Schriftelijke vraag betreffende de tuchtsancties in het Brussels openbaar ambt 2018/2019
- Indiener(s)
- Ariane de Lobkowicz
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 77)
| Datum ontvangst: 24/02/2020 | Datum publicatie: 11/03/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 11/03/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 27/02/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Nu sommigen het statuut van het openbaar ambt in twijfel trekken omdat het onmogelijk is om de slechtste elementen ervan uit te sluiten, lijkt het me nuttig u te vragen naar de administratieve sancties die tegen bepaalde medewerkers van het gewestelijk bestuur zijn genomen. Kunt u mij informeren over het aantal medewerkers van de administratie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stricto sensu tegen wie een tuchtprocedure werd gestart in 2018 en in 2019? Hoeveel procedures hebben geleid tot een sanctie, met vermelding van de details van de sancties en voor elk daarvan het aantal betrokken personeelsleden? Tegen hoeveel van deze sancties werd beroep aangetekend bij de bestuursrechtelijke instanties en hoeveel van deze beroepsprocedures hebben de administratie ongelijk gegeven? Kan u ook het totale aantal medewerkers van de gewestelijke administratie vermelden, om deze cijfers in perspectief te plaatsen? Wat de beroepsprocedures betreft, kan u mij de naam geven van de advocaten die voor onze administratie zijn opgetreden en, voor elk van hen, het aantal zaken dat aan hen werd toevertrouwd? |
| Antwoord | Antwoord op de volgende vraag: Kunt u mij communiceren hoeveel agenten van de administratie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stricto sensu het voorwerp uitmaakten van een tuchtprocedure in de jaren 2018 en 2019? Het Brussel Openbaar Ambt, hierna talent.brussels genoemd, had in 2018 en 2019 geen disciplinaire procedures. Antwoord op de volgende vraag: Tegen hoeveel van deze sancties is beroep ingesteld bij de administratieve rechtbanken en hoeveel van deze beroepen hebben bewezen dat de administratie ongelijk heeft? Voor het jaar 2018, voor het geheel van de gewestelijk instellingen, zijn er in totaal 6 beroepen ingesteld door een aanvrager bij de regionale kamer van beroep tegen een voorstel voor disciplinaire maatregelen van de autoriteit. Allen zijn ontvankelijk verklaard. In 3 gevallen stelde de kamer voor om het voorstel voor sanctie door de autoriteit niet te volgen en in de 3 andere gevallen stelde de kamer voor om het voorstel voor sanctie van de autoriteit te volgen. Voor het jaar 2019, voor het geheel van de gewestelijk instellingen, zijn er in totaal 5 beroepen ingesteld door een aanvrager bij de regionale kamer van beroep tegen een voorstel voor een disciplinaire sanctie van de autoriteit. Allen zijn ontvankelijk verklaard. In één geval was de kamer van mening dat het beroep zonder voorwerp was geraakt. In 4 gevallen stelde de kamer voor om de voorgestelde sanctie van de autoriteit niet te volgen. |