Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het vellen van bomen in Sint-Pieters-Woluwe

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 272)

 
Datum ontvangst: 15/04/2020 Datum publicatie: 26/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 26/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 30 maart laatstleden werden verschillende inwoners van Sint-Pieters-Woluwe opgeschrikt door een bericht dat er niet minder dan 408 bomen zouden worden geveld. 50 van die 408 bomen zouden vanaf 8 april dringend geveld worden.

Afgezien van de bijzondere periode waarin de beperkende maatregelen van kracht zijn en waardoor we ons moeten beperken tot strikt noodzakelijke acties, ben ik enigszins verbaasd door de gekozen datum, namelijk 8 april.

Tenzij ik me vergis, is het vellen van bomen immers niet meer toegestaan vanaf 1 april om het nestelen van de vogels in de lente niet in gevaar te brengen.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Om welke redenen moeten die 408 bomen geveld worden?
- Om welke redenen moeten die 50 bomen dringend geveld worden?
- Tot welke verschillende boomsoorten behoren de 50 bomen die geveld zullen worden?
- Wordt het nestelen van de vogels daardoor niet verhinderd?
 
 
Antwoord    1)
Het bomenerfgoed van het Woluwepark omvat meer dan 17.000 bomen. Leefmilieu Brussel heeft een beheersmethode gedefinieerd voor de vele verouderende massieven en de fytosanitaire opvolging van de bomen, met jaarlijkse interventies. Het gaat hierbij om kap, maar ook om herbeplantingscampagnes in overeenstemming met onze doelstellingen van landschapskwaliteit op een beschermde site en het herstel van de natura 2000-habitats.
De bomen worden geïdentificeerd op basis van een fytosanitair onderzoek, uitgevoerd door een externe deskundige. Alle bomen worden ter plaatse gecontroleerd door de multidisciplinaire teams van Leefmilieu Brussel (bosingenieur, landschapsarchitect, enz.).

In dit kader is de stedenbouwkundigevergunningsaanvraag op 15 juli 2019 ingediend bij Brussel Stedenbouw en Erfgoed. De vergunning met referentie 19/PFU/1719959 is op 26 maart 2020 uitgereikt aan Leefmilieu Brussel voor het kappen van 408 bomen.


2)
De stedenbouwkundigevergunningsaanvraag is op 15 juli 2019 ingediend bij Brussel Stedenbouw en Erfgoed. Deze vergunningsaanvraag was niet dringend in juli 2019. Vertragingen in de procedure hebben ertoe geleid dat de vergunning is afgegeven op 26 maart 2020, enkele dagen voor het begin van de broedperiode.

Van de 408 bomen zijn er nu 50 gevaarlijk. Het gaat om verouderde bomen, met verontrustende mechanische defecten of dode bomen op stam. De beoordeling van het gevaar voor het publiek heeft Leefmilieu Brussel ertoe aangezet in te grijpen om de openbare veiligheid te garanderen.
Met betrekking tot de rechtmatigheid van ons handelen bepaalt artikel 2, § 1, van het besluit van 2 mei 2013 tot vaststelling van de afwijkingen op het snoei- en kapverbod van bomen tussen 1 april en 15 augustus dat een kapvergunning om veiligheidsredenen die tijdig werd aangevraagd maar pas na 1 maart van het lopende jaar werd verkregen, alsnog kan worden uitgevoerd, onder voorbehoud van een reeks verzachtende maatregelen die in hetzelfde artikel worden beschreven. De planning van de kap van deze 50 bomen valt onder de voorwaarden van deze bepaling.


3)
De betrokken soorten zijn relatief gevarieerd, zoals de massieven van het beschermde park: gewone esdoorn, Noorse esdoorn, zilveresdoorn, es, paardenkastanje, zomereik, moeraseik, Amerikaanse rode eik, ruwe berk, acacia, Europese lariks, grauwe abeel, Euramerikaanse populier, zelkova, gladde iep, beuk en peervormige lijsterbes.

Door deze kapoperaties verdwijnt geen van deze soorten uit het park, omdat er nog andere exemplaren van deze soorten in het park aanwezig zijn. De diversiteit zal zelfs toenemen door de herbeplantingen.


4)
Als beheerder van de groene ruimte hanteert Leefmilieu Brussel een multidisciplinaire aanpak. De natuurbescherming, in het bijzonder in een Natura 2000-gebied, staat centraal. Interventies tijdens de broedperiode worden systematisch uitgesloten als de veiligheid het toelaat.

Deze kapwerken tijdens de broedperiode zijn gevoelig en houden inderdaad een potentieel risico in voor bepaalde vogelsoorten.

Voorafgaand aan de werken heeft daarom een vergadering op het terrein plaatsgevonden met Bruxelles Nature. Elke boom is begin april geïnspecteerd en er is geen enkel nest waargenomen.

De werken worden uitgevoerd door het team van snoeiers en klimmers van Leefmilieu Brussel, die zich bewust zijn van de situatie en vóór elke kap een visuele inspectie van de boom uitvoeren, zowel vanaf de grond als al klimmend (of vanuit een hoogtewerker).
Ons team moet onmiddellijk contact opnemen met het departement Biodiversiteit van Leefmilieu Brussel als er tijdens de werken een nest of vleermuizen worden ontdekt, om instructies te krijgen om de gevolgen van de kap te beperken.