Schriftelijke vraag betreffende de opleiding en bewustmaking van de ambtenaren van het Brussels Gewest inzake toegankelijkheid van de overheidsdiensten voor personen met een handicap
- Indiener(s)
- Marc Loewenstein
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 244)
| Datum ontvangst: 24/04/2020 | Datum publicatie: 12/05/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 12/05/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 24/04/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Sinds enkele jaren wensen de verenigingen die actief zijn in de gehandicaptenzorg, de aandacht van de beleidsmakers te vestigen op het feit dat de verschillende beleidsmaatregelen tot inclusie van personen met een handicap pas efficiënt kunnen worden uitgevoerd als de overheden ervoor zorgen dat de essentiële voorwaarde voor eenieders autonomie, namelijk de toegankelijkheid, vervuld is. De kwestie van de toegankelijkheid voor personen met een handicap moet worden aangepakt rekening houdend met de drie hoofdaspecten: de fysieke toegang tot de infrastructuren (gebouwen, wegen, vervoer, groene ruimten, enz.); de toegang tot de diensten (onthaal, begeleiding en aanpassingen ten behoeve van personen met een handicap, opdat ze alle diensten kunnen gebruiken zoals personen zonder handicap) en aangepaste communicatie (gebruik van specifieke tools om informatie te verspreiden die toegankelijk en begrijpelijk is voor iedereen, ongeacht de aard van de handicap). De toegankelijkheid moet een belangrijk aandachtspunt zijn voor alle geledingen van de samenleving (burgers, verenigingen, bedrijven, overheden, enz.), maar de overheden moeten het goede voorbeeld geven door ervoor te zorgen dat de overheidsdiensten toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit en personen met een handicap. In dat opzicht dient te worden benadrukt dat opleiding en bewustmaking van de ambtenaren op het gebied van de toegankelijkheid van groot belang zijn. Net zoals de overheden thans trachten om een "veiligheidsreflex" in te bouwen in alle beleidsmaatregelen, is het belangrijk om alles in het werk te stellen, opdat de personeelsleden van de overheden voortaan een "toegankelijkheidsreflex" kunnen verwerven, ongeacht de overheidsdienst waar ze werken. In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld: 1. Hebt u acties gevoerd of bent u van plan er te voeren om de ambtenaren van het Brussels Gewest bewust te maken van het toegankelijkheidsprobleem voor personen met beperkte mobiliteit en personen met een handicap? 2. Worden er opleidingen inzake toegankelijkheid verstrekt aan de personeelsleden van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel? Zo ja, zijn ze enkel bestemd voor de personeelsleden van bepaalde diensten of worden ze verstrekt aan alle ambtenaren van het Brussels Gewest, ongeacht de dienst waar ze werken? Werden de personeelsleden van de gewestelijke overheid die de bevolking onthalen (front office) opgeleid in het onthaal van personen met een handicap? 3. De toegankelijkheidsnormen die van kracht zijn in ons Gewest, blijven hoofdzakelijk gericht op de aanpassingen die vereist zijn voor personen met een motorische handicap. Die normen houden nagenoeg geen rekening met de specifieke behoeften van personen met een auditieve, visuele of intellectuele handicap. Komen alle soorten handicaps, met inbegrip van de mentale en zintuiglijke handicaps, aan bod in de eventuele bewustmakingsacties en eventuele opleidingen voor de personeelsleden van de GOB? |
| Antwoord | Het personeel van het gewestelijk openbaar ambt valt onder de verantwoordelijkheid van mijn collega, Minister Sven Gatz, die uw vraag zal beantwoorden. |