Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende De aan de BGHM overgedragen renovatieprojecten

Indiener(s)
Vincent De Wolf
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 40)

 
Datum ontvangst: 12/11/2019 Datum publicatie: 20/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/11/2019 Ontvankelijk p.m.
20/12/2019 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) kreeg volgens haar beheerscontract 2015-2020 als opdracht bij te dragen tot de uitvoering van de renovatieprojecten die vermeld worden in de door de Regering besliste vierjarenplannen voor renovatie.
Deze projecten dragen bij aan de bestrijding van leegstand van woningen wegens veroudering of niet-conformiteit met de gewestelijke huisvestingsvoorschriften.
Daarbij werd de BGHM belast met de verantwoordelijkheid - in plaats van sommige OVM's - voor het beheer van verscheidene renovatieprojecten.
Het aan de BGHM overgedragen projectbeheer beoogde de OVM-sector te ondersteunen en de start en voltooiing van de renovatiewerkzaamheden te versnellen.
Ter aanvulling van mijn informatie over de voortgang van de aldus aan de BGHM overgedragen projecten, wens ik een antwoord op volgende vragen:
- Voor welke projecten wordt de BGHM aangewezen als bouwheer in het kader van de vierjarenplannen 2014-2017, 2016-2017 (bis) en 2018-2021?
- Kunt u voor elk project naast het betrokken vierjarenprogramma ook het toegewezen budget, de locatie en het aantal betrokken woningen aangeven?
- Welke van de bovengenoemde projecten zijn voorlopig opgeleverd?
- Voor welke projecten werd binnen 24 maanden na de financieringsbeslissing geen "voorontwerp" goedgekeurd? Wat is op basis van dit criterium (dat geldt voor de OVM’s) het aantal maanden vertraging voor elk van deze projecten?
- Voor welke projecten zijn de werken niet binnen 48 maanden na de financieringsbeslissing van start gegaan? Wat is op basis van dit criterium (toegepast op OVM’s) het aantal maanden vertraging voor elk van deze projecten?
- Heeft de regering bij zijn controle op de BGHM mogelijke externe oorzaken kunnen vinden die de vertraging van de betrokken projecten kunnen verantwoorden ?
- Kan u mij voor elk aan de BGHM overgedragen renovatieproject het volgende meedelen :
o Het aantal maanden dat verlopen is sinds de financieringsbeslissing?
o De huidige stand van het project (bv. studie, vergunning, werken)?
o De externe en niet-externe oorzaken van vertraging?
o De geschatte datum van de voorlopige oplevering van de werken?
 
 
Antwoord    In bijlage 1 vindt u de lijst van de 16 projecten waarbij de BGHM, in het kader van de vierjarenprogramma's 2014-2017, 2016-2017 (bis) en 2018-2021, werd aangesteld als gedelegeerd bouwheer.

Voor elk project bevat de lijst de volgende gegevens:

- De naam van het project;
- Het vierjarenprogramma;
- De locatie;
- Het aantal woningen;
- Het toegewezen budget;
- De projectfase;
- De datum van ondertekening van de overeenkomst;
- De datum van voorlopige goedkeuring;
- De startdatum van de werken;
- De datum van voorlopige oplevering;
- De tijd vanaf het financieringsbesluit tot de voorlopige goedkeuring;

- De tijd vanaf het financieringsbesluit tot de aanvang van de werken.

Van de bovenvermelde projecten werden enkel de renovatiewerken van 4 woningen in Sint-Pieters-Woluwe en de werken betreffende het Ter Kameren/Donsstraat-project voorlopig opgeleverd.

Voor projecten waarvoor binnen 24 maanden na het financieringsbesluit geen projectontwerp is goedgekeurd, vindt u in bijlage 2 een tabel met daarin de naam van het project, de vertraging in maanden en de redenen voor deze vertraging.

Voor projecten waarvan de werken niet binnen 48 maanden na het financieringsbesluit van start zijn gegaan, vindt u in bijlage 3 een tabel met daarin de naam van het project, de vertraging in maanden en de redenen voor deze vertraging.


Met betrekking tot de beoordeling door de regering van mogelijke exogene oorzaken die de vertraging van projecten kunnen rechtvaardigen, blijkt uit de tabel (in bijlage 2) dat er twee belangrijke soorten vaststellingen zijn.

De eerste heeft betrekking op de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen, waarbij soms een aanzienlijke vertraging wordt geconstateerd. De Algemene Beleidsverklaring komt tegemoet aan de verplichting om een systeem van versnelde procedures op stedenbouwkundig vlak op te zetten.

De tweede groep van exogene oorzaken is van economische aard: na de lancering van de opdracht voor de uitvoering van werken wordt de BGHM geconfronteerd met buitensporig hoge prijzen in de ontvangen offertes, waardoor het noodzakelijk is een nieuw opdracht voor de uitvoering van werken te lanceren. Er moet dus worden nagedacht over het operationele karakter van de opdrachten om dit probleem in een vroeger stadium aan te pakken.