Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de werking en het succes van olieboxen in verschillende Brusselse gemeenten.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 247)

 
Datum ontvangst: 16/03/2020 Datum publicatie: 15/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In verschillende Brusselse gemeenten werden de afgelopen jaren en maanden reeds tientallen olieboxen geïnstalleerd. Inzamelaar en verwerker OlioBox heeft zo een heel aantal oliecontainers doorheen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geplaatst.

In de gemeente Anderlecht bewezen de olieboxen reeds hun nut tijdens de afgelopen eindejaarsperiode. De containers zitten overvol, met als gevolg dat olieflessen ook gewoon naast de containers op grond geplaatst worden. De gemeente nam daartoe al contact op met OlioBox om dergelijke situaties te kunnen voorkomen in de toekomst. Het toont echter wel het succes van het concept aan, waardoor olieafval op een efficiënte manier beheerd kan worden.

Tijdens een vorige bespreking van dit onderwerp in de commissie gaf u aan dat er midden februari een nieuwe sensibiliseringsactie gelanceerd zou worden omtrent de inzameling van olie-afval. Daarbij zouden Brusselaars gebruikte olie kunnen inleveren in ruil voor een toegangsticket tot de tentoonstelling Art Truc Troc & Design.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Hoeveel vervuilde/gebruikte olie wordt er jaarlijks opgehaald? Welk aandeel daarvan kwam voort van de kant van de grootverbruikers (restaurants, frituren, horeca in het algemeen etc.)? Hoeveel kost deze ophaling aan het Gewest? Wordt er een bijdrage gevraagd aan deze grootverbruikers? Zo ja, op basis van welke indicatoren? Hoe hoog bedragen de inkomsten hieruit? Kunt u een evolutie van deze cijfers meegeven?

- Zijn er sinds de vorige keer dat dit onderwerp in de commissie besproken werd nog andere gemeenten overgegaan tot dergelijke selectieve inzamelingsprojecten? Zo ja, welke gemeenten?

- Welke stappen hebt u in het begin van de legislatuur om het gebruik van deze olieboxen te integreren in een bredere gewestelijke aanpak?

- Hebt u cijfers omtrent de hoeveelheid olie die jaarlijks in de riolering en de Zenne vloeit, zowel voor 2018 als voor 2019? Welk beleid voert u opdat deze soort olievervuiling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoveel mogelijk teruggedrongen kan worden? Welke concrete doelstellingen stelt u daarbij voorop? Hoeveel controles voert uw administratie hieromtrent? Hoeveel boetes of andere sancties werden er opgesteld? Zal u het aantal controles opvoeren om deze olielozingen in de Zenne, kanalen, of de rioleringen te kunnen verminderen/vermijden? Hoe plant u dit verder te kunnen verbeteren?

- Kan u bevestigen dat een nieuwe sensibiliseringsactie intussen effectief uitgerold werd? Welke kostprijs was hieraan verbonden? Hoeveel Brusselaars maakten van deze actie omtrent de tentoonstelling Art Truc Troc & Design gebruik om hun gebruikte olie in te leveren? Hoeveel tickets waren er beschikbaar? Tot wanneer liep deze actie? Hebt u beslist om een nieuwe actie te lanceren in de loop van het jaar? Zo ja, welke timing en middelen voorziet u daartoe?
 
 
Antwoord    Hoeveel vervuilde/gebruikte olie wordt er jaarlijks opgehaald? Welk aandeel daarvan kwam voort van de kant van de grootverbruikers (restaurants, frituren, horeca in het algemeen etc.)? Hoeveel kost deze ophaling aan het Gewest? Wordt er een bijdrage gevraagd aan deze grootverbruikers? Zo ja, op basis van welke indicatoren? Hoe hoog bedragen de inkomsten hieruit? Kunt u een evolutie van deze cijfers meegeven?

Volgens cijfers van Valorfrit vzw (de organisatie die belast is met het beheer van afval van afgewerkte voedingsoliën en –vetten) werd in 2018 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in totaal 2.163 ton afval van afgewerkte voedingsoliën en –vetten opgehaald.

Hiervan is 260 ton afkomstig van de huishoudens en 1.903 ton van professionele gebruikers (friteuses, kantines, restaurants, enz.).

Voor professionele oliën gelden de principes van de vrije markt.

Ook de ophaling van huishoudelijke afgewerkte olie brengt geen kosten voor het Gewest met zich mee: in theorie draagt de producent de kosten voor de ophaling, sortering en verwerking van de afgewerkte olie die door Brussel Mobiliteit worden beheerd.
In de praktijk worden de kosten gecompenseerd door de inkomsten uit de olie die wordt opgehaald, verwerkt en verkocht als biodiesel.

Er wordt geen bijdrage gevraagd aan de producenten van voedingsoliën.


Zijn er sinds de vorige keer dat dit onderwerp in de commissie besproken werd nog andere gemeenten overgegaan tot dergelijke selectieve inzamelingsprojecten? Zo ja, welke gemeenten?

Dergelijke projecten voor selectieve ophaling worden georganiseerd in de volgende gemeenten: Anderlecht, Stad Brussel (waaronder Laken en Neder-over-Heembeek ), Ganshoren, Jette, Koekelberg, Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node.

Alle inzamelpunten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staan vermeld op oliobox.be.
De meeste zijn gelegen op de openbare weg, maar er zijn ook olieboxen in warenhuizen of op andere niet-publieke plaatsen.

Naast de "Olioboxen" zijn er ook gelijkaardige "Fritoboxen" geïnstalleerd in de supermarkten van Etterbeek, Elsene, Anderlecht, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst en Sint-Lambrechts-Woluwe.


Welke stappen hebt u in het begin van de legislatuur om het gebruik van deze olieboxen te integreren in een bredere gewestelijke aanpak?

Gezien de actieve ontwikkeling van bepaalde marktspelers, is het aanbod de afgelopen jaren toegenomen.

Deze vorm van ophaling is een aanvulling op de andere manieren om afval van huishoudelijke afgewerkte olie op te halen, zoals de ophaling via containerparken en Proxy-Chimiks.

Ten slotte steunt het Gewest in het kader van de “BeCircular”-projectoproep een Brusselse onderneming die afval van huishoudelijke afgewerkte olie inzamelt bij grote mede-eigenaars in het hele gewest.


Hebt u cijfers omtrent de hoeveelheid olie die jaarlijks in de riolering en de Zenne vloeit, zowel voor 2018 als voor 2019? Welk beleid voert u opdat deze soort olievervuiling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoveel mogelijk teruggedrongen kan worden? Welke concrete doelstellingen stelt u daarbij voorop? Hoeveel controles voert uw administratie hieromtrent? Hoeveel boetes of andere sancties werden er opgesteld? Zal u het aantal controles opvoeren om deze olielozingen in de Zenne, kanalen, of de rioleringen te kunnen verminderen/vermijden? Hoe plant u dit verder te kunnen verbeteren?

Er is geen informatie over de hoeveelheden voedingsolie die illegaal in de riolering of het oppervlaktewater worden geloosd.

Er zijn gegevens over de aanwezigheid van olieslib (mengsel van voedings- en motorolie met zand, water en andere vervuilende stoffen) dat regelmatig uit de waterzuiveringsinstallaties in Brussel wordt geloosd, maar de hoeveelheden (voedings)olie in dit mengsel werden niet vastgesteld.

Het gewestelijk beleid is erop gericht de selectieve ophaling uit te breiden door de consument te sensibiliseren en bindende ophaaldoelstellingen vast te stellen die door de sector moeten worden bereikt: een stijging van 15% van de opgehaalde hoeveelheden in 2017 ten opzichte van 2011 en een stijging van 20% in 2020.

De doelstelling voor 2017 werd grotendeels bereikt en de doelstelling voor 2020 zal ook worden bereikt.

Elk jaar worden er controles geprogrammeerd op de lozingen van afvalwater bij Brusselse ondernemingen, zoals met name de in bijlage 1 van de Europese Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies bedoelde controles.

De inspecteurs komen ook tussenbeide bij klachten over de aanwezigheid van olie in de riolering of het oppervlaktewater, zodat de verantwoordelijke persoon kan worden gevonden.

Bij de ophalers van deze oliën worden ook controles uitgevoerd om na te gaan of zij in orde zijn met hun boekhouding, de vervoers- en opslagvoorwaarden naleven en of zij de opgehaalde hoeveelheden correct aangeven.

In 2018 werd een P-V uitgeschreven en dienovereenkomstig een boete opgelegd voor de lozing van afgewerkte voedingsolie in het rioleringsnet.


Kan u bevestigen dat een nieuwe sensibiliseringsactie intussen effectief uitgerold werd? Welke kostprijs was hieraan verbonden? Hoeveel Brusselaars maakten van deze actie omtrent de tentoonstelling Art Truc Troc & Design gebruik om hun gebruikte olie in te leveren? Hoeveel tickets waren er beschikbaar? Tot wanneer liep deze actie? Hebt u beslist om een nieuwe actie te lanceren in de loop van het jaar? Zo ja, welke timing en middelen voorziet u daartoe?

Er werd inderdaad een zichtbaarheidscampagne opgezet voor “Arts Truc Troc & Design” die plaatsvond op 14, 15 en 16 februari 2020 en die Valorfrit 5.000 euro heeft gekost.

Bezoekers konden 1 liter olie of 1 kg vet inruilen voor een gratis toegangsticket tot een maximum van 30 per dag.

Er werd 46 liter olie en 25 kg vet opgehaald, wat overeenkomt met de consumptie van +/- 75 personen.

In totaal verwelkomde het evenement +/- 20.000 bezoekers.

Valorfrit voorziet een nieuwe campagne in het najaar van 2020, maar wil eerst een profiel van frituuroliegebruikers creëren door middel van distributie.

Op basis hiervan zal in overleg met Leefmilieu Brussel kunnen worden bepaald welke middelen en kanalen voor de nieuwe campagne zullen worden gebruikt.