Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ondersteuning voor zelfstandigen die ten gevolge van moeilijkheden met hun onderneming contact opnemen met de OCMW’s

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 594)

 
Datum ontvangst: 16/06/2022 Datum publicatie: 20/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 27/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/06/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag   

Zeker in tijden van en na de coronacrisis doen heel wat mensen beroep op de diensten van de OCMW’s om te kunnen beantwoorden aan de extra uitdagingen die de gezondheidscrisis op hun bord heeft gegooid. Onder hen bevinden zich ook verschillende zelfstandige ondernemers, voor wie de ondersteuningsaanvraag vaak tweeledig is: enerzijds zoeken zij immers dezelfde sociaaleconomische ondersteuning die door de OCMW’s wordt aangeboden, maar anderzijds hebben zij vaak ook specifieke of gespecialiseerde hulp nodig met betrekking tot hun onderneming.

In dat opzicht dient erop gewezen te worden dat er voor Brusselse ondernemingen reeds het ‘Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden’ (COm) bestaat, waar gratis hulp wordt geboden door een panel van deskundigen. Voor een optimale dienstverlening voor de Brusselse ondernemers is het echter cruciaal dat het COm en de OCMW’s op een correcte en efficiënte manier met elkaar samenwerken.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Beschikt u over cijfers die kunnen duiden hoeveel Brusselse zelfstandigen een steunaanvraag hebben ingediend bij de OCMW’s? Kan u deze cijfers opsplitsen per OCMW en naargelang het geslacht, de leeftijdscohorte en het type zelfstandige waartoe de aanvrager in kwestie behoort? Kan u hierbij tevens de redenen van aanvraag en het toekenningspercentage nader toelichten, alsook de omvang van de concrete (geldelijke) steun die hierbij werd voorzien?

  • Kan u duiden of de Brusselse OCMW’s reeds samenwerkingsverbanden hebben vastgelegd met het COm? Zo ja, om welke OCMW’s gaat het en op welke manier vinden deze samenwerkingen concreet plaats?

  • Kan u nader toelichten op welke manier u binnen uw bevoegdheden voorziet in de ondersteuning van deze groep zelfstandigen? Welke specifieke maatregelen worden daartoe voorzien? Welke acties en middelen worden hiertoe voorzien?


 

 

 
 
Antwoord    De POD Maatschappelijke Integratie heeft in juni 2022 een focusnota gepubliceerd betreffende “De sociale impact op de OCMW’s en hun doelpubliek: een terugblik op de coronacrisis (2020-2021)”.

Uit de analyse van het socio-economische profiel van de begunstigden blijkt dat de meerderheid van de personen die zich tijdens de coronacrisis tot de OCMW's gericht hebben, voordien geen inkomen hadden, begunstigden waren van een werkloosheidsuitkering of een andere sociale uitkering of een arbeidsovereenkomst hadden. Ook dient vermeld te worden dat de socio-economische situatie van 1 op 3 hulpaanvragers niet gekend is.

Verder stelt de nota dat het aantal aanvragen van personen die voor de coronacrisis aan het werk waren, aanzienlijk gestegen zijn tijdens de eerste lockdownperiode, maar dat de situatie zich tijdens de zomermaanden hersteld heeft naar de situatie van voor de start van de COVID-19-crisis.


Wat de zelfstandigen betreft, stelt het onderzoek dat er geen significante stijging van het aandeel zelfstandigen waar te nemen valt, ondanks het feit dat die groep zwaar getroffen werd. De POD MI veronderstelt dat die specifieke groep in eerste instantie een beroep doet op de eigen financiële reserves en andere sociale rechten tracht uit te putten alvorens ze zich voor een steunaanvraag tot het OCMW wendt. Ook de crisismaatregelen genomen voor die doelgroep, zoals het crisisoverbruggingsrecht voor zelfstandigen, zullen hier een rol spelen.
Uit cijfers van Perspective Brussels blijkt dat het gebruik van het overbruggingsrecht door zelfstandigen in grote lijnen hetzelfde patroon volgt als dat van de tijdelijke werkloosheid: een piek in het voorjaar van 2020 en een stabilisering tussen oktober 2020 en mei 2021 op een gemiddelde van 17% van het totaal aantal zelfstandigen in hoofdactiviteit. Tussen mei en november 2021 valt dan weer een sterke daling waar te nemen, met in december 2021 nog slechts 4% van het totaal aantal zelfstandigen in hoofdactiviteit die een beroep doen op het overbruggingsrecht.

In het geval van een verplichte onderbreking van de beroepsactiviteit of bij een onderbreking als gevolg van omstandigheden, is de belangrijkste maatregel het ‘overbruggingsrecht’ (dat in het kader van de COVID-19-crisis is aangepast). In april 2020 hebben 48.829 zelfstandigen het overbruggingsrecht ontvangen, tegenover 14.902 in december 2020 in het Brussels Gewest.

Verder werd in het kader van de crisis een moratorium op faillissementen ingevoerd voor de periode van maart 2020 tot januari 2021. Hoewel dat moratorium officieel is afgelopen, bewijst het geringe aantal faillissementen in de daaropvolgende maanden dat er de facto nog steeds een moratorium is. De fiscus en de RSZ hebben – voorlopig althans – afgezien van gerechtelijke stappen tegen ondernemingen die hun fiscale en sociale schulden niet hebben betaald. Banken zijn bijzonder terughoudend om gerechtelijke stappen te ondernemen voor onbetaalde rekeningen. Bovendien blijven veel bedrijven een beroep doen op steunmaatregelen, zowel wat bepaalde premies als betalingsfaciliteiten betreft.

Bij gebrek aan gegevens van de POD Maatschappelijke Integratie kunnen we geen antwoord geven op de vraag naar de pariteit man/vrouw, of de gemiddelde leeftijd van deze zelfstandigen, en evenmin op de vraag naar de verdeling over de 19 Brusselse gemeenten.

Wat de speciale voorzieningen voor dit soort publiek betreft, hebben de 19 OCMW’s op verschillende manieren informatiecampagnes gelanceerd voor de burgers van hun gemeenten, zoals huis-aan-huisbladen, verspreiding van folders, artikelen in gemeentekranten, sociale netwerken en andere.

De OCMW’s hebben echter, zoals voor alle andere groepen, gehandeld in het kader van een algemeen beleid dat voor iedereen toegankelijk is, om deze burgers in nood in staat te stellen een menswaardig bestaan te leiden.



Het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden informeert, adviseert en oriënteert bedrijfsleiders en zelfstandigen die professionele moeilijkheden hebben. De missie bestaat er met andere woorden hoofdzakelijk in om zelfstandigen en bedrijfsleiders bij te staan in het opmaken van een balans van hun professionele situatie en samen nieuwe oplossingen te bedenkenvoor problemen waarmee ze geconfronteerd worden, zoals de verstandhouding tussen partners, commerciële conflicten, problemen met de kas, personeelszorgen …

De bijstand verleend door het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden is met andere woorden zeer verschillend van die aangeboden door de OCMW’s. Dat neemt uiteraard niet weg dat het Centrum de zelfstandigen kan doorverwijzen naar het OCMW wanneer dat nodig blijkt.

Wij zijn niet op de hoogte van een overeenkomst tussen de OCMW’s en het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden.

Het delen van expertise is echter belangrijk voor de 19 Brusselse OCMW’s. Daartoe werd op het niveau van de Federatie van Brusselse OCMW’s en op vraag van ons kabinet een werkgroep opgericht die de maatschappelijk werkers rond de diensten voor socioprofessionele inschakeling (SPI) van de OCMW’s verenigt.

De SPI-raadgever van de Federatie is belast met het systematisch organiseren van de bredere thema’s die specifiek zijn voor zelfstandigen tijdens de maandelijkse vergaderingen van de ISP-commissie van de Federatie, waarin maatschappelijk werkers bijeenkomen.

In het kader van het herstelplan voor zelfstandigen via de OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden specifieke inter-OCMW-vergaderingen georganiseerd ter bespreking van de problemen van zelfstandigen, hun inventarisering en de beste praktijken die voor die specifieke doelgroep binnen de OCMW’s moeten worden toegepast. De WG is vijf keer over dat onderwerp bijeengekomen.

Een meer specifieke samenkomst en een coördinatie tussen hub.brussels en de SPI-diensten wordt overwogen, een informatiedag met hub.brussels met het oog op het einde van het overbruggingsrecht en de oprichting van een netwerk ‘zelfstandigen’ wordt ook georganiseerd via het houden van specifieke thematische bijeenkomsten, waaronder op federaal niveau het RSVZ in het kader van het meer specifieke thema van de strijd tegen het niet-gebruik van rechten, ook voor zelfstandigen.