Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de zelfmoordcijfers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de psychiatrische opnames en het preventiebeleid ter zake.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 187)

 
Datum ontvangst: 27/08/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 02/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ons land heeft de twijfelachtige eer om een van de hoogste zelfmoordcijfers in Europa te kennen. Uit cijfers die het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ) begin dit jaar bekendmaakte, bleek bovendien dat het aantal Brusselse zelfdodingen voor het eerst in twintig jaar opnieuw een stijging kende. In 2019 opende het parket 106 dossiers voor zelfmoord en kreeg het ook 363 meldingen binnen van mensen die geprobeerd zouden hebben om zichzelf van het leven te beroven.

Men kan vermoeden dat, wat de cijfers van dit jaar betreft, de coronacrisis eveneens reeds een impact heeft gehad op het aantal zelfdodingen (of pogingen daarvan). De mentale gevolgen voor de bevolking wegen in sommige gevallen loodzwaar door omwille van de vele negatieve gevolgen die deze gezondheidscrisis met zich meebrengt (financiële problemen, eenzaamheid, het verlies van meerdere naasten, uitzichtloosheid …).

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Beschikt u over cijfers die het aantal zelfdodingen (en het aantal pogingen daartoe) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen duiden voor de eerste jaarhelft van 2020? Zo ja, welke evolutie is er merkbaar ten opzicht van de vorige jaren en hoe evalueert u deze? Kan u deze cijfers opsplitsen naargelang het geslacht en de leeftijdscohorte van de persoon in kwestie? Is er tevens een significant verschil merkbaar tussen de verschillende Brusselse gemeenten onderling? Idem voor de opnames in de psychiatrische instellingen in het BHG? Voor welke pathologieën worden ze opgenomen?

- In hoeverre kan een eventuele stijging verklaard worden door de lockdown? Zo ja, hoe duidt u dit? Zo neen, hebt u beslist hierover een onderzoek te bestellen? Graag ook een duiding voor het aantal patiënten in psychiatrische instellingen.

- Kan u bovenstaande cijfers afzetten tegenover de cijfers uit de andere Gewesten en het nationale gemiddelde? Hoe evalueert u deze Brusselse cijfers tegenover de Vlaamse, Waalse en Belgische statistieken?

- Welk preventiebeleid voert u opdat de zelfmoordcijfers en de psychiatrische opnames in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verder teruggedrongen zouden kunnen worden? Hebt u in de nasleep van de coronacrisis en de eerste lockdownperiode bijkomende maatregelen getroffen om de zelfdoding in het BHG zoveel mogelijk te vermijden en de bevolking te sensibiliseren rond deze problematiek en te informeren over de beschikbare hulpkanalen? Welk budget trekt u hiervoor uit?

- In hoeverre werkt u hierrond samen met de andere Gemeenschappen in onze hoofdstad? Tot welke afspraken en maatregelen heeft dit geleid?

- Welk structureel overleg bestaat daaromtrent met het CPZ en andere betrokken actoren en organisaties? In hoeverre worden ze betrokken in de bovenvermelde maatregelen in het kader van de coronacrisis?
 
 
Antwoord    Wat uw eerste vraag betreft: het is het parket, en dus op federaal niveau, dat het aantal zelfmoorden wordt geteld. Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn heeft mij meegedeeld dat zelfs de cijfers voor 2019 nog onvolledig zijn. Hoewel sommige operatoren een toename van zelfmoordpogingen, zelfmoorden of verzoeken om steun rond het probleem waarnemen, is deze toename nog niet objectief in cijfers vastgesteld.

Wat uw tweede vraag betreft: er is geen onderzoek naar dit probleem besteld. Overigens weten we allemaal dat de determinanten van zelfmoord zijn verergerd sinds de COVID-19-crisis. We zijn dus zeer aandachtig en hebben regelmatig contact met het Centrum ter Preventie van Zelfdoding. Er bestaat ook een werkgroep die actoren uit de verschillende gemeenschappen samenbrengt, wat het mogelijk maakt om de ervaringen en het actieplan van de verschillende taalgemeenschappen te delen.

Op de derde vraag kunnen wij geen antwoord geven, omdat wij niet over de cijfers beschikken waarnaar u verwijst.

Wat uw vierde vraag betreft, werken we samen met het Centrum ter Preventie van Zelfdoding of andere preventie- en luisteroperatoren die door de FGC zijn erkend. Daarnaast wordt in het relanceplan rekening gehouden met het probleem van zelfmoord en opnames ter observatie. Het is aan de operatoren om te reageren op de verschillende projectoproepen.

Wat uw vijfde vraag betreft: de contacten en het overleg tussen de gemeenschappen vinden plaats binnen de eerdergenoemde werkgroep.

Wat de zesde vraag betreft: de Diensten van het Verenigd College verlenen geen subsidies voor de preventie van zelfmoord. Dit is een bevoegdheid van de FGC. Ik nodig u dan ook uit om uw vraag aan de FGC te stellen.