Schriftelijke vraag betreffende Het besluit van 4 december 2008 van het Verenigd College tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het administratief en geldelijk statuut van de secretarissen en de ontvangers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
- Indiener(s)
- Marc Loewenstein
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 593)
Datum ontvangst: 14/06/2022 | Datum publicatie: 20/09/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 27/07/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
15/06/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering |
Vraag | Artikel 6 van het decreet van 4 december 2008 van het Verenigd College bepaalt dat "De functie van secretaris en ontvanger wordt voltijds uitgeoefend en mag niet gecumuleerd worden met een andere beroepsactiviteit, behoudens de afwijkingen die door de raad worden toegestaan volgens de regeling geldend voor het personeel van de plaatselijke besturen en met dien verstande dat de samengevoegde prestaties niet meer mogen bedragen dan 1,25 maal de arbeidstijd van de voltijdse functie.". Dit betekent dat de cumulatie van beroepsactiviteiten in principe verboden is en alleen kan worden toegestaan op voorwaarde dat dit vooraf is toegestaan door een beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het betrokken OCMW en dat de voordelen voor de andere functie niet meer dan ¼ tijd bedragen. In dit verband zou ik de volgende vragen willen stellen voor de periode 2019-2022:
|
Antwoord | De verzoeken tot afwijking en de beslissingen daaromtrent maken geen deel uit van de akten die aan de toezichthoudende overheden moeten worden overgemaakt. Bijgevolg kunnen uw vragen met betrekking tot deze afwijkingen niet worden beantwoord. Brussel Plaatselijke Besturen is echter niet op de hoogte van tijdelijke secretarissen die op verzoek van een OCMW zouden zijn tussengekomen. |