Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verderzetting van de strijd tegen roetfilterfraude.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 432)

 
Datum ontvangst: 25/05/2020 Datum publicatie: 16/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onlangs heeft Vlaams Minister voor Mobiliteit en Verkeersveiligheid Lydia Peeters aangekondigd dat ze geen nieuwe meetapparaten wilt gebruiken om roetfilterfraude tegen te gaan. Ze wacht liever op de nieuwe normen die Europa voorschrijft. Dat kan echter nog enkele jaren duren, terwijl er volgens cijfers van de VAB in ons land 165.000 voertuigen rondrijden zonder of met een defecte roetfilter.

Tijdens de vorige legislatuur ondertekenden de drie Gewesten een protocolakkoord, waarbij ook 340.000 euro werd geïnvesteerd in een verkennende studie door GOCA. Het doel daarvan was om na te gaan welke apparatuur het best geschikt was om een defecte of ontbrekende roetfilter op te sporen in dieselwagens. Finaal beslisten we begin vorig jaar om daarvoor PN-meters
(particle number) in te zetten. Het doel was om tegen eind 2020 alle Belgische autokeuringscentra daarmee uit te rusten, zodat men uiteindelijk nauwkeurig het aantal fijnstofdeeltjes in de uitlaatgassen zou kunnen nagaan en makkelijk afwijkingen zou kunnen vaststellen. De test met PN-meters zijn voorzien voor EURO 5- en EURO 6-dieselwagens, die nu nog bij controles ontsnappen aan mogelijke roetfilterfraude.

Een wetgevend kader moest nog ontworpen worden rond deze nieuwe emissiemaatregel, waardoor de meters in de 78 Belgische keuringscentra operationeel konden worden. Daarmee nam ons land meteen een voortrekkersrol op in Europa. Parallel daarmee zouden de meettoestellen gehomologeerd worden en zou GOCA de exacte procedures definiëren zodat de controles overal in het land volgens dezelfde stappen zouden verlopen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u toelichten of u op voorhand ingelicht werd door uw Vlaamse collega Lydia Peeters omtrent de beslissing om het in gang gezette proces van de installatie van PN-meters in de autokeuringscentra stop te zetten?

- Hebt u sinds deze aankondiging op Vlaams niveau nog contact of overleg gehad met uw collega Lydia Peeters? Zo ja, wat hieruit is voortgekomen? Hebt u parallel daaraan ook contact gehad met uw Waalse collega? Zo ja, wat is hieruit voortgekomen? Hoe vaak heeft u sinds de start van deze legislatuur reeds overleg gepleegd met uw Vlaamse en Waalse collega’s omtrent dit onderwerp, al dan niet in het kader van het recent opgerichte samenwerkingsplatform?

- Hebt u zicht op de gevolgen van deze Vlaamse beslissing voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gezien het engagement van de drie Gewesten om samen te werken omtrent dit dossier?

- Hebt u besloten om de installatie van PN-meters op Brussels niveau wel gewoon te laten doorgaan, ondanks het feit dat Brusselaars nu makkelijk hun voertuig in een Vlaams autokeuringscentrum zouden kunnen laten controleren en het feit dat er veel Vlaamse automobilisten in Brussel rondrijden? Hebt u met uw Vlaamse collega besproken hoe het zogenaamde ‘keuringsshoppen’ in voorkomend geval ontmoedigd kan worden?

- Kan u een stand van zaken geven omtrent de Europese regelgeving die momenteel in voege is? Heeft men reeds zicht op de komst van nieuwe richtlijnen?

- Volgens een schriftelijk antwoord in december 2019 zouden de PN-meters nog gehomologeerd moeten worden en zou de aankoop ervan voorzien zijn in uw budget 2021, zodat ze het jaar erop in de 4 Brusselse autokeuringscentra geïnstalleerd zouden kunnen worden. Wat is de stand van zaken daaromtrent vandaag? Wanneer voorziet u concreet de installatie en inwerkingstelling van deze meters? Hebt u reeds een akkoord met de Brusselse keuringscentra om de nieuwe meetapparaten te gebruiken?

- Waar staat men met het wetgevend kader dat aangepast moest worden in het licht van deze PN-meters? Waar staat men daarmee specifiek op Brussels niveau?

- VAB schat dat er in België circa 165.000 dieselvoertuigen rondrijden zonder of met een defecte roetfilter. Over welke cijfers beschikt Brussel Mobiliteit hieromtrent? Werden hier reeds studies gemaakt of besteld?

- Werd er, in afwachting van de intrede van de PN-meters, reeds een andere methode ingesteld in de autokeuringscentra om defecten aan of minstens de volledige afwezigheid van roetfilters te kunnen detecteren in EURO 5- en EURO 6-dieselwagens?
 
 
Antwoord    U weet dat voor mij het verbeteren van de luchtkwaliteit van fundamenteel belang is. We moeten zorgen voor de beste luchtkwaliteit voor iedereen, zowel voor de inwoners als voor de bezoekers van het Brussels Gewest. We moeten dan ook eindelijk de nodige maatregelen nemen om de beste luchtkwaliteit te garanderen, want die laten al veel te lang op zich wachten.

De controle van de deeltjesfilters is een van die nuttige maatregelen, dus we moeten het overleg tussen de regio's in dit verband voortzetten. Dat overleg is volop lopende en ik wil het alle kansen geven.
Het risico bestaat inderdaad dat er autokeuringstoerisme ontstaat, want dan kan men onze keuringscentra vermijden.

In België geldt een keuzevrijheid wat autokeuringscentra betreft. Als een van de Gewesten beslist niet te controleren, is het goed mogelijk dat de voertuigen met verwijderde roetfilter ter keuring zullen worden aangeboden in het Gewest dat niet controleert met een PN-meter. Bovendien is een groepsaankoop van apparatuur voor alle technische autokeuringscentra economisch voordeliger. Dit zou ook een eenvormige controle van roetfilters mogelijk maken in het hele land.
Andere Gewesten
Een afspraak met de twee andere bevoegde gewestelijke ministers voor roetfilterfraude heeft eind juni plaatsgevonden.
· Het overleg was nuttig om het eens te worden over het belang om samen vooruitgang te boeken in dit dossier. Er is een samenwerkingsovereenkomst in voorbereiding en er zal een interregionale werkgroep met de administraties worden opgericht.
· Er was een verzoek naar de Europese Commissie gestuurd om te weten welke criteria zullen gelden voor de meetapparaten (de Commissie heeft nog niet geantwoord). Deze informatie is belangrijk voor de keuze van apparatuur; aankoop van apparaten die niet aan de toekomstige criteria van de Europese Commissie zouden beantwoorden, moet worden vermeden.

· EU Richtlijn: Momenteel voorziet de 2014/45/EU-richtlijn niet in controles via een PN-meter.
o Brussel Mobiliteit wacht op een antwoord van de EU en weet niet of de richtlijn in de toekomst zal worden gewijzigd, maar dat zou ook positief zijn.

· Voor het vervolg op mijn schriftelijk antwoord van december 2019, die processen zijn lopende en er is momenteel is er in dit verband nog niets beslist, ik ga nu volop de gesprekken aan met Vlaanderen en Wallonië.

· Een nog preciezere schatting van het aantal wagens zonder roetfilter is moeilijk, aangezien er daartoe geen eenvormige controle-instrumenten bestaan, net daarom hebben we die PN-meters nodig. Bovendien voert Brussel Leefmilieu in de tweede helft van het jaar een remote-sensing project uit, dat ons moet toelaten het probleem van de fraude met roetfilter beter in kaart te brengen.

· Zoals u wellicht weet, is het bij de technische keuring absoluut verboden de voertuigen te ontmantelen. Enkel PN-meters maken het maken te controleren op de aanwezigheid van een roetfilter.