Schriftelijke vraag betreffende de vrijstelling van onroerende voorheffing op bepaalde gebouwen
- Indiener(s)
- Emmanuel De Bock
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 45)
| Datum ontvangst: 13/01/2020 | Datum publicatie: 20/02/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 20/02/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 20/01/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Zoals u weet, is Brussel Fiscaliteit belast met het inkohieren van de onroerende voorheffing. Het Brussels Parlement heeft op 23/11/2017 een ordonnantie aangenomen tot opheffing van een reeks vrijstellingen van onroerende voorheffing op bepaalde gebouwen (onder meer de gebouwen van de RTBF, VRT, ...). Het gaat om een belastbare basis van enkele tientallen miljoenen. Dat is belangrijk voor de gewestelijke en gemeentelijke financiën. Ik heb echter vernomen dat Brussel Fiscaliteit die gebouwen niet zou inkohieren. 1. Kunt u bevestigen dat de gebouwen in kwestie wel degelijk ingekohierd zijn? 2. Zo ja, sinds wanneer? 3. Hoeveel aanslagbiljetten werden verstuurd? 4. Hoeveel bedragen de belastingen voor de gebouwen in 2018 en 2019? 5. Kunt u een lijst van de goederen in kwestie per gemeente en van de te heffen onroerende voorheffing verstrekken? |
| Antwoord | Brussel Fiscaliteit kan vragen die peilen naar specifieke fiscale elementen die individuele belastingplichtigen aangaan, niet beantwoorden. Dit zou een schending betekenen van het beroepsgeheim zoals opgelegd krachtens artikel 126 van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure. Evenwel bevestigt Brussel Fiscaliteit dat bij de inkohiering van de onroerende voorheffing rekening werd gehouden met de wijzigingen doorgevoerd door de ordonnanties van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming (artikel 14) en van 23 november 2017 betreffende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (artikel 12). |