Schriftelijke vraag betreffende de inning door Brussel Fiscaliteit van de boetes wegens niet-naleving van de wetgeving op afvalstoffen
- Indiener(s)
- John Pitseys
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 403)
Datum ontvangst: 06/12/2021 | Datum publicatie: 12/01/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 10/01/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
09/12/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Wat het beheer van de afvalstoffen betreft, heeft ons Gewest een reeks regels vastgesteld die specifiek zijn voor de ondernemingen en hun verantwoordelijkheden op dat gebied omschrijven.
Kort samengevat moeten de in Brussel actieve bedrijven de afvalstoffen die ze produceren op de juiste wijze sorteren en opslaan, verwijderen (door ze bijvoorbeeld te bezorgen aan een gespecialiseerde ophaler), de stavingsstukken met betrekking tot die verwijderingen bewaren en soms een milieuvergunning aanvragen, bijvoorbeeld wanneer de in het bedrijf aanwezige hoeveelheden afvalstoffen aanzienlijk zijn. Op deze verplichtingen wordt toegezien door de inspecteurs van Leefmilieu Brussel. Ze doen hun uiterste best om zoveel mogelijk bedrijven te controleren en sancties op te leggen aan bedrijven die zich niet aan de regels houden. Zoals op de website van Leefmilieu Brussel wordt uitgelegd, verloopt de controleprocedure in verschillende fasen. Vaststellingen, dialogen en dan, indien nodig, processen-verbaal en boetes. Als de boetes niet binnen de vastgestelde termijn aan Leefmilieu Brussel worden betaald, worden ze ingevorderd door Brussel Fiscaliteit.
|
Antwoord | In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen. Sinds 2007 voert Brussel Fiscaliteit inderdaad de gedwongen invordering uit van schuldvorderingen die haar door andere gewestadministraties worden toevertrouwd. Naast de schuldvorderingen eigen aan Brussel Fiscaliteit behandelen 5 van de 20 medewerkers van de directie Financieel beheer gedwongen invorderingsdossiers voor derden. Tot deze derden behoort onder meer Leefmilieu Brussel die dossiers overmaakt in verband met opgelegde ‘automatische’ boetes wegens niet-naleving van de BWLKE-bepalingen, evenals ‘alternatieve’ boetes wegens overtreding van de bepalingen in het Wetboek van Inspectie. Brussel Fiscaliteit kan evenwel geen overzicht verstrekken van de boetes die in het kader van de afvalwetgeving werden opgelegd. Binnen de antwoordtermijn van deze parlementaire vraag, heeft Brussel Fiscaliteit immers geen precieze uitsplitsing kunnen ontvangen van de verschillende soorten boetes die worden opgelegd door Leefmilieu Brussel. Bijgevolg kan Brussel Fiscaliteit enkel meedelen dat, voor de periode van 2008 tot en met 2021, 629 administratieve boetes - voor alle milieuaspecten - werden opgelegd voor overtredingen van bepalingen in het Wetboek van Inspectie (met uitzondering van boetes voor geluidsoverlast door vliegverkeer). Al deze boetes maakten het voorwerp uit van een ingebrekestelling, en 258 hiervan gaven daaropvolgend aanleiding tot gedwongen invorderingsprocedures via gerechtsdeurwaarder (dit na selectie van de dossiers waarvan Brussel Fiscaliteit van mening was dat een invordering van de schuld mogelijk was). Bovendien werden sommige dossiers ook opgevolgd in het kader van collectieve procedures. Tot dusver heeft Brussel Fiscaliteit 178.165 EUR kunnen invorderen voor 181 dossiers. Wat de procedurele aspecten betreft: wanneer Leefmilieu Brussel geen betaling ontvangt, maakt ze de opgelegde boete over aan de directie Financieel beheer van Brussel Fiscaliteit. Het overgemaakte dossier bevat telkens het bedrag van de boete, de elementen die het mogelijk maken de belastingplichtige te identificeren, de beslissingsreferentie van de boete en de datum waarop de boete werd opgelegd. Dit bestand wordt vervolgens in het informaticasysteem van Brussel Fiscaliteit ingevoerd om verschillende innings- en invorderingsacties uit te voeren. In deze fase wordt een eerste filtering toegepast en worden de dossiers waarvan Brussel Fiscaliteit de belastingplichtigen niet kon identificeren, terug naar Leefmilieu Brussel doorgestuurd. Wanneer Brussel Fiscaliteit de aanvullende informatie ontvangt, kan ze de behandeling van het dossier verder zetten. Het invorderingsproces begint met een ingebrekestelling, waarbij de belastingplichtige een laatste kans krijgt om zijn of haar schuld zonder bijkomende kosten te betalen. Op verzoek kan de belastingplichtige een afbetalingsplan krijgen. Bij het uitblijven van een reactie, wordt door Brussel Fiscaliteit het dossier opnieuw onderzocht of het opportuun is een dwangbevel uit te vaardigen en het dossier naar een gerechtsdeurwaarder te sturen. Wanneer Brussel Fiscaliteit in om het even welke fase van de procedure vragen over de inhoud van het dossier ontvangt (rechtstreeks of via een gerechtsdeurwaarder), worden deze vragen doorgegeven aan Leefmilieu Brussel om de belastingplichtige van een antwoord te dienen. Momenteel wordt aan een samenwerkingsprotocol tussen Brussel Fiscaliteit en Leefmilieu Brussel gewerkt. Het doel van dit protocol is de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen de twee administraties nader te beschrijven. Dit ontwerpprotocol bepaalt dat Brussel Fiscaliteit tijdens het begrotingsoverleg de nodige budgetten kan aanvragen om de extra kosten te dekken die voortvloeien uit de invordering van de betrokken boetes (deurwaarders-, advocaten- en personeelskosten). Bovendien nam Leefmilieu Brussel onlangs het initiatief om Brussel Fiscaliteit op te nemen in haar project ‘uitwisselingsplatform voor stakeholders’, waardoor de gegevensstroom en de kwaliteit van de gegevens die bij Brussel Fiscaliteit binnenkomen, kon worden verbeterd. |