Schriftelijke vraag betreffende de lancering van de app voor telegeneeskunde Doktr.
- Indiener(s)
- Ibrahim Dönmez
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 446)
Datum ontvangst: 19/05/2021 | Datum publicatie: 19/07/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 16/07/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
08/06/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | De versie in het Nederlands van deze vraag volgt zo snel mogelijk |
Antwoord | Tot op heden heeft noch het kabinet, noch de administratie contact gehad met het bedrijf Proximus wat betreft de medische teleconsultatiediensten, en meer bepaald de applicatie Doktr. De ontwikkeling van telegeneeskunde is een realiteit die vraagt om maatschappelijk debat en het opstellen van duidelijke richtlijnen. De coronacrisis heeft aangetoond dat het in sommige gevallen van belang is om zonder fysiek contact een arts te kunnen raadplegen. Ik beschik niet over genoeg technische elementen om concreet over het project ‘Doktr’ te spreken. In het algemeen kan worden gesteld dat het Proximus-project zowel interessante antwoorden biedt als veel vragen oproept. Wat de vooruitgang betreft, wijzen wij bijvoorbeeld op de controle van technologie in Europa of in België, die potentieel meer garanties biedt op het gebied van veiligheid, en op de kleiner wordende afstand die informatie aflegt. De eenvoudigere integratie met het Belgisch kwaliteitscontrole- en betalingssysteem. Wat de vragen betreft, lijkt het systeem, zoals het nu is getest, niet bedoeld om de band tussen de huisarts en zijn of haar patiënt te versterken. Het is nochtans een van de doelen van huisartsen om een langdurige relatie op te bouwen. Ik hoop dat ik zo op uw vraag heb kunnen antwoorden. |