Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende gebruik van claxons.

Indiener(s)
Françoise Schepmans
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 389)

 
Datum ontvangst: 24/05/2020 Datum publicatie: 01/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het gebruik van claxons leidt in onze gemeenten en vooral in sommige wijken tot overlast.

De intensiteit en herhaling wekken ergernis op bij de bewoners die er dagelijks mee te maken hebben. De overlast viel nog meer op, daar de bewoners tijdens de coronapandemie meer telewerken.

De versoepeling van de lockdown zal het probleem, dat ongetwijfeld zal blijven bestaan, niet oplossen. Het verkeersreglement is evenwel duidelijk: het gebruik van de claxon is strikt gereglementeerd en dient enkel als waarschuwing om een ongeval te voorkomen. Het moet weer rustig worden in de gemeenten en wijken.

Wat beveelt het Gewest aan, gelet op de omvang van het fenomeen? Het optreden van de lokale politie is geen sinecure en zou slechts een tijdelijk effect hebben. Bent u op de hoogte van het aantal klachten? Hoeveel boetes werden voor die overtreding opgelegd? Zijn er veel recidivisten? Kan een bewustmakingscampagne met de gemeenten worden overwogen?
 
 
Antwoord    Ik heb uw vraag aandachtig gelezen en ik ben me terdege bewust van de kwesties omtrent de geluidsoverlast voor en het welzijn van de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Zoals u terecht opmerkt, wordt het gebruik van geluidssignaalinrichtingen gereglementeerd op federaal niveau. In de Wegcode wordt dit gebruik als volgt geformuleerd:

33.2. Geluidssignalen moeten zo kort mogelijk zijn. Zij zijn alleen toegelaten om een noodzakelijke waarschuwing te geven ten einde een ongeval te voorkomen en, buiten de bebouwde kommen wanneer men een bestuurder die men wil inhalen moet waarschuwen.
33.3. Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, behalve bij dreigend gevaar, moeten de geluidssignalen vervangen worden door het kortstondig en afwisselend aansteken van de grootlichten en de dimlichten.

Niemand mag de wet met voeten treden. Het misbruiken van geluidssignaalinrichtingen tijdens het
rijden is dus een overtreding van de eerste graad. De ‘lichtste’ sanctie die men kan krijgen voor een dergelijke inbreuk is een boete van 58 euro. Als de inbreuk eerder de openbare rust verstoort (een bruiloftstoet bijvoorbeeld) kunnen er eventueel gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes) worden opgelegd wegens een inbreuk op het algemene politiereglement van die gemeente.

Brussel Mobiliteit heeft geen informatie over de omvang van dit probleem, het aantal ingediende klachten voor dergelijke geluidshinder, het aantal vastgestelde inbreuken of de recidivegraad ter zake. Het bestuur zal de politiezones hierover bevragen tijdens een volgende ontmoeting.

Toch komt de politie tussenbeide voor het misbruiken van de geluidssignaalinrichting ondanks het feit dat deze inbreuk niet makkelijk kan worden vastgesteld, omdat die de facto moet worden begaan in het bijzijn van een politieagent.

Een meer zichtbare aanwezigheid van politieagenten op het terrein dankzij onder meer de oprichting van fietsbrigades (die wij ondersteunen via subsidies aan de politiezones) is al een goed preventiemiddel om deze problematiek aan te pakken.

Het Gewest keurde recentelijk het plan Quiet.brussels goed. Maatregel 4 van het hoofdstuk “het gemotoriseerde vervoer matigen” stelt als ambitie het gedrag van bestuurders van gemotoriseerde voertuigen veranderen, dit betreft onder andere het ongepast claxonneren. Verschillende manieren worden naar voren geschoven om deze problematiek aan te pakken, waarbij Leefmilieu Brussel telkens zal samenwerken met Brussel Mobiliteit (verkeersveiligheid) en de FOD Mobiliteit en vervoer : een bewustmakingscampagne inzake de impact van gedrag en rijstijl, een voorlichtingscampagne inzake de akoestische prestatie van gemotoriseerde voertuigen en de installatie van signalen die het geluidsniveau aangeven in de nabijheid van geluidsgevoelige zones. In die zin zullen we proactief zijn wat betreft deze problematiek.