Schriftelijke vraag betreffende de illegale straatverkopers
- Indiener(s)
- Françoise Schepmans
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 101)
Datum ontvangst: 20/01/2020 | Datum publicatie: 28/02/2020 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 21/02/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
22/01/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Tegenwoordig zijn er vaak illegale straatverkopers te zien in sommige winkelstraten van ons Gewest. Dat werd onlangs bericht in de pers. Begin januari heeft de zone Brussel-Hoofdstad / Elsene meer dan 800 kledingstukken en 1.600 stukken speelgoed in beslag genomen in de Nieuwstraat. In december stelde de zone Brussel Zuid 52 processen-verbaal op voor illegale gesmokkelde sigaretten. Of het nu over speelgoed, voeding, kledij of sigaretten gaat, het valt buiten de controle en de naleving van de normen. Er is dus een reëel risico, zelfs een gevaar, voor de consumenten die in de verleiding zouden komen om zulke producten te kopen. Het kan met name gevaarlijk blijken voor speelgoed dat aan geen enkele veiligheidsnorm voldoet. Als we dit verschijnsel willen indammen en de consumenten en handelaars willen beschermen, moeten we zeer voorzichtig te werk gaan en samenwerken met de gemeenten en politiezones om dit soort activiteiten tegen te gaan. Bijgevolg heb ik de volgende vragen: - Hoeveel processen-verbaal in verband met illegale verkopers werden de laatste jaren opgesteld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Hoeveel en welke soort producten werden in beslag genomen? - Welke gewest- en gemeentewegen worden het zwaarst getroffen? - Welke maatregelen worden genomen om illegale verkoop te verhinderen? - Bestaat er een preventieprogramma om de burgers bewust te maken? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord | De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) is een politiegegevensbank die feiten registreert op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit opdrachten van gerechtelijke en bestuurlijke politie. Aan de hand van deze gegevensbank kunnen tellingen uitgevoerd worden voor verschillende statistische variabelen zoals het aantal geregistreerde feiten, de modus operandi, de voorwerpen die verband houden met de inbreuk, de gebruikte vervoersmiddelen, de plaatsbestemmingen e.d.
Cijfers voor de straathandel voor de periode van 2009 tot 31 maart 2019
Clandestiene straatverkoop maakt als zodanig geen deel uit van de fenomenen die het Globaal Veiligheids- en Preventieplan in aanmerking neemt maar de prioriteit « zichtbare en geruststellende aanwezigheid in openbare ruimtes, o.m. in het openbaar vervoer » van het Brussels Preventie- en Buurtplan en maatregel M5.2 van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan met betrekking tot de « ontradende aanwezigheid en zichtbaarheid » dragen bij tot de preventie voor dit soort overlast, alleen al door de zichtbare aanwezigheid van de overheid in de openbare ruimten. |