Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het vrouwelijk ondernemerschap.

Indiener(s)
Clémentine Barzin
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 102)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 09/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In de wereld van het ondernemerschap zijn vrouwen nog vaak ondervertegenwoordigd. Als het gaat om de oprichting van een eigen bedrijf is de gelijkheid tussen mannen en vrouwen verre van gerealiseerd.
 
Volgens de cijfers van de tweejaarlijkse Barometer van het vrouwelijk ondernemerschap in Brussel (editie 2017) zijn er onder de zelfstandige ondernemers in Brussel 28,3% vrouwen, tegen 35,1% in Wallonië en 34,8% in Vlaanderen. Hun inkomens zijn geringer en liggen naar schatting 28% lager dan die de mannen.
 
Nochtans durven steeds meer vrouwen de uitdaging van het ondernemerschap aan, zoals ook blijkt uit het laatste rapport van de Global Entrepreneurship Monitor (Gem).
 
Niettemin verdient dit resultaat voor het Brussels Gewest een onvoldoende en er blijven nog meerdere hindernissen bestaan: de financieringsmogelijkheden, de angst voor economische en financiële risico’s, het gebrek aan een gedegen opleiding, de afwezigheid van rolmodellen doordat vrouwelijke ondernemers minder aandacht krijgen, en de combinatie van een beroeps- en privéleven.
 
Ik wil u hierover de volgende vragen stellen:
 
- Wat is de belangrijkste evolutie tussen de Barometer van 2017 en die van 2019? De Barometer doet aanbevelingen aan de minister van Economie op basis van de resultaten van deze enquête. Welke waren de aanbevelingen in 2017? Zijn ze tot uitvoering gebracht? Welke zijn de nieuwe aanbevelingen voor 2019? Wat wordt er ondernomen om ze ook te realiseren?
 
- Volgens de voorzitster van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ), Christine Mattheeuws, is een van de belangrijkste hefbomen om het vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren een flexibelere kinderopvang: “het aanbod van kinderdagverblijven waar zelfstandig werkende vrouwen terechtkunnen voor en na de kantooruren is te beperkt. Dat zorgt voor nodeloze stress en frustratie.” De Small Business Act (SBA) verklaart “de uitdagingen die eigen zijn aan ouders die ook ondernemers zijn, in aanmerking te nemen. Maar ook een verbetering van de toegang tot een voldoende aantal plaatsen in crèches is een belangrijke uitdaging om het voor mannen en vrouwen met jonge kinderen mogelijk te maken ondernemer te worden. Het Gewest zal hiertoe zijn hefbomen activeren, rekening houdende met zijn bevoegdheden en met de zesde Staatshervorming.” Welke maatregelen neemt de regering om de kinderopvang voor vrouwelijke zelfstandigen te verbeteren? Welke middelen staan daarvoor ter beschikking? Is er rekening gehouden met de kwestie van het tijdskader in deze maatregelen?
 
- In de SBA zegt het Brussels Gewest dat het de organisatie van specifieke weekends rond “vrouwelijk ondernemerschap” wil steunen. Hoeveel van die weekends kregen steun in het jaar 2019? Stijgt het aantal van die weekends in vergelijking met de voorgaande jaren? Hoe ondersteunt het gewest deze initiatieven?
 
- Tijdens de commissie voor Gelijke Kansen hebben we al gezegd dat er weinig vrouwelijke rolmodellen onder de aandacht gebracht worden? Welke maatregelen neemt de regering om deze vrouwen in de kijker te zetten? Volgens welk tijdsschema?
 
- De SBA spreekt ook van een systeem met mentors, waarbij de vrouwelijke onderneemsters gedurende enkele jaren begeleid worden door gevestigde bedrijfsleidsters. Hoe ver staat de ontwikkeling van dit systeem? Wat is er door de regering op dit vlak al ondernomen?
 
- De toegang tot financiering is een belangrijke drempel. Ook de Barometer van 2017 legde daar de nadruk op: “banken weigeren vaker een lening aan vrouwelijke zelfstandigen of aan bedrijfleidsters dan aan mannen.” De coördinatrice van het platform Women in business in Brussel, Loubna Azghoud, heeft overigens verklaard dat “vrouwen het moeilijker hebben om hun financieel plan te verdedigen”. We hebben het daar over gehad in de commissie; vrouwen richten zich eerder op hun product dan op de markting ervan. Wat is de verhouding tussen het aantal toegekende en niet-toegekende kredieten aan onderneemsters? En wat is de verhouding tussen deze laatsten en hun mannelijke evenknieën? Welke initiatieven zijn er genomen om vrouwen beter te begeleiden bij hun financieringsaanvraag? Heeft men deze systemen al geëvalueerd? Zo ja, wat heeft deze evaluatie aan het licht gebracht?
 
Mevrouw de minister, de steun aan de Brusselse economie door de oprichting en de bestendiging van economische projecten te stimuleren. Het Brussels Gewest heeft te veel achterstand opgelopen als het gaat om vrouwelijk ondernemerschap. Daarom moeten we de hefbomen versterken die het mogelijk maken voor vrouwen om dergelijke projecten op te starten. Ik dank u alvast voor uw antwoorden.
 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag, die mij in staat stelt mijn vaste voornemen te herhalen om de Brusselse onderneemsters te ondersteunen.

Binnen de gewestelijke dienst 1819 van hub.brussels heeft Women In Business.brussels (WIB), als coördinator en animator van het netwerk, de opdracht om de meningen en behoeften van de actoren op het terrein te verzamelen en door te geven aan de overheid. WIB formuleert ook eigen aanbevelingen.

WIB heeft de opdracht om, om de twee jaar, een ‘Barometer van het vrouwelijk ondernemerschap in Brussel’ uit te geven. De ‘Barometer van het vrouwelijk ondernemerschap 2019’ is afgerond en zal binnenkort worden gepubliceerd.

Ik kan u echter al enkele elementen meedelen:

· in 2018 had meer dan de helft van de vrouwen tussen 15 en 64 jaar een baan (52%), wat bijna 2 procentpunten meer is dan in 2017 (50,5%). In de afgelopen 10 jaar werd nooit eerder zo'n jaarlijkse stijging vastgesteld. Deze toename van het aandeel vrouwen met een baan heeft bijgedragen aan het terugdringen van de werkloosheid onder vrouwen;

· in 2018 bedroeg het aandeel vrouwen met een zelfstandige baan in hoofdberoep in de groep van werkende vrouwen 10,5%, tegenover 9,1% in het Vlaams Gewest en 8,7% in het Waals Gewest. Ter vergelijking: in 2013 had het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, op basis van gegevens die voortvloeien uit een andere methodologie, een percentage dat vergelijkbaar was met dat van het Waals Gewest, maar lager lag dan dat van het Vlaams Gewest (-0,7 procentpunten). Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kende dus een positieve stijging ten opzichte van de twee andere gewesten;

· het aandeel vrouwen onder de zelfstandigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is vrij stabiel en stijgt van 28,3% in 2013 tot 28,4% in 2018;

· de toename van het aantal zelfstandigen in bijberoep is 2,3 keer groter dan de toename van het aantal zelfstandigen in hoofdberoep in de periode 2013-2018, tegenover 1,8 keer in de voorgaande periode 2008-2018;

· het percentage vrouwen dat een activiteit als zelfstandige start, is gestegen met:

- 62% in 10 jaar, over de periode 2008-2018;
- 21% in 5 jaar, over de periode 2012-2018;

· in de periode 2013-2018 is het aandeel vrouwen in de raden van bestuur van beursgenoteerde ondernemingen gestegen met 92%.

Om de gegevens die we voor 2020 zullen hebben te verrijken, volgt de beheerscontrole van hub.brussels sinds 2020 ook de genderverdeling op van:

- de begunstigden van de begeleiding;
- de begunstigden van de individuele ondersteuning 1819;
- het personeel van hub.brussels;
- de kandidaten voor de vacatures bij hub.brussels.

Om de hinderpalen voor de ondernemersactiviteit van Brusselse vrouwen weg te nemen en om de resultaten van de volgende barometer te verbeteren, wil de regering een beroep doen op het begeleidings- en sensibiliseringswerk van twee platformen van de dienst 1819 van hub.brussels, namelijk WIB en Women in Tech.brussels, die in grote mate hebben bijgedragen tot de positieve resultaten van de barometer van 2019.

Voor meer details over de opdrachten van deze twee platformen, hun strategie en de concrete acties die worden uitgevoerd, verwijs ik u naar uw schriftelijke vraag nr. 73 over Womanly en het vrouwelijk ondernemerschap.

Er wordt momenteel een nieuwe strategie ontwikkeld om vrouwen te sensibiliseren voor ondernemerschap en nieuwe technologieën. De toegang tot financiering en empowerment zullen erin worden opgenomen als ontwikkelingspijlers voor de actie van Women in Business.brussels.

Net als u ben ik overtuigd van de noodzaak om meer aandacht te besteden aan vrouwelijke rolmodellen in alle sectoren, vanaf zeer jonge leeftijd, om jonge vrouwen in staat te stellen zich te identificeren en een ondernemersactiviteit aan te durven. Ik ondersteun en bevorder ook de netwerken van onderneemsters, die Brusselse vrouwen toelaten elkaar te inspireren. In de Algemene Beleidsverklaring 2019-2024 heeft de regering zich er ook toe verbonden om werk te maken van deze twee bewustmakingsvectoren, om de mentaliteit te veranderen.

WIB past in deze lijn, door een grotere zichtbaarheid te garanderen voor de modelonderneemsters die in Brussel evolueren. Gedurende 2018 werd op sociale netwerken en in de pers de #TimeIsUpGoDigital-communicatiecampagne gevoerd. Die campagne bestond uit korte video's waarin de onderneemsters-ambassadrices van het Gewest worden voorgesteld.

Een nieuwe communicatiecampagne waarin de aandacht wordt gevestigd op vrouwelijke rolmodellen was gepland voor maart 2020. De COVID-19-crisis heeft WIB ertoe gedwongen deze actie uit te stellen tot september. De campagne zal met name gericht zijn op onderneemsters die blijk hebben gegeven van veerkracht bij het in stand houden van hun ondernemersactiviteit, ondanks de crisis.

WIB organiseert het hele jaar door een reeks acties met zijn partners (zie schriftelijke vraag nr. 73). WIB past zijn aanbod elk jaar aan de vraag aan, in overleg met zijn partners.

De partners van WIB organiseren nu specifieke weekenden rond ‘vrouwelijk ondernemerschap’. Aangezien het doel van WIB is om aanvullende acties te ontwikkelen op het bestaande aanbod, was het niet nodig om het aanbod van dit type weekends in 2019 binnen WIB te bewaren. Daarnaast is een toename van de gendergemengdheid waargenomen bij evenementen die door WIB zijn georganiseerd, zoals hackathons. Daarom is het relevant om in het kader van toekomstige acties en evenementen de gendergemengdheid aan te moedigen, in plaats van een weekendaanbod te handhaven dat uitsluitend gericht is op een vrouwelijk publiek en dat door andere structuren wordt aangeboden.

De reflectie om de complementariteit tussen het aanbod van WIB en dat van zijn partners te garanderen, heeft er ook toe geleid dat WIB geen specifiek mentorprogramma voor onderneemsters heeft voorgesteld, aangezien de partners van WIB, zoals de Vereniging van Vrouwelijke Bedrijfsleiders of Artemis - Markant, dit soort ondersteuning al biedt.

WIB ondersteunt de mentoring echter ook op andere manieren, met name door zijn partners te informeren, opdat onderneemsters zich zouden aanmelden voor de Brusselse projectoproepen. Zo ontving BeCentral in het kader van de NextTech-projectoproep een subsidie voor het ‘Be Mentor’-project, een mentorplatform dat gericht is op het aantrekken en behouden van vrouwen in de sector van de informatietechnologie.

In het kader van mijn bevoegdheden, zijn verschillende recente mechanismen gericht op het verlenen van kinderopvangsteun aan ondernemers.

Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 maart 2019 betreffende de steun aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen voor de bezetting van plaatsen in de kinderopvang maakt het mogelijk steun te verlenen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen voor het voorbehouden en innemen van plaatsen in de kinderopvang ten gunste van de kinderen van hun personeelsleden die maximaal drie jaar oud zijn, met uitzondering van de opvangkosten.

De steun bestaat in de terugbetaling van een factuur voor het voorbehouden en innemen van een plaats in een kinderopvang in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van 4.000 EUR per jaar dat een kind een plaats inneemt.

Deze steunmaatregel trad in werking op 15 mei 2019.

Sinds die datum, heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid 49 aanvragen ontvangen en 20 beslissingen tot toekenning genomen voor een totaalbedrag van 80.000 euro.

Daarnaast vermeldt het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2019 betreffende de steun voor preactiviteit voor de toekenning van een subsidie aan kandidaat-ondernemers onder de in aanmerking komende uitgaven de kosten voor de opvang van een kind van maximaal drie jaar oud voor een periode van maximaal drie maanden. De uitgaven worden voor 60% terugbetaald (met een maximum van 3.000 EUR wanneer het ondernemingsproject zich in de ideeënfase bevindt en 15.000 EUR wanneer het project concreet is en onderbouwd wordt met een businessplan).

Er werd tot op heden geen tussenkomst in de opvangkosten gevraagd in de steundossiers voor preactiviteit.

Wat de financiering betreft: volgens de federale barometer van het vrouwelijk ondernemerschap van 2018 bedroeg het percentage geweigerde kredieten voor vrouwen 12%, terwijl dit voor mannen slechts 8% was.

Om de toegang tot financiering voor onderneemsters te verbeteren, heeft WIB in samenwerking met Finance&Invest.brussels en Be Angels het programma ‘Invest 4 She’ opgezet. Het gaat om seminars om het durfkapitaal te demystificeren, om de verschillende soorten financiering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beter te begrijpen (business angels, crowdfunding, publieke financiering, investeringsfondsen, enz.) en om te leren hoe een project bij financiële experts te
pitchen.