkeling van de Delta-site verloopt goed. De Brusselse Regering heeft een programma goedgekeurd en de MSI werkt samen met Bpost rond de vestiging van het bedrijf op de site.

  • In een bredere context verloopt ook de uitwerking van het Richtplan van Aanleg Herrmann-Debroux uitstekend, dat op termijn de volledige heraanleg van het gebied Delta/Vorst mogelijk moet maken. Het kantoor ORG² zet als laureaat zijn opdracht verder tot in 2018. Nog vóór het einde van het jaar beschikken we dus over een eerste tussentijds rapport met de krachtlijnen voor het toekomstige Richtplan van Aanleg.

  • De heraanleg van de Zuidwijk kan verdergaan dank zij de bijwerking van het lopende Richtschema. Dit zal worden aangevuld met de uitwerking van een Richtplan van Aanleg dat een aantal van de oriënteringen in de praktijk moet brengen. Projecten als Victor beschikken hiermee weldra over een reglementair kader ad hoc. Ook hier zet het Gewest zijn samenwerking met Infrabel voort over de vestiging van hun nieuwe hoofdzetel tegen het station aan.

  • Voor Tour & Taxis hebben wij in april het BBP goedgekeurd, dat als reglementaire grondslag zal dienen voor de verdere ontwikkeling van dit stadsdeel.

  • Wat NEO betreft is de gedeeltelijke wijziging van het GBP voor de Heizel vorig jaar in werking getreden ; de uitwerking van het BBP is gestart ; de uitbreidingswerken aan het Verregatpark zijn begonnen ; en het Stedenbouwkundig Attest voor NEO1 wordt één van de komende maanden uitgereikt.

  • In de Europese Wijk is in volmaakte verstandhouding met de Commissie de opdracht voor de uitwerking van het Richtplan van Aanleg Wet in juni van start gegaan - die duurt tot half-2018 - en is de architectuurwedstrijd uitgeschreven voor huizenblok 130 ; De stadsstrategie die de veiligheids-eisen voor deze buurt omzet in een kwalitatief hoogstaande en duurzame fysieke aanleg is zo goed als afgerond ; De werken voor het winnende project voor het Schumanplein gaan begin 2019 van start.

  • Tegelijk is het ook opmerkelijk om vast te stellen welke hoge vlucht de nieuwe dynamiek rond het kanaalgebied heeft genomen : er komen enorm veel projecten tot ontwikkeling, het renovatieproces van wijken zoals Heyvaert en de Ninoofsepoort gaat verder en we werken met het Federaal niveau samen om de extrapolaties voor de site Schaarbeek Vorming op de rails te krijgen.

In een bredere context wil ik ook het volgende vermelden :

  • De Regering heeft het Gewestelijk Lichtplan goedgekeurd, met daaraan verbonden de organisatie van een Lichtfestival. De openbare verlichting is inderdaad een ongelooflijk instrument om onze openbare ruimte in de kijker te plaatsen ; Dat is een kans die we zeker willen benutten !

  • En ten slotte hebben we na het succes van de editie 2016 een nieuwe versie van de jaarlijkse projectoproep voor voorbeeldgebouwen uitgeschreven : Be exemplary. Daarmee willen we vernieuwende initiatieven steunen die betrekking hebben op architectuur, stedenbouw en leefmilieu.

  • Inzake sportinfrastruur worden niet alleen de gratis buurtvoorzieningen als onmiskenbare bron van sociale cohesie verder uitgebouwd, maar zal het Gewest een investeringsbeleid voeren dat steunt op projectoproepen voor de bouw, de uitbreiding, de renovatie en de aankoop van gemeentelijke sportinfrastructuur.

  • Het jaar 2018 zal ook verandering brengen voor de gemeentelijke sportinfrastructuur met de inwerkingtreding van de nieuwe ordonnantie. Er worden ook verhoogde percentages toegekend aan projecten die voldoen aan de prioriteiten die op gewestelijk niveau zijn vastgelegd om de onevenwichtige spreiding van de sportvoorzieningen in het Brussels Gewest bij te sturen.

Het leefmilieu

De levenskwaliteit van de Brusselaars blijft in alle domeinen een prioriteit voor mijn Regering.

Om de luchtkwaliteit te verbeteren, geeft mijn Regering vanaf januari 2018 operationele uitvoering aan de Lage Emissiezone (de LEZ).

Er zullen maatregelen worden genomen om de invoering van de zone te begeleiden met steun voor particulieren en voor ondernemingen en bedrijfsverplaatsingsplannen voor werknemers.

2018 wordt, naar wij hopen, het jaar dat ons tot een beter gebruik van de auto brengt, met gedeelde voertuigen en een betere benutting van het openbaar vervoer in het Gewest. Ook zullen volgend jaar de laadpalen worden uitgebouwd om een breder gebruik van hybride- en volledig elektrische voertuigen te omkaderen.

In de loop van de voorbije jaren is de blootstelling van de Brusselaars aan bepaalde luchtverontreinigende stoffen al verminderd, waardoor we sinds 2014 in lijn zijn met de Europese normen in termen van uitstoot en concentratie voor de meeste verontreinigende stoffen (en dan vooral voor PM10).

Ook met als doel de luchtkwaliteit te verbeteren, gaat de Regering de noodvoorziening PICPOL hervormen, die waarschuwt bij luchtvervuilingspieken en deze helpt te bestrijden.

Met het oog op de verbetering van de algemene levenskwaliteit van de Brusselaars heeft de Regering een einde gesteld aan de tolerantie voor de geluidsnormen die op 27 mei 1999 bij besluit zijn vastgelegd. De maatregel wordt aangevochten door de luchtvaartmaatschappijen en door BAC, maar ze is bevestigd door de hoogste administratieve rechtscolleges van het land.

Bovendien leidden de drie vorderingen tot staking die de Regering in 2016 instelde met de steun van de 19 gemeenten en burgerverenigingen op 11 juli van dit jaar tot een uitspraak in ons voordeel. Het Federaal niveau moet nu maatregelen voorstellen om te verhelpen aan de inbreuken op de geluidsnormen, en dan met name tussen 6 en 7 uur ‘s morgens, en de gevolgen van de activiteit van de luchthaven evalueren. Deze maatregelen moeten eind 2017 bekendgemaakt en in 2018 nauwgezet onderzocht worden. Mijn Regering blijft dit belangrijke dossier met de grootst mogelijke aandacht opvolgen.

Het Gewest zet zijn dynamisch beleid ter bevordering van de kringloopeconomie voort. Gelet op het succes van de eerste projectoproep in 2017, volgt er een tweede in 2018.

Een grote uitdaging voor Brussel is de verbetering van het afvalbeheer. 2017 was het jaar van het verbod op plastic zakken. 2018 moet een themajaar « 0 afval » worden om de Brusselaars ertoe aan te zetten aan deze doelstelling tegemoet te komen en de preventie-economie op ons grondgebied nog verder te ontwikkelen, met meer hergebruik, recyclage, enz.

2017 was eveneens het jaar van de “Natuur in de stad”. Er is een groot aantal initiatieven genomen om ons groen en natuurlijk erfgoed, dat 15% van het gewestelijk grondgebied uitmaakt, op te waarderen. In 2018 zal 6 hectare parkoppervlakte aangelegd of heringericht worden (Ninoofsepoort (2.5 ha), Moestuinpark Dolez (2.5 ha), Zennepark (1 ha).

Huisvesting

Iedereen de mogelijkheid bieden om te wonen blijft een essentiële zorg voor alle leden van mijn Regering.

Vandaag werpen de ambitie en vastberadenheid van het Regeerakkoord voor de Alliantie Wonen hun vruchten af. 2016 en 2017 bleken recordjaren te zijn voor de aankoop van woningen : 1161 woningen sinds het besluit betreffende de aankoop van goederen van kracht werd. Met datzelfde doel voor ogen zetten wij het ambitieuze programma voor de productie van openbare, sociale, bescheiden en middelgrote woningen verder.

Dank zij de eerste projectoproep kwamen er 130 intergenerationele woningen bij. Wij hopen dit cijfer te verdubbelen met een tweede oproep waarvan de resultaten één van de volgende weken op tafel komen bij de Regering.

Dankzij de dynamische werking van de 23 Sociale Verhuurkantoren zijn zo goed als 4500 woningen te huur gesteld voor sociale huurders.

Als complementair instrument bij het sociale woningenbeleid wordt in 2018 de algemene huurtoelage van kracht. Deze is het resultaat van de ervaring met een pilootproject, waarvan de Regering gebruik heeft gemaakt om de criteria vast te leggen om de toelage effectief te maken.

De strijd tegen leegstaande en ongezonde woningen wordt opgevoerd, en dan vooral via de contractualisering met de gemeenten, een toename van het aantal gemeentelijke observatoria (vandaag zijn er 11) en de telling van leegstaande verdiepingen boven handelszaken. De resultaten van de projectoproep « herinrichting van leegstaande woongelegenheid boven handelszaken » komen weldra ter sprake op de Ministerraad.

Er zijn teveel sociale woningen die wachten op renovatie. Om dit probleem te verhelpen, heeft de Regering de ambitie om in 2018 een nieuw vierjarig renovatieprogramma (2018-2021) te starten van 300 miljoen euro.

Voor wat de huurmarkt betreft, is de uitvoering van de ordonnantie « regionalisering van de huurovereenkomst » een prioritaire werf. De operationele invoering van het indicatieve rooster met richthuurprijzen en de permanente evaluatie hiervan tijdens de eerste maanden moeten inflatoire effecten voorkomen.

Daarnaast wordt ook de hervorming van het huurwaarborgfonds (BRUGAL) van kracht in 2018. Dankzij dit fonds geraakt een breder publiek, zoals ook jonge gezinnen, voorbij deze hindernis bij het zoeken naar een plaats om te wonen.

Parallel hiermee zorgde de hervorming van de hypotheekleningen voor een breder publiek van het Gewest voor een toename van 12% in het aantal leningen toegekend door het Woningfonds (875 leningen in 2016).

De netheid

Inzake netheid hebben wij in samenwerking met de gemeenten nu al mobiele containerparken ingevoerd, het aantal ondergrondse glasbollen verhoogd, raamovereenkomsten gesloten voor een pragmatischer spreiding van de wegen over de gemeenten en het Gewest, de schoonmaakteams versterkt door de aanwerving van 300 nieuwe personeelsleden, waarvan ruim 100 vrouwen.

In 2018 zetten wij een aantal vernieuwende projecten op om specifieke problemen met de netheid op te lossen in zones die kritiek blijven ondanks alle inspanningen die tot nog toe zijn geleverd. En in 2018 gaan ook de eerste rondes van start met elektrische ophaalwagens.

Het toerisme

Voor het toerisme zien we een verbetering van de cijfers ! U herinnert zich ongetwijfeld de ongekende golf van “Brussels bashing” die wij vorig jaar te verduren hebben gekregen. Naast onze dringende acties voor meerdere tientallen miljoenen euro onmiddellijk na de aanslagen, heeft mijn Regering ook 6 miljoen euro vrijgemaakt voor een grote internationale campagne, die in mei van dit jaar van start is gegaan.

De vele acties van visit.brussels en de toeristische sector hebben eveneens een méér dan positief effect gehad. Dat bewijzen de recentste toeristische bezoekerscijfers. Voor de maanden juli en augustus zien we een bezettingsgraad in de hotels van 70%, dat is een toename met 20% ten opzichte van 2016. Daarmee zitten we bijna aan het record van 72% dat werd opgetekend in 2015 !

Dit zijn bijzonder bemoedigende cijfers want ook al stelden we begin 2017 al een heropleving van het zakentoerisme vast met onder meer een eerste plaats op de wereldranglijst voor congressen van de verenigingssector, toch moesten we nog wachten op bevestiging voor het recreatief toerisme. En die is er vandaag !

De aantrekkingskracht van ons Gewest wordt ook mede bepaald door zijn geleidelijke omschakeling naar een « fully connected city ». Vandaag kan de burger op meer dan 160 plaatsen in ons Gewest verbinding maken met het internet langs de hoogkwalitatieve verbinding wifi.brussels. Sinds de naamsverandering begin dit jaar registreerden meer dan 1 miljoen mensen zich op het netwerk.

Maar ook in de uitrol van de (eerder genoemde) lage emissiezone speelt slimme technologie een cruciale rol. De lage emissiezone zal tot stand komen dankzij de inzet van slimme camera’s die strategisch zullen worden opgesteld in het gewest. Op die manier gaat de invoering van de lage emissiezone van start met een absolute beperking van de administratieve rompslomp voor de Brusselaars.

GGC Openingstoespraak 2018

Mijnheer de Voorzitter,

Dames en heren volksvertegenwoordigers,

Ik zal met u nu dieper ingaan op de politieke actualiteit van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Aangezien het een onderwerp betreft dat lang de voorpagina’s haalt, ga ik van start met de winteropvang.

Eerst en vooral lijkt het mij goed om te vermelden dat het Verenigd College samen met Samusocial alle maatregelen heeft getroffen voor de organisatie van de winteropvang, en dit op dezelfde plaatsen en met dezelfde capaciteit als vorig jaar.

Wat de bestuursorganen van de vzw Samusocial betreft, waarvan ik voor alle duidelijkheid nogmaals benadruk dat het een privé-vzw is, hebt u ongetwijfeld gemerkt dat begin oktober een nieuwe raad van bestuur en een nieuwe algemene vergadering zijn aangesteld.

De nieuwe mandaten zullen van korte duur zijn en lopen af bij de oprichting van de nieuwe gewestelijke openbare vzw en de overheveling van de gewestelijke opdrachten naar die structuur.

De nieuwe statuten voorzien in een zeer brede vertegenwoordiging van de hele betrokken sector, met name van 5 OCMW’s van het Gewest, 5 vertegenwoordigers van het Verenigd College, de Regerings­commissarissen en 8 vertegenwoordigers van de associatieve sector. Bij die laatsten horen ook Dokters van de Wereld, de 2 federaties van opvangtehuizen, Straatverplegers en Diogènes.

Om het transformatieproces van de maatschappelijke vorm te omkaderen, heeft het Verenigd College met een overheidsopdracht een gespecialiseerd advocatenbureau aangesteld dat samenwerkt met een consultancykantoor.

Ook moet u weten dat over de ontwerpordonnantie betreffende de bestrijding van de dakloosheid al meermaals overleg is gepleegd met de sector in de adviesraad en eveneens met de federatie van OCMW’s. De Ministers hebben de associatieve sector ontmoet om hen de visienota inzake bestrijding van dakloosheid toe te lichten.

Uiteindelijk is voorzien dat de commissie « Sociale aangelegenheden » de hele sector zal horen over de nieuwe vorm van de ontwerpordonnantie. De Raad van State heeft de termijn voor het advies verlengd.

Voor wat betreft de eigenlijke bijstand aan daklozen zullen de diensten die de mensen begeleiden naar sociale inclusie versterkt worden.

Ik wil hierbij graag specifiek benadrukken dat een aanvullend bedrag zal worden toegekend aan de organisaties die Housing First projecten voor begeleid wonen opzetten, om hiermee het aantal beschikbare plaatsen te verhogen. De inschakelings- en preventiediensten voor daklozen zullen ook globaal ondersteund worden.

Ten slotte zullen ook de dagopvangcentra worden ondersteund met de financiering van een nieuw centrum (Doucheflux) en de versterking van vijf reeds bestaande centra, waarbij ook de centra « La Fontaine » en « la Source ».

Kinderbijslag

In het nieuwe model proberen we de universaliteit met de selectiviteit te verzoenen. We kunnen de armoedecijfers niet ontkennen. 38,4% van de gezinnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, leeft in armoede.

Er zal een sterke universele basis blijven in combinatie met sociale toeslagen voor de sociaal zwakkeren en de lagere middenklasse.

Daarnaast wensen we alle kinderen gelijk te behandelen en garanderen we aan alle gezinnen dat zij er niet op achteruitgaan ten opzichte van 31 december van het jaar voorafgaand aan de opstart van het nieuwe model. Ik hoop dat het Verenigd College binnenkort de knoop kan doorhakken.

Alle voorbereidingen zijn ook getroffen voor wat betreft de overname van de bevoegdheden vanaf 1 januari 2019 met betrekking tot materies die nu nog uitgeoefend worden door het Riziv, bij voorbeeld : rolstoelen, financiering van alle oudereninstellingen.

De hervorming van de organieke wet van 8 juli 1976 speelt een vooraanstaande rol in het beleid inzake behoorlijk bestuur.

Naar het voorbeeld van de modernisering die ik heb doorgevoerd voor het bestuur in de gemeenten, onder meer door de invoering van management-tools, moeten ook de instrumenten waarover de OCMW’s beschikken deze evolutie ondergaan. Ik denk bijvoorbeeld aan de invoering van een directiecomité ; de invoering van een HR-manager en de algemene beleidsnota met bijhorend driejarenplan.

De geplande hervormingen werken in op meerdere aspecten van de organieke wet, die als volgt kunnen worden gebundeld : de vereenvoudiging van het administratief toezicht, de invoering van de principes van het behoorlijk bestuur op lokaal niveau, de werking van de OCMW’s en de verkiezingen.

Voor wat betreft het welzijns- en gehandicaptenbeleid :

Zoals u weet, legt het programma voor personen met een handicap zich toe op bijstand, begeleiding, onthaal van mensen met een handicap. Het beleid voorziet in een waaier van essentiële projecten die als doel hebben om iedereen die een handicap heeft deel te maken van de maatschappij, met naleving van zijn universele grondrechten.

Met dat perspectief voor ogen staat het Verenigd College in voor de ontplooiing van een beleid dat streeft naar een inclusieve samenleving.

Het gehandicaptenbeleid moet transversaler worden. Zo gaan wij de in 2017 goedgekeurde ordonnantie in toepassing brengen in de verschillende beleidsgebieden van de GGC in overleg met de verschillende entiteiten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Brusselse overheden moeten er zo voor zorgen dat het beginsel van "handistreaming" wordt nageleefd en de betrokkenheid en samenwerking van het maatschappelijk middenveld voor de beleidsmaatregelen stimuleren.

In 2017 heeft het Verenigd College haar erkennings- en financieringsbeleid voortgezet voor verblijfscentra, dagcentra, diensten voor hulpverlening bij activiteiten in het dagelijks leven en diensten voor begeleid wonen. Zo zijn meerdere projecten ontwikkeld of versterkt die oplossingen bieden voor specifieke behoeften van personen met een handicap.

In 2018 wenst het Verenigd College voort te gaan met de ontwikkeling van deze sector en daartoe de verschillende bestaande projecten verder te steunen.

In de eerste plaats is voorzien dat het meerjarig investeringsplan wezenlijk geactiveerd wordt waartoe de aanzet wordt gegeven voor meerdere projecten in de loop van het volgende dienstjaar. Het is belangrijk dat er daarbij gewezen wordt op het feit dat het nieuw meerjarig investeringsplan 2017-2023 voorstelt dat op middellange termijn ongeveer 250 plaatsen worden gecreëerd (hetzij voor dagopvang, hetzij voor nachtopvang, hetzij zowel overdag als ‘s nachts). Hieraan is een bedrag verbonden van 10 miljoen euro aan infrastructuurkosten en een jaarlijkse surplus van meer dan 10 miljoen euro aan werkingskosten tegen 2023.

De begroting wil een sterk signaal geven dat de vzw’s over de nodige garanties beschikken om ook concreet projecten op te starten.

Wat de mobiliteitshulpmiddelen betreft, gaat het Verenigd College toezien op een zachte transitie van het federaal systeem naar het gemeenschapssysteem, waarbij maximaal naar overeenkomsten zal worden gezocht, zowel met het Vlaams als met het Waals Gewest. De ziekenfondsen zouden daarbij voor de GGC de centrale rol blijven vervullen in de uitvoering van dit beleid.

Dat brengt mij bij de sociale actie

De GGC zet haar initiatief rond de levenskwaliteit voor ouderen voort. Zo willen we bijvoorbeeld meer dagcentra voor ouderen in het Brussels Gewest. Het is een fundamentele prioriteit voor de bestrijding van eenzaamheid bij senioren. Daarom erkennen we dus in 2018 een nieuwe structuur.

Vanuit diezelfde benadering voorzien we om de financiering voor de thuishulpdiensten, bedoeld om de meest afhankelijke personen te begeleiden op de woonplek van hun keuze, te verhogen. In 2018 zullen we dus meer uren aan gezinshulp financieren. Ook besteden we volgend jaar een bijzondere aandacht aan mantelzorgers die we zullen helpen bij de oprichting van een informaticaplatform met informatie die nuttig is voor de begeleiding van hun naasten.

We zullen verder ook aandacht hebben voor de ontwikkeling van sociale kruidenierszaken in het Brussels Gewest. Zoals u weet, bieden sociale kruidenierszaken een vorm van voedselhulp die sinds een vijftiental jaar echt een hoge vlucht neemt. Deze bloei is te verklaren door de constante toename van vraag naar voedselhulp, maar ook door de wens om innovatieve antwoorden op deze vraag te bieden die de rechten en de waardigheid van de begunstigden respecteren. In 2018 krijgen deze structuren aanzienlijk meer steun.

We willen ook meer aandacht vestigen op de ontwikkeling van planningscentra in het Brussels Gewest. De GGC moet in 2018 een nieuwe structuur kunnen erkennen waardoor doelgroepen met grote psychologische moeilijkheden kunnen worden opgevolgd.

Nog belangrijk voor 2018 is dat het verplicht integratietraject voor nieuwkomers effectief wordt ingevoerd. Ik herinner eraan dat de ordonnantie werd goedgekeurd en dat het uitvoeringsbesluit weldra klaar is. De besprekingen in het kader van een samenwerkingsakkoord met de VG en de Franse Gemeenschapscommissie gaan goed vooruit, en we hopen het snel eens te zijn over een gezamenlijke tekst.

Ook de subsidies aan de centra voor maatschappelijk welzijn (privésector) voor de ontwikkeling van 4 nieuwe centra die in 2017 van start ging, zullen hoger zijn. Het gaat om een centrum dat gespecialiseerd is in de hulp aan jonge migranten, een centrum dat gespecialiseerd is in de hulp aan eenoudergezinnen en twee algemene hulpcentra die gelegen zijn in wijken waar dit type structuur niet voorkomt.

Wat het Justitieel Welzijnswerk betreft, zal de bijstand aan personen, een project dat in 2017 is gestart en waarbij ex-gedetineerden die het risico lopen op dakloosheid toegang krijgen tot huisvesting, worden verbeterd zodat er meer begeleiding bij het zoeken van huisvesting kan worden aangeboden.

Laten we het nu hebben over een belangrijk hoofdstuk, namelijk gezondheid.

2018 is een beslissend jaar voor de vastlegging van de grote werkterreinen van de legislatuur.

Het Gezondheidsplan, dat momenteel wordt afgerond, zal na de budgettaire werkzaamheden van deze eerbiedwaardige vergadering worden voorgesteld. Zonder het in dit stadium te hebben over alle pijlers van het Plan, kan ik u reeds vertellen dat er een bijzondere aandacht uitgaat naar kinderen, de rijkdom van ons Gewest.

Wat het Ouderenzorgbeleid betreft, zal het Verenigd College, na goedkeuring van de ordonnantie “tot instelling van een moratorium op het aantal rusthuisbedden”, het aanbod blijven beheren en verder uitbreiden, met name door de omzetting van bedden, en zal het ook naar alternatieve oplossingen zoeken.

De periode van het moratorium moet er immers voor zorgen dat er een echt programma van het zorgaanbod voor ouderen kan worden ingevoerd. Dit programma moet ervoor zorgen dat relatief autonome personen thuis blijven wonen, terwijl een voldoende groot aanbod van rusthuisbedden voor meer afhankelijke ouderen behouden blijft.

Met dit doel voor ogen hebben we in juli een projectoproep gelanceerd. Binnenkort worden er drie proefprojecten opgestart. Het doel daarvan is om de levenskwaliteit en het welzijn van ouderen en personen met verminderde zelfredzaamheid te verbeteren, met aandacht voor zelfstandig blijven wonen.

Wat de preventie betreft, zal het Gezondheidsplan heel wat elementen bieden, waarbij de GGC essentieel optreedt als coördinator van het Brussels beleid.

Wat betreft het geestelijke gezondheidsbeleid werken we in Brussel, samen met de federale overheid en de andere gefedereerde entiteiten, aan het versterken van de mobiele teams voor psychiatrische verzorging binnen een uniek samenhangend netwerk voor heel het Brussels grondgebied.

Sinds dit jaar verhogen we binnen het netwerk beetje bij beetje het aantal plaatsen voor beschermd wonen. In 2017 hebben we ervoor gezorgd dat patiënten met psychiatrische problemen beter begeleid worden bij de zoektocht naar werk. In 2017 zijn we gestart met de oprichting van het Psycho-Oncologisch Centrum voor de ambulante begeleiding van personen met psychologische problemen na zware behandelingen tegen kanker.

Wat de geestelijke gezondheid van kinderen en adolescenten betreft, gaan wij via ons Brussels netwerk “Bru Stars” verder met de ontwikkeling van zorgprogramma’s.

Binnen het netwerk kwamen niet minder dan 10% bedden vrij voor kinderpsychiatrie in Brussel om te voldoen aan de steeds terugkerende behoeften voor het psychiatrische crisesbeheer. Sinds de oprichting van ons Brussels netwerk is er veel meer intersectoraal werk verricht. We hebben ook de werkzaamheden rond psychologische begeleiding bij vluchtelingen, kinderen met een migrantenachtergrond en hun families aanzienlijk geherfinancierd.

En voor 2018 zijn we bezig met de uitwerking van een intersectoraal programma voor de vroegtijdige opsporing van mentale problemen bij jonge kinderen en adolescenten.

Wat het niet-dringend vervoer van patiënten betreft, zullen we een ontwerp van ordonnantie indienen dat de basis zal leggen voor een Brussels juridisch mechanisme voor deze materie.

Wat e-gezondheid betreft, hebben we in 2017 onze vruchtbare samenwerking met het Brussels Gezondheidsnetwerk voortgezet. Het Netwerk krijgt een structurele juridische erkenning. De toestemming van patiënten voor de uitwisseling van gegevens wordt steeds vaker geregistreerd. Hetzelfde geldt voor het aantal artsen die op het Netwerk zijn ingeschreven. De nieuwe eerstelijnskluis “Brusafe +”, die bedoeld is voor de multidisciplinaire uitwisseling van gezondheidsgegevens, werd ontwikkeld en de werking ervan wordt via verschillende proefprojecten getest.

 Brussel beschikt nu over een strategisch e-gezondheidsplan 2017-2019 dat tijdens de Brusselse week van de e-gezondheid 2017 werd voorgesteld.

 

Wat de eerstelijnszorg en de daarbij horende beroepen betreft, willen we ten slotte ons promotiebeleid rond de vestiging van huisartsen verfijnen door het voornamelijk toe te spitsen op de wijken die werkelijk kampen met een tekort aan huisartsen.

Volgens de conclusies van de studie die aan het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn werd toevertrouwd, zijn de maatregelen die moeten worden genomen bedoeld als stimuli voor de vestiging in wijken die als prioritair worden beschouwd.

Ik rond af met een hoofdproject van de legislatuur : de hervorming van de organisatie van de eerstelijnszorg.

Met de zesde staatshervorming kreeg de GGC het beheer van de huisartsenkring en van meerdere instrumenten in verband met de organisatie en de steunmaatregelen voor de eerstelijnszorg toegewezen. Aan de hand van die tools, die al zeer performant zijn, moet een maximale samenhang en efficiëntie voor de sector en de patiënten worden gecreëerd.

Bij de administratie van de GGC werd een coördinator/projectleider “eerste lijn” aangeworven. Hij heeft als taak de sector te raadplegen om een nieuw model uit te werken, met de bedoeling om de eerstelijnszorg efficiënter te organiseren en beter af te stemmen op de behoeften van de Brusselaars. In 2018 bouwen we samen met de sector aan dit nieuwe model en leggen we de regels daaromtrent vast.

Nu geef ik een woordje uitleg over het openbaar ambt:

Om het beleid dat het Verenigd College voert zo goed mogelijk te ondersteunen, hebben we een doeltreffend en modern bestuur nodig. In de loop van het 2de semester van 2018 zal ons bestuur verhuizen naar de Trierstraat, waar we op termijn alle bicommunautaire diensten, met name de diensten van het college en die van Iriscare, willen onderbrengen. Meerdere rekruteringsfases vonden reeds plaats en zullen nog plaatsvinden in 2018 om het personeel aan te werven dat nodig is voor de overname van de aangelegenheden die in het kader van de 6de Staatshervorming zijn overgeheveld.

De ION Iriscare wordt verder geconcretiseerd in 2018. Er werken reeds ambtenaren binnen een opvangkader die erop toezien dat de toekomstige opdrachten van de instelling worden uitgevoerd. Het Verenigd College zal binnenkort zijn organen samenstellen.

Opvang van migranten

Wat betreft de opvang van migranten die zich sinds juni op ons grondgebied bevinden, hebben we de federale overheid herhaaldelijk herinnerd aan haar verantwoordelijkheden. We hebben altijd gewezen op de rechten van die mensen: het recht op onderdak, verzorging, waardig onthaal en het recht op juiste informatie over hun toekomstmogelijkheden. Daarom zal ik in het overlegcomité van november opnieuw de discussie openen en blijf ik strijden voor een constructief migratiebeleid met respect voor de mensenrechten.

Ten slotte lijkt het mij belangrijk om deze toespraak af te sluiten met een laatste noot in samenhang met het thema van de hierboven besproken onderwerpen. De thema’s sociale aangelegenheden en gezondheid hebben namelijk veel te danken aan de non-profitsector die, naast de publieke referentiespelers, ook een belangrijke rol speelt.

Mijn Regering had zich ertoe verbonden om de marge die vrijkomt door de federale tax shift te laten terugvloeien naar de werknemers van de Brusselse non-profitsector.

Ik zal u de details over de berekeningswijze daarvan of de haalbaarheid van een dergelijke berekening in sommige gevallen, besparen. Wel zijn we bijzonder trots dat we in de GGC een begroting van 5 miljoen euro kunnen aankondigen die zal worden gebruikt voor de uitwerking van een non-profitakkoord. Dit bedrag moet worden afgestemd op de middelen die mijn collega Fadila Laanan in haar College van de Franse Gemeenschapscommissie heeft kunnen vrijmaken om de transversaliteit van dit akkoord te garanderen.

Vandaag kunnen we de non-profitsector laten weten dat er een globaal budget is van elf miljoen euro voor alle Brusselse entiteiten.

Deze aanzienlijke inspanning, die mogelijk is gemaakt met de steun van het Gewest, zal worden geïnvesteerd in de kwaliteit van de werkgelegenheid of het scheppen van banen.

Ik dank u,

Rudi VERVOORT