Schriftelijke vraag betreffende de schoolpremie
- Indiener(s)
- Françoise Schepmans
- aan
- Sven Gatz en Bernard Clerfayt, leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen (Vragen nr 82)
| Datum ontvangst: 02/09/2022 | Datum publicatie: 08/11/2022 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 20/10/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 21/09/2022 | Ontvankelijk |
| Vraag | In een tijd waarin de inflatie in ons land ongekend hoog is, zien veel gezinnen helaas hun koopkracht dalen en hun energierekening stijgen. Dit heeft een zeer negatief effect. Aan het begin van het nieuwe schooljaar heeft de “Ligue des familles” een enquête gehouden over de kosten van schoolbenodigdheden op scholen. Volgens het onderzoek bedragen de kosten van een nieuw schooljaar op basisscholen 255 euro (zonder computerapparatuur) of 483 euro (wanneer computerapparatuur nodig is). In het algemeen secundair onderwijs loopt de rekening op tot 428 euro of 655 euro. In het secundair beroepsonderwijs is dat 689 euro of 986 euro. In het technisch middelbaar onderwijs varieert het van 627 euro tot meer dan 1.000 euro! In deze context vormt de schoolpremie, die in augustus tegelijk met de gezinstoelagen van juli wordt uitgekeerd, een belangrijke bijdrage aan de ondersteuning van gezinnen. De bedragen, geïndexeerd tot 1 mei 2022, zijn tussen €22 en €90 afhankelijk van de leeftijdsgroep.
|
| Antwoord | Ik heb de eer u de volgende antwoorden te geven op uw vragen: 1. Voor het jaar 2022 wordt het totale budget van de jaarlijkse leeftijdstoeslag geraamd op ongeveer 13 miljoen euro. Dit is de opsplitsing per leeftijdsgroep: Leeftijdsgroep Bedrag 0-2 jaar 989.000 euro 3-5 jaar 998.000 euro 6-11 jaar 2.950.000 euro 12-24 jaar 8.035.000 euro Totaal 12.972.000 euro 2. Op basis van de jaarlijks beschikbare cijfers werd de toeslag toegekend aan meer dan 166.000 gezinnen in het Brussels Gewest. 3. Andere maatregelen die specifiek verband houden met schooluitgaven, bestaan momenteel niet binnen de context van de gezinsbijslagen. Vanaf het begin werd het stelsel van de gezinsbijslagen echter beschouwd als een essentiële hefboom in de strijd tegen kinderarmoede. In die geest van armoedebestrijding richt het Brusselse stelsel van gezinsbijslagen zich op kansarme gezinnen en de middenklasse met bescheiden inkomens door de toekenning van toeslagen op het basisbedrag die rekening houden met de samenstelling van de huishoudens (verhoogde toeslagen voor eenoudergezinnen) en de gezinsinkomens (sociale toeslagen zodra het jaarinkomen van een gezin lager ligt dan 45.000 euro; verhoogde sociale toeslagen voor gezinnen met minder dan 31.000 euro). Op basis van een selectieve component wordt momenteel een kwart van het Brusselse budget voor gezinsbijslagen verdeeld in functie van het socio-economische niveau van het gezin. Voor de nieuwe gezinnen, d.w.z. met kinderen geboren na de hervorming van 2020, is het percentage van de uitgaven dat besteed wordt aan de selectieve component van de gezinsbijslagen, in Brussel gestegen van 10,3% tot 24,7%. |