Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de slaperigheid achter het stuur.

Indiener(s)
Clémentine Barzin
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 317)

 
Datum ontvangst: 10/02/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 13/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwijzing commissie Mobiliteit p.m.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Selon l’agence wallonne pour la sécurité routière (l’AWSR), la somnolence serait la cause d’un accident portant un préjudice corporel à la victime sur six. Le nombre pourrait même être plus important sur les autoroutes qui sont souvent plus monotones. En Europe, on estime que 10 à 20% des accidents mortels de la circulation et 20 à 30% des accidents mortels survenant sur autoroutes sont dus à la somnolence au volant.

L’AWSR estime qu’un conducteur ayant dormi cinq heures en moyenne pendant plusieurs nuits consécutives serait, en matière de prise de risque, équivalent à un conducteur ayant plus d’un gramme par litre d’alcool dans le sang. En effet, une nuit blanche est équivalente à un taux d’alcool de 0,9 %.

Plus d’un conducteur wallon sur deux se dit pourtant capable de résister à la fatigue pendant un trajet d’une heure ou moins. Or, les accidents dus à la fatigue sont souvent plus graves parce que le conducteur n’essaie pas de freiner et perd la plupart de ses réflexes.

Je souhaiterais dès lors vous poser les questions suivantes :

- Une enquête similaire a-t-elle été réalisée en Région bruxelloise ? Si oui, que ressort-il de cette enquête ? Combien d’accidents en région bruxelloise seraient causés par la somnolence ou la fatigue ?

- L’AWSR a lancé une campagne de sensibilisation intitulée « mort de fatigue » à l’égard des conducteurs wallons afin de les sensibiliser aux dangers de la somnolence au volent. Une telle initiative est-elle envisagée par la Région de même que les campagnes de sensibilisation anti-alcool au volant sont réalisées ? Si oui, à quelle échéance ?

- Le plan d’actions « sécurité routière 2011-2020 » de la Région de Bruxelles-Capitale comprend, je cite, la nécessité de sensibiliser les conducteurs sur les effets de la fatigue et de l’hypovigilance au volant, sur les signes physiques qui doivent tirer le signal d’alarme et les comportements à éviter ou privilégier. Selon le plan, cette sensibilisation sur les risques de la fatigue et sur l’hypovigilance doit se faire de manière ciblée, en direction de publics particulièrement à risques tels que les travailleurs à horaire décalé, les noctambules, les personnes ayant une mauvaise gestion du rythme activité-repos (typique des 18-25 ans). Quelles sont les mesures qui ont été mises en œuvre par la Région en vue de la concrétisation de ce plan en ce qui concerne les effets de la fatigue ? Etant donné que ce plan arrive à échéance, une évaluation de ce plan a-t-elle été réalisée ? Quelles seront les mesures retenues en ce qui concerne les effets de la fatigue dans le prochain plan ? Quels seront les moyens consentis pour ce plan ?
 
 
 
Antwoord    Slaperigheid blijkt inderdaad een belangrijke factor te zijn die ongevallen kan veroorzaken. Het is echter ook heel moeilijk om dit als enige oorzaak van een ongeval te identificeren.

Er is geen specifiek onderzoek over dit thema voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorhanden en we beschikken ook niet over cijfers van ongevallen waarbij vermoeidheid de oorzaak is.

Het is zeer moeilijk nauwkeurige informatie te verkrijgen over ongevallen die door vermoeidheid worden veroorzaakt. Hiervoor zouden de betrokken partijen systematisch ondervraagd moeten worden. Bovendien kan vermoeidheid een factor zijn die met andere factoren samengaat (alcohol, snelheid, enz.), wat de opgave nog moeilijker maakt.

In een studie van 2015 van het BIVV gaf 4,8% van de Belgische bestuurders aan dat zij tijdens hun laatste rit slaperig waren.

Uit de studie blijkt ook dat voor afstanden tot 60 km, de prevalentie met ongeveer 1% toeneemt voor elke extra 7,8 km die achter het stuur wordt afgelegd.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen de interne verplaatsingen, alle vervoerswijzen inbegrepen, een gemiddelde afstand van ongeveer 5 km (BELDAM-enquête).

De resultaten van de nationale enquêtes kunnen bijgevolg niet rechtstreeks toegepast worden op het specifieke karakter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zowel op het vlak van slaperig rijden als de bijdrage ervan aan ernstige ongevallen.

Desalniettemin mag dit onderwerp niet verwaarloosd worden en hebben we eraan gewerkt.

In 2018 hebben we een campagne gevoerd om de Brusselaars te herinneren aan de gevaren van onoplettendheid. Deze campagne was echter meer gericht op ‘afleiding’ dan op ‘slaperigheid’.

Voor het specifieke thema ‘vermoeidheid achter het stuur’ hebben we in 2020 gesensibiliseerd via een video die op BX1 werd uitgezonden en online beschikbaar is en voornamelijk gericht is op jonge bestuurders.

Er dient ook opgemerkt te worden dat het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rijopleiding en het rijexamen van categorie van motorvoertuigen B […] alle stof definieert waarop het theorie-examen betrekking heeft.

Artikel 3.1.3., 5° vermeldt hieromtrent het volgende: “Waarneming, beoordeling en reactie, met name reactietijd, en gedragsveranderingen bij de bestuurder ten gevolge van alcohol, drugs en geneesmiddelen, gemoedsgesteldheid en vermoeidheid;”.

Tijdens de rijopleiding wordt dit thema dus aangekaart en kan het deel uitmaken van de evaluatie van de kandidaat.

We zullen blijven sensibiliseren voor dit thema. Op dit ogenblik kunnen wij niet voorspellen welke plaats deze problematiek in het nieuwe actieplan voor de verkeersveiligheid zal krijgen. Dit nieuwe plan wordt immers samen met verkeersveiligheidsdeskundigen, maar ook met de burgers opgesteld.

Het is onze bedoeling een budget van een miljoen euro per jaar uit te trekken voor sensibilisering en vorming op het gebied van verkeersveiligheid, een budget dat vergelijkbaar is met het huidige budget. Daarnaast zal steun worden verleend aan vzw’s in de vorm van subsidies, afhankelijk van de kwaliteit van de projecten en hun vermogen om doelgroepen te bereiken die voor de administratie moeilijker te bereiken zijn.