Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanpak van de 101 zwarte verkeerspunten.

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 109)

 
Datum ontvangst: 02/12/2019 Datum publicatie: 27/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/12/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In november 2015 maakte uw voorganger Bianca Debaets een lijst bekend van 30 ‘zwarte punten’ in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op vlak van verkeersveiligheid. Deze prioritaire lijst werd gedistilleerd uit de 101 plaatsen waar tussen 2010-2013 de meeste ongevallen gebeurden.

Deze lijst indachtig, had ik u graag volgende vragen gesteld:

- Wat is de stand van zaken inzake de aanpak van de 101 ongevalsgevoelige zones in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Kan u in dit overzichtsdocument een onderscheid maken tussen prioritaire zwarte punten en de overige punten?
- De studie die aan de basis ligt van deze 101 punten maakt gebruik van gegevens tussen 2010-2013. Mogelijks zijn deze gegevens achterhaald en dienen zich nieuwe zwarte punten aan. Uw voorganger verklaarde niet met een dynamische lijst te werken. Deelt u deze mening? Op welke manier worden eventuele bijkomende punten, die meer slachtoffers kunnen eisen dan de reeds aangegeven zwarte punten, geregistreerd en vervolgens aangepakt om de verkeersveiligheid van de burger te garanderen?
 
 
Antwoord    Ik verwijs graag ook naar het antwoord dat ik op de meeste van deze vragen heb gegeven tijdens de discussies over de begroting 2020 op 19 en 26 november 2019.
Deze regering heeft van verkeersveiligheid een van haar prioriteiten gemaakt. De lijst van zwarte punten (ZACA) die in 2013 werd opgesteld, bevatte 101 zwarte punten, waarvan er toen 30 als prioritair werden beschouwd. Ik ben er mij van bewust dat dit tempo moet worden versneld. Elke prioritair zwart punt is nu het onderwerp van een plan van aanpak, met voorstellen van heraanleg, een werkschema, een begrotingsvoorstel en een actieplan voor elke betrokken administratie bevat.

Voor het eerst hebben we in 2020 een eigen budget voor de ZACAs. Daarnaast zijn er ook nog budgetten voor de punten die zijn opgenomen in diverse grotere projecten of beurzen.
Van de 30 prioritaire ZACA's :
23 op regionale wegen
· 9 opgelost
· 14 nog te doen
7 op gemeentelijke wegen - allemaal Brussel-Stad is er 1 gedeeltelijk opgelost.
Van de 101 ZACA’s :
- werden er 29 opgelost
- worden er 29 momenteel onderzocht of in afwachting van een oplossing
- Zijn er 43 uit te werken
Dit type studie vereist de precieze lokalisatie van de ongevallen voor een gegeven periode, de gedetailleerde analyse van de ongevallenpv’s en van de inspecties op het terrein.
De verwerking van de gegevens en het in kaart brengen ervan neemt heel veel tijd in beslag, met name wanneer men de correcties die men moet aanbrengen in overweging neemt.
Het gaat trouwens niet enkel over het in kaart brengen van de ongevallen, het komt er ook op aan na te gaan of in bepaalde zones meer ongevallen plaatsvinden. Daartoe moet een vergelijking worden gemaakt van de effectieve locatie van de ongevallen ten opzichte van een homogene verspreiding van de ongevallen op het gewestelijke grondgebied.
Deze vereisten maken dat we vandaag niet kunnen beschikken over ‘dynamische’ ongevallengegevens en dat we dit type onderzoek niet jaarlijks kunnen uitvoeren.
Dit gezegd zijnde, worden er tegelijk met de ZACA-benadering, audits inzake verkeersveiligheid met een preventieve draagwijdte gevoerd voor elk herinrichtingsproject op de wegen van het primaire wegennet.
Er worden ook regelmatig veiligheidsinspecties uitgevoerd, hetzij op basis van een klacht, hetzij op eigen initiatief (curatieve benadering).
En ten slotte, wanneer zich een ernstig of dodelijk ongeval voordoet op de gewestwegen, wordt er een verslag na-het-ongeval opgesteld om na te gaan of de gewestelijke infrastructuur het ongeval mogelijks heeft veroorzaakt en of die het ongeval had kunnen vermijden of de gevolgen ervan had kunnen beperken. Er worden aanbevelingen voor ingrepen aan de infrastructuur of inzake controles/sancties of sensibilisering voorgesteld en ten uitvoer gelegd (ook een curatieve benadering).
Het is dus wel degelijk het geheel van deze acties die enerzijds bijdragen aan het oplossen van de vastgestelde ongevalgevoelige zones en anderzijds aan het vermijden dat er nieuwe ontstaan.