Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de installatie van meetstations voor de luchtkwaliteit.

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 231)

 
Datum ontvangst: 26/02/2020 Datum publicatie: 11/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 07/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In de loop van 2019 organiseerden burgerbewegingen en universiteiten de Staten-Generaal van de Brusselse Lucht, waarop ze een betere luchtkwaliteit eisten. Ze noemen het een vreselijk onderschat probleem met betrekking tot de volksgezondheid: elk jaar sterven een vijftienduizendtal Belgen vroegtijdig door de luchtverontreiniging. Fijne deeltjes, stikstofdioxide, ozon, verscheidene vervuilende stoffen in de lucht hebben een reële impact op onze gezondheid.

Leefmilieu Brussel geeft op zijn website mee dat het over een netwerk van meetstations beschikt die continu de concentratie aan verschillende vervuilende stoffen in de lucht registreren. Op basis van die resultaten geeft een index de luchtkwaliteit in het Brussels Gewest in real time weer. Dat meetnetwerk voedt de Pollumeter, een instrument dat de bevolking informeert over de luchtkwaliteit. Daarmee kunnen ook de bij wet vastgestelde drempelwaarden bewaakt worden. Als de waarden overschreden worden, moet de bevolking volgens welbepaalde procedures worden geïnformeerd.

De huidige regering heeft beloofd het netwerk van meetstations te vernieuwen en uit te breiden, in een tempo van minimaal twee stations per jaar. Daarnaast komt er ook een netwerk met secundaire installaties. Het doet plezier om te zien dat de wil er is om de inspanningen die de vorige regering al heeft geleverd (met onder meer de LEZ en de verbetering van het openbaarvervoersaanbod), voort te zetten in het belang van de gezondheid van de Brusselaar.

Volgens de planning zouden er dus 10 nieuwe meetstations komen om de luchtkwaliteit te meten. Verschillende Brusselse gemeenten hebben zich blijkbaar al kandidaat gesteld om zo'n nieuw station te ontvangen. Ze wachten nu op een antwoord van de gewestelijke overheid. Toch lijkt het erop dat nog niet is bepaald wat de geschiktste plekken zijn voor zo'n installatie.

In de pers heb ik nochtans kunnen lezen dat de schepenen van Leefmilieu van de gemeenten Koekelberg en Sint-Pieters-Woluwe al hebben aangekondigd dat Leefmilieu Brussel binnenkort een meettoestel op het grondgebied van hun respectievelijke gemeenten zal komen plaatsen.

Mijnheer de minister, hoe ver staat de denkoefening van het gewest over de plaatsing van de nieuwe stations?

Het lijkt mij belangrijk dat de nieuwe stations bij voorkeur komen op plekken met veel uitlaatgassen van het verkeer, de belangrijkste bron van stikstofdioxide in het Brussels Gewest. Hebt u, onder meer op basis van dat criterium, al plekken geselecteerd? Kunt u me meer details geven over die geselecteerde locaties?

Heeft de regering nieuwe manieren bestudeerd om informatie te verspreiden en de burger voor te lichten? Zo ja, wat zijn de ideeën en wanneer zullen ze in praktijk worden gebracht?
 
 
Antwoord    1) Wat is de stand van zaken op gewestelijk niveau met betrekking tot de installatie van nieuwe stations?

Het door Leefmilieu Brussel beheerde meetnet omvat 9 meetstations, naast de twee stations 41B006 en 41B008, die sinds 2018 worden beheerd door de particuliere onderneming ETS, in het kader van de oprichting van een "waarnemingspost voor de luchtkwaliteit" door het Europees Parlement. Deze 9 + 2 stations bestrijken de belangrijkste soorten omgevingen in stedelijke gebieden.

Om een beter inzicht te krijgen in de blootstelling van de inwoners van Brussel, met name in de meest vervuilde gebieden van de stad, bepaalt de gewestelijke beleidsverklaring dat de regering zich ertoe verbindt het netwerk van meetstations voor de luchtkwaliteit te renoveren en uit te breiden, met een frequentie van ten minste twee stations per jaar.

Vandaag wordt er nog steeds gewerkt aan het identificeren van de locaties van toekomstige meetstations. Deze zullen uiteraard worden vastgesteld op basis van het belang van de gegevens die ze kunnen genereren om de inwoners van Brussel maximale transparantie te bieden over de concentraties van luchtverontreinigende stoffen in het Brussels Gewest.


2) Het lijkt me ook relevant om deze toekomstige stations op een geprivilegieerde manier te installeren op plaatsen die blootgesteld zijn aan de uitstoot van het verkeer, de belangrijkste uitstoter van stikstofoxiden in het Brussels Gewest. Heeft u daarom de geplande locaties geïdentificeerd op basis van onder andere dit element?

Op basis van de plannen voor de versterking van het netwerk van meetstations die in het ABV zijn voorzien, voert Leefmilieu Brussel een onderzoek uit en overweegt het soort criteria dat u noemt. Op basis hiervan, maar ook op basis van andere criteria (met name de in de Europese richtlijnen vastgestelde micro-schaalcriteria) kan een beslissing worden genomen over de locatie van toekomstige stations.


3) Heeft de regering nieuwe maatregelen overwogen voor de verspreiding van informatie en de bewustmaking van de burgers? Zo ja, wat zijn de beoogde mogelijkheden en wanneer zullen deze worden uitgevoerd?

Er wordt een globale visie op het luchtkwaliteitsbeleid ontwikkeld, gebaseerd op reflecties en discussies tussen de overheid, academische experts en verenigingen, met het oog op een betere meting van de luchtkwaliteit in het BHG, de verspreiding van informatie en de bewustmaking van de burger.

Deze maatregelen en de financieringsbronnen voor de uitvoering ervan worden momenteel onderzocht.