Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aankondigingen van de Brusselse lage-emissiezones (LEZ) vanuit de andere Gewesten.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 388)

 
Datum ontvangst: 25/05/2020 Datum publicatie: 01/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enkele maanden terug mocht ik u tijdens de commissie Mobiliteit, in het kader van de intergewestelijke samenwerking op het gebied van mobiliteit, reeds ondervragen omtrent de mogelijke plaatsing van de aankondigingsborden van de Brusselse LEZ op Vlaams grondgebied. U gaf toen aan dat die vraag ook reeds werd overgemaakt aan de Vlaamse administratie, aangezien deze ingreep zou moeten plaatsvinden op hun grondgebied.

Aangezien de aankondigingsborden momenteel nog steeds enkel op Brussels grondgebied voorkomen, blijven nog heel wat automobilisten echter ongewild of onbewust ‘in de val lopen’. Op meerdere wegen kan men uiteraard geen rechtsomkeer meer maken alvorens de LEZ te betreden, waardoor een boete bijgevolg onvermijdelijk wordt.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een stand van zaken geven wat betreft het overleg met Vlaanderen (en Wallonië) omtrent de plaatsing van aankondigingsborden van de Brusselse LEZ op hun grondgebied? Welke stappen werden daaromtrent reeds gezet? Is de plaatsing daarvan effectief al voorzien op bepaalde locaties? Zo ja, waar en wanneer? Kan u ook aangeven welk Gewest de plaatsing van de borden betaalt?

- Kan u duiden hoeveel boetes er reeds werden uitgeschreven aan de Brusselse invalswegen? Welk bedrag vertegenwoordigt dit? Hoeveel bezwaarschriften werden er ingediend en ontvangen? Welk gevolg werd hieraan gegeven?

- Hoeveel keer is het intergewestelijke samenwerkingsplatform bijeengekomen sinds de oprichting ervan, ondanks de coronacrisis? Welke onderwerpen werden hierbij behandeld en welke beslissingen zijn hieruit voortgekomen?
 
 
Antwoord    Op basis van voorafgaand overleg tussen de administraties, werd op 24 april een dossier met precieze voorstellen voor de plaatsing van de aankondigingsborden naar het Vlaams Gewest verzonden.

We zijn in afwachting van hun analyse van, en feedback op, onze voorstellen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal de plaatsing van de borden betalen.

7379 boetes werden uitgeschreven.

Een bedrag van € 2.582.650,00

Tot op heden werden er 27 administratieve beroepen behandeld waarbij de overtreder opwierp dat hij per ongeluk de lage-emissiezone binnenreed wegens het feit dat er geen aankondigingsborden waren.

In tegenstelling tot verkeersovertredingen waarbij burgers zonder aankondigingsborden onmogelijk kunnen weten of ze in overtreding zijn met het verkeersreglement, is dit voor de Brusselse lage-emissiezone (LEZ) niet het geval aangezien de LEZ wettelijk is bepaald.

Artikel 4 van het Besluit van 25 januari 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het instellen van een lage-emissiezone stelt immers dat de Brusselse lage-emissiezone wordt gecreëerd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die het grondgebied van het administratief arrondissement "Brussel-Hoofdstad" omvat, afgezien van de weggedeelten die aangeduid zijn als "de Ring" in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze administratieve beroepen werden bijgevolg geweigerd.

Toen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in 2016 besloot vanaf 1 januari 2018 een lage-emissiezone (LEZ) in te voeren, werd er meteen contact genomen en vonden er gedachtewisselingen plaats met de besturen van het Vlaams Gewest en Antwerpen die verantwoordelijk zijn voor deze zones. Deze contacten worden onderhouden en zijn momenteel uitgebreid met Gent en met Waalse instanties (AWAC, ISSEP, Namen).

Ze wisselen onderling informatie uit over de praktische werking van hun LEZ (vrijstellingen, communicatie, controlemiddelen, enz.), alsook over de begeleidende maatregelen en de effecten ervan.

In 2020 nam Leefmilieu Brussel het initiatief tot nauwere contacten tussen de administraties die in België belast zijn met de tenuitvoerlegging of het invoeringsschema van deze zones. Oorspronkelijk was er in maart 2020 een ontmoeting gepland, maar dit werd met een aantal maanden uitgesteld wegens de COVID-19-situatie. Het was de bedoeling via deze ontmoeting met het Vlaams Gewest, Antwerpen, Gent, het AWAC, het ISSEP en Namen tot een betere samenwerking tussen gewesten te komen en na te gaan hoe de verschillende systemen naar elkaar kunnen toegroeien of op termijn zelfs op elkaar afgestemd kunnen worden.

Door de band genomen ontmoeten de gewestelijke besturen met LEZ-bevoegdheid hun Vlaamse en Waalse collega’s regelmatig in het kader van de door de Benelux georganiseerde rondetafelbijeenkomsten over de lage-emissiezones. Ook Nederland, Luxemburg, Duitsland en soms ook Frankrijk zijn er vertegenwoordigd.

De thema’s die er werden aangesneden zijn vooral problemen bij het uitwisselen van technische gegevens over in het buitenland ingeschreven voertuigen, communicatie en de werking van verschillende zones, alsook hun toekomstige ontwikkeling. Deze bijeenkomsten hebben het mogelijk gemaakt de verplichting te schrappen voor in Nederland ingeschreven voertuigen en ze hebben daarnaast ervoor gezorgd dat de druk ten aanzien van de Europese Commissie werd opgevoerd om tot een duurzame oplossing te komen.