Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de invoering van loopbaancheques om werknemers te begeleiden in hun loopbaankeuze.

Indiener(s)
Nadia El Yousfi
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 177)

 
Datum ontvangst: 27/01/2020 Datum publicatie: 30/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwijzing commissie Economische zaken en Tewerkstelling p.m.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    "Wie, beter dan gij zelf, weet wat u baat of schaadt? Waarlijk, zich zelven kennen leeren. Is d'eerste zorg." Het zou Jean de La Fontaine ongetwijfeld bevallen om hier vandaag met ons van gedachten te wisselen over de loopbaancheques. U weet wel, die cheques die werknemers de kans geven om een grondige evaluatie te maken van hun sterktes en zwaktes. De PS-fractie staat achter het idee dat werknemers zich professioneel kunnen bezinnen, waardoor ze een beter zicht krijgen op hoe ze hun carrière kunnen uitstippelen.

In Vlaanderen is het idee al ingevoerd op grond van het regeringsbesluit van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding. Aan de basis daarvan ligt de beslissing van de Europese Commissie van 20 december 2011 in verband met de toepassing van artikel 106, paragraaf 2, van het verdrag over de werking van de Europese Unie voor staatssteun in de vorm van compensaties voor openbare diensten die aan sommige ondernemingen toegekend worden bevoegd voor het beheer van diensten van algemeen economisch belang.

Waarover gaat het concreet?

Een werknemer heeft recht op professionele begeleiding, aangepast aan zijn situatie en zijn behoeften op het vlak van loopbaanoriëntatie. Vanzelfsprekend zijn er verschillende voorwaarden aan verbonden. Om te beginnen moet de vraag uitgaan van de werknemer zelf en moet de aanvrager werken op het moment van de aanvraag. Vervolgens moet de aanvrager minstens twaalf maanden werkervaring kunnen voorleggen tijdens de 24 maanden die aan de aanvraag voorafgaan. Tot slot mag de werknemer tijdens de zes jaar die aan de aanvraag voorafgaan, geen gebruik hebben gemaakt van een door het Vlaams Gewest gesubsidieerde loopbaanbegeleiding. Daarbij moet worden opgemerkt dat de beroepsactieve persoon over maximaal twee loopbaancheques per zes jaar kan beschikken, een periode die ingaat bij de start van de loopbaanbegeleidingssessies.

Wat de financiële kant van de zaak betreft: de prijs van de cheque wordt deels gedragen door de werknemer. Hij of zij betaalt ongeveer 40_euro. De overige kosten van de coachingdienst zijn voor rekening van Vlaanderen. Voor het jaar 2017 werd een budget van 20_miljoen euro uitgetrokken voor de begeleidingsmaatregel. Het is wel belangrijk om in gedachten te houden dat er helaas ook excessen bestaan op de coachingmarkt.

De begeleiding zal, vanzelfsprekend onder de nodige voorwaarden, door het gewest worden toegewezen aan een bepaald bedrijf. In de praktijk doet het gewest daarvoor een beroep op rekruteringsspecialisten, de uitzendsector maar ook de vakbonden. De werknemer moet 4 uur begeleiding krijgen, gespreid over minimaal 2 dagen. Dat moet resulteren in een 'plan voor professionele ontwikkeling', met relevante denkoefeningen over een carrièreplan, een volledig overzicht van alle competenties, een uitgewerkt loopbaandoel en tot slot een actieplan.

De begeleiding is bedoeld als professionele steun aan werknemers die loopbaankeuzes moeten maken en beslissingen nemen. Tussen de regels lezen we ook het belang dat wordt gehecht aan zelfontdekking, aan de versterking en ontwikkeling van de vaardigheden die noodzakelijk zijn om de eigen loopbaan stevig in de hand te nemen. Het hoofddoel is namelijk de positie van werknemers op de arbeidsmarkt versterken.

Zonder echte evaluatie is er hoegenaamd geen beleid mogelijk. Dat komt goed uit, want de VDAB heeft de maatregel in 2017 geëvalueerd. Daaruit bleek dat vier jaar na de invoering 63.721 werknemers of zelfstandigen een loopbaanbegeleiding hebben gevolgd. Dat is toch 2,3% van de Vlaamse actieve beroepsbevolking. Tijdens die vier jaar zijn er meer dan 84.000 loopbaancheques gebruikt en hebben de diensten voor loopbaanadvies 275% meer aanvragen gekregen. Bij het zien van die cijfers mogen we er voorzichtig op wijzen dat de maatregel talrijke voordelen biedt. De loopbaancheques zijn bijzonder interessant nu we voor de uitdaging van de digitale transitie staan. Wie het sterkst staat in zijn competenties, kan namelijk de beste keuzes maken. Het is ook een manier om ervoor te zorgen dat men zijn baan niet kwijtraakt, met name in sectoren die te maken krijgen met grote veranderingen, zoals de banken en verzekeraars.

Mijnheer de minister, ik heb volgende vragen:

- We zijn het erover eens dat de maatregel niet opgenomen is in de gewestelijke beleidsverklaring. Wat er daarentegen wel in staat, is de hervorming van het betaald educatief verlof. Daarvan wilt u een echt instrument voor levenslang leren maken, heel belangrijk om in te spelen op een steeds veranderende arbeidsmarkt. Kunt u me zeggen of er in die context een benchmarking op de planning staat waarin onder meer met het systeem van loopbaancheques vergeleken wordt?

- Hoe staat de regering tegenover dit systeem, dat al de tijd heeft gehad om zichtbaar vruchten af te werpen?

- Meer in het algemeen, op welke manier denkt u na over preventiemaatregelen om jobverlies tegen te gaan?
 
 
Antwoord    In het kader van de hervorming van het betaald educatief verlof is een benchmarkingstudie voorzien waarbij rekening zal worden gehouden met de Vlaamse hervorming van het betaald educatief verlof en met de gelijkaardige gewestelijke, waaronder de loopbaancheques, federale en internationale maatregelen.

Bij de hervorming van het betaald educatief verlof zal natuurlijk aandacht worden geschonken aan het voorkomen van jobverlies. Mijn bedoeling en die van de Regering is om hier een permanent vormingsinstrument van te maken om werknemers te begeleiden bij de veranderende arbeidsmarkt waaraan ze het hoofd bieden of zullen moeten bieden.