Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het al dan niet voortbestaan van basketbalclub Brussel.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 136)

 
Datum ontvangst: 27/01/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de pers trok Brussels Basketball Team aan de alarmbel met de boodschap dat het nog niet zeker is of de club ook volgend seizoen nog in de hoogste klasse kan aantreden. Een belangrijke reden daartoe is het aanslepende zaaldossier, waardoor meerdere sponsors afhaken of weigeren zich verder te engageren. De gemeentelijke sportzaal van Neder-over-Heembeek, waar de club nu haar thuiswedstrijden afwerkt, is immers een eersteklasser onwaardig, maar ondanks alle beloftes van de afgelopen jaren werd er nog steeds geen oplossing gevonden.

Een samenwerking met Paleis 12, beheerd door de vzw BME, behoort tot de mogelijkheden en wordt ook door de club zelf als meest aangewezen optie gezien, maar ook daar stuit men nog op problemen. De huurprijs zou er immers 45.000 euro per dag bedragen, een kost die de club niet kan dragen.

Voor de uitstraling van onze hoofdstad zou het echter een enorm spijtige zaak zijn indien Brussels Basketball Team – de enige vertegenwoordiger uit ons gewest – uit de hoogste klasse zou verdwijnen. Bovendien is basketbal een zeer populaire sport onder de Brusselse jongeren, waardoor de club een zekere voorbeeldfunctie vervult.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel :

- Hebt u reeds overleg gehad met de club met betrekking tot de problemen waarmee ze worstelen, zowel infrastructureel als financieel? Was de Stad Brussel, die ook een ondersteunende rol biedt of moet bieden, hierbij aanwezig? Zo ja, welke mogelijke oplossingen werden daarbij geopperd?

- Onderzoekt u op welke manier het Gewest de basketbalclub zou kunnen steunen om het hoofd boven water te kunnen houden? Zo ja, welke concrete pistes liggen daarbij reeds op tafel en welke stappen hebt u al gezet om een oplossing te vinden? Welke middelen zal u daartoe vrijmaken? Op welke manier kan u de club een begeleidingstraject aanbieden om te kijken hoe dergelijke problemen vermeden kunnen worden? Kan u een overzicht geven van de gewestelijke ondersteuning die de voorbije jaren aan de club werd verleend? Waarvoor werd deze steun aangewend?

- Onderzoekt u de mogelijkheden om verschillende Brusselse clubs onder te brengen in één gewestelijke indoorsportarena (zoals de Simonetzaal in Anderlecht, waar in de jaren ’70 op hoog niveau aan handbal en volleybal werd gedaan), of om verschillende Brusselse sportclubs nauwer te laten samenwerken (zoals men in Turkije en Spanje reeds regelmatig doet en waar clubs bijvoorbeeld een basketbal- en een voetbalafdeling hebben)?
 
 
Antwoord    Wat de infrastructuur betreft, maakt de professionele basketbalclub momenteel gebruik van een sporthal in Neder-Over-Heembeek die blijkbaar niet meer aan de behoeften voldoet. De club is daarom reeds meerdere jaren op zoek naar een plaats waar een nieuwe infrastructuur opgezet kan worden.

Er hebben inderdaad meerdere ontmoetingen plaatsgevonden tussen de club, mijn kabinet en nog andere kabinetten. Naar aanleiding daarvan werd Perspective.brussels er in september 2019 mee belast het voorstel voor de bouw van een nieuw stadion voor de club te onderzoeken (locatie, behoeften en programma van de voorzieningen). De club had reeds contact opgenomen met verschillende gewestelijke en gemeentelijke instanties met het oog op een project voor een stadion op de plaats waar de overstapparking aan de Mounierlaan in Sint-Lambrechts-Woluwe zich bevindt, naast het metrostation Kraainem. Dit nieuwe project heeft betrekking op een omnisportarena met een capaciteit van minimaal 6.000 plaatsen die op termijn de infrastructuur van de club zou kunnen worden. Dit stadion zou ook aan andere indoorsportclubs en sportevenementen plaats kunnen bieden. Het voorgestelde programma strekt zich uit over een oppervlakte van 25.785 m² en omvat een omnisportarena (+ tribunes), oefenterreinen, kleedkamers, een medisch centrum, VIP-ruimten (onthaal, loges, bar, restaurant), een lobby, horecastands, kantoren, een pers/vergaderzaal en logistieke ruimten.

De analyse van Perspective.brussels benadrukt dat Brussel Mobiliteit voor hetzelfde perceel een project voor een overstapparking aan het uitwerken is. Men zou daarom kunnen overwegen beide projecten te combineren, waarbij de parkeerbehoeften gebundeld zouden kunnen worden door onder het stadion een ondergrondse overstapparking met een capaciteit van 1000 plaatsen aan te leggen (22.800 m²).

Uit de analyse blijkt ook dat op het vlak van het aanbod aan voorzieningen de site van het Mounier-sportcentrum, dat vlakbij de geplande site gelegen is, heel sterk bezet is wat indoorsporten betreft. Heel wat clubs en organisaties zouden belangstelling kunnen tonen voor een nieuwe voorziening in dit gebied waar de meest populaire indoorsporten beoefend kunnen worden. Mocht een dergelijke infrastructuur het licht zien, dan zal er dus gedacht moeten worden aan een gedeeld gebruik van de voorzieningen om tegemoet te komen aan een reeks noden die tot uiting zijn gebracht door de vertegenwoordigers van diverse disciplines. Om na te gaan of er in het Brussels Gewest interesse bestaat voor een indoorcentrum van dergelijke omvang, heeft de cel Sport van Perspective.brussels contact opgenomen met meerdere federaties die indoorsportcompetities organiseren. Ten gevolge van dit onderzoek kunnen verschillende vaststellingen worden gedaan:

- Belangstelling vanwege alle federaties voor een supra-lokale infrastructuur waar de grote wedstrijden in de nationale competities van de verschillende sporten plaats kunnen vinden, maar ook internationale evenementen in Brussel georganiseerd kunnen worden;

- Sterke interesse in de creatie van een indoorcentrum dat op een enkele site plaats biedt aan zowel sport- als opleidingsactiviteiten in verschillende disciplines, maar ook aan aanvullende voorzieningen (fitness, medische lokalen, VIP-ruimten, enz.);

- Een uitgesproken belangstelling voor een gedeeld gebruik van een dergelijke infrastructuur door verschillende federaties (kostenvermindering, voorrang aan het programmeren van sportevenementen);

- Specifieke behoeften (enkele malen per jaar) voor de nationale ploegen van de verschillende federaties (internationale competities, galawedstrijden, oefenwedstrijden);

- Noden van de Brusselse clubs (in functie van de plaats): trainingen, wedstrijden, play-offs: in het basketbal, badminton, hockey, zaalvoetbal, enz.;

- Gedeelde mening met betrekking tot het feit dat dit kan helpen om de verschillende sporten te populariseren en toegankelijk te maken voor het Brusselse publiek (momenteel gaan de meeste grote competities door buiten Brussel).

Net zoals de Stad van Brussel (tot wie ik u verzoek u te richten voor meer uitleg) geeft het Gewest ieder jaar steun aan de club in de vorm van verschillende toelagen (imago van Brussel: vorming van jongeren, eersteklasseclub, enz.).

Op een vergadering met mijn kabinet in januari 2020 herhaalde de club zijn vraag met betrekking tot een nieuwe infrastructuur. De vraag in verband met de financiering van een dergelijk project staat uiteraard centraal, rekening houdend met het feit dat de club de totale kostprijs raamt op ongeveer 50 miljoen euro excl. btw. Bij dit financieel plan gaat de club ervan uit dat het Gewest de infrastructuur voor een periode van 100 dagen per jaar afhuurt tegen een jaarlijkse kostprijs van 2,25 miljoen euro. Daar moeten dan nog jaarlijks 1,123 miljoen aan kosten worden bijgerekend voor het huren van de parkeerplaatsen (120 euro/maand/plaats). Van haar kant raamt de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting de kostprijs van het project op 60 à 65 miljoen euro excl. btw. Het jaarlijkse kostenplaatje voor het Gewest zou dan 5 miljoen euro per jaar bedragen.

Het klopt dat het Gewest vandaag niet beschikt over een sportinfrastructuur waar indoorsport op een hoog niveau bedreven kan worden en omvangrijke evenementen georganiseerd kunnen worden. Verschillende indoorsportdisciplines winnen de laatste jaren evenwel aan belangstelling en laten opmerkelijke en naar de toekomst toe veelbelovende resultaten optekenen (gymnastiek, indoorhockey, basketbal, volleybal, vechtsporten, enz.).

Een dergelijk indoorcentrum zou dus tegemoetkomen aan objectieve behoeften op het vlak van sportbeoefening en zou bijdragen tot de uitstraling van Brussel op de internationale scène door het imago van Brussel als een sportieve en aantrekkelijke hoofdstad (zowel op nationaal als op Europees niveau) te versterken. Met het oog op de ontwikkeling van een gewestelijke sportstrategie en de programmering ervan is het echter onontbeerlijk dat een dergelijk project in de eerste plaats wordt bekeken in het licht van de beschikbare begrotingsmiddelen en de behoeften aan supra-lokale outdoorinfrastructuur voor andere sporten, zoals aangegeven in de algemene beleidsverklaring (atletiek, hockey en rugby).