Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkeling van het telewerk in Brussel, met name binnen de lokale besturen.

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 290)

 
Datum ontvangst: 15/04/2020 Datum publicatie: 13/07/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 10/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Hoewel de ongekende gezondheidscrisis die we nu meemaken dringend maatregelen vereist om de pandemie in te dammen en in de huidige behoeften te voorzien, zullen we de zeer zorgwekkende economische, sociale en menselijke gevolgen in goede banen moeten leiden. We zullen er ook de lessen uit moeten trekken en, op een positieve manier, de kansen ervan moeten aangrijpen om onze levensomstandigheden te verbeteren.

Gezien de lockdown hebben veel particuliere en openbare bedrijven zich meer of minder voorbereid moeten aanpassen aan de situatie door hun toevlucht te nemen tot telewerk. Telewerk heeft zowel voor- als nadelen. We moeten het positieve uit de verschillende organisatievormen halen en op zijn minst de gelegenheid aangrijpen om het telewerk in de toekomst te versterken, zowel in de openbare als in de private sector.

En het is geen geheim dat het versterken van deze organisatievorm alleen maar een positief effect kan hebben op de mobiliteit.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Heeft u een overzicht van de huidige situatie van het telewerk in de 19 gemeenten? Heeft elk van de gemeenten haar arbeidsreglement aangepast om er telewerk in op te nemen? Beschikt u over het aandeel van het gemeentepersoneel dat voor de crisis telewerkte?

2. Hebben sommige gemeenten het telewerk in hun gemeente geëvalueerd? Zo ja, kunt u mij dan de conclusies van de uitgevoerde evaluaties meedelen?

3. In het licht van de huidige crisis is een aanzienlijk deel van het gemeentepersoneel aan het telewerken. De terugkeer naar de normale gang van zaken zou ertoe kunnen leiden dat iedereen weer terugkeert naar zijn of haar werkorganisatie zoals die was voor de lockdown. Het telewerken kan echter worden voortgezet, zij het in mindere mate. Worden er acties ondernomen om het telewerk binnen de plaatselijke besturen verder te ontwikkelen?

4. Zijn er op het gebied van informatica door het CIBG dynamieken en instrumenten ingevoerd om telewerken aan te moedigen?
 
 
Antwoord    Als antwoord op uw vraag zou ik willen preciseren dat, op grond van het beginsel van de gemeentelijke autonomie (art.41 en 162 van de Belgische grondwet en art.3 van het Europees Handvest inzake lokale autonomie), elk plaatselijk bestuur vrij is om regelingen die van toepassing zijn voor telewerk, in te voeren.

De projecten die door bepaalde gemeenten opgezet werden, vallen dus onder hun lokale autonomie en hun verantwoordelijkheid. Deze aangelegenheid maakt geen deel uit van de voogdij die het Gewest op de plaatselijke besturen uitoefent.

Bijgevolg kan ik u geen gegevens over dit onderwerp overmaken.

Nochtans, en zoals ik reeds aanhaalde tijdens de Corona-commissie van 5 mei, zal het interessant en nuttig zijn om deze periode van gedwongen thuiswerk te evalueren om er bepaalde lessen uit te trekken en de eventuele verderzetting te onderzoeken.

Wat de bijdrage van het CIBG op dit gebied betreft, heeft het CIBG de toegang tot telewerk verbeterd door draagbare pc’s ter beschikking te stellen (315 exemplaren met spoed geleverd aan verschillende gemeentelijke administraties en OCMW’s), door de activering van de beveiligde toegang vanop afstand (via VPN), door de mogelijkheid om toepassingsoplossingen te gebruiken: webmail, platform om in team te werken (samenwerking, videoconferentie, …), BOS (programma voor het elektronische beheer van het secretariaat), alsook de uitbreiding van de administratieve handelingen die online mogelijk zijn via de IRISbox, zoals de toekenning van premies aan de taxi’s en de digitalisering van overlijdensverklaringen, …