Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende een overzicht van het Brusselse kinderbijslagsysteem in cijfers

Indiener(s)
Delphine Chabbert
aan
Sven Gatz en Bernard Clerfayt, leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen (Vragen nr 92)

 
Datum ontvangst: 13/06/2023 Datum publicatie: 30/08/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 10/07/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/06/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag   
  • Kunt u mij vertellen hoeveel kinderen sinds begin 2023 kinderbijslag ontvangen?

  • Hoeveel kinderen en gezinnen ontvangen de verschillende soorten toeslag?

  • Hoeveel kinderen en gezinnen ontvangen de verschillende types verhogingen?

  • Hoeveel kinderen hebben kinderbijslag ontvangen sinds Famiris de taak heeft gekregen om kinderen op te sporen die geen bijslag ontvangen hoewel ze aan de voorwaarden voldoen om er recht op te hebben?

  • Hoeveel nieuwe ouders hebben geen aanvraag ingediend bij een kinderbijslagfonds?

  • Hoeveel gezinnen hebben hun kinderbijslag zien stijgen sinds het nieuwe stelsel werd ingevoerd?

  • Hoeveel gezinnen die naar het nieuwe stelsel zijn overgestapt, hebben minder kinderbijslag ontvangen?

  • Hoeveel gezinnen krijgen te maken met onverschuldigde betalingen?

  • Hoeveel gezinnen hebben een niet-terugbetaling van onverschuldigde bedragen verkregen?

  • Hebt u cijfers over de doeltreffendheid en efficiëntie van het nieuwe systeem in de strijd tegen kinderarmoede?

 
 
Antwoord   

1)

In de periode van januari tot april 2023 steeg het aantal rechtgevende kinderen van 314.172 tot 316.781.

 

Maand van het recht

Aantal rechtgevende kinderen

01/2023

314.172

02/2023

315.447

03/2023

315.486

04/2023

316.781

2)

Bijgevoegd vindt u de laatst beschikbare cijfers voor april 2023 voor de drie maandelijkse toeslagen waarin de Brusselse kinderbijslagregeling voorzien.

3)

De bovenstaande tabellen geven ook antwoord op deze vraag.

4)

Het aantal kinderen waarvoor Famiris kinderbijslag toekent in toepassing van deze bepaling is 2.614.

5)

Sinds de invoering van de procedure heeft Famiris in totaal 12.558 gezinnen gecontacteerd. In de praktijk wordt naar deze gezinnen een aanvraagformulier voor kinderbijslag gestuurd, samen met een verklarende brief. Dit gebeurt na een voorafgaande analyse om te bepalen of er mogelijk recht op is. Een aanvraagformulier van het gezin is altijd nodig omdat onder andere de beroepssituatie van de ouders een essentieel element is in het onderzoek van de regels voor cumulatie (op Europees niveau).

6)

Het te betalen bedrag aan kinderbijslag kan in de loop van de tijd stijgen of dalen, afhankelijk van verschillende factoren zoals de samenstelling van het huishouden, het recht op eventuele toeslagen, enz. Iriscare heeft geen volledig overzicht van alle verhogingen, al dan niet voor een beperkte periode, die een rol spelen bij kinderbijslag. Uit de formulering van de vraag maken we op dat de invoering van het nieuwe model wordt beoogd. In wat volgt, zullen we ons daarom concentreren op dit aspect.

 

Bij de inwerkingtreding van de Brusselse kinderbijslagregeling in januari 2020 zijn in totaal 92.759 gezinnen onmiddellijk overgeschakeld naar de nieuwe schalen omdat ze voordeliger waren dan de bedragen waarop deze gezinnen recht hadden onder de federale wetgeving (en meer bepaald het daaruit voortvloeiende "verworven recht").

 

Daarnaast stapten 26.716 gezinnen later over van de overgangsmaatregel naar de nieuwe schalen. Dit geeft een totaal van 119.475 gezinnen die recht hadden onder de federale regeling en zijn overgeschakeld naar de nieuwe Brusselse schalen. Van deze gezinnen hadden er 92.133 nog recht op kinderbijslag in april 2023.

7)

De overgang van het onder de federale schalen verworven recht naar de nieuwe schalen impliceert per definitie dat de nieuwe schalen voordeliger zijn dan het recht waarop de bijslagtrekkende recht heeft onder de overgangsmaatregel, rekening houdend met de huidige gezinssituatie en de criteria voor het behoud van het recht onder de federale schalen.

Dit betekent dat de overgang niet altijd overeenkomt met een nettoverhoging van het maandelijks verschuldigde bedrag. Een voorbeeld hiervan is een bijslagtrekkende die federale tarieven ontving voor drie kinderen, maar die aan het einde van het recht van zijn oudste kind overstapt op de nieuwe schalen omdat ze voordeliger zijn gezien de nieuwe samenstelling van zijn dossier, dat nu nog maar twee rechtgevende kinderen bevat.

 

Er zij ook op gewezen dat het eenrichtingskarakter van de overgang inhoudt dat een aanvrager niet meer het voordeel van de federale schalen kan terugkrijgen als deze opnieuw voordeliger worden als gevolg van een latere wijziging in zijn gezinssituatie.

 

 

Zoals reeds aangegeven in antwoord op de vorige vraag, heeft Iriscare geen volledig zicht op de schommelingen in het verschuldigde bedrag die zich voordoen in de kinderbijslagdossiers.

8)

In de periode van januari 2020 tot april 2023 bedroeg het aantal gezinnen dat te maken had met een (of meer) onverschuldigde betalingen in het Brusselse kinderbijslagsysteem 54 894.

 

Als we alleen kijken naar de periode vanaf januari 2023, hebben we 19.368 gezinnen, en als we alleen kijken naar april 2023, hebben we 13.755 gezinnen.

 

 

9)

Volgens de informatie van de kinderbijslaginstellingen kregen 34 gezinnen een positieve beslissing op hun verzoek om af te zien van de terugvordering van een onverschuldigd bedrag. Voor 9 van hen was de afstand van terugvordering gedeeltelijk.

10)

Uit ex-ante microsimulaties uitgevoerd door het Federaal Planbureau blijkt dat na de hervorming het risico op monetaire armoede (AROP) voor minderjarigen daalt van 31,4% naar 30,1% en voor gezinnen met kinderen van 27,8% naar 26,8%. Deze resultaten staan in de working paper 4-21 van mei 2021: Regionale kinderbijslaghervormingen – Een impactanalyse met het microsimulatiemodel EXPEDITION.

 

Op basis van de resultaten van de EU-SILC-enquête stelt Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) de volgende recente evolutie vast van het globale armoederisico voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

 

            2019         2020           2021        2022

            31,4%       27,8%         25,4%      29,8%

 

De omvang van de steekproef voor Brussel laat niet toe betrouwbare uitspraken te doen over subpopulaties zoals bijvoorbeeld minderjarigen of gezinnen met kinderen. Het is ook niet mogelijk om verklarende elementen te isoleren (bv. COVID-19).