Schriftelijke vraag betreffende de impact van boekhoudkundige fouten op het personeel van het OCMW Schaarbeek
- Indiener(s)
- Latifa Aït Baala
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 769)
| Datum ontvangst: 22/12/2023 | Datum publicatie: // | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 22/01/2024 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 08/01/2024 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering |
| Vraag | In mei 2023 waren we allemaal geschokt toen we het tekort ontdekten dat het OCMW van Schaarbeek had opgebouwd. Het OCMW van Schaarbeek had een tekort van 20 miljoen euro in zijn rekeningen.
Dit tekort van 20 miljoen euro houdt rechtstreeks verband met een boekhoudkundige fout die tijdens de vorige legislatuur werd gemaakt. Het zijn echter de werknemers van het OCMW Schaarbeek die de gevolgen moeten dragen: verlies van eindejaarspremies, vermindering van maaltijdcheques, niet-vervangen van vervangingsovereenkomsten en van contracten van bepaalde duur, afschaffing van MA-reiskosten enzovoort. Daarom demonstreerden op 14 december niet minder dan 250 mensen voor het OCMW in Schaarbeek om hun bezorgdheid te uiten.
|
| Antwoord | Ik dank u voor uw vraag, mevrouw het parlementslid. Ik bevestig dat de situatie van de vastgestelde rechten bij het OCMW van Schaarbeek een aantal foutieve beoordelingen aan het licht brengt, met name wat betreft de rechten omtrent subsidiaire bescherming. Voor een begunstigde van het leefloon die in het vreemdelingenregister is ingeschreven, bedraagt de subsidie 100% voor een periode van maximaal vijf jaar. Na die periode daalt het percentage tot 70%. Sinds 2016 lijkt het OCMW echter in alle gevallen een percentage van 100% in de ontvangsten te zijn blijven boeken, zonder rekening te houden met een daling tot een subsidie van 70% voor de betrokken gevallen, wat resulteert in de inschrijving van onterecht vastgestelde rechten. Ik ben er niet van op de hoogte dat deze boekhoudkundige fout voor de OCMW-werknemers de gevolgen heeft gehad die in uw vraag worden vermeld, namelijk: verlies van eindejaarspremies, vermindering van maaltijdcheques, niet-vervanging van vervangingsovereenkomsten/overeenkomsten van bepaalde duur, schrapping van de verplaatsingskosten van maatschappelijk werkers, enz. De toezichthoudende overheid is niet gemachtigd om een gedetailleerd overzicht te hebben van die verschillende posten; zij heeft alleen een globaal overzicht van de omvang van die uitgaven en hun variaties. De diensten van het OCMW zijn gevraagd om een grote inspanning leveren om duidelijkheid te scheppen en moeten daartoe actie ondernemen. Het OCMW zal zijn werking moeten herwerken, aangezien hier sprake is van het niet in aanmerking nemen en niet toepassen van een bestaande wettelijke bepaling, namelijk de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, een wettelijke bepaling waaraan de toezichthoudende instantie sinds 2003 in elke jaarlijkse begrotingsomzendbrief herinnert. Er werden verschillende ontmoetingen gehouden om de modaliteiten van dit verduidelijkingswerk te bepalen, waaronder een vergadering tussen het OCMW, de toezichthoudende instantie en de gemeente op 30 mei 2023. Na afloop ervan werden er een aantal verzoeken geformuleerd, waaronder: - uitstel van de validatie van de rekening van 2022 om de toezichthoudende instantie in staat te stellen een controle ter plaatse te organiseren; - identificatie van alle problematische vorderingen door middel van een exhaustieve dubbele listing van vorderingen (invorderbaar en niet-invorderbaar). Uitsluitend ter informatie: volgens een raming zou het bedrag van alle vorderingen 19 miljoen bedragen, waarvan 6 miljoen voor het boekjaar 2022. Deze analyse zal het mogelijk maken om het exacte niet-invorderbare bedrag te bepalen, waarover de gewestelijke administratie zich zal moeten buigen: - de mogelijkheid onderzoeken om een vrijstelling aan te vragen bij de SPP POD Maatschappelijke Integratie voor wat nog kan worden geïnd; - versnelling van het invorderingsproces van uitstaande vorderingen; - een actieplan opstellen voor de disfunctie, zodat het huidige probleem zich niet meer voordoet. Dit ophelderingswerk, dat onder de verantwoordelijkheid van het OCMW valt, zal het mogelijk maken om het bedrag van de niet-invorderbare vorderingen te bepalen die door deze fout zijn ontstaan. Alleen op die basis zullen de diensten van de toezichthoudende instantie, samen met de gemeente en het OCMW, een oplossing kunnen voorstellen om dit verlies aan inkomsten op te vangen. |