Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opvangcapaciteit voor dak- en thuislozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de evolutie daarvan

Indiener(s)
Els Rochette
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 757)

 
Datum ontvangst: 27/09/2023 Datum publicatie: 16/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 14/11/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
14/11/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag   

Le nombre de sans-abri et sans chez-soi en Région bruxelloise augmente depuis des années. Il s’agit de 7.134 personnes, selon le dernier recensement de Bruss'help. Cela représente une augmentation de 20% par rapport à 2020. Il serait donc logique que la capacité d'accueil des sans-abri et sans chez-soi de la Région bruxelloise suive cette évolution.

  1. Quelle est la capacité d'accueil disponible actuellement pour les sans-abri et les sans chez-soi en Région bruxelloise? Veuillez s’il vous plaît faire une distinction entre les centres d'accueil de jour et de nuit.

  2. Combien de places y a-t-il pour des groupes-cibles spécifiques au sein des centres d'accueil pour sans-abri et sans chez-soi? Veuillez s’il vous plaît ventiler par groupes suivants: les mineurs, les femmes, les jeunes LGBTQI+, les sans-abri nécessitant des soins médicaux, etc.

  3. Combien de lieux d’accueil pour sans-abri et sans chez-soi y a-t-il par commune? Existe-t-il des différences significatives entre les différentes communes et avez-vous des pistes d’explication pour les comprendre?

  4. Quelle est l'évolution du nombre de lieux d'accueil pour sans-abri et sans chez-soi durant ces dernières années? Y a-t-il des augmentations ou des diminutions évidentes? Veuillez s’il vous plaît fournir des chiffres depuis le début de cette législature (2019) jusqu'à aujourd'hui.

  5. Quels sont les moyens financiers alloués par la Région aux programmes pour l’accueil des sans-abri? Veuillez s’il vous plaît ventiler par année, à partir de 2019.

  6. Y aura-t-il des initiatives supplémentaires ou des augmentations pour l'accueil des mineurs sans chez-soi? Dans l’affirmative, lesquelles et quelle capacité d'accueil est-elle prévue?

  7. Existe-t-il des collaborations avec le pouvoir fédéral et/ou les communes pour accueillir le grand nombre de demandeurs d'asile qui vivent dans les rues de notre Région? Dans la négative, pourquoi cette initiative fait-elle défaut? Dans l'affirmative, en quoi consiste cette collaboration?

 
 
Antwoord    Momenteel bedraagt de opvangcapaciteit voor kwetsbare groepen in het Brussels Gewest 5.289 plaatsen, uitgesplitst als volgt:
- 2.665 noodopvangplaatsen (de Fedasil-centra en de andere operatoren die aanvragers van internationale bescherming opvangen niet meegerekend);
- 655 plaatsen in de collectieve opvangstructuren voor Oekraïners;
- 945 plaatsen in projecten voor de tijdelijke bewoning van leegstaande gebouwen voor kwetsbare groepen;
- 9 door de GGC erkende opvanghuizen die onderdak bieden aan 245 personen (volwassenen en kinderen) en over 21 bedden voor baby’s beschikken; en
- 746 plaatsen in de 17 door de FGC erkende opvanghuizen en 33 plaatsen in een opvanghuis dat gefinancierd wordt door de Vlaamse Gemeenschap.

Wat betreft de dagopvangcapaciteit: de GGC subsidieert 11 dagopvangcentra, waarvan 9 voor alle doelgroepen, 1 voor vrouwen en 1 voor jongeren op de dool. Die dagopvangcentra kunnen tussen 575 en 1.089 personen per dag opvangen.


Naast die opvang- en dagopvangcapaciteit subsidieert de GGC 12 diensten voor thuisbegeleiding die 920 personen en gezinnen huisvestingsbegeleiding bieden, alsook 7 ‘Housing First’-operatoren die 276 personen huisvestingsbegeleiding bieden, en 4 operatoren voor straathoekwerk en daklozenrondes met een capaciteit van 4.000 bereikte personen.

Wat betreft de specifieke doelgroepen, voor de volledige opvangcapaciteit met uitzondering van de opvanghuizen in het Brussels Gewest:
- 1.487 plaatsen voor alleenstaande mannen;
- 190 plaatsen voor alleenstaande vrouwen;
- 41 plaatsen voor vrouwen met of zonder kinderen;
- 500 plaatsen voor gezinnen,
- 146 plaatsen voor niet-begeleide minderjarigen;
- 22 plaatsen voor personen met verslavingsproblemen;
- 120 plaatsen voor personen met specifieke medische behoeften;
- 1.104 plaatsen alle doelgroepen; en
- 655 plaatsen voor Oekraïners.


Van die 1.024 plaatsen in opvanghuizen zijn:


- 300 plaatsen bestemd voor alleenstaande mannen;
- 603 plaatsen bestemd voor vrouwen met of zonder kinderen en gezinnen;
- 70 plaatsen bestemd voor alle doelgroepen;
- 21 plaatsen bestemd voor slachtoffers van mensenhandel;
- 14 plaatsen bestemd voor LGBTQIA+-jongeren; en
- 16 plaatsen bestemd voor jongeren.

Tot slot hebben sommige door de GGC gesubsidieerde maar niet erkende projecten ook een specifiek doelpubliek:
- het project Philanthropie herhuisvest via de vzw Aprèstoe alleenstaande vrouwen, met of zonder kinderen, in 9 appartementen, en herhuisvest via de vzw Samenleven gezinnen uit ongezonde woningen in 3 wooneenheden;

- het project Everecity heeft tot doel een uitsluitend vrouwelijk publiek met een ‘housing first’-profiel te herhuisvesten in 22 wooneenheden;
- het project Dubrucq-Issue heeft tot doel een- of tweeoudergezinnen en zwangere vrouwen, met of zonder partner, te herhuisvesten in 16 wooneenheden;

- het project Trois pommiers-Issue heeft als doel kwetsbare personen op te vangen in 13 woningen;
- het project Troon 101 heeft onder andere als doel om noodherhuisvesting te bieden aan personen die niet langer in hun woning kunnen blijven vanwege gevaar, gezinsbreuk of huiselijk geweld;
- het project Linde heeft tot doel vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld, met of zonder kinderen, te herhuisvesten in 6 appartementen;
- de hotelhuisvestingsprogramma's Mam'Solo en Hit 18-25 van het OCMW van de Stad Brussel zijn gericht op de herhuisvesting van respectievelijk 32 alleenstaande moeders en 15 jongeren tussen 18 en 25 jaar;
- het project Kot Autonome Provisoire (KAP) van de vzw CEMO beoogt de herhuisvesting van jongeren tussen 16 en 25 jaar in 20 wooneenheden;
- het opvanghuis van de vzw Vrienden van het Huizeke heeft tot doel dakloze tuberculosepatiënten te herhuisvesten in 12 wooneenheden; en
- het project EHPAD van de vzw Senior Montessori begeleidt 15 tot 20 daklozen van ouder dan 55 jaar in 15 partner-rusthuizen.

Wat betreft de exacte uitsplitsing per gemeente: informatie in bijlage 1.

Over het algemeen zijn daklozen vaker te vinden in de stadscentra. Door hun ligging en functie vergemakkelijken de stedelijke centra de toegang tot bepaalde middelen (voedsel, geld, rust- en slaapplaatsen) en garanderen ze anonimiteit en weinig sociale controle. Die sociologische vaststellingen verklaren deels de oververtegenwoordiging van noodopvang- en inschakelingsplaatsen in de centraal gelegen gemeenten van het Brussels Gewest.


Wat betreft de evolutie van de nacht- en dagopvangstructuren en de diensten voor huisvestingbegeleiding, erkend door de GGC tijdens deze legislatuur (exclusief de capaciteit van New Samusocial en de plaatsen bestemd voor kwetsbare groepen, medegefinancierd door het Gewest en door de federale overheid in het kader van de Brussels Deal): informatie in bijlage 2.


Wat betreft de financiële middelen die de GGC sinds 2019 ter beschikking stelt van de actoren in de sector van de daklozenhulp, zijn de details van de toegekende subsidies meegedeeld in het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 749.


Wat betreft de opvangvoorzieningen die toegankelijk zijn voor kinderen: zie hierboven.

Wat betreft de samenwerking met de federale overheid inzake de opvang van personen die om internationale bescherming vragen, nodig ik u uit om uw vragen te richten tot de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, meer bepaald in het kader van de Brussels Deal, die het mogelijk heeft gemaakt om opvangplaatsen te openen voor personen die om internationale bescherming vragen en die niet in het Fedasil-netwerk worden opgevangen. Vandaag gaat het om 1.500 opvangplaatsen.