Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verwarrende communicatie vanuit het Verenigd College en de Brusselse Regering die Dhr. Alain Maron als "Brussels Minister voor Gezondheid" aangeduidt.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 149)

 
Datum ontvangst: 29/06/2020 Datum publicatie: 12/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet, worden de bevoegdheden binnen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) steeds verdeeld onder de Nederlandstalige en Franstalige ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Op die manier worden de bicommunautaire bevoegdheden opgevolgd door de beide wettelijke taalgroepen.

Sinds het begin van deze legislatuur valt echter op dat men, ondanks dit principe, steeds vaker enkel naar Collegelid Maron verwijst als zijnde ‘Brussels Minister van Gezondheid’. Ik weet dat er inderdaad werkafspraken zijn gemaakt tussen beide Collegeleden en hoewel daar vraagtekens bij geplaatst kunnen worden, zal ik dit hier nu niet in vraag stellen. Maar het lijkt evenwel noodzakelijk dat de (officiële) communicatie van de Regering en het Verenigd College consequent vermeldt dat de twee Collegeleden bevoegd zijn. Uit parlementaire antwoorden of uit notificaties van de ministerraad stel ik vast dat er al enkele keren slordig werd omgegaan en men enkel nog Dhr. Maron als bevoegd Collegelid vermeldt.

Ik verwijs ook graag nog naar het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 juli 2019, dat de bevoegdheden van de leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vaststelt en waarin expliciet wordt gesteld dat zowel Dhr. Maron als Mevr. Van den Brandt samen bevoegd zijn voor Welzijn en Gezondheid.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Hoe rijmt u deze communicatie rond ‘Dhr. Maron als Brussels Minister voor Gezondheid’ met de officiële bevoegdheidsverdeling die werd vastgesteld in het besluit van het Verenigd College en hetgeen gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad?

- Is er binnen de schoot van het College reeds besproken dat dergelijke misverstanden moeten worden vermeden en dat er steeds moet vermeld worden dat deze Collegeleden gelijke bevoegdheden hebben inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen?

- Is er beslist dat de Regering en het Verenigd College Minister Maron niet meer zal vermelden als ‘Brussels Minister voor Gezondheid’, wat (grond)wettelijk ook niet correct is?

- Heeft de Collegevoorzitter daarop beslist een officieel schrijven te richten aan alle kabinetten en de administraties en te wijzen op de wettelijke situatie wat dit betreft? Hebt u tevens gevraagd er op toe te zien dat de beide Collegeleden steeds worden vermeld in overheidsnota’s en er nergens meer de notie of titel van ‘Brussels Minister voor Gezondheid’ in overheidsdocumenten voorkomt?

- Verbindt het College zich ertoe bij persberichten dat ze steeds de juiste terminologie zullen gebruiken en dat het bij foutieve publicaties in mediaberichten steeds zal een rechtzetting vragen om de juiste terminologie te gebruiken?
 
 
Antwoord    Ik bevestig u dat ik ‘lid van het Verenigd College belast met Welzijn en Gezondheid’ ben.

Het is waar dat de pers mij soms voorstelt als ‘Brussels minister van Gezondheid’. En dat ik het soms zelf doe, om het begrijpelijker te maken voor de burgers, die niet altijd de institutionele subtiliteiten begrijpen en niet weten wat het ‘Verenigd College’ is, laat staan een ‘lid van het Verenigd College’. Eigenlijk denk ik dat ik zelfs mag stellen dat dit soort subtiliteit slechts voor een heel klein aantal personen van belang is: sommige grondwetspecialisten ongetwijfeld of sommige Vlaamsgezinde kringen die dromen van een maximaal medebeheer van Brussel door de gemeenschappen en voor wie dit soort overweging een symbolische lading heeft. 

Dit gezegd zijnde, mag u er zeker van zijn dat wij met ons beleid, ook op het gebied van gezondheid, ten goede willen komen aan de Brusselaars van elke origine, ongeacht hun moedertaal: Nederlands, Frans of zelfs andere. Ik ben de ‘minister’ van iedereen.