Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende Tewerkstellingsquota voor gehandicapten in OCMW's

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 527)

 
Datum ontvangst: 17/12/2021 Datum publicatie: 14/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag   

De ordonnantie van de GGC van 21 maart 2018 legt de administraties van de OCMW’s een quotum op van 1 halftijdse werknemer met een handicap per 20 voltijdsequivalenten in de personeelsformatie (d.w.z. 2,5% van het totale personeelsbestand).

  • Hoeveel personen met een handicap zijn in dienst genomen in elk OCMW? Met welke overeenkomst (stage, omscholingsovereenkomst, overeenkomst van onbepaalde duur enz.)?

  • Kunt u, volgens de berekening waarin de ordonnantie voorziet, specificeren welk percentage door elk OCMW wordt bereikt?

  • Worden in de OCMW's maatregelen getroffen om de aanwerving van personen met een handicap aan te moedigen?

 

 

 

 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag, mevrouw het parlementslid.

Op 2 februari 2017 keurde het Brusselse Parlement de ordonnantie goed betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de lokale besturen. Deze ordonnantie bepaalt dat de lokale besturen per schijf van 20 voltijdsequivalenten (VTE’s) minstens één persoon met een handicap halftijds in dienst moeten nemen (zijnde 2,5% van de VTE’s). Krachtens de ordonnantie mag dit percentage voor de helft bereikt worden door overeenkomsten voor werken, leveringen en diensten te sluiten met maatwerkbedrijven (MWB's).


Brussel Plaatselijke Besturen heeft inderdaad een aanzienlijke analyse uitgevoerd van het verslag over de tewerkstelling van personen met een handicap in de Brusselse gemeenten, dat vorig jaar in maart werd gepubliceerd.

De gemeenten bezorgden de cijfers met betrekking tot de naleving van de voorschriften van deze ordonnantie aan Brussel Plaatselijke Besturen.
In 2019 bereikten enkel drie gemeenten het in de ordonnantie vastgelegde percentage van 2,5% personeel met een handicap. In 2020 hebben zeven gemeenten dat percentage bereikt, wat getuigt van een duidelijke verbetering. Enkele gemeenten hebben een beroep gedaan op de diensten van maatwerkbedrijven.

Ondanks die cijfers, die weinig bemoedigend lijken te zijn, toont het verslag aan dat de Brusselse gemeenten elk op hun niveau inspanningen leveren om personeel aan te werven met een handicap en te zorgen voor zijn integratie in de best mogelijke omstandigheden.
Sommige gemeenten werken daarvoor samen met hun OCMW.

Helaas werd deze analyse niet uitgevoerd voor de OCMW’s, wat wil zeggen dat we op dit moment geen zicht hebben of de 2,5%, waarnaar de ordonnantie van 21 maart 2018 verwijst, voor de OCMW’s wordt gehaald. In dat kader kan ik u de cijfers niet meedelen, aangezien ze gewoonweg niet bestaan.

Artikel 6 van de ordonnantie van 21 maart 2018 stelt: "Er wordt een jaarlijkse algemene evaluatie opgemaakt van de toepassing van de artikelen 2 en 5 van de ordonnantie, in een verslag dat wordt bezorgd aan de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. De praktische regels voor de evaluatie worden vastgesteld door het Verenigd College."
Artikel 7 van dezelfde ordonnantie vervolgt met: "Op basis van de evaluatie worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de gemeenteraad van de gemeente van het OCMW dat in gebreke blijft, en de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingelicht over de schending van de bepalingen van deze ordonnantie."

Er wordt op dit moment geen uitvoering gegeven aan de ordonnantie als gevolg van het feit dat de praktische modaliteiten betreffende de evaluatie vastgelegd dienen te worden door het Verenigd College en dit tot op heden niet gebeurde. Hierdoor zijn de gevraagde gegevens niet beschikbaar.

De praktische modaliteiten van de evaluatie van de prerogatieven van de ordonnantie zullen moeten worden bepaald. Zodra die door het Verenigd College zijn vastgelegd, zullen de maatregelen om te voldoen aan de door de ordonnantie opgelegde verplichtingen meegedeeld worden aan de verschillende OCMW’s.

De vraag met betrekking tot deze gegevens werd gesteld aan de Federatie van Brusselse OCMW's. Zij heeft zich ertoe verbonden om dat onderzoek binnen de 19 OCMW’s te doen en die informatie door te geven zodra ze erover beschikt.