Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de honden en katten met overdreven kenmerken.

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 184)

 
Datum ontvangst: 09/01/2020 Datum publicatie: 23/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwijzing commissie Leefmilieu en Energie p.m.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    “Extreme rashonden- en -katten zijn helemaal niet knap of schattig. Ze lijden, hun leven lang.”
 
Met die slogan voeren Franse dierenartsen een sensibilisatiecampagne tegen het verschijnsel van tot in het extreme doorgedreven foktechnieken voor honden en katten.
 
De dieren in kwestie zijn het resultaat van een rigoureus fokproces waarbij een heel strenge selectie van fysieke en karakteriële kenmerken wordt gehanteerd. Voor het welzijn van de dieren is dit alleszins nefast. Om een of andere modegril te volgen fokt men extreme types, waarbij de normale raskenmerken gemodificeerd worden. Ik geef hier het voorbeeld van de Franse buldog, die obstructieproblemen heeft in de bovenste luchtwegen, typisch voor zulke extreem kortsnuitige rassen. Of neem de Chinese shar-pei die vaak oogklachten heeft als microphtalmie, entropie, uitrekking van de oogklieren, maar ook huidmucinose.
 
Mijnheer de minister, als het fokken van rassen zo ver doorgedreven wordt dat de gezondheid en het welzijn van de dieren in het gedrang komt, zou men die fokdieren niet meer mogen inzetten. Als men dat toch blijft doen, laten de gevolgen zich voorspellen:
 
- Bij katten en honden leidt dit tot zware pathologieën, waardoor we eigenlijk van geprogrammeerde mishandeling mogen spreken. Zulke dieren zijn zeer onderhevig aan ontstekingen van het ademhalingsstelsel, van het motorische apparaat, van de huid, van de ogen. Daarenboven wordt ook hun natuurlijke voortplanting geschaad en doen er zich gedragsproblemen voor. Al deze kwalen maken dikwijls levenslange medische behandelingen of complexe chirurgische ingrepen noodzakelijk.
 
- Wie zo een dier wil houden en wie een gezond gezelschapsdier verwacht had, krijgt in de plaats een dier dat hem niets dan zorgen en angsten bezorgt. Hij moet voor een aangepaste omgeving zorgen en ziet zich, door de te verwachten én de onvoorziene medische zorgen en chirurgische ingrepen, voor een zware kostenlast geplaatst.
 
- Ook voor de maatschappij heeft dit onverantwoorde en ongecontroleerde fokgedrag, dat puur een commerciële respons is op een modieuze bevlieging, consequenties: abnormaal veel jonge en oudere dieren komen in een asiel terecht als gevolg van hun fysieke handicaps en onaangepaste gedrag.
 
Na al deze vaststellingen wil ik u, mijnheer de minister, graag de volgende vragen stellen:

- Hebt u over dit fenomeen al overlegd met de dierenartsen? Bestaat er een campagne om mensen te sensibiliseren die zouden overwegen om zo een dier aan te kopen? Zijn de dierenartsen bij die campagne betrokken?

- Mogen fokkers in hun reclamecampagnes zulke extreem gefokte rassen speciaal in de verf zetten? Zal men hen via sensibilisering ervan trachten te overtuigen om standaardrasdieren te kweken en de extreme vormen af te zweren als selectiefouten? Maakt men hen ervan bewust dat overdreven inteelt uit den boze is en dat men geen oneindig aantal keren met één fokdier kan voortkweken?
 
 
Antwoord    Er bestaat nog geen specifiek wetgevingskader. Het koninklijk besluit van 27 april 2007 regelt met name de fokkerij-activiteiten met betrekking tot honden en katten en bepaalt in artikel 19, § 2, dat een lijst kan worden aangenomen die de reproductie van dieren met een erfelijke aandoening verbiedt. Tot dusver werd een dergelijke lijst niet aangenomen.

De Brusselse Raad voor Dierenwelzijn, met daarin 3 vertegenwoordigers uit de dierenartsenwereld, heeft in 2018 een advies uitgebracht over het fokken van Fold-katten. Dit zijn katten met een nadelig kenmerk (korte naar voren gevouwen oren) die deel uitmaken van de rasstandaard.

Dit kenmerk is te wijten aan osteochondrodysplasie, een aangeboren ziekte die in veel gevallen pijn en chronische artritis met zich meebrengt.

De Raad pleit voor een totaalverbod op het fokken van deze katten en geeft ook aan dat andere dierenrassen aan de lijst kunnen worden toegevoegd als uit nader overleg door de Raad zou blijken dat dit vanwege soortgelijke problemen noodzakelijk lijkt.

Tot op heden heeft de Raad nog geen bijkomende advies uitgebracht over het fokken van andere rassen.

Ondertussen werken we aan een ontwerptekst om Fold-katten toe te voegen aan de lijst van artikel 19.

Over dit specifieke onderwerp is tot dusver geen bewustmakingscampagne gevoerd.

Aangezien dierenartsen een belangrijke schakel vormen met de eigenaar van de hond of kat, lijkt het mij vanzelfsprekend dat ze betrokken moeten worden bij toekomstige sensibiliseringscampagnes.