Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de digitale scholen.

Indiener(s)
Clémentine Barzin
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 176)

 
Datum ontvangst: 27/01/2020 Datum publicatie: 09/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 09/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwijzing commissie Economische zaken en Tewerkstelling p.m.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Digital Wallonia en de Federatie Wallonië-Brussel hebben voor 2020 een nieuwe projectoproep 'École numérique' ("digitale school") gedaan. In de begroting werd 8,9_miljoen euro uitgetrokken (tegenover 7,5_miljoen euro in 2019) om 500 projecten te financieren die scholen hebben ingediend. Het Brussels Gewest draagt het grootste deel van die investering en maakt per project jaarlijks ongeveer 15.000_euro vrij. De Federatie Wallonië-Brussel van haar kant detacheert pedagogische adviseurs uit het onderwijs. Zij zullen cursussen geven en leerkrachten opleiden.

Het doel van de projectoproepen is om zoveel mogelijk instellingen te bereiken, met voorrang voor die scholen waarnaar nog geen overheidsmiddelen gingen. Tot nog toe hadden de projecten te maken met het gebruik van tablets, laptops, smartboards en projectors. Dat is nu uitgebreid naar interactieve tv's en programmeertools om jongeren met name warm te maken voor ICT-beroepen zoals programmeren en coderen.

Een ander doel van die digitale strategie is het bereik binnen de scholen te verbeteren. Als hun netwerk snel genoeg is, kunnen ze de eigen telefoons en ander materiaal van de leerlingen gebruiken in hun lespraktijk.

Het gaat hier niet om spelenderwijs computeren, maar om een professioneel gebruik van ICT. De toekomst wordt immers digitaal, en scholen spelen een sleutelrol in die digitalisering.

Ik zou u daarom volgende vragen willen stellen:

-_Met de hulp van het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG) heeft het gewest het ICT-plan 'Scholen 4.0' gecoördineerd. Daarin werd de inventaris opgemaakt van de uitrusting van de Brusselse scholen en werd een strategie ontwikkeld om het gebruik van ICT klassikaal te versterken. Een van de prioriteiten voor 2019 was alle Brusselse middelbare scholen uitrusten met breedbandinternet. Hoe staat het met dat plan? Is er al een evaluatie geweest? Zo ja, welke resultaten kwamen daaruit voort? Hoeveel Brusselse middelbare scholen beschikken nu over breedbandinternet? Hoeveel scholen hebben nog zo'n connectie nodig?

-_Wordt het ICT-plan 'Scholen 4.0' opgenomen in de Strategie Go4Brussels 2030? Welke digitale maatregelen staan er voor de scholen gepland? Welke middelen staan daar tegenover? Wat is de timing?

-_Staan er in het Brussels Gewest projectoproepen op de planning zoals die in het Waals Gewest bestaan, waarmee scholen digitale toepassingen kunnen binnenhalen? Zo ja, wanneer worden die projectoproepen gepubliceerd? Welk budget wordt ervoor uitgetrokken?

-_De digitalisering is een toekomstgerichte sector die in het Brussels Gewest vandaag al almaar meer kandidaten zoekt. Wat is het beleid ten aanzien van scholen als het erom gaat digitale toepassingen onder de aandacht van de leerlingen te brengen? Hoe proberen de scholen met name de meisjes warm te maken voor ICT en ICT-beroepen? Welke middelen worden daarvoor uitgetrokken?

Mijnheer de minister-president, ik zei al dat de digitale sector een economische sleutelpositie bekleedt. We moeten dus alle mogelijke middelen inzetten om alle meisjes en jongens toegang te verschaffen tot de perspectieven die de digitalisering biedt.
 
 
Antwoord    Het ICT-plan “Scholen 4.0” werd in februari 2018 opgestart met als doel een echte strategie uit te werken om het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën in scholen (ICTS) te versterken. Ik wil hierbij opmerken dat de “Dienst School” van perspective.brussels belast werd met de leiding van dit “Plan”.

Wat de rol van het CIBG betreft, kan ik u meedelen dat ze via haar project
Fiber to the school (via IRISnet) alle middelbare scholen heeft voorzien van een verbinding.

Voordat ik op dit punt terugkom, wens ik eraan te herinneren dat dit project werd opgestart in 2014 en dat in februari 2018 reeds 117 scholen van een verbinding waren voorzien.

In 2018 werden 29 middelbare scholen uitgerust. 17 extra scholen volgden in 2019. Op dit ogenblik beschikken 165 Brusselse scholen over een snelle breedbandverbinding voor internettoegang (100 Megabits per seconde). Aangezien nieuwe scholen werden opgericht, zullen in 2020 14 extra scholen worden geïntegreerd in dit netwerk. In totaal zullen aldus 179 middelbare scholen in het Brussels Gewest zijn uitgerust. De doelstelling zal dus worden behaald.

Ik heb het CIBG gevraagd om de operationele implementatie van dit actieplan formeel te evalueren. .

De Strategie Go4brussels 2030 weerspiegelt duidelijk de wens om de Brusselse scholen te blijven uitrusten met glasvezelverbinding. Voor een goed beheer van de openbare aangelegenheden is het echter van cruciaal belang dat een evaluatie wordt uitgevoerd van wat tot nu toe in de middelbare scholen werd gerealiseerd alvorens een nieuw project op te starten.

Wat betreft de projectoproepen die al dan niet voorzien zijn in het Brussels Gewest om scholen de mogelijkheid te geven zich uit te rusten met digitaal materiaal, werd nog dusver nog niets voorzien.

Ik wens af te sluiten door eraan te herinneren dat wat betreft het beleid inzake digitalisering in de scholen, dankzij het CIBG, via het Multimediaplan, tussen 1988 en 2013, de scholen in ons Gewest zijn uitgerust met IT-materiaal (6833 PC’s, 594 tablets, 103 switches, 462 projectors, 300 VDSL-verbindingen in de lagere scholen, enz.) en dat sinds 2014 deze scholen aangesloten zijn op een performant gesloten glasvezelnetwerk via het project
Fiber to School. Tot dusver heeft het CIBG sinds 1999 meer dan 40 miljoen euro geïnvesteerd. In zijn geheel kan deze strategische investering Brussel Hoofdstad vandaag in een positie plaatsen waar andere gewesten jaloers alleen maar jaloers op kunnen zijn.

U zal het met mij eens zijn dat het Gewest niet op haar lauweren is blijven rusten wat deze materie betreft en dit reeds geruime tijd.