Schriftelijke vraag betreffende de veiligheid van de daklozen
- Indiener(s)
- Latifa Aït Baala
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 554)
| Datum ontvangst: 21/02/2022 | Datum publicatie: 05/04/2022 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 01/04/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 24/02/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering |
| Vraag | Op zaterdag 12 februari, omstreeks 3.30 uur, heeft een man een dakloze in brand gestoken die in het Zuidstation lag te slapen. Het parket verklaarde later dat het slachtoffer ernstig gewond was en in levensgevaar was.
Volgens sommige berichten was dit geen daad van zinloos geweld, maar een toevallige daad. De verdachte, die zich warm probeerde te houden, zou het vuur hebben aangestoken met kranten die op de dakloze man waren gelegd en een aansteker. De verdachte beweert dat hij geprobeerd heeft het vuur te doven. Het is niet de bedoeling van mijn vraag om terug te komen op het lopende onderzoek, dat valt niet onder mijn noch uw bevoegdheid, maar om een update te geven van de veiligheidsregelingen voor daklozen.
In deze tijden van extreme kou zoeken veel daklozen hun toevlucht in het Zuidstation.
|
| Antwoord | Ik dank u voor uw vragen. Dit is een erg ruime vraag, aangezien de kwestie van de veiligheid van daklozen betrekking heeft op alle personen die opgevangen worden in opvangstructuren (noodopvangcentra, opvangtehuizen), personen op straat enz. Dat sluit bovendien aan bij de kwestie van de veiligheid van alle burgers, slecht gehuisvest of niet, en heeft bijgevolg betrekking op de gemeenten en Brussel Preventie en Veiligheid (BPV). Op dit moment bestaat er geen specifiek veiligheidsprotocol voor daklozen dat uitgewerkt is door het Verenigd College. Dat neemt niet weg dat de regelgeving van de GGC voor de diensten voor huisvesting, begeleiding of dagopvang daaromtrent verschillende bepalingen bevat. De diensten voor straathoekwerk die door de GGC gefinancierd worden, dragen bovendien bij aan die veiligheidsdimensie ten aanzien van die groep op straat. Wat de actiepijlers daaromtrent betreft die in het meerderheidsakkoord zijn opgenomen, is dit een van de pijlers die verband houdt met uw vraag: “Om te voorzien in een grotere veiligheid van een verarmd publiek en de kans op het verlies van de woning te beperken zal de Regering een duidelijke wetgeving goedkeuren om uithuiszettingen te omkaderen, onder meer door een wintermoratorium voor de openbare huisvesting waar dit moratorium vandaag niet geldt.” Ik nodig u dan ook uit om mevrouw Ben Hamou naar deze kwestie te vragen. Wat de daklozen in het Zuidstation betreft: Het Globaal Veiligheids- en Preventieplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet in een specifiek luik omtrent de opvang van daklozen op de Brusselse vervoersnetten. In dat kader financiert de GGC het project METRO-verbindingen van de vzw Diogenes. Dat project bestaat uit het verrichten van buurtwerk met de daklozen die aanwezig zijn in het Brussels openbaar vervoer om hun maatschappelijke integratie te bevorderen door sociale banden te creëren. Er worden bovendien overlegvergaderingen georganiseerd tussen de politiezone Brussel-Zuid en bepaalde actoren uit de daklozensector en aanverwante sectoren (Dune, Transit, ‘t Eilandje, straatwerk Sint-Gillis, Diogenes) om een samenwerkingsprotocol op te stellen voor een betere opvang van daklozen die te maken krijgen met geweld en onveiligheid in die zone. In dat verband werken we in nauwe samenwerking met de MIVB en mijn collega Van den Brandt. Bruss’help is bovendien gemandateerd om de manieren te onderzoeken om straathoekwerk in het hele gewest te versterken (en dus onder meer rond het Zuidstation). De GGC financiert ook het Macadam-project, dat zorgt voor dagopvang en straathoekwerk voor jongeren tussen 18 en 25 jaar, onder meer voor die die in de wijk van het Zuidstation komen. |